Van het KNLC
Noord/Zuid-tegenstelling over
praktijkonderzoek akkerbouw
KNLC
Kommentaar
Alternatief voor
mineralenboekhouding
*5*
Bijdrage akkerbouw aan
automatisering stoppen
Bloedtappen
bij varkens
Onevenwichtig maar
vooruitzien
Oneens over financiering en sturing
Systeem spreekt akkerbouw aan
Calon nieuwe
voorzitter ATC
Mailing zaadtelers
Om het voortbestaan van het prak
tijkonderzoek voor de akkerbouw
op langere termijn te garanderen, is
inkrimping noodzakelijk. Een cen
trale aanpak kan de sanering goed
laten verlopen. De noordelijke pro
vincies willen echter de zeggen
schap over het regionale
praktijkonderzoek niet volledig uit
handen geven, terwijl de zuidelijke
provincies geen centrale financie
ring willen. De Afdeling Akkerbouw
van het KNLC kwam met het com
promis om eerst het saneringsplan
op tafel te krijgen, om daarna de
centrale financiering te beginnen.
Het compromis werd niet unaniem
gesteund.
De akkerbouw leeft op te grote
voet met zijn praktijkonderzoek.
Door het terugtreden van de over
heid dreigt een afvalrace onder de
Regionale Onderzoekscentra
(ROC's). De sector wil praktijkon
derzoek in de benen houden en
daarvoor is een reorganisatie en in
krimping noodzakelijk. Om de sane
ring op een goede wijze te laten
verlopen is een afstemming tussen
de regio's nodig. Een landelijke aan
sturing van het praktijkonderzoek
maakt dit mogelijk. De akkerbou
wers uit de noordelijke provincies
verzetten zich tegen een volledig
centrale aansturing van het regiona
le praktijkonderzoek. De akkerbou
wers uit Groningen, Drenthe,
Friesland en Overijssel gaan ak
koord met een landelijk bestuur, een
centrale financiering en een landelij
ke programmering voor het praktijk
onderzoek. Maar alleen onder de
voorwaarde dat de regio's zelfstan
dig aanvullend onderzoek uit kyn-
nen laten voeren, dat met regionale
gelden wordt gefinancierd.
Opcenten
De Centrale financiering via de op-
centenheffing van het Landbouw
schap maakt het mogelijk om ook
de akkerbouwers die niet zijn aan
gesloten bij de standorganisaties
mee te laten betalen aan het regio
nale praktijkonderzoek. Tot dusver
betaalden zij niet mee, maar profi
teerden wel. Probleem bij de opcen
ten is, dat de kosten niet naar regio
zijn op te splitsen. Alle akkerbou
wers krijgen met dezelfde opcen-
tenheffing per hectare te maken.
Voor de akkerbouwers uit de zuide
lijke provincies betekent dit een for
se verhoging van de bijdrage per
hectare, plaatselijk zelfs ruim het
drievoudige. Het zuiden gaat daar
om niet akkoord met de centrale fi
nanciering. "Ik heb de plannen altijd
vertaald in efficiency-verbetering en
een centrale inning van de gelden.
Ik voel me dan ook op het verkeerde
De afdeling akkerbouw vraagt zich onder meer af of naast 'Ooster
beek' andere instanties de bodemanalyses uit mogen voeren (foto
Peter Mastenbroek).
De akkerbouw kan op eenvoudige
wijze de mineralenstroom op de be
drijven in de gaten houden. Akker
bouwers kunnen de aangevoerde
mineralen vergelijken met het totaal
aan bemestingsadviezen op basis
van bodemanalyses. Het systeem
spreekt de Afdeling Akkerbouw van
het KNLC wel aan. Er zijn echter
nog wel enkele vraagtekens. De Af
deling wil meer duidelijkheid over de
bodembemonstering en over de
uiteindelijke kosten, voor ze haar fi
at aan het systeem.
De Afdeling Akkerbouw van het
KNLC is tegen een (regulerende) mi
neralenboekhouding. Ze spreekt
ook liever over een mineralenre-
gistratie dan over een boekhouding,
om aan te geven dat het voor de
plantaardige sectoren moeilijk is een
balans te vinden tussen aanvoer en
afvoer van mineralen. De aanvoer is
eenvoudig te registreren, maar de
afvoer van mineralen is zeer inge
wikkeld en niet te controleren. Een
instrument dat de akkerbouwer kan
gebruiken bij zijn bedrijfsvoering, en
die hem inzicht geeft in zijn minera-
lengebruik, ziet de Afdeling wel zit
ten. Daarom spreekt haar een
alternatief voor de mineralenboek
houding aan. Het alternatief gaat uit
van bemestingsadviezen, gebaseerd
op bodemanalyses, die per perceel
aangegeven hoeveel bemest mag
worden. Door het totaal van alle
percelen op te tellen is de benodig
de hoeveelheid fosfaat en stikstof
per bedrijf te vergelijken met de aan
voer op het bedrijf. De Afdeling zet
nog wel enige vraagtekens bij het
systeem "Het is nog niet duidelijk
wat het systeem de akkerbouwer
gaat kosten. Tevens zijn er nog vra
gen over de bemonstering. Wie mag
de bemonstering uitvoeren? Hoe
veel monsters zijn er per hectare no
dig? We willen zeker weten dat het
aansluit bij hetgeen nu in de praktijk
gebeurt. Praktijkgericht betekent
voor ons eens per vier jaar be
monsteren voor fosfaat en kali en
voor stikstof iets vaker". De Afde
ling gaat akkoord met het principe,
maar geeft ook niet haar fiat:
"Daarvoor moet het systeem eerst
worden afgerond, zodat we in detail
kunnen zien wat de consequenties
zijn voor de praktijk, ook wat de
kosten betreft".
