ZIERIRZEESCHE NIEUWSBODE. IV. 222. «840. donderdag 12 februarij. 'IS. «tnrn. zierikzee. nd-Vosmecr, ?rt REDEVOERING VAN DEN NIEUWSBODE Oremus N ieu wsti jdin gen ENGELAND. gemengde berigten. Tweede J aar pang. moede, el|(e mjj n een brood, hel wordl al» kleine net gevangenis en oogen der policie, ler vaderen. En den worden, 2ij„ oornaamste ruis. Iers eenige bezig. Jmoeten zoowei ieren zijn, veel om in het regt- er soms groot» erden gevangen, prongen te wor ds voertis voor niets is immers dan armoede? >ede te kweken r de helft zijner kkig Nederlaud, det It, De ZIERIKZEESCHE NIEUWSBODE wordt eiken Donder- «dag morgen uitgegeven bij P. de Looze en is s-e.krijgbaar jbii alle Boekbandelaren en Postdirecteuren in dit rijk. De prijs is voor drie maanden binnen de Slad, ƒ0,00 en ƒ0,GO francojdoorMiet'geheele Rijk. Donderdag 12 Februarij Vrijdag 13 Zaturdag 14 o Zondag 15 Maandag 10 t» Dingsdag 17 o Woensdag 18 Opgang der Zon ur. min. 7 00 Ondergang, ur. min. De prijs der Adverlentien is Tien Cents de regel, behalve 35 Cents zcgelregt voor elke plaatsing; dezelve kunnen in gezonden w.orden lot des Woensdag middag 12 nre; na welk tijdstip zij voor het eerst uitkomend N°. niet ineer wor den aangenomen. Brieven Franco. itop een der ieid neemt, de om een te overladen; leren alzoo voor dan vop het rsbode zoo laag Ive dat daarop worden gemist, i niet a bonne- de geëerde in- ve postkantoren ■nt te doenoi: 1ST. )/S.20h/3,40. I -4,80 a -S,00. ^ER. r ƒ2,70 9o, -0,00 A 0,00. ARW werdt in den 1 30 Cis. meer bo ten met goede koop der in eeue ania overge- Maatschappij n. 'oordeeld ter p den grond is van twee da aanklagt beleedigen van Beek, roch. Eene 30 dito Eene k. 31 dito. M. Janse. en J. Niese- - J. Olivier maas, oud 80 IEPEN. d beklante kan cr op den uitge- (183) 5EL IZEN. Ned. ellen its, Satins met bijbe- lENSTUK- :r, en BE— ndergetee- 'lt. (184) IDDE, 'witharen. staande i f DIENST- dienst, niet Huishou- ;e nemen en. (185) LOOZE. voor zijne lezers, over zijne lezers. (Vervolg en-slot van N.° 220.) Ik moet nu van het tweede deel sprekenwaarin ik mijn onderwerp (tnijne lezers) verdeeld heb, en wel over dat deelwaarvoor ik de minste toegenegenheid koesternamelijk over B. Onwelmeenende lezers. Dat zijn namelijk dezulke die het niet goed met iden Nieuwsbode en met de goede zaak meenen, die een hekel aan mij hebben, en in het algemeen de vrije drukpers haten; die hun eigenbelang meer lief hebben, dan het belang van het geheele volk, en aan wie het volstrekt niets scheelen kan of het volk meer belasting betaalt dan het op kan brengen, en daardoor verarmt, als zij zelf maar een vette post of vele magere postjes hebben, en ze maar geen nood hebben, deze kwijt te raken maar in dit laatste zit juist de knoop de vrije drukpers in liet algemeen en vooral de Nieuwsbode in het bijzonder, durft onder de besehermende vleugelen van de trouwe geheim houding der uitgevers maar alles zeggenen daardoor zouden vele dingen publiek kunnen wordendingen welke de lieeren die aan de laai zitten, zeer ongaarn, allerongaarnstpubliek willen gemaakt heblTen.want ze snogten hierdoor eens non de laai geraken, om plaats te maken voor anderen, hunne leus is dus: Weg met de Nieuwsbode, die de menschen reel te wijs maalct, die ze dingen aan den neus hangt, waarmede ze niets te malcen hebben, en die ze daardoor onte vreden maakt.Ei, Eil mijne Heeren! gij bekent dus dat de menschen reden hebben tot ontevreden heid, zoo ze alles maar weten wat er al zoo gebeurt, ei! ei! zoo! zoo! Gelukkig voor den Nieuwsbode is het getal wel- meenende lezers veel grooter, oneindig grooter dan dat der onwelmeenende; sedert de plaatsing van den aanvang dezes artikels, heden voor 14 dagen, zijn bij den uitgever onderscheidene brieven ingekomen zoo wel van afgelegene plaatsen in andere provin- j ciën, alsuit deze stad en landbevattende 'verzeke ringen dat de lezers aldaar verreweg de meeste tot de soort A belmorenevenwel zijn er van de ge ringere soort li meer ondersoorten dan van de groote soort Awij beginnen weder even als vroeger met: 1." Lezers die volstrekt niet lezen kunnen. De Nieuwsbode beeft reden te geloven dat er van 1 deze soort weinige bij de onwelmeenende lezers gevonden wordenwant zij die niet lezen kunnen hebben zelden vette posten met groote traktementen of het moest zijn als koetsier of zoo iets, bij iemand die een onwelmeenende lezer is, en die daardoor hun Heer napraten, zonder te begrijpen wat of ze eigen lijk afkeuren. 