Aardappeloogst iets gedaald
Boerderijen moeten toeristen
naar het platteland trekken
Slechts vier MacSharry-
aanvragen afgewezen
Hoechst ontkent verband
rot in pootgoed en Finale
Uitwerkingsplan 4e spaarbekken
buiten Biesbosch van start
Bedrijven in Oostburg opgelet
Definitieve oogstraming CBS
in Zeeland:
Zeeland werkt aan plannen
Hoechst ontkent elk verband tussen
rot in pootgoed en het doodspuit-
middel Finale SL14. De fabrikant
van gewasbeschermingsmiddelen
ziet daarom geen aanleiding de in
gediende claims voor schade in
pootgoed te erkennen. Eerder liet
Hoechst weten wel aansprakelijk
heid te aanvaarden voor rot in con
sumptieaardappelen, die met Finale
waren doodgespoten.
Uit onderzoek van "zeer veel
monsters" concludeert Hoechst dat
de toepassingstechniek die voor
pootgoedteelt wordt geadviseerd,
namelijk eerst klappen, gevolgd
door spuiten, niet kan leiden tot de
problemen, zoals die zich hebben
voorgedaan in de consumptieteelt.
"Mede in het licht van de klimatolo
gische omstandigheden van het af
gelopen seizoen (vroeg en warm
voorjaar en extreem nat najaar).
waarop de huidige situatie in de
landbouw in overwegende mate is
terug te voeren, betreuren wij het
dat eenzijdig wordt verwezen naar
ons produkt", aldus Hoechst.
Ter wille van een zo zorgvuldig mo
gelijke behandeling stelt Hoechst
voor een commissie van onafhanke
lijke deskundigen te benoemen, die
een voor ieder bindende uitspraak
moet doen over de juistheid van de
ingediende claims. De kosten ko
men voor rekening van de in het on
gelijk gestelde partijen. De
commissie moet worden samen
gesteld in overleg tussen de WLTO,
de PD, het Landbouwschap en
Hoechst.
Intussen is de schade-afwikkeling
voor de consumptietelers, die Finale
SL 14 hebben gebruikt, nog aan de
gang. Het overleg verloopt overi
gens moeizaam.
Gedeputeerde Staten van Noord-
Brabant gaan een uitwerkingsplan
voor een vierde spaarbekken voor
de drinkwatervoorziening buiten de
Biesbosch op te stellen. Dit proces
begint met een startnotitie voor een
milieu-effectrapportage. De milieu
effectrapportage moet zo objectief
mogelijke informatie geven over de
milieugevolgen van de aanleg van
een vierde spaarbekken.
Een vierde spaarbakken in de Bies
bosch, op de lokatie Zuiderklip,
vormt een belemmering voor de rea
lisering van de doelstellingen van
het nationaal park. Vandaar dat GS
in 1995 duidelijkheid willen omtrent
haalbaarheid en realiteitswaarde
van een spaarbekken buiten de
Biesbosch. Als het niet mogelijk
blijkt aan de gestelde randvoorwaar
den te voldoen, blijft de huidige lo
catie gehandhaafd.
Uit een eerder onderzoek van het
ministerie van Landbouw, Natuurbe
heer en Visserij blijkt dat de polders
het Jannezand en de Koekoekspol
der geschikt zijn als mogelijke alter
natieve lokaties voor de bestaande
reservering Zuiderklip in de Bies
bosch. Op deze locaties zal het mi
lieu effectrapport zich dan ook
richten.
De startnotitie zal van 3 december
1993 tot en met 3 januari 1994 ter
inzage worden gelegd. Gedurende
deze termijn is inspraak mogelijk op
de startnotitie die aangeeft op wel
ke wijze en ten aanzien van welke
varianten de milieu-effecten moeten
worden ondergebracht. Ook liggen
de stukken ter inzage op de ge
meentehuizen van de betrokken ge
meenten.
In verband met de wijziging van het
bestemmingsplan "Buitengebied"
wordt de ondernemers met een
agrarisch bedrijf aangeraden de bij
de wijziging horende kaart op het
gemeentehuis goed te gaan bekij
ken. Rond elk bedrijf is een één ha
groot bouwblok ingetekend. In de
toekomst mag alleen nog maar bin
nen de begrenzing van dit blok ge
bouwd worden, de gemeente biedt
de agrariërs gelegenheid om in de
vaststelling van het bouwblok nog
eventuele wijzigingen aan te bren
gen. Dit is, nu de officiële terinzage-
legging van het wijzigingsbesluit
voorbij is, de laatste kans om (indien
mogelijk) in het informele circuit het
bouwblok nog te wijzigen.
