2 STADSNIEUWS'. de wereld zijn leed, dat hem dan ook maar wei nig of in 't geheel niet baat, en zijne ouders schijnen het ook zeer weinig aan te trekken want zij laten hem maar stilletjes draaijen uit den treuren. De jongens mogten hier niet op de draai borden spelenzoo als bij ons ze wierden ge weerd door een man Belials, met een zwaard aan zijn heup en met een rotting in zijne hand, waakte hij er voor dat de beurzen der boeren jongens niet op zoo eene sluwe wijs geledigd wierden. Nu ging ik naar de grimassenmakerstent aan de kraan. Het was een lust om een heer, met een geopende mond te hooren en te zien schreeu wen wat Napoleon (zaliger gedachten) al ge daan en verrigt heeftdie heer maakte een miriaauw en lawaai, dat al de rustige bur gers uit die buurt hartelijk reikhalzen naar het oogenblik, dat hij hun de eer zal aandoen, van te vertrekken en om 't laWaai zooveel mo gelijk te volmaken, had men dien geheclea dag een allerellendigst ketelmuzijk aan de straat voor de tent, en evenwel verdringen de heeren en dames, burgers en ambachtslieden, boeren en boerenmeiden elkander, om de vertoonin gen toch maar te zien. Is het wel wonder dat ik zeide tegen mijnen buurman: Zijn dat nu die stille rustige naauwgezettevreedzame Zierikzeenaars ziet gij wel dat er zoovele zijn die bijna de koorts op het lijf kregen, toen de roep door de stad ging, dat al de rijst op gekocht was en evenwel zij moeten er bijzijn, ze doen niet zoo als Jaapje, en sparen als er gespaard moet worden, maar in zulke vrolij ke dagen als deze moet bij sommigen liever heel de boel in een pandjeshuis als niet lus tig en losbandig kermis te vieren. Het klein Parijsje wordt minder bezocht; even wel zeggen velen, dat het een waar kimstuk is; het is het eenige vaif al de tgnten, die bij ons vertooningen gemaakt hebben welke de ze stad met een bezoek vereeren, de andere ten ten waren bij ons zoo druk dpor de boeren bezet, dat de directeuren vooreerst geen gebruik van de Zecuwsche lucht zullen maken. Mijn buur man had nog in zijn leven zulke mooije broe— derkramen niet gezien, en eenige Schouwenaars zéiUcn, dat zij zeer duidelijk aan het formaat van den broeder meenden te kunnen bespeuren, dat de boekweit eenige guldens op het last gerezen is. Het spijt mij, mijnheer de redacteur! dat uw Courantje te klein is, om al wat vermelding verdient te kunnen opnemen, doch ik moet je toch zeggen.dat ik nimmer heb geweten, dat op een kermis als de bedoelde, het ergens in de wereld zoo toegaat. Ik ging op het voor naamste Bal van de stad en kijk daar zag ik de grootste vrolijkheid; velen zijn naauwelijks «en weinig van de leening ('vrijwillige) beko men of de kermisgasten waren schromelijk luidruchtig in hunne uitbundige kermisvreugde en niet minder was zulks het volkje op straat dat met geen heidens leven te vergelijken is. Ieder meisje en jongen waren als lo gebrqkene dolle menschen en waarom? dat wisten zij zelve niet, ieder doet maar zijn best om met almagtig veel dol lawaai hun geld lo verkwis ten, en voor dat weinig vermaak moeten er ve len weken lang sukkelen, en in die oogenblik- ken schijnen zij vergetende hebben, datdcaardap. pelen-epidimie niet onduidelijk schijnt te voor spellen dat dezelve zeer nadeelig op den staat van de beurzen zal werken. Maar het is als of de menschen het niet willen gelooven zelfs nog maar een paar dagen geleden zijn er door eenige vrouwen klagten bijeen zeker heer hier in de stad ingeleverd, dat door hunne mannen de zoo zuurgewonnen gelden, welke zij met de kermis hadden ont vangen, geheel verteerd waren; nu vraag ik je mijnheer of dat in zulke tijden als deze bestaanbaar is; maar die losse rnannon wier- den met klem bun kwaad onder de oogen ge- bragt, en je moet weten dat gebeurde in de open lucht, ten aanhoore van een talrijk pu bliek ik en Jaaptje waren er ook bijen wat denk je dat die vaders van die huisgezinnen tot hunne verontschuldiging hadden in te bren gen? Niets anders als een paar neergeslagen oogen zonder een enkel woord te spreken en net zoo als ik, toen ik zeer duidelijk bemerkte dat mijn krentenbrood gevlogen was. West-Ende, den 8 September 1845» ARROND.-REGTBANK TE ZIERIKZEE. Correct, teregtzitt. van vrijdag 5 Sept. 1845. J. P., te Zierikzee beklaagd van het afbre ken van een' loaden goot te Nieuwerkerk, vrijgesproken. A. v. G., G. v. d. II. wonende te Zierikzee, veroordeeld ter zake van houtdieverij in. eene gevangenis van 3 dagen en J. Lu wonende te Zie rikzee, mede wegens dat misdrijf in eene ge vangenis van 14 dagenen allen in d e kosten. BURGERLIJKE STAND TE ZIERIKZEE. GEBOREN: den 5 September. Een zoon vanP.de Weerd en E. Rozemond. Een zoon van J. J. Meijer en 3. Lokker. den 7- dito. Een zoon van Maria Wolfgang. AFRIJDEN DER DILIGENCES. Corresponderende op de stoomb. Donderdag, 11 September. smorg. teu 'snamidd. Naar Rotterd Van G, naarM Vrijdag, 12 September Naar Rotterd., 'smorg. ten 8 Middelb., 7 Gorinchera, v Vfi 7 ure. Ins ure, ADVEHTENTÏEK. (107) De ondergeteekende maakt door deze bekend dat hij, door aankoop, eigenaar is geworden van de GOUD- en ZILVERSMIDS AFFAIRE van wijlen den Heer C. van der Vliet; recommandeert zich in de gunst zijner Stad- en Landgenooten hopende, door eene goede bediening, zich het vertrouwen waardig te maken, Zierikzee den 9 September 1845. R. KOOLE. (108) J. SOEVIJN maakt aan zijne geëerde .Stad- en Landge^ nooten bekend dat op Donderdag den 11 dezer bij hem, in de her berg genaamd CONCORDIA zal gespeeld wordenbelooft eene promp te en civile bediening. Entree vrij. 1 Te Zierikzeeter Drukkerij yau P. de Looze.

Krantenbank Zeeland

Zierikzeesche Nieuwsbode | 1845 | | pagina 2