2." Lezers, die de Nieuwsbode volstrekt niet lezen willen. Van deze zijn er een gezegende portie, maarniet zooveel als men zou denkenzoo zijn er veledie zeggen ik wil dat ding, die leclijkc Nieuwsbode niet lezen, maar die het toch doen; bij anderen, die den naam niet willen hebben dat ze er op geabon neerd zijnis de meid of de knecht er op geabon neerd (dit blijft onder de roos als je blieft lieve lezers;) wederom andere, hebben vrienden die hun laten lezen, enz. enz.; weinige, zeer weinige zijner maar die zich eenmaal voorgenomen hebben, mij niet te lezen, en die standvastig bij hun voornemen blijven; weinige zijn er maar, die er niet eens een oogje aan wagen, want o! die menschelijke nieuws gierigheid de meeste kunnen het niet laten om mij te lezen al willen ze ook volstrekt niet. 3.° Lezers die het land krijgenover alles wat ze lezen. Dit is een even ongelukkig soort van menschen, als de lezers die niet begrijpen wat ze lezenen zelfs nog ongelukkiger, want zij die er niets van begrijpen, maken zich ten minsten niet boos, of het. moest zijn over hun eigen onverstand maar dat zou wel won der wezendat gebeurt een mensoh niet ligt. De Nieuwsbode vraagt aan die ongeëerde lezers, die zich bij het lezen van een Nieuwsbode 6 maal kwaad maken (voor elke kolom eens) nederig excuus, hij verzekert hundat hij het waarachtig zoo kwaad niet meent, hij belooft beterschap (maar hij meent or niets van.) 4." Lezers die alles verkeerd begrijpen wat zij lezen. Wanneer dit onwelmeenende lezers zijndan is het verschrikkelijk dan wordt er doorgeslagendan krijgt de uitgever en de vermoedelijke redacteurs en medewerkers op hunne respectieve zielen. En zoo ze den uitgever soms spreken, krijgt hij een zeden preek en den vriendschappelijken raad om er maar mede uit te scheiden; maar dit,dit zal hij niet doenwant liet gaat 'veel te goed met den Nieuwsbode; zoo men hem echter iets bezorgd dat zooveel geeft als de Nieuwsbode, dan wil hij er wel uitscheiden, maar wat zou het helpen? dan be gint een ander misschiende bevolking te Zic- rikzee is nu eenmaal door den invloed der hoogere standen zoo ver gekomen, dat de menschen met alle geweld, een Nieuwsbode hebben willenen als meer dan 1000 menschen willen, wat is er dan veel aan te doenals het een zaak is die niet verboden kan worden? 5.° Lezers en Lezeressen die zelf niet weten waarom ze onwelmeenend zijn- Van die toch zijn er ook alnapraters en napraat- sters, die op een meer of minder fatsoenlijken toon hun afkeurend oordeel over mij Nieuwsbode uiten, gelukkig helpt het niet veel, ik Nieuwsbode ga mijn gang maar? 6,° Lezers die best weten waarom ze onwelmeenend zijn. Van deze heb ik straks bij den aanhef al even gesproken; bij hen is het enkel eigenbelang, er zijn er ook die de zoogenaamde grooten naar de oogen zien en alleen om den wille der klandiesie tegen mij schimpen; maar in het gemeen hebben ze soms wel eens schik, als den een of ander van de taart krijgt; maar ais ze het zelf eens zijn die er van krijgen dan is het Ik heb gezegd. Blieven van IIobart-Town van den 24 September bevesti gen de treurige tijding van de schipbreuk van de Catara- qui en van den dood van 414 personen, die zich aan boord bevonden. De cquipagie bestond uit 46 matrozen. Er waren op bet schip 369 emigranten, en van al dit volk hebben zich de bootsman, zeven matrozen en een emigrant slechts kunnen redden. In den avond van den 3 Augustus ge beurde deze ramp. Het schip door stormweder geslingerd sliet op eene klip bij den ingang van de straat van Bass op de westkust van het Konings-eiland. Het water drong met zulk eene snelheid in liet vaartuig, dat zeer veel passagiers in hnnne kooijen verdronken. De overigen werden door