Jteuws Ministerie trekt voor 1994 te weinig geld uit KNLC mi Natuurbeheer in landbouwhanden houden Ir. B.J. Feijtel adjunct secretaris ZMO in Zeeland Ruilverkaveling "Inkel" Bij de wende Zorgen over beschikbaar geld voor grondaankoop Schadedrempel bij wildschade DONDERDAG 23 DECEMBER 1993 Het ministerie van LNV trekt onvol doende geld uit voor grondaankoop. De Commissie Grondgebruik van het KNLC verwacht dat dit vooral ten koste gaat van landinrichting. Er is meer geld nodig om aan de' taakstelling van landinrichtingspro jecten te kunnen voldoen. De Com missie vraagt daarnaast aandacht voor de te lage vergoeding die boe ren krijgen als ze het bedrijf vanwe ge natuurontwikkeling moeten verplaatsen. Het ministerie van Landbouw, Na tuurbeheer en Visserij (LNV) trekt in 1994 ruim 140 miljoen gulden uit voor het aankopen van grond. Dit geld is bestemd voor landinriching, bufferzones en natuur en land schap. Om te kunnen voldoen aan de aankoopplannen voor 1994, is een veel hoger bedrag nodig. Er zul len dan ook prioriteiten moeten worden gesteld. De Commissie Grondgebruik van het KNLC toonde zich op haar vergadering van 16 de cember 1993 bezorgd over het geld tekort. "Het bedrag is bij lange na niet voldoende Alleen een spoedig functioneren van het Groenfonds lijkt financiële problemen met land inrichting te kunnen voorkomen". Met het Groenfonds wil het ministe rie de financiering van het beleid voor het landelijke gebied ver zelfstandigen. Het Rijk, provincies, derden en leningen op de kapitaal- en geldmarkt dienen dit fonds te voeden. Uitplaatsing Ook de te lage vergoeding in geval- van uitplaatsing is voor de Commis sie een punt van zorg. Wanneer boeren het bedrijf moeten verplaat sen, bijvoorbeeld om ruimte te ma- De schadedrempel bij wildschade gaat waarschijnlijk omhoog naar 250 gulden. Sinds 1978 komt een 'slachtoffer' van wildschade pas bij een minimale schade van 100 gul den voor een vergoeding in aanmer king. De Commissie Grondgebruik van het KNLC heeft geen bezwaar tegen de verhoging, mede vanwege het feit dat de zogenoemde vijf- procent-regeling verdwijnt. Voor diersoorten waarop mag worden gejaagd (bejaagbare soorten), ver valt daardoor het eigen risico van vijf procent van de schade. ken voor natuurontwikkeling, ontvangen ze als vergoeding 10 pro cent toeslag op de waarde van de grond. Volgens de Commissie is dit te weinig: "Uit praktijkgevallen blijkt dat de kosten van verplaatsing kun nen oplopen tot 20 procent van de waarde van de totale transactie (dus grond en gebouwen). Dit geldt in de situatie waarin de boer op een gelijkwaardig bedrijf terecht komt. Moet er bijvoorbeeld nieuwbouw plaatsvinden, dan lopen de kosten nog verder op. Onder andere door het te laag waarderen van de (oude) bedrijfsgebouwen pakt de vergoe ding te laag uit. De vergoeding dient er voor te zorgen dat de boer met het (nieuwe) bedrijf tenminste in de zelfde positie terecht komt als waar in hij zat. Te meer omdat de boer weg moet". Al is er sprake van een gedwongen verplaatsing, de Commissie wijst een mogelijke vrijstelling van over drachtsbelasting van de hand. Ze doet dit om principiële redenen: "Dat zou namelijk een verkeerd uit gangspunt voor vrijstelling zijn. Stel je voor dat je vrijwaring van be lasting krijgt, omdat je een lidmaat schap hebt van de Vereniging van Natuurmonumenten. Met algemene middelen moet de overheid geen se lectief beleid gaan voeren". Los van deze discussie vindt de Commissie overigens dat de overdrachtsbe lasting in zijn geheel afgeschaft moet worden. Geert Pinxterhuis. Boeren dragen al eeuwenlang zorg voor het onderhoud van het landschap De landbouworganisaties moeten natuurbeheer op zich nemen, om verpaupering van stukken grond te voorkomen. Deze gedachte leeft steeds meer binnen de agrarische sector. De Commissie Grondgebruik van het KNLC wil de mogelijkheden nader uitwerken. Binnen de landbouw(organisaties) neemt de verontrusting toe over de hoeveelheid grond die aan de land en tuinbouw wordt onttrokken. Na tuurontwikkeling is de belangrijkste bestemming van die grond. In zijn jaarrede voor de algemene vergade ring rekende CLM-voorzitter Henk Slijkhuis voor dat de overheid hier voor alleen aan rente en jaarlijkse kosten 5.000 gulden per ha