eene cere en. zaligheid is, oogdienaars te zijn der magtigenberoofd van zijn bestaan, en daardoor met gade eu kroost overgegeven aan al de jammoren der armoede, gedoemd de lie velingen zijns harten tor prooi to geven aan den folterenden hongerdood of den fleren nek te buigen, en onderstand to vragen aan den wuftéh rijke en eene aalmoes te ontvan gen uit de karige liaDd des aanzienlijken. kan het verwonderen, dat de edele zoon des volks dien zwaren last niet had kunnen tor- schen en dat deszelfs gewigt hem had doen bezwijken Aan de sponde haars echtgenoots gezeten omringd door hare kinderen, verzachtte de treurende vrouw door hare liefde de laatste oogenblikken des stervenden. In hare armen gaf hij den laatsten snik, en hare zachte hand look zijn gebroken oog. Sprakeloos van droef- beid had zij geene tranen meer, maar de blik dien zij ten hemel sloegals om van daar troost eu uitkomst to vrageh zeide maar al te zeer, wat in haar hart omging. Dat hart kromp weg van wee, en deed haar, overmees terd door rouwe, de bede staken: God! rigt zijnen moordenaar Die bede werd verhoord. Ook de trotsche staatsdienaar was aangegre pen door de kille hand des doods, Daar lag hij op zijn zijden leger, bleek en ontdaan verteerd door het vuur der koortsen, bij, wien eenmaal het gansche land slaafs had gehoorzaamd, en die sleeds omringd was ge weest door eenen drom van vleijers. Zijne heerlijkheid was verzwondeneu met haar zijne aanbidders. Geen enkele zijner vereer ders was thans daar, om hem den laafdronk te reiken, ten einde zijne brandende lippen te verkoelen Daar lag bij, uitgeput en afgemat, bij de Jnagtige Minister Pracht omringde hem; weef de omgaf hem; maar de liefde schudde zijn doodsbedde niet zacht, en de vriendschap wischto het klamme zweet niet van zijn bleek voorhoofd Daar lag hij met verwrongen gelaatstrekken en stuiptrekkende bewegingen, hij, de tucht roede des lauds, geheel alleen met zijn gewe ten! Dit had thans den scepter hernomen, vroeger hetzelve ontwrongen en zwaaide nu in de verschrikkelijke stervensure den folteren den gcessel van wroeging en doodangst. Onrustiger werd de koortsige sluimering des kranken. Hij droomde. De flikkerende lichten der prachtige kroonen verduisterenen hullen alles in eeno sombere schemering. Terwijl de klokken der Hofstad met hare graftoonen de lucht vervullen, heffen de nacht vogels hun centoonig doodsgezang aan. Eene herinnering bevangt den kranke, als hij de schimmen ziet binnentreden van hen wier ongeluk hij geweest is, en een koud zweet breekt hem van alle kanten uitals zij langzaam naderenen hem om strijd zijne gruwelen verwijten. »!k zegt deze, »ik wa3 Koning over een trouw en geduldig volk. Gjj hebt het van mij vervreemden in eenen poel van jammeren gestort. Dat volk heeft mij ten laatste ver- kcht, versmaad, gevloekt! Die vloek zij op u Ziét gij,'' roept gene," ziet gij deze won de? Ziet gij, hoe adders deze borst doorkna gen, en mij helsche smarien doen lijden Dit is de straf des meineediger»! Ik werd dit door II, door uw geweld, door uwe lage kunst grepen Haik vloek U En nader treden de schimmen. Hier is het eene weduwe, die hij tot ar moede doemde; daar zijn het weezen, wier ouderlijk erfdeel hij verkortte ginds zijn het die door hem gedwongen waren vervolgers en beulen te zijn van hunne naasten. En ieder hunner herinnert den ellendige deszelfs euvel daden, ea herhaalt den vloek over hem uit gesproken. En doffer dreunden de toonen der klokken en scheller klonk het nachtelijk doodsbed; en eene stem schor en afschuwelijk als het ge knars van de deur eens kerkersfluisterde hem toe: »Broeder? kom, heersch met mij in het rijk van satan De begoocheling was verdwenen. Met woest rollende oogen ziet de stervende rondom zich, om zich te vergewissen dat alles slechts een droom geweest is, en eene hevige, krampach tige beweging der schel verwittigd zijnen die naars, dat hun Heer hunne hulp behoeft. Toen zij aan zijn leger traden, was de mag- tige Minister een lijk. Spoedig verspreidde zich de tijding van den dood des geweldigen door het land, en een innig, hartelijk «Goddank" steeg als een reukoffer uit de harteu van mi Uioenen ten hemel. STADS-HIE U W3 ARROND.-REGTBANK TE ZIERIKZEE. Correct, teregtzitt. van vrijdag 7 JSov. 1345. P. J. F.te Zierikzee, veroor deeld ter zake van het niet bewa ren van gelegde zegels, in eene gevan genis van zes dagen en in de kosten. A. II. Z en M. Z.te Zierikzee, veroordeeld ieder iu eene gevangen zetting van 14 dagen en in de kos ten, ter zake van het ontvreemden van paardenboonen eu iti de kos ten, en J. Y.te Zierikzee, vrijge sproken van de aclie die tegen hern is ingesteld. Zierikzee, 41 Nov. Bij het misluk ken van den aardappelenoogst, is er waarschijnlijk geen landje, waar het kwaad zoo vele verwoesting heeft aangerigt dan in deze streken waardoor de zoogenaam de goede aardappelentot onge hoorde prijzen worden verkocht, als: 40, 50 tot 60 cent de 5 kop, en bij de mudde tot 10,00. En wa re het niet dat de beurtschipper van Zierikzee op Dordrecht er van tijd tot tijd'wat aanvoerdeen die voor redelijke prijzen verkocht (25 cent de 5 kop), dan voorzeker zou de de prijzen nog hooger worden opgevoerd, Eere zij dus dien achtenswaar- digen man voor het niet najagen van overdrevene woekerwinst, toe- gebragt. AFRIJDEN DER DILIGENCES. Corresponderende op de stoomb. Donderdag 13 November. Naar Rotterd., 'smorg. ten 91/2 ure. Vrijdag 14 November. Naar Middeib, 's morg. ten 7t/2 ure. Tc Zierikzee ter drukkerij van> P. de Looze.

Krantenbank Zeeland

Zierikzeesche Nieuwsbode | 1845 | | pagina 2