de golven, die over het sejiip heensloegen, weggespoeld, zonder een oogenblik rust te laten aan de ongelukkigen die zich zochten vast te klampcu aan de masten, touwen en verschan singen van hel schip. Den daarop volgenden ochtend waren er niet meer dan 30 levenden overig 'maar het grootste ge deelte daarvan deehie spoedig in liet lot van hen, die in den afgrond verzwolgen waren. De negen schipbreukelingen, die aan deze verschrikkelijke ramp ontkwamen, hadden naauv e- lijks voet aau wal gezet, of hét door de golven gesteisterde schip zouk, te midden van de hoaderde lijkeu die rondom hetzedve dreven. NEDERLAND. Nijmegen, 7 Febr. Gisterenavond, ten elfen een half ure, ontwaarde men alhier een ligte aardschud- diwg, welke 3 it 4 seconden aanhield; ecnige oogen- blikken later ontstond een vrij hevige storm, de barometer teekende 1° onder 0de wind W, Z, W, In den nacht van 31 Januarij omstreeks 2 ure, meenden sommigen ditzelfde, natuurverschijnsel waar genomen te hebben. Te Brussel zijn twee ooijevaars gezien, en in den Haag zijn er twee opgesloten, die op eene heimelijke wijs zijn ge vangen geworden. In Duitsch'aud zijn de Veemgeregton afgeschaft, en in N ieu tv- Holland schijnen er soortgelijke nog in zwang te zijn.In Nederland is een nieuwe daus uitge vonden welke den naam verkrijgen zal, van HallischimnTa- jongilassabanka-t-hnsbestaande in één pas vooruit en twin tig achteruitTe Aneona is een policiedieuaar doodgesla gen op den openbaren weg. - De geloofsbrieven van den lieer iur.A. J. F. Egter, zijn voldoende bevonden om in rs iands vergaderzaal zitting te nemen als vertegenwoordiger van bet Zeeuwsche volk. Thans zal hel alzoo blijken of zijn E. M. de belangen des volks alleen zal voorstaan. In de stad Gulik, in Prnissen, wordt met 1 April de belasting op het geslpgt en geniaal afgeschaft. "NVas Zierikzee dus ook maar Pruissisch, Turksch of Chiueesch dat het zelfde is, als er van vleeseli en brood maar geen belasting betaald behoefde te worden. Volgens eene verbeterde wet, is, behalve tepronk- slelling, de doodstraf de eenige straf die naar luiten tverkt. Ezelvoeder onveranderd, en het brood prijshoudend. Te Gibraller bestaat een handel- en commissiehuis om jonge meisjes aan rijke muzelmannen te verschagcheret». Met de laatste liooge watervloed is er bij hel dorp Kortgenc (ei land N -Beveland), eene vloot of vleet van 50 N. ponden over den dijk gespoeld. Ouder de gemeente Bruinisse is cr bijna een Kobie gescholen geworden, meteen goudgele rand 0111 zijn hoofd, en het bovenlijf groen, bezel met eeuige goud gele vlekken. Een groote arend schijnt broederlijk met dit diertje te kunnen omgaan. Da. O. G. HeldringPredikant te Hemmen, lieeft dezer dagen eene brochure in 'l licht gegeven; getiteld: Noodkreet over de belasting op het gemaal en den hoogen prijs van het brood. Genoemd werkje heeft voornamelijk ten doel, om aan te toonen, dat, zoo niet onmiddelijk de belasting op het gemaal verminderd wordt, de arme daglooners weldra in bedelaars zullen herschapen of totaal geruïneerd worden. Ilct is wel te deuken, dat de Eerw. Schrijver, door het in 't licht geven van dezen Noodkreetzich bij de mannen der duisternis gecne vrienden zal gemaakt hebben, doch de heer Heldring schijnt zich weinig om hunne vriendschap te be kreunen, wanneer de stem van zijn geweten en van zijne overtuiging hem roept, om voor zijne arme en verarmde natuurgenooten in het strijdperk te treden. Trouwens ieder die het hart op eene goede plaats zit, en wiens tong nog aan gcene ridderlinten geklonken is, bekreunt er zich weinig om, of hij den strijd legen den edelman of bedelman aanvangt. De Gravenhaagsche Nieuwsbode moge dan, zooveel hij wil, 'de vrienden des lichts den naam van oproerkraaijers schen ken hem niet zijnen ezelspoot in het stof pogen te vertrap pen de verstandigeu halen hem en het geraas van nachtvogels ontmoedigt den moedige niet. De volgende regelen schrijven wij uit het werkje af, qui onze lezers met hetzelve nader bekend te makeQ.. "WAARLIJK EENE GROOTE SOM! De arme man, die niet genoeg heeft, om van te kuuucn leven, wien