1845, Woensdag 12 November. Nieuws tij dingen mm WEEDS JAARGANG.) O liüt AUüiN E ue.n r is twee en eau naive ee.it tu gave geschiedt op maand:, woeasd. ea vrijd, des 10 cents de lange regel. Voor elke plaat Men abonneert zich bij alle Boekhandelaren eu de week. Enkele nummers cent. De uit- voormidd. advertentien worden geplaatst sing is men 35 cents zegelregt verschuldigp Postdirecteuren in het Rijk. Brieven franco. Bï.NNEPfX.ANJ>SCKE_,ï!SJilGTKN» Da aürdappeleu zijn sedert den laatsten tijd aanmerkelijk in prijs Verminderd volgens annoncein de Rolterdamsche Stads Courant geplaatst, worden de puike Engel- sche aldaar tegen ƒ3 het mud te koop aangeboden. Een geestrijke correspondent van de rnhemsche Courant noemt de Tweede iiatneg der Sta ten-Generaal eene camera obscura (donkere ka mer). Men herinnert zich nog, dat het die zelfde correspondent is welke de Eerste Earner den naam van obeste kamer" heeft gegeven. - Het schijnt dat Wildem N.° 2i de beide kamers voor «beste ka mera" aanziet, want hij is bevreesd voot haren geureu heeft haar in zijne troonrede verzocht hem niet te nabij te komen. Om de onaan gename uitwaseming te ontgaan heeft de Hollandsche Koning de Vertegenwoordigers van zijne goede en teerbeminde onderdanen van hunne gewoonlijke visile aan het hof ontslagenen hun te kennen gegeven dat hij hun adres en ant woord op de troonredeslechts als het papier of de paspoort eener «beste kamer" aanziet. (Belg. V.) RothsckilcLwil geen kwikzilver meer hebben, uit Spanje. Als hij hetonverhoopt eens in het hoofd kreeg, om geen gemunt zilver ook meer te willen hebbendan moest hij maar wat afschepen naar Zierikzeewant daar kunnen ze het best gebruiken. Eenige heeren en dames hebben verleden weekmet lange honden, op hazen zich in 't zweet gejaagd; en op de domeinen van prins Frederik, de prinsen uit den Haag. Het jagen op goudvin kenzoude dit niet minder vermoeijend zijn? Te Parijs is er een nieuwe prins geboren. Er zullen nog zooveel prinsen en prinsessen in de wereld komen dat alle natiën er over zullen huilen. De Franschen komen ezels te kort, eu de Nederlanders hebben er te veel. In eene zwijnenkooi zijn 11. zaturdag dria zwijnekoppon verloot geworden waarbij groo- te behendigheid 13 ten toon gespreid,* doch. hoe gaauw de bes tuurde rosse ook zijn mag, zal het vetpan die ktfppen haar diinaaSl evenmin gal veroorzaken als de v erdiensten lagstof. Een oud kustkanonnier heeft de gave ont vangen om waar te kunnen zeggen. Of hij dit'uit koffijdik kaarten of Robinson Cruso geloerd beeft-, is onbekend. Jammer dat die slimmert niet eens een uitstapje doet naar China, om zich in de geheimon der sterren- wigchelarij te bekwamen; want dit zoude voor de vijanden van den N.Bode een waar genoe gen zijnom van zulk een geleerd man te vernemenhoedanig, en door wlen den N. Bode wordt geschrevendan werd de spy— ker zeker nooit misgeslagen ran den Hamer. DE DOOaSENGHD IN DE HOFSTAD. Het was nacht De Hofstadgewikkeld in den sluijèr der digte duisternis, en stil als het graf, scheea uitgestorven. Hier en daar slechts dwaalde een eenzame door de verlatene stratenen luide en verre klonken de haastige voetstappen des nachteljj- ken wandelaars. Op het donzen leger uitgestrektwentelde de rijke zich omme en om en droomde vaa grootheid en weeldevan schatten en genot. Naauwelijks voor de koude des nachts ba— veiligd, lag do arme op eene handvoile stroo. Hij sluimerde, en de beelden van kommer en ellendedie hem des daags vergezeldenver schrikten ook thans zijnen geest, en eene half gesmoorde zucht van wanhoop ontglipte zjjne bleeke lippen. Donkerder werd de nacht Ftatig daalde de doodsengel neder; hij zweef de hoven de Hofstad, en strekte over h'aar zijn aoocelijk zwaard. Nog scheen hij besluiteloos werwaarts zich te wendendoch spoedig ont dekte zijn oog de woningen van hoe, wier ure gekomen was en met de snelheid des lichts trad hij die binnen Twee van do talrijke bewoners der stad moesten sneven: de een arm en gering, de andere rijk en magtigde een een zoon des volks, de andere een Minister, de een het offer, de andere de offeraar Het was een leger van smarte en ellende, het schamele bed, waarop de zoon des volks het matte hoofd had nedergelegd. De tijd had zijne haren niet vergrijsden de ouderdom had die diepe voren in zijn voorhoofd niet geploegd teleurstelling kommer, armoede moedeloosheid wanhoep hadden hem het graf doen naderendat het tal der jaren niet had gedolven. Gehaat en vervolgd door eenen magligen vijandden Raadsman en de regterhand des Vorstenterug gestooten door henwien hot

Krantenbank Zeeland

Zierikzeesche Nieuwsbode | 1845 | | pagina 1