Abdij van Tongerlo door de eeuwen heen Zoon van oud ZLM-bestuurder is kloosterling De abdij van Tongerlo, in de Belgi sche provincie Antwerpen, is al eeuwenoud. In 1121 stichtte Nor- bert van Gennep de orde der Nor bertijnen, wat enkele jaren later resulteerde in het stichten van de O.L. Vrouweabdij te Tongerlo. De Norbertijnen hebben door de jaren heen veel bijgedragen aan de eco nomische en sociale ontwikkeling van zuid-Nederland. Door de Franse revolutie kwam in 1796 tijdelijk aan alle activiteiten van de orde een eind, maar na 1840 begon een nieu we opleving. Momenteel bestaat de kloostergemeenschap uit 110 pa ters en broeders, onder wie Kees van Heyst, zoon van oud dagelijks- bestuurslid van de ZLM Johan van Heyst uit Wouwse Plantage. Kees van Heyst (44) is een van de jongeren van de abdij. Hij heeft na de lagere school zijn studie voort gezet aan de seminaries van Vught en Nijmegen. Met -na lang wikken en wegen- de definitieve keus voor de abdij van Tongerlo had de semi narist het oogmerk zich nuttig te maken in de ontwikkelingslanden. Het levensverhaal van stichter Nor- bert van Gennep sprak hem aan. Al op jonge leeftijd besefte Kees dat een beroep als landbouwer hem niet lag. De verhalen van heeroom, die als missionaris in Afrika werkzaam was, maakten indruk op hem. Echt geïnspireerd tot het religieuze leven werd hij na het zien van de film "Voddenraper van Mierendorp", im het parochiehuis. Een film die het le ven weergeeft van een Japans meisje dat in krottenwijken gaat werken. Kees nam op tienjarige leeftijd een voor hem belangrijke beslissing en koos voor een sober leven, zonder ei gen bezit. In de abdij is Kees verant woordelijk voor het retraitehuis en hij voert het management rond on derkomens, begeleiding en priester opleiding. Bijzondere gave Norbert van Gennep heeft in 1121 de orde der Norbertijnen gesticht. Norbert stamt uit de invloedrijke fa milie van de Heren van Gennep. Zijn opvoeding en jeugd geniet hij aan het hof van de Duitse keizer. Heel zijn ontwikkeling zit vast aan feoda le structuren. Van huis uit is hij aristocraat en hij kent geen demo cratie om zich heen. Als derde zoon krijgt Norbert een hoge functie bin nen de kerk. Echt gelukkig met zijn invloedrijk en weelderig leven is hij niet. Tijdens een hevig onweer komt Norbert met zijn paard ten val. Hij gaat zijn leven herzien en doet af stand van zijn bezittingen en erfenis. Als arme predikant trekt hij door Europa. Norbert heeft een bijzonde re gave, hij lost op een prettige ma nier conflicten op. Het verzoenen van ruziënde mensen maakt hem snel bekend. Tal van volgelingen sluiten zich bij hem aan. In het Noordfranse Prémontré sticht hij een nieuwe familie van koorheren: de Norbertijnen. Via schenkingen en giften, komt de orde tot bloei.Dit re sulteert in het stichten van nieuwe kloosters. In 1124 de Sint- Michielsabdij te Antwerpen, in 1127 de Norbertijnerabdij te Middelburg en in 1130 de O.L.-Vrouweabdij te Tongerlo. In Tongerlo stond Giselbertus van Castelre, een vermogend grondheer, een deel van zijn bezitttingen af aan de orde van Sint Norbertus. Met 40 ha. grond, een molen, enkele hoe ven met huizen en met twee-derden van de tienden ging de nieuwe abdij van start. Giselbertus werd later zelf lekebroeder. Door schenkingen breidde het bezit snel uit. De abdij kreeg de gunst en steun van de bis schoppen van Kamerijk en Luik. Als voogd werden de hertogen van Bra bant aangesteld. Voorrechten, be schermbrieven en vrijheden werden de abdij geschonken. Door de steun Kees van Heyst, zoon van oud ZLM-bestuurder Johan van Heyst uit Wouwse Plantage, is een van de 110 broeders en paters van de abdij van Tongerlo. Hij is onder meer verantwoordelijk voor het retraitehuis en voert een deel van het management. Van Heyst (44) is een van de jongere bewoners van de abdij, "maar ik zal hier zeker niet als laat ste het licht uitdoen". van kerkelijke en wereldlijke gezags dragers kon de abdij van Tongerlo zich verder ontplooien op geestelijk