Geert Pinxterhuis
been gezet nu we te maken krijgen
met een centrale financiering", ver
woordde Huib van der Maas, verte
genwoordiger van de Zuidelijke
Landbouw Maatschappij, de gevoe
lens. In een brief aan de Hoofdafde
ling Akkerbouw van het
Landbouwschap pleit Van der Maas
voor een centrale inning, met een
differentiatie naar regio.
De Afdeling Akkerbouw komt tot de
conclusie dat de sanering van het
praktijkonderzoek een moeilijke
zaak is. "En daarom moet het bij
voorkeur centraal geregeld worden.
We kunnen wel beginnen met gedif
ferentieerde inning. Voor we cen
traal gelden gaan innen, moet er
een saneringsplan op tafel liggen.
"De vertegenwoordigers van de
noordelijke akkerbouwers sluiten
zich niet bij dit standpunt aan.
Geert Pinxterhuis
Mark Calon is per 1994 de nieuwe
voorzitter van het bestuur van het
Agrarisch Telematica Centrum
(ATC). De vice-voorzitter van de
Noordelijke Land- en Tuinbouw Or
ganisatie volgt daarmee KNLC-
voorzitter Marius Varekamp op. Het
ATC is een overkoepeling van diver
se stichtingen, die zich per sector
inzetten om het gebruik van infor
matie en automatiseing te stimule
ren. Bij de akkerbouw is dit de
Stichting.
Sinds 1 december moeten alle var
kenshouders onder de varkens on
derzoek naar dierziekten laten
uitvoeren. Als gevolg van het bloed
tappen komt regelmatig sterfte voor
bij de varkens.
De Gezondheidsdienst voor Diere
wil de varkenshouders zelf een fonds
laten vormen, waaruit een varkens
houder onder strikte voorwaarden
een vergoeding kan orftvangen in
geval van een sterftegeval. De Afde
ling Veredelingslandbouw van het
KNLC verwacht dat zo'n regeling
duur kan uitpakken, en vreest voor
een onmogelijke bureaucratie. De
Afdeling twijfelt niet aan het nut
van het bloedtappen, maar wil wel
kijken naar de opzet van het on
derzoek.
"Het is mogelijk het bloedtappen bij
een groot aantal varkens op de
slachterij te laten gebeuren. Dit kan
door onderscheid te maken tussen
varkens voor de export en varkens
voor de slacht in Nederland. Op de
slachterij kan het tappen simpe
ler en het voorkomt stress bij de
varkens".
Via de DLV hebben alle geregistreer
de zaadtelers in het zuidwesten een
mailing ontvangen, waarin uitleg
wordt gegeven over de stand van
zaken over de voorlichtingsdienst,
voor welke produkten straks betaald
moet worden, de gehanteerde tarie
ven etc. De telers kunnen via een
antwoordkaart reageren. Via deze
inventarisatie wil de DLV te weten
komen hoeveel draagkracht er is
voor het continueren van de voor
lichtingsplaats. Het gaat hierbij om
de enige zaadteeltvoorlichter in heel
Nederland.
Begin deze week werden de
Europese Unie (EU) en de ver
enigde Staten (VS) het eens over
een vrijere wereldhandel. Pas
donderdagavond, na het drukken
van dit blad, zal er duidelijkheid
zijn of de 117 GATT-landen wer
kelijk tot een akkoord gekomen
zijn. Zeven jaar is er uitgebreid
over vele zaken onderhandeld.
Steeds is het uitgangspunt ge
weest: alleen een nieuw han
delsverdrag a/s er over alle zaken
overeenstemming is. Het 'land
bouwdossier' is één van de
moeilijkste onderwerpen ge
weest. Meerdere keren is er op
aangedrongen dat dossier maar
buiten de overeenkomst te hou
den. De landbouw dreigde daar
door de zondebok te worden van
mislukte onderhandelingen. Nu
lijkt er toch een GATT-ronde af
gesloten te worden waarbij ge
constateerd wordt dat men het
er over eens is dat men het niet
eens is over de subsidiëring van
de Europese cultuur (via video
en geluidsbanden), de vliegtuig
industrie en de zeevaart. Het zij
zo.
