NIEUWSBODE.
1845.
21 Maart.
Nieu ws t ij dingen
(eerste jaargang.)
Het abonnement is twee en een halve cent in de week. Enkele nummers 2 cent.
De uitgave geschiedt op maandag, woensdag en vrijdag, des voormiddags.
ad ve ut en ti en worden geplaatst a 10 cents de lange regel. Yoor elke plaatsing is meu
35 cents zegelregt verschuldigd.
Voor eenigen tijd werd een ster
ke gezonde, forsch gespierde, 30-
jarige stalknecht te Londendoor
een gezond paard in den regterarm
gebeten en de wonde genas zeer
snel. Kort daarop had deze man
een' ourustigen nacht, en ziek ge
worden vertoonde zich spoedig al
de kenteekenen der watervrees.
Hij klaagde over grooten angst
die hem dwong zich heen en weer
te werpen en luide te schreeuwen.
Zijne ademhaling was snel, ge
jaagd en blijkbaar moeijelijk. De
oogen waren zeer ontstoken, de
huid tamelijk warm. De zieke
wierp eenige taaije slijm uit. De
pols was zwak en zeer onregelma
tig. De man stierf negen uren na
het begin der kwaal.
De armoede er: het gebrek is in
onderscheidene oostelijke gedeelten
van Pruissen tot het grootste top
punt gestegen. In den Rreits van
Oletzko bevonden zich op het eind
van Februarij 4000 gezinnen zon
der voedsel en zonder werk. Er
was geen zaaizaad voorhanden. Drie
vierde der schapen en een derde
der koeijen waren gestorven en voor
het overige vee was geen genoeg
zaam en gezond voedsel. Te Fried-
land was een derde der woningen
gesloten en negen tiende der inwo*
ners stierven van honger en kou
de^). Velen blijven den geheelen
dag ie bed liggen, om geen hon
ger en koude te ondervinden. Daar
bij zijn die armen in sommige wo
ningen zoo slecht en bekrompen
.gehuisvestdat men in een krot
van 10 voet langen 8 breed, drie
huisgezinnen met een groot getal
kindereu aantrof. Hoe zal dit ein
digen vraagt het dagbladdat
deze bijzonderheden mededeelt.
BINNENLANDSCHE BERIGTEN.
Men is, zoo schrijft men uit
Thiel, algemeen verontwaardigd over
de prachtliefde, dezer dagen te
's Gravenhage door de eerste stan
den tentoongespreid. Hoe treu
rig steken die festijnen af bij den
achteruitgang van alle bronnen van
bestaan, bij den stilstand van han
del en nijverheid, bij de onmatig
hoog opgevoerde belastingen: en
hoe weinig passen zulke feesten na
de belangrijke opofferingen, die
de natie in 1844 zich heeft moe
ten getroosten om de deficits aan
te vullen. Het schijnt, dat men in de
ze kringen in Nederland nooit leeren
zal 't minst het decorum te be
waren nooit het gevoel van be
tamelijkheid zal in het oog houden,
dat hem onderscheidt, die al zijne
handelingen aan de voorschriften
van godsdienst en zedelijkheid toetst.
Ooijevaar.
In het Handelsblad van den 2
dezer las men van den strengen
winter van 1667; hoe streng die
winter ook geweest is, zoo willen
wij eeue mededeeling doen over den
winter van 1435, die niet minder
merkwaardig kan genoemd worden;
zij luidt aldus
1435. Dit jaer was merkwaer-
digomtrent half February was
de wind veel oost, ofte noord-oost,
en des uagts was 't klaer weer tot
ses of seven uuren toe, en des
daags was 't donker graauw weer
tot 's avonds seer koud lot ses of
seven uuren toeende 't regende
niet 't en doude niet in de maen-
deu MaertApril nog in May.
En op St. Pancresdag den 12 Mey