uittrekt. Er gaan vele miljoenen in om, die Slijkhuis de agrarische sector het meeste gunt, want dat heeft meer dere voordelen. Het is voordeliger voor de samenleving, het zijn aan vullende inkomsten voor de land bouw en boerenland blijft Ir. B.J. Feijtel (26) is benoemd tot adjunct-secretaris Zeeland van de ZMO, standplaats Goes. Hij is sinds augustus 1991 in dienst bij de ZLM als sociaal-economisch voorlichter in het gebied Walcheren en Noord- Beveland. Feijtel heeft zijn ingenieurstitel be haald op de Landbouwuniversiteit in Wageningen, waar hij agrarische economie heeft gestudeerd. Hij is afkomstig van een fruitteeltbedrijf op Zuid-Beveland. Met ingang van 1 januari a.s. begint hij in zijn nieuwe functie op het Landbouwhuis in Goes. Zoals bekend gaat mr. G.W. Smallegange als provinciaal secre taris Zeeland van de ZMO functi oneren. Het hoofd van de SEV van de ZLM, ing. J.A.M. Withagen, is benoemd tot plaatsvervangend hoofd van de SEV van de ZMO met als stand plaats Goes. Hij zal leiding geven aan het SEV-werk in Zeeland en Brabant. boerenland. De OLM wil in Overijs sel bekijken welke mogelijkheden er zijn om dit te verwezenlijken. Ook in andere delen van het land spelen landbouworganisaties (waar onder de ZLM en de WLTO) met de ze gedachte. Als de gelegenheid zich aanbiedt, wil de Commissie Grondgebruik van het KNLC met haar zustercommissies van de KNBTB en NCBTB over dit onder werp van gedachten wisselen. De Commissie wil voorkomen dat de grond, die aan de landbouw wordt onttrokken, verpaupert. "We zouden als landbouworganisaties middels een stichting het beheer op ons kunnen nemen, met natuurbe houd als randvoorwaarde". De Stichting Behoud Natuur- en Leefmilieu (SBNL) kan hierbij een rol spelen, door als paraplu te fungeren voor regionale initiatieven. "De re gio's kunnen bijvoorbeeld in de vorm van werkgroepen onder de SBNL vallen. Dit voorkomt versnip pering en tevens zouden we dan als natuurbeherende instantie in aan merking moeten komen voor subsi dies voor grondaankoop", meent de Commissia Ze staat er op dat de mogelijkheden nader worden onder zocht en gaat daartoe actie on dernemen. Onlangs werd overigens het verzoek om de SBNL als terreinbeherende natuurbeschermingsorganisatie te erkennen afgewezen door het minis terie van LNV, waardoor de stich ting niet in aanmerking komt voor subsidies. De SBNL zet zich in om natuur(beheer) in particuliere han den te houden. Geert Pinxterhuis. Een jaar dat velen met gemeng de gevoelens heeft aangespro ken verkeert in z'n laatste dagen. En door velen wordt of is reeds in grote lijnen de balans opge maakt. Te beginnen met uiter aard de persoonlijke leefsfeer. Want juist daar grijpt alles wat ligt tussen vreugde en smart c.q. leven en dood het sterkst aan. En van daaruit wordt nogal eens on ze levenshouding van nu be paald. Maar het is ook dat deel van het levensspectrum waarop we a/s mensen nauwelijks of geen invloed hebben. Een deel van het levensspectrum waar juist persoonlijke overtuiging een overheersende rol speelt. Maar ook in materiële sfeer ma ken we de balans op. En zeker boeren en tuinders die meer dan wie ook in economische zin met onzekerheid moeten omgaan, is dat altijd weer van jaar tot jaar de vraag: 'hoe ging het dit jaar?' in het algemeen moeten we dan helaas stellen dat 1993 a/s een van de jaren met een economisch agrarisch diepte punt de geschiedenis zal ingaan. In akkerbouw, tuinbouw en in tensieve veehouderij zijn meer dan normale zorgen. Gedwon gen bedrijfssluitingen zijn zelfs aan de orde en de zorg voor het nieuwe jaar is bij vele bedrijfsge- noten groot. Immers, in een aan tal situaties lijkt een fors herstel niet direct in de rede te liggen. Want mogen er natuurlijk bij de huidige malaise incidentele fac toren een rol spelen, evenzo is duidelijk dat structurele factoren fors meedoen. De snelle veran deringen, zowel politiek als eco nomisch, in de wereld hebben meer dan ooit hun invloed op land- en tuinbouw. En om die re den wordt er bijvoorbeeld fors getrokken en geschud aan de beschermende en stabiliserende werking van het Europese land bouwbeleid. Een succesvol naoorlogs landbouwbeleid; maar waarschijnlijk aan het einde van zijn levenscyclus. Met helaas nog geen directe vervanger. Met als gevolg