Landbouw
De landbouw is door de overeen
komst tussen de EU en de VS
wel integraal in de nieuwe GATT-
rege/s opgenomen. De toekomst
zal leren of de berekende positie
ve effecten van GATT werkelijk
de miljarden voor handel, in
dustrie en diensten opleveren als
de theoretische berekeningen
aangeven. Twijfel daarvoor is ge
rechtvaardigd, maar deze over
eenkomst is in ieder geval beter
dan een handelsoorlog. Handels
conflicten leveren alleen maar
verlies op.
De inhoud van de nieuwe GATT-
regels voor de agrarische sector
zijn nog slechts op hoofdlijnen
bekend. Wel duidelijk is dat ze
onevenwichtig zijn. Dat kan ook
niet anders, omdat het regels zijn
waar vele, vaak oncontroleerba
re krachten en markten, op in
gespeeld hebben, voordat men
het in Genève eens werd. De
oude GATT-regels voor de land
bouw waren ook onevenwichtig.
Ook is het niet te bepalen of uit
eindelijk dit GATT-akoord beter is
dan helemaal geen GATT-
akkoord over de landbouw. Van
nu af aan is het tijdverspilling om
daarover te praten. Het is zinloos
om er over te praten hoe het an
ders gekund had, wie fouten
heeft gemaakt, wie het goed
heeft gedaan. Gedane zaken ne
men geen keer.
Vooruitzien
De komende weken zal duidelijk
worden wat de precieze GATT-
regels zijn. Nu al is bekend dat
een aantal GATT-afspraken ver
der gaat dan het door MacShar-
ry hervormde Europese
landbouwbeleid. Dit heeft met
name gevolgen voor de akker
bouw. Het Brusselse landbouw
beleid zal daar een goed
antwoord op moeten geven, op
dat die sector niet een nog grote
re deuk oploopt dan nu reeds het
geval is. Op de eerste plaats
moet daarom de door MacShar-
ry beloofde volledige compensa
tie van de graanprijsdaling
werkelijkheid worden. GATT-
regels, zo is nu al duidelijk, staan
dat niet in de weg.
Daarnaast zal in plaats van braak
de non-food produktie het be
langrijkste accent moeten krij
gen. De EU-landen zullen
bovendien nog moeten uitmaken
hoe de vermindering van de ge
subsidieerde export onderling
wordt verdeeld.
Europees- en nationaal land
bouwbeleid bepalen echter maar
voor een deel de toekomstmoge
lijkheden. Te vaak wordt verge
ten dat de huidige structuur van
de Nederlandse land- en tuin
bouw de resultante is van het
doelbewust inspelen van de
agrarische ondernemers op de
mogelijkheden die het Europese
landbouwbeleid en de tot nu toe
geldende GATT-af spraken bo
den. Het beleid tot nu toe was
ook onevenwichtig, en toch was
er veel mogelijk en is er veel be
reikt. Zelfs is het zo dat het agra
risch bedrijfsleven de
onevenwichtigheden in positieve
zin heeft gebruikt. Vanaf 1995
zal het beleid langzaam verande
ren. De gesubsidieerde export
zal worden afgebouwd, er ko
men meer concurrerende aan
bieders op de Europese markt en
markten buiten de EU gaan voor
ons open. Het is nu de tijd voor
de ondernemers in de land- en
tuinbouw en de verwerkende in
dustrie in te spelen op de nieuwe
mogelijkheden die dit GATT-
akkoord geeft.
Voor zowel beleidmakers, belan
genbehartigers als ondernemers
is er de komende tijd dus veel
werk aan de winkel.
Dam Jaarsma
Alg. secretaris KNLC
De Afdeling Akkerbouw van het
KNLC wil stoppen met de financiële
bijdrage aan de stimulering van
automatisering. "De animo om te
investeren in automatisering blijkt
gering onder de akkerbouwers en
dat zal op korte termijn ook niet ver
anderen. Gezien de discussie in het
verleden, moeten we na 1994 een
streep zetten onder de bijdrage aan
de Stichting Informatieverzorging
Akkerbouw".
De Stichting Informatieverzorging
Akkerbouw (SIVAK) stimuleert en
coördineert de automatiseringsont
wikkelingen ten behoeve van de ak
kerbouw. De Hoofdafdeling
Akkerbouw van het Landbouw
schap besloot enkele jaren geleden
tot en met 1994 een jaarlijkse bij
drage van 515.000 gulden te leve
ren aan SIVAK. De akkerbouwers
betalen hier via de opcentenheffing
van het Landbouwschap voor.
De Afdeling meent dat SIVAK goed
werk verricht, maar er zijn ook an
dere, private organisaties met onder
andere het testen van automatise
ringsprogramma's bezig. De markt
moet uiteindelijk maar aantonen of
een geprivatiseerde SIVAK
bestaansrecht heeft. De Afdeling
wijst een financieringsaanvraag van
SIVAK voor 1995 en 1996 daarom
af. J
De Afdeling Akkerbouw van het
KNLC bleek overigens geen gehoor
te vinden bij de andere organisaties.
De Hoofdafdeling Akkerbouw van
het Landbouwschap is daarom, on
danks de kritiek van het KNLC, toch
akkoord gegaan met een bijdrage
voor 1995 en 1996 van respectieve
lijk 535.000 en 550.000 gulden.
Geert Pinxterhuis