gebied en zich toeleggen op studie, koorgebed en apostolaat. Het is vol gens pater Kees van Heyst aan deze goodwill te danken dat de Norbertij nen zich meer op het economische en sociale vlak gingen toeleggen. "Hoewel een religieuze samenleving vanuit het evangelie het hoofddoel was kregen sociale en culturele za ken als nevenaspect meer aan dacht. Niet verwonderlijk. Tal van kleine woonkernen in Zuid- Nederland kregen gestalte. Niet al leen Tongegrlo maar ook andere kloosters kwamen in het bezit van landerijen die zij gingen exploiteren en later verpachten. Steeds meer mensen vonden werk op de door kloosterlingen pas ontgonnen ge bieden. Dit hield automatisch het ontstaan van dorpen in. Daar hoorde een kerk met parochie bij. Als vanzelfsprekend werden kerken bemand door de heren van de abdij. Naast de economische ontwikke ling, zowel voor de abdij als de in woners, kwam het sociale en liefdadig werk op gang. Mede door haar grote inkomsten kon de abdij haar steun verlenen bij de bouw van parochiekerken en pastopries. Een groot gedeelte van de opbrengst was bestemd voor de armen en noodlijdenden. Tevens is de abdij al tijd een begunstiger geweest voor geleerden en kunstenaars. Grote sommen geld werd geïnvesteerd om grootse ontginningswerken uit te voeren". Eind 1500 bezat de abdij al 88 hoe ven in hoofdzaak in Noord Brabant. De enige binding met Zeeland is een boerderij te Yerseke geweest. In hoofdzaak behartigen de Norbetij- nen van Middelburg de belangen in Zeeland. Niet erg lang want in 1574 viel de Middelburgse abdij, na een tweejarig beleg, in handen van de troepen van Prins Willem van Oran je. Zij moesten berooid hun klooster verlaten. In de zeventiende eeuw groeit het abdijdomein van Tongerlo, echt sterk. Op het einde van de achttien de eeuw vermeldt de geschied schrijving 128 hoeven verspreid over ruim 50 dorpen. Een gemiddel de abdijhoeve bezat 10 tot 30 ha. grond. Daarnaast telde het bezit water- en windmolens, leengoede ren, cijnsen, tienden en een groot aantal bossen. Alleen al voor eigen gebruik had Tongerlo jaarlijks een bunder kaphout nodig. Het bosbe heer stond toen op een hoog peil. Oorlogen en plunderingen Moeilijkheden rond de bezittingen van de abdij bleven uiteraard niet uit. Via meerdere processen moesten de juristen van de abdij zich inspannen om haar eigendom te verdedigen. Meerdere malen moesten onroerende goederen ver kocht worden om aan speciale oor logsbelastingen te kunnen voldoen. Een hoge losprijs moest Maarten van Rossum in 1542 hebben. Tij dens de oorlogen van de 17de en 18de eeuw heeft de abdij regelma tig fors moeten inleveren op haar bezittingen. In 1572 plunderden de zwarte benden van de prins Van Oranje de abdij. In 1600 werd met omliggende dorpen afgesproken dat zij de abdij zouden helpen verdedi gen tegen vijandige soldaten. Ook rampen als brand, zijn de abdij niet bespaard gebleven. De Franse revo lutie in 1796 betekende helaas de ondergang van de abdij. Aan hun geestelijke, sociale, culturele en eco nomische bedrijvigheid kwam een eind. Al hun bezittingen werden in beslag genomen en verbeurd ver klaard. Modelboerderij Het duurde tot 1840 voordat een klein groepje van 12 kloosterlingen een gedeelte van de abdij kon terug kopen. Met voortvarendheid gingen zij te werk. Grote aandacht kreeg de studie en opleiding van jongeren. Het aantal kloosterlingen groeide. De traditionele zielzorg in de paro chies en andere apostolaatswerken bloeiden op. De eerste priester missionarissen werden in 1872 uit gezonden. Hoewel de abdij nog maar één enkele boerderij van 30 ha. bezat kreeg de land- en tuin bouw de nodige aandacht. De hoe ve ging als modelboerderij fungeren voor de wijde omgeving. Met lokale cursussen brachten de paters van Tongerlo de boeren technische ken nis en vaardigheden bij. Zij verleen den hand- en spandiensten voor de Boerenbond. Het roodbonte rund vee werd op advies van de klooster lingen in de streek ingevoerd, Na de Tweede Wereldoorlog ging de