«@n
Gedenkboekje geeft
goed beeld van 150 jaar
IMoordbevelandse landbouw
In evenwicht met de natuur
EEN BIET MET INHOUD
Van achtste afdeling via ZLM-kring naar ZMO-afdeling
Jacht gaat voor vergadering
Fusies in sierteelt
moeten kosten besparen
DONDERDAG 23 DECEMBER 1993
l\ 11Q1 1
I
IO
Tijdens de decembervergadering in 1913 van de kring Noord-
Beveland waren zowel de vice-voorzitter, de penningmeester als de
secretaris afwezig. Omdat de begroting opgemaakt moest worden
betreurt de voorzitter vooral de afwezigheid van de penningmeester.
Deze was het vorige jaar ook al afwezig geweest, en wel vanwege
het "bijwonen ener jachtpartij". De voorzitter had daarom het daar
opvolgende jaar de penningmeester de dag der vergadering zelf laten
bepalen. Desondanks was hij afwezig, en ook dit keer was de jacht
aanleiding voor het belet.
Het kringbestuur anno 1993. Staan (v.l.n.r.): Aart Marcusse, Simon v.d. Berg, Adriaan Hartog, Ko Diele-
man, Josje de Koning, Adrie van Maldegem, Kees Davidse. Zittend (v.l.n.r.): Aly Wisse, Rinus Breure, Ge
rard de Kater secretaris-penningmeesterFrans Dees (voorzitter), Marius van Oeveren, Max Hoveijn.
Tijdens de laatste vergadering van
de ZLM-kring Noord-Beveland, op 9
december J., is het gedenkboekje
"Over commissies, fokberen en
veerdiensten" gepresenteerd. Dit
boekje beschrijft de geschiedenis
van de ZLM op Noord-Beveland van
1844 tot en met 1993. Samenstel
ler S.J. van Langeraad en schrijver
J.S.C. Wiskerke zijn daar bijzonder
goed in geslaagd. Volgens kring
voorzitter F.A. Dees is het gedenk
boekje een belangrijk naslagwerk
voor Noord-Beveland geworden.
"Wat we getracht hebben te berei
ken is het weergeven van de tijd
geest", aldus de schrijvers. Wat
waren de belangrijkste onderwer
pen op de bestuurs- en algemene
vergaderingen, hoe en waardoor
veranderen deze onderwerpen in de
loop der jaren en hoe werd daarover
gedacht door de leden, dit soort
vragen vormde de leidraad bij het
schrijven. Er is geen volledigheid na
gestreefd, omdat het aantal pagi
na's dan een veelvoud zou zijn
geworden van het huidige aantal
van 92.
De kring Noord-Beveland is in 1844
opgericht als "achtste afdeling van
de Maatschappij tot bevordering
van landbouw en veeteelt in Zee
land". Het aantal leden bedroeg in
dat jaar 35. Het kringbestuur be
stond lange tijd uit notabelen - de
eerste voorzitter was J.H.L. Vader,
burgemeester van Wissenkerke.
Naarmate de twintigste eeuw vor
derde kwamen er steeds meer boe
ren in het bestuur. Overigens is voor
het beschrijven van de eerste zestig
jaar in hoofdzaak gebruik gemaakt
van een lezing uit 1948 van de heer
A. Hartog (kringvoorzitter van 1945
tot 1948), omdat de notulen uit de
periode 1844-1903 ontbreken.
In 1918 werd de afdeling Noord-
Beveland omgezet in de kring
Noord-Beveland, met de aangeslo
ten dorpsverenigingen als afdeling.
Het ledenaantal vertoonde in de
loop der jaren grote schommelin
gen, door de afscheiding van som
mige dorpsverenigingen, zoals de
Vereniging Landbouwbelang uit
Kamperland (40 leden) in 1924. In
een ander jaar traden deze vereni
gingen eventueel na fusie met een
andere dorpsvereniging weer toe
met als gevolg een sterke toename
van het ledenaantal. ZLM-
tentoonstellingen werden door
gaans gevolgd door een sterke aan
was van nieuwe leden. Het aantal
leden van de kring in 1993 bedraagt
ongeveer 300.
Fokberen en veerdiensten
De titel van het gedenkboek "Over
commissies, fokberen en veer
diensten", is geïnspireerd op enkele
van de meest voorkomende agen
dapunten op de kringvergaderingen.
