N.° 98.
1845,
l
Woensdag
ADVERTentien worden geplaatst 4 10 cents de lange regel. Voor elke plaatsing is men
85 cents zegelregt verschuldigd.
Nieuwstij dingen.
Cfi) IT* i
GEHSTE JAARGANG.)
EE,
van
15.
ilaa«
oke;>
eei
in
iverj
rdcei
in ,:l
edit
Het abonnement is twee en een halve cent in de week. Enkele nummers 2 cent.
De uitgave geschiedt op maandag, woensdag en vrijdag, des voormiddags.
islei
meel
it ii
iwezi
Bail
imeei
:n dc
lijn
-Ei
dopj
en m
torai
gilt
vingi
goud
or e
Eeni
ilver
E-
3 bo
il ven
ïeetji
is k
dad
!E.
rbeque 'f:
1
Soug. i
ter).
i
ure.
ure
ure,
ure
(UNNENLANDSCHE BERIGTEN.
Ooze loffelijk bekende dichter
J. P. Heijemedic, doctor te
Amsterdam heeft daartegen gepro-
testeeid, dat men hem hield voor
den vervaardiger van het feesi der
dwaasheid, met de voorletters van zij
nen naam gekenmerkt; hij doet wel,
dat hij zich hieromtrentopentlijk
verklaartmaar hoe vele zouden
hem dit niet moeten nadoen die het
publiek goed vindt als auteurs van
Brochures of Couranten-artikelen
te doodverweuzonder eenige an
dere aanleiding, dan dat a of b
zeggen: dat kon tvel aan van der
Hummes zijn. Het verstandigst is
niet te antwoordenen de dwazen
te laten beuzelen die alles door
zien behalven hunne eigene feil
baarheid.
BguuBavair.
Daar zijn niet minder dan vier
kometen aan den hemel, en een
groot aantal brutaal gesnoeide
Zeeuwsche rijksdaalders op de aar
de, in omloop; uit dien hoofde
schijnt de van ouds befaamde kruis
en muntkamer zich thans met de
munt onledig te moeten houden.
In Zierikzee verwacht men de ko
len in plaats van uit de myuen,
N. B. regtstreeks uit zee.
1NGEZONDEIVE STUKKEN.
Nadat ik in den Nieuwsbode van 3 Jan. 11.,
no. 60, eenige aanmerkingen betrekkelijk eene
kalkoen en eenen kemphaan gelezen had zoo
is daarvan het natuurlijk gevolg geweestdat
ik sedert dien tijd de beide haantjes met meer
opmerkzaamheid beschouw, te meer daar mijne
woning op de oude haven mij daar als van
zelve aanleiding toe geeft. Het eerste wat mij
boeide, was dat ik zag dat de kemphaan op
zijnen hooggeplaatsten zetel een vereerend be
zoek ontving) van hem, die den geslachtsnaam
agt van het edelste geslacht, waar Neder
land sedert eeuwen met regt trotsch op was.
De man, die den kemphaan dit bezoek bragt,
rukte hem niet los, als scheen hij hem te
moeten straffen, omdat hij sedert langen tijd
niet als de kalkoen gedraaid had! neen, een
vriendelijk onderhoud schijnt daar te hebben
plaats gegrepen, waarvan het gevolg was dat
de kemphaan om wijze redenen, welke wij met
het ongowapend oog niet kunnen beschouwen,
eenigermate tot de kalkoen is genaderd, en al-
zoo niet aanhoudend blijft aanwijzen hoe de
Ned. windstreek worden zal. Van dit oogen-
blik af aan, was de kalkoen, welks scherpziend
oog dit van zijnen hoogeren zetel niet ont
gaan was, meer trotsch meer opgeblazen en
houdt zich verzekerd de triumf geheel en al
reeds over de nietige kemphaan behaald te
hebben, en hij aarzelt niet, er meer en meer
voor uit te komen, dat al zijne moeite en rus
teloos zwoegen in rook zal verdwijnen; en in
derdaad wie zag het niet dat de kalkoen in
dezen winterals uit wrokof welligt door
meerdere krachten hem door zijnen maker ge
schonken den kemphaan en zijn geslacht
zocht te tuchtigen, of kon het zijn te vernie
tigen; door zijnen N. O. stand schijnt het dat
hij nog meerdere hulp afsmeekt van den grij
zen wintervorst, om door zijnen killen adem
nog langer het bijna geheel bevroren Neder
land zijne doodende krachten te doen gevoelen,
en alzoo handel landbouw en scheepvaart
geheel te vernietigen Ongevoelig en onver
schillig spot hij met do smeekingen van hen,
die door honger en koude uitgeput zijnen
door gebrek (waarvan hij de oorzaak is) met
hun gezin en geslacht op een strooleger den
geest zullen geven. Wat zoude toch de oor
zaak van die ongevoeligheid zijn? Mij dunkt,
de overvloed van dons en vederen maken het
dier voor den kommer zijner medeschepselen
al te ongevoelig; waaraan ook niet weinig toe
brengt, dat sedert zijn aanwijzen, altijd zorg
voor hem gedragen is, dat hoe hij ook draait,
hij bij voortduring met een schitteren'd goud
wordt versiert. Is het nu wel te bevreemden
dat, na zoo een langdurig lijden, bijna ieder
Nederlander naar zachter luchtstreek reikhalst?
De kemphaan is ook met goud gedekt, maar
de zuchten van zoo velen, welke gebukt gaan
onder de lasten van den winter, drongen door
tot in zijne ziel, en inderdaad, wij zijn im
mers getuigen hoe veel onaangenaams hij zich
veroorzaakt heeft, om nu en dan zjjnen bar
ren N. O. stand .te verlaten, en ons aan te
wijzen, dat eerlang de snerpenste koude met
het zachtewestenwindje zal verwisseld worden,
ja dan zal men eerst verademing vindenna
zoo veel geleden te hebbendan klimme de
zon, welke Nederland koestert en verwarmt
dan worden onze rivieren bevrijd van hunne
verstoppingen, welko^oor den kalkoen worden
bevorderd, dan stijgede zon, welke Nederland
koestert en verwarmt, al hooger en hooger,
dan herleve de landbouw, de handel enscheep-