1
2
ANTWOORD
STADS-NIEUWS.
AD VER TEN TI EN.
groven laster, banen mij den weg, waarop ik
u in dit blad voor eerloos verklaar.
Wenschelijk ware het dat elke zoodanige
lastertong niet werd gedoogd aan de werken
van de waterstaat.
Colijnsplaat28 Julij 1846. J. P. Breas.
aan den Heer B.voorkomende in den
Kieuwsbode van 25 Julij jl.
Welgelukzalig is de mensch,
die wijsheid vindten de mensch
die verstandigheid voortbrengt.
Spreuken 3 vs. 13.
In den Nieuwsbode van Vrijdag den 25 Ju
lij jl., las ik een verslag, van de toedragt
van eene kastijding aan een leerling door den
hoofdonderwijzer van den Bosch, te Tholen
begaan, het ving aldus aan«Met genoegen las
ik in uweu Nieuwsbode onder het artikel
Correspondentie, dat u geweigerd had, de
plaatsing van het u toegezondene ui(r Tholen
betrekking hebbende op onzen hoofdonderwij
zer van den Bosch." Is de steller van dat
stuk ook bekend met het alstoen daaTin ge
weigerde dat hij zoo spreekt, of is hij van ge
dachte, dat de waarheid te veel zou zijn uit
gekomen Wie die schrijver is, die zich B.
ouderteekend, is mij onbekend, doch ik kan
hem antwoorden, dat het vroeger ingezondene
niet is gevarieerd, en,»dat hetzelve geene on
waarheden kan bevattenmaar dat het stuk
van hem zeer is vervalscht. Vrage hij zich
dit in der gemoede zelve af (of is het soms,
om zijn egoïsme, bij hem die het feit heeft
begaan te doen zegenviereu Steller dezes
is zeer goed onderrigt en wil met hem wel
instemmendat de jongeling twee dagen na
de ondergane mishandeling weder de school
tijden heeft bijgewoond (maar hoe??) zoodat
hij tot op den dag van heden «de opzwel
ling dier zachte deelen,1' nog dagelijks door
wasschingen moet onderhouden. Wij laten het
hierbij in het oordeel van elk weldenkende
die met de toedragt der zaak bekend geweest
is, over, hoe zich de inzender van dat stuk
heeft gedragen en zij zullen gewis met mij
zeggendat hij zijne spreuk quis omnibus
horis sapit niet is getrouw gebleven.
Het ligt niet in mij, om den zoozeer be
minden onderwijzer met den vinger aan te wij
zen dit was ook in geenen deele mijn plan
door het vroeger ingezoudene stuk, en zoude
daarom hebben gezwegen op de aanhaling,
voorkomende in de correspondentie der Nieuws
bode van den 18 Julij jl., doch nu moet ik
zeggen, met eene kleine verandering der woor
den van Salomo: «Wilt niet wijs zijn in uwe
oogen, vrees den Heere en wijk van het on
ware Wijk van het onware zeg ik! ja,
want B. zeg ik nogmaalszal zeer goed be
kend zijn dat de zaak heel anders heeft plaats
gehadalsdat hij nu heeft willen doen voor
komen en bewijst daardoor dat hij niet die
Had de schrijver hiervoor het woord
Rubriek gebezigd zoo zoude dit beter met
zijne latijnsche woorden hebben overeen ge
komen.
gene isVoor wie hij zich wfl voordoen, ik
zoude, zoo als ik reeds boven heb gezegdhet
gebeurde ook «met het dek der toegevendheid
en menschenliefde" hebben bekleeddoch ik
kan m(j nu niet terughouden hierop te ant
woorden omdat de steller ook durft zeggen,
«immers de fatsoenlijke brave man, de waar
heid steeds getrouwe, plaatst zijn naam onder
zijn geschrift, alleen de lasteraar onthoudt
zich van deze verpligting." In hoeverre hij
aan de waarheid ontrouw is, heb ik alleen
door het vorenstaande willen bijbrengen.
Het is mij door dit alles niet te doenom
den onderwijzer aan de verdenking van het
publiek bloot te stellenmaar wel om hier
door te bewijzen, dat ik het gebeurde niet door
variatien(en zoo den schrijver zegt) «welligt
zelfs niet zuiver van onwaarheden aan het
publiek heb willen bekend maken. Neen, het
ware slechts eenige vragen die door mij des-
aangaande eene plaats waren verzocht.
Had de steller B. zich het gezegde van Sa
lomo der bovenstaande spreuk indachtig ge
weesthij zoude zich niet met deze zaak heb
ben ingelaten en zoude wijzer hebben gedaan
(daar er reeds eenige dagen waren verloopen,
eu dus niets meer van deze zaak in de Nieuws
papieren wachtende was) van gezwegen te
hebben. Wie is hierdoor de grootslijdende
partij? de door u te willen beschermen hoofd
onderwijzer, waarvan voorzeker niets meer
had uitgelekt, ingeval B. niet met grove draai
jingen had voor den dag gekomen. Kende
ik den inzender, dan zoude welligt zijn ka
rakter voor mij geen raadsel zijn. Met dit
ecu plaatsje in uwen veelgelezen Nieuwsbode te
willen verleeuen, zal UEd. verpligten
Uw Bestendige lezer.
28 Julij 1845,
BURGERLIJKE STAND TE Z1ERIKZEE»
GEBORENden 29 Julij.
Een zoon van J. Besaans en M. C. Deurloo
OVERLEDEN den 29 Julij.
C. Huson, oud 59 jaren, echtgenoot van A>
den Blaauwen
H. Stevens, oud 16 maanden (zoon).
VERTREK DER BEURTSCHEPEN.
Zaturdag. 2 Augustus.
Naar Middelburg, 's morgens ten 8 ure.
Bergen-op-Zoom, 7
Zondag 3 Augustus.
Naar Rotterdam 's morgeus ten 7 ure.
AFRIJDEN DER DILIGENCES.
Corresponderende op de stoomb.
Zaturdag, 2 Augustus.
Naar Rotterd.'smorg. ten 104/2 ure,
Middelb. 61 /a
VanG.naarM. 5 V2
Zondag 3 Augustus
NaarRott., 'smorg. ten li1 [2 ure.
s Middelb.,» 7
Maandag4 Augustus.
Naar Rotterd. 'smidd. teul21/2ure,
Middelb.,
Gorinch.
2)
7i/2
ü1/!»
A. VERDOORN berigt door deze aan zijne geëerde begunstigers
dat hij eerlang wederom ruim voorzien zal zijn van beste brabandsehe
schaal- en maatkolen tot zeer civile prijzen.
Te Zierikzee ter Drukkerij van P. de Looze.