alles tegenloopt, wien de aardappel ontzonken is, moet jaarlijks, als hij 8 maanden lang 50 cents en 4 maan den 40 cents verdiend heeft, dat is nagenoeg ƒ140 in het jaar, nog nagenoeg 20 gulden van deze som me gelds missen voor eene allcrnootlloltigste belastingdie door de wijze van heffing hem viermaal zooveel kost, ais hij aan haar zelve moet opbrengen. Dit is het zoo treurige gevolg van belastingen op decon- sumtie. Zij drukkcu schijnbaar slechts den stand, dien men bedoelt, maar inderdaad dengenen, die_zulks het minste kan opbrengen. Want gij, Slaatsmanucn! dacht den gegoeden stand te treden met uwe hooge belasting op *de tarwe, en wien treft gy? Juist den daghuurder, den hutbewoner, den zoon der ellende, op wien alle slagen ter nederdalen, dien troft gij! den armen stedeling, die zijn treurig aanzijn rekken moei in eenen donkereu hoek, in een' kelder of op een zolder, dien ontruktet gij zijne laatste penningen bestemd om zijne naaktheid cr mede te bekleedcn Hij is bet, die God schreit om brood, en gij zijt het, die hem het. brood ontneemt. Want om vijf millioenen guldens brood belasting van de gansche natie te innen, veroordeelt gij juist het armste gedeelte, nogmaals en nogmaals die zelfde som op te biengeu, en aan wie? aan degenen, die gij thans door den hoogen prijs der rogge rijk maakt. En dat zal toenemenhet gan sche jaar door, want de rogge wordt duurder en duurder; en er is geene gedachte aan eenige daling hoegenaamd en het zal toenemen op eene wijze, die de armoede onherstel baar maken zal. Een oogenblik hoorden wij, dat gij de belasting var. de rogge wilde wegnemen, toen glimlachten de boeren en zeiden: dat is ons voordeel, nu slaan wij de rogge dadelijk twaalf stui vers op, want wij weten, dat de rogge onmisbaar is. Men kan geen weitebrood eten. Dat is te hoog belast. Gij zoudt wonder wijs en goederlieren meenen te zijn; maar al wat gij doet, om den minderen stand te ontlasten, belast hem. Immers een ieder kan van de voordeden, die gij hem gunt, gebruik maken, hij alleen kan van niets, dan van het geringste, wat hem overgelaten wordt, zijn gebruik nemen. Toen gij de tarwe zoo hoog had belast, toen wareu er bij menigte landlieden, die tien tot twintig mudden achterworp- tarwe tot brood verbakten. Zij hebben terstond liet tarwe brood verlaten. Wal? zeiden zij, moeten wij den bolderik en de wilde weit*), die in ons achterworp bij getallen zit, zoo duur betalen in deze belasting, alsof wij ze moesten koopen? Neen, dat niet! dan geven wij ze aan het vee. En nog wijzeren zeiden: Wij verkiezen geene belasting te betalen: wij eten garstcbrood. Hierin is ons de belasting gunstig, dat wij dit vrijelijk mogen doen. Is het de bakkers verboden, garslebrood le bakken, wij zullen het doen. Ik heb aanzienlijke mannen gesproken, die op het punt slaan ten voordeele der armen garslebrood te doen bakken; sommige in de Neder-beluive doen liet reeds. Helaas! alwederom eene nieuwe ramp voor cenen zeer uitgebrcidcn stand in den Lande. Want de bakkers zullen, als de Diakonicu beginnen brood van garst te bakken naauwelijks droog brood meer hebben Dezelfde Wet zal den eenen vóór, den anderen na, ruïneren*. (Tielsche N.j Twee onkruideD die in de tarwe grocijcn en 7cer zwaar n-egen. De ivildo weit breekt wel, maar geeft geen meel. Zij wordt zwart in bet brood. Deze twee zaden moeten natuurlijk een goed deel van hel broodkoreo uitmaken, en zijn aan dezelfde belasting onderworpen als de larwo relve, ja betalen meor, omöal tij het zwaarste zyu. AVij hebben liet geliefde beeld van onzen teer be minden vader van Hall deze week mogen aanschou wen. De Heer Boudewijn heeft, volgens belofte, in de Tijd, liet publiek vergast op bet portret des Ministers van Financiën in grand tenu, met al de teekenen van zijn verheven standpunt en de hooge onderscheidingen aan zijne xvijsbegeerte van het regt ten deel gevallen. Hij' ziet er schrikaanjagend uit, doch de kale kruin zal wel meer een gevolg zijn van zijn onvermoeid worstelen met zijne zwakke krach-

Krantenbank Zeeland

Zierikzeesche Nieuwsbode | 1846 | | pagina 1