2 n ord; doch uzeu aan- st ons niet )eken, eene Zierikzee- en. wij onze ijke belas- r commie- voort, dat onder toe- aan die van ide het noo- id wel is gen door z. gebrui- en bekend ngemerkt, S den wagen wijlen een of bij den danwan- t bekomen li reden, niet j n gespan- i velk voor- innen hel)- iesen aan j ons voor men alzooi en wagen I ons voor door deze op indach- ns verzoek felenver- JEs. landen, i 3. tlKZEE. rij. en T. van Yerseput. en C. M van den T Noë. pen. 8 ure. ES. stoomb. rij. Sllz ure. N. in et pn- ;u WA- oodigd1 ■eischor looze. alleen aan Gods bevel gehoorzaam zijn, aan de bestemming van den menscb beantwoorden, cn in het zweet onzes aanschijn ons brood éten -ui,. Wij brengen sedert jaren een deel der vrucht van onzen arbeid ten offer op bet altaar des vaderlands, dit beloopt schatten door de jaar- lijksche vernieuwing daarvanook dien ten gevolge gotroosten wij ons zoo menige ontbe ringzoo menig, soms alle genoegen. Immers zoo het eens mogelijk ware, dat wij, die sedert jaren betaalde geldsommen, plotse ling terug konden krijgenhet zou ons zeiven verbazen, eensklaps rijk te worden, ja waarlijk het zou een rijkdom zijn voor meuschen, die bij den dag leven, van dat, wat zij door arbeid en zorg bijeenbrengen. Maar ook wij betalen veel belastinghoor ik mij door een rijke of voorname toevoegen; doch al betaalde deze ook een vierde van zijne interessen en traktementen aan belasting, zoo is dit slechts eene- korting op dat, wat hij uit 's rijks schatkist (die steeds door ons gevuld moet worden) ontvangt; de overige drievier den, waarvan hij eet en den bluf slaat, zeg mij, van waar komen die? Zij komen alleen van den nijvereu burger, die als koopman, fabrikant, geleerde, kunste naar of handwerker, zoo veel nuttigs verrigt, dat de waarde van hetgeen hij voortbrengt of uitvoert ruim opweegt, tegen hetgeen hij con sumeert. Toets hieraan de nuttigheid van uw aanwe zen gij rijken en grooten der aarde en het zal u welligt eenigzins aansporen tot eene meer gspaste nederigheid; en zeg mij tevens, is het volk om uwentwille daar? of zijt gij en do re gering voor het volk, en is het uw pligt niet, dat te helpen bevorderen wat tot heil van het volk, dat u voedt en kleedt strekken kan Het is bovendien ten slotte in uw eigenbe lang want als het volk niets meer heeft, om in de schatkist te storten waar zal de schatkist dan geld van krijgen, om u uwe interessen en traktementen van te betalendan zoudt gij nog ten slotte uw eigen brood moeten kneden, en uw eigene schoenen moeten maken. Zoo gij dus uw wezenlijk belang in betoog hieldt, zoudt gij niet zoo zeer ijveren tegen eene herziening der grondwet; want omdat gij het nu zeer goed hebt, hebt gij het regt niet •e ijveren tegen iets, dat het. geluk van wel ligt 99 procent der natie zal bevorderen het is zelfs hoogst misdadig, zulk eene billijke vor dering tegen te werken, omdat gij u verbeeldt (en dat nog wel ten onregte) dat het u zou kunnen benadeelen. Amsterdam, 10 Januarij 1845. Wordt vervolgd.) (Yliss. Cour.) zóó kon men er meer afdanken. Voor eenigen lijd kwam bij af wezigheid des kouingseene offi- ciersweduwe bij een' minister aan zeker hof. «Mijn man is overle- aeri," sprak zij «zoolang hij leefde had ik broodnu echter heb ik niet zoo veel, dat ik hem kan ia- om ten begraven ach ied mij 7 uwer goedheidswille en laat mij niet aan honger en vertwijfeling ten prooi «Gij zult geholpen worden Mevrouw kom morgen terug." Den volgendon morgen deed hij een' zanger komen. «Hoe groot is uwe bezoldigingmijn heer aTwee duizend daalders." «O zei de minister: «gij zoudt thans eene zeer menschlievende daad kunnen verrigten, en daar van de eer alleen hebben gij zoudt eene arme weduwe kunnen redden. Is het u niet mogelijk van dui zend daalders te leven Dia- bolaschreeuwde de zanger: «lie ver nam ik mijn ontslag «Welk een edelmoedig man zijt gij her nam de minister. «Nu kan ik vijf noodlijdenden met uw trakte ment helpen. Gij zult uw ontslag bekómen." De minister schelde. De weduwe kwam biuuen.«Me vrouw gij zijt geholpen. Hier is eene aanwijzing van twee honderd daalders voor de begrafeniskosten van uw' gemaal, en eene jaarwed de van vijf honderd voor u. Dank deze goedheid niet mij maar aan dezen achlenswaardigen man die de welwillendheid heeft gehadu een en ander af te staan." De weduwe neigde diep, en de ont slagen zanger ging, als door den dgetroffen heen. STADS-NIEUWS. burgerlijke stand te zier iftzee. GEBOREN1 den 5 Febrnarij. Een zoon van C. Toütijn en M. H. de Bic. GEHUWD: den 5 Februarij H. Benard met W. van Tiele. P. Gort met J. Kloet, wed. J. Pouwels. OVERLEDENden 5 Februarij J. H. Phaff, oud één jaar (zoon). vertrek. der beurtschepen. Zondag9 Februarij. Naar Rotterdam, 'sinoig. teu 2 ure. afrijden der diligences. Corresponderende op de stoomb. Zondag 9 Februarij NaarRotterd. ,'smorg. ten G1/^ ure. ADV ER TEWTIEN Een KLEERMAKERSKNECHT, die vast werk verlangt, kan met primo Maart aanstaande geplaatst worden. Adres, met franco brieven, aan den Uitgever dezes. ter drukkerij van p. de looze. WLLÏfL.

Krantenbank Zeeland

Zierikzeesche Nieuwsbode | 1845 | | pagina 3