Dat het over commissies gaat is
wellicht niet uniek voor Noord-
Beveland, want ook in andere krin
gen werd er voor het oplossen van
specifieke problemen nogal eens
een commissie benoemd. De beide
andere punten, fokberen en veer
diensten, waren in een groot aantal
jaren vaste agendapunten, zo lijkt
het.
De veerdiensten op Noord-Beveland
zorgden regelmatig voor groot on
gerief. Dit had onder meer betrek
king op de dienstregeling en dan
met name het uur van de laatste af
vaart, de tarieven, het ontbreken
van bepaalde bootverbindingen of
aanlegplaatsen, etc. Citaat uit het
gedenkboekje: "In 1926 was er
weer volop reden tot klagen over de
verschillende veerdiensten, zo blijkt
uit de notulen. Door den heer Van
der Zande, Klompe en Langeraad
wordt geklaagd dat de boot 's
avonds uit Zierikzee niet te Kortgene
aanlegt, door den heer Zuijdweg
wordt over het veer te Cortgene ge
klaagd, door den heer de Dreu over
het wachthuis te Katsche veer en
door den heer van Langeraad over
het veer te Camperland".
In 1931 werd op Noord-Beveland
een brugcomité opgericht dat ijver
de voor een vaste oeververbinding
over de Zandkreek. Na veel vijven
en zessen zou de aanbesteding hier
van plaatsvinden op 8 mei 1940,
maar het uitbreken van de Tweede
Wereldoorlog zorgde ervoor dat er
nog gedurende ruim 20 jaar reden
tot klagen bleef over de veer
diensten. Pas in 1961 was de Zand-
kreekdam een feit.
Ook het introduceren van een fok-
beer op het eiland hield de gemoe
deren danig bezig. In 1906 trachtte
men op Noord-Beveland zo'n dier te
installeren, maar dat lukte niet met
een, want in 1910 gaat een verzoek
hierom naar het hoofdbestuur. Eind
1917 wordt er nog steeds geklaagd
over het ontbreken van een beer,
maar toen was er al wel iemand ge
vonden die berehouder wil zijn. Uit
de notulen van 1919 blijkt dat er dan
inmiddels een beer is aangeschaft,
"maar deze wordt te groot voor zijn
stalling en bovendien eet hij niet
goed". De veearts adviseerde het
dier op te ruimen, maar men had
onvoldoende geld in kas om een
nieuwe beer aan te schaffen. In
1920 wordt "het vervangen van
den ouden beer door een kleineren"
aan de orde gesteld. In dat jaar wor
den er afspraken gemaakt over een
vergoeding voor de berenhouders.
Uiteraard worden in het gedenk
boekje aan tal van andere zaken
aandacht besteed, zoals de ruilver
kaveling, de toenemende milieu-
eisen, de akkerbouwacties, recrea
tie, en de tentoonstellingen. Vooral
de tentoonstelling in 1961 zal velen
nog heugen, niet alleen omdat het
de grootste ZLM-tentoonstelling
was tot dan toe, maar meer nog
vanwege het onvergetelijke open
luchtspektakel "verleden, heden en
toekomst van Noord-Beveland" dat
onder leiding van Carel Briels in de
duinen van Kamperland werd opge
voerd, met 1.200 figuranten.
Er is een speciaal hoofdstuk gewijd
aan de ontwikkeling van de land
bouw en het landbouwbeleid vanaf
1850. Hieruit blijkt onder meer dat
vanaf 1850 periodes van hoog- en
laagconjunctuur elkaar met enige
regelmaat afwisselden. Voor de
Tweede Wereldoorlog greep de
overheid alleen in tijdens crisisperio
den, en ook tijdens de Eerste We
reldoorlog. Na WO II nam de
overheidsinterventie sterk toe en
bleef het ingrijpen niet beperkt tot
crisisperioden. Overigens, de huidi
ge crisis is net als de vorige begon
nen met een drastische daling van
de graanprijs.
In hun nawoord spreken de schrij
vers de wens uit dat de ZMO geen
doel op zich is, maar een tussenstap
op weg naar één centrale land
bouworganisatie met sterke regio
nale steunpunten.