een situatie van pappen en nat houden zonder direct perspectief. Weg naar de toekomst Daarover een paar opmerkingen. Allereerst plaatst dat ons zowel individueel a/s gezamenlijk voor de vraagstelling hoe het verder moet. Daarbij ligt er alleen een weg naar de toekomst die mede bepaald wordt door de huidige en nieuwe realiteiten. Er is geen 'back to the future' meer. Ook het oprekken van de huidige systematieken biedt weinig soe laas meer; de rek is er wat dat betreft nagenoeg uit. Met name uit het oogpunt geen valse hoop te wekken stel ik dit. Het al of niet met enige kunst grepen herstellen van de oude si tuatie lijkt me dan ook een moeilijke zaak. Daarom zullen we alle inventiviteit aan de dag moeten leggen om met de toe komst om te gaan. Waarbij we mogelijk niet alleen creatief moe- Marius Varekamp ten zijn, maar ook zogenaamde taboes toch maar eens onder ogen moeten zien. In algemene zin is de agrarische sector een stagnatie- en in enige delen zelfs een krimpsector. De laatste hon derd jaar is er een sterke politie ke en maatschappelijke betrokkenheid bij de agrarische sector geweest. Een overheid die veel bevorderde, zowel in omge vingsfactoren als in directe pro- duktie zin. Dat is omgeslagen naar zowel 'omgevingsfactoren beperken' als 'produktierem- mend' en 'bescherming vermin derend'. Naar mijn mening met een te gemakkelijke houding. Een houding van: in het verleden heeft de sector veel gekund, nu en naar de toekomst zal ze dat ook wel weer kunnen. En juist in een stagnatie- en krimpfase is dat niet waar. Het is juist een verkeerde opstelling, of het nu gaat over een veranderend be schermend beleid of over milieu beleid. Uit de algemene politieke opstel ling komt een sfeer voort alsof het alleen maar lastig en verve lend is met land- en tuinbouw bezig te zijn. Immers, er zich poli tiek mee profileren is alleen maar hinderlijk in verband met de hou ding van de rest van de samenle ving. Daarbij zullen we als sector onmiddellijk de vraag moeten stellen hoe dat is gekomen. Wat in onze houding en positie heeft dat bepaald? Waardenbesef Al met al een zorgvol jaar sluiten we zo dadelijk af. De toekomst lijkt onzeker. Toch ben ik van me ning dat er reden is tot geloof en hoop in en voor de eigen sector. Immers mens en dier kunnen niet zonder door mensen gepro duceerd voedsel. Dat waarden besef moet bij ons blijven. En vandaar uit zullen we ook ande ren mogen aanspreken om dat mede vorm te helpen geven op een manier die recht doet aan diegenen die zich ermee bezig houden. De boeren, de tuinders, met el kaar moeten we aan de toe komst gaan werken en deze veilig stellen. Een toekomst, voor velen mogelijk in een andere ge daante dan we in het verleden gewend waren. Vanuit die optiek prettige feestdagen toegewenst en de beste wensen voor het nieuwe jaar. Marius Varekamp voorzitter KNLC Ir. B..J. Feijtel. Ir. H. Mieras, thans plaatsvervan gend hoofd SEV van de ZLM, is be noemd tot juridisch specialist van de SEV van de ZMO. Zijn stand plaats blijft eveneens Goes. Op 14 december 1993 kwamen de bestuursleden van de ZLM- afdelingen Kruiningen, Waarde en Krabbendijke, op uitnodiging van het dagelijks bestuur van de Kring Oost Zuid-Beveland, bijeen. Doel van de bijeenkomst was om op informele wijze informatie uit te wisselen aangaande de ruilverkave ling "Inkel" welke voor het gebied aangevraagd is. Voorzitter C. Hame- link schetste de voorgeschiedenis en de huidige stand van zaken. Naar het zich laat aanzien zal deze verka veling een administratief karakter dragen. Het gaat om een oppervlak te van 3300 ha. De streek wordt momenteel in kaart gebracht door de landinrichtingsdienst middels in ventarisatie van percelen, waterlo pen en drainage. Alhoewel de verkaveling nog in de beginfase verkeert, waren de bestuursleden van mening dat deze informatieuitwisseling zeer zinvol is. Besloten werd dan ook alle grond gebruikers in het betrokken gebied uit te nodigen voor een informatie bijeenkomst op donderdag 13 ja nuari 1994 in Dorpshuis "de Meiboom", Kerkpolder 30, Krabben dijke, aanvang 19.30 uur. Deze bij eenkomst wordt georganiseerd in samenwerking met de NFO. Kring/Afdeling Oost Zuid-Beveland van de ZLM

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1993 | | pagina 5