landbouwbehartiging van lieverlee over aan overheidsinstellingen en landbouwbelangenorganisaties. Momenteel heeft de abdij vrijwel geen enkel binding meer met de landbouw. Onlangs is hun boerderij verkocht aan een melkveehouder. Inkomstenbronnen Hoewel de abdij zeker niet in finan ciële nood zit is het verwerven van andere inkomstenbronnen noodza kelijk. Een taak hierin is weggelegd voor Kees van Heyst. Hij is verant woordelijke voor het retraitehuis. Wekelijks komen twee groepen van 40 middelbare scholieren een paar dagen op bezinning. "Dit vraagt de nodige aandacht en zorgvuldigheid. Ook komen steeds meer mensen in dividueel op bezinning. Een belang rijke inkomstenbron levert de eigen drukkerij. 25 Personeelsleden zijn er werkzaam. De keramische winkel en boekenverkoop lopen goed. Ge zien het dagtoerisme, dat alsmaar toeneemt, hebben wij de broodbak kerij geactiveerd. Tevens komt er vanuit het onderwijs een aardige wedde binnen van paters die buiten de abdij werkzaam zijn. Ook de pen sioenen van bejaarde medebroeders vullen het inkomen aan. Wij kunnen van weinig rondkomen omdat alles gemeenschappelijk bezit is en wij sober leven". Momenteel bestaat de kloosterge meenschap uit 110 paters en broe ders. 52 Wonen op de abdij. 58 Zijn als priester te velde in parochies woonachtig of verrichten ontwikke lingswerk in Zaïre en Chili. In totaal heeft de abdij 40 personeelsleden in vaste dienst. Dagindeling Hoewel het kloosterleven ten op zichte van vroeger is versoepeld zijn de paters gebonden aan een vast le venspatroon. Om 6.30 uur loopt de wekker af. Een kwartier later volgt het morgengebed (laude) met psal men. Na het ontbijt om 7.45 uur be gint eenieder aan zijn dagtaak tot de eucharistieviering van 11.30 uur. Na het middagmaal van 12.15 uur is er tot 14.15 uur recreatie. Daarna wer ken tot 17.00 uur. Na een half uur voor een persoonlijke stille tijd volgt om 17.30 het avondgebed (vespers.) Na het avondmaal van 18.00 uur en de afwas is er recrea tie tot 21.30. Pater Kees van Heyst besteedt zijn spaarzame vrije tijd in hoofdzaak aan zijn hobby, geschiedenis. Naast het speuren in stambomen legt hij nu de laatste hand aan het verzame len van gegevens omtrent de histo rie van de ouderlijke boerderij. "Dit werk had ik graag klaar gehad voor dat mijn vader stierf. Helaas". Jaar lijks heeft Kees 20 vakantiedagen. Afgelopen zomer heeft hij met een medebroeder een 14-daagse trek tocht gehouden door Frankrijk. "Ik heb genoten. Alleen het koorgebed heb ik gemist". Het in toom houden van een al te sterke duivenpopulatie rond het om vangrijke gebouwencomplex van Tongerlo is ook een liefhebberij van Kees. "Van de Nederlandse gezond heidsdienst heb ik bij mijn priester wijding een jachtgeweer gekregen. Mijn vader is lange tijd voorzitter ge weest en de overige bestuursleden kwamen vaak bij ons over de vloer, vandaar". Aan bezienswaardigheden heeft de abdij van Tongerlo geen gebrek. Naast diverse bouwstijlen heeft het klooster een eigen museum. Blik vanger is echter een kopie van Het Laatste Avondmaal, een schilder werk van Leonardo da Vinei. Een leerling van Da Vinei heeft het be roemde schilderij perfect nege- bootst. Hoewel het origineel te Milaan hangt komen regelmatig Ita liaanse restaurateurs in Tongerlo de tails opnemen. Het gemiddeld aantal intredingen in Tongerlo houdt bij een of twee novi ces op. Toch ziet Kees de toekomst voor de kloosters met vertrouwen tegemoet. "Dagelijks heb ik gesprekken met middelbare scholie ren. Zij praten er tegenwoordig se rieus over. Tien jaar geleden lag dat anders. Een aantal jongeren spreekt het kloosterleven aan. Wij leven niet meer als 30 jaar geleden. Alleen de uiteindelijke stap is voor de jeugd te definitief. In het verleden zijn er meer periodes geweest dat de kloosters matig gevuld waren. Het zal zeker niet bij mijn generatie op houden. Ik zal hier niet als laatste het licht uitdoen". Jan van Tilburg. J i JfcL»

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1993 | | pagina 8