Verspreiding
leder ZLM-lid op Noord-Beveland
heeft of krijgt het gedenkboekje in
zijn bezit. De verspreiding verloopt
via de afdelingen. Voor de overige
belangstellenden zijn nog enige
tientallen exemplaren beschikbaar,
verkrijgbaar voor 15,— bij het se
cretariaat van de ZLM te Goes.
De sierteeltsector moet door sa
menwerking kosten besparen. Zo
zou er voor het jaar 2000 één
promotie-instelling moeten komen
waarin het Internationaal Bloembol
lencentrum, Bloemenbureau Hol
land en Plant Publiciteit Holland
samenwerken. De drie bureaus kun
nen de ruim 50 miljoen gulden pro-
motiegeld als één organisatie beter
benutten.
Dit zei de voorzitter van het Pro-
duktschap voor Siergewassen, J.
van der Veen, 17 december in Gar
deren op de Bondsconferentie van
de Bond van Bloembollenhandela
ren. Ook de keuringsdiensten in de
sierteeltsector zouden in één organi
satie kunnen opgaan.
°h
WINNER
In den beginne, was er de aarde,
wild en prachtig. Toen kwam de
mens. Eerst leefde hij zoals de
dieren en voedde zichzelf met
dieren en planten uit de naaste
omgeving. De mens was "in
evenwicht met de natuur".
De mens vermenigvuldigde zich
ondanks oorlog en geweld. Hij
werd moe van de onophoudelij
ke jacht op voedsel. Hij bouwde
huizen, dorpen en steden. Wilde
planten en dieren waren voor
huishoudelijk gebruik. Sommige
mensen werden boer, zodat an
dere mensen industrieel, dokter
of artiest konden worden. En zo
ontstond een maatschappij.
De mens en de maatschappij
boekten vooruitgang. Met de
door God gegeven genialiteit
leerde de mens zich efficiënt te
voeden, kleden, beschermen en
verplaatsen, zodat hij van het le
ven zou kunnen genieten. Hij
maakte wolkenkrabbers, auto's,
machines en nylon. Het leven
bood steeds meer genot. De
mensen die men boer noemde
werden steeds efficiënter. Eén
boer maakte voedsel voor veer
tig industriëlen, doktoren en ar
tiesten. En ook voor schrijvers,
ingenieurs en leraren.
Om gewassen en dieren te be
schermen produceerde de boer
middelen tegen schadelijke in-
sekten, plantenziekten en scha
delijke onkruiden. Ze werden
pesticiden genoemd. Eveneens
werden middelen aangewend
door doktoren tegen menselijke
ziekten. Deze werden medicijnen
genoemd. De eeuw der weten
schap was aangebroken. Daar
mee kwam betere voeding en
een langer gelukkiger leven voor
nog meer leden van de maat
schappij.
Weldra kon het gebeuren dat
sommige weldoorvoede leden
van de samenleving de weten
schappelijke boer met afkeuring
beoordeelden. Ze spraken met
afkeer over de technische kennis
betreffende voedselvermeerde-
ring en beschermingsmiddelen
voor dieren en planten. Ze ver
weten hem verstoring van het
natuurlijk evenwicht. En verlang
den naar de goede oude tijd. Dit
had een emotionele uitwerking
op de rest van de maatschappij.
Tegen die tijd waren de boeren
zo efficiënt geworden dat de sa
menleving hen een nieuwe naam
gaf: "Onbelangrijke minderheid".
Omdat de maatschappij zich
geen voedseltekorten meer kon
voorstellen, werden wetten ver
nietigd omtrent pesticiden,
kunstmest en voedselconserve-
ring. Insekten, ziekten en onkrui
den floreerden, gewassen en
dieren gingen ten onder, goed
voedsel werd schaars.
Om te overleven waren industrië
len, doktoren, artiesten, inge
nieurs en leraren genoodzaakt
hun eigen voedsel te verbou
wen. Maar ze waren niet effi
ciënt. Mensen en regeringen
voerden oorlog om meer land te
bemachtigen. Miljoenen mensen
werden uitgeschakeld. De kleine
groep overlevenden leefde a/s
dieren. Zichzelf voedend met
dieren en planten uit de naaste
omgeving. Ze waren weer: in
evenwicht met de natuur!
Dr. John Carew
Uit: The American Fruit Grower
Journal en Farming Guide (met
dank aan P.W. Sneep, Dinteloord)