P. Risseeuw
secr. ZLM-kring WZvl.
Er zijn dit jaar minder consumptie
aardappelen (incl. pootaardappelen)
geoogst dan vorig jaar, zo blijkt uit
de definitieve oogstramingen van
het CBS. Op kleigrond bedraagt de
daling één procent, op zand- en
veengrond 15 procent. Ca. vijf pro
cent - vooral fabriekers - van de
aardappelen kon niet geoogst
worden.
Op kleigrond bedraagt de opbrengst
van een hectare consumptieaardap
pelen dit jaar gemiddeld 47 ton (vo
rig jaar 44 ton), op zand- en
veengrond 43 ton (39). Het areaal is
echter gedaald, op kleigrond van
98.000 naar 91.000 ha en op zand
en veengrond van 24.000 naar
19.000 ha. De totale opbrengst op
kleigrond daalde van 4.313 naar
4.259 miljoen ton (min één pro
cent), die op zand- en veengrond
van 947.000 naar 803.000 ton
(min 15 procent).
De opbrengst van fabrieksaardappe
len steeg met 11 procent. De opper
vlakte daalde van 64.500 naar
56.600 ha, maar de opbrengst
steeg van 37 naar 47 ton per ha.
Over heel Nederland is ca. vijf pro
cent van het areaal aardappelen dit
jaar niet oogstbaar. Van de fabrieks
aardappelen moet ongeveer tien
procent blijven zitten, van de
consumptie-aardappelen op zand
en veengrond vijf procent en op
kleigrond twee procent. De meeste
niet geoogste aardappelen bevinden
zich in de noordelijke provincies,
doch ook in het zuidwesten liggen
aardappelpercelen of delen daarvan
die niet geoogst konden worden.
Aardappelen die wel geoogst zijn
maar niet geschikt blijken te zijn
voor verkoop of verwerking zijn in
de opbrengstcijfers meegenomen.
Waarschijnlijk is het percentage uit
val dit jaar groter dan normaal.
Aardappelmarkt
De aardappelmarkt heeft nauwelijks
gereageerd op de oogstvoorspelling
van het CBS, zoals dat in het verle
den wél gebeurd is, maar dan in ne
gatieve zin, op voorspelde hoge
opbrengsten. Het zijn momenteel
andere faktoren die de markt bepa
len, met name de uitvoer. De export
naar de zuidelijke landen loopt rede
lijk, en de vooruitzichten zijn niet
ongunstig door een wat tegenval
lende oogst in Spanje en Engeland.
Toch stagneert de export momen
teel enigszins, waardoor de notering
van de beurscommissie Goes deze
week een halve cent is gezakt.
De lichte prijsopleving in de voor
gaande weken was voornamelijk
een gevolg van het gebrek aan
droog uit de schuur te leveren aard
appelen. In feite waren die in Neder
land alleen in het zuidwesten
voorhanden, omdat in dit gebied de
oogst minder problemen opleverde
dan de rest van het land.
Suikerbieten
De opbrengst van suikerbieten is
negen procent lager dan vorig jaar.
De opbrengst per ha daalde van 68
naar 64 ton (min zes procent) en de
geoogste oppervlakte ging van
120.843 naar 116.690 ha (min drie
procent). Het suikergehalte is met
16,3 procent dit jaar vrij hoog (vorig
jaar 15,2).
Ernest en zijn zoon Wim Vael uit Absdald (gem. Hulst) dekken een bietenhoop af, vorige week woensdag.
De bieten moeten tot 3 december blijven liggen. Medio deze week adviseerde het IRS om een tweede
afdeklaag aan te brengen, in verband met de voorspelde aanhoudende vorst.
Slechts vier bedrijven in Zeeland
hebben een afwijzing gekregen op
hun aanvraag voor MacSharrycom-
pensatie, omdat de opgave grote af
wijkingen vertoonde. Vanwege
kleinere afwijkingen is bij 13
Zeeuwse agrarische bedrijven een
korting toegepast op het compen
satiebedrag. Dit blijkt uit het kort
verslag van de laatstgehouden ver
gadering van de Provinciale Raad
voor de Bedrijfsontwikkeling in de
Landbouw voor Zeeland.
In totaal zijn in Zeeland ruim 3.700
MacSharry-aanvragen ingediend.
Het aantal foutief ingevulde formu
lieren is dus zeer beperkt gebleven.
Van de vier afgewezen aanvragen
werden er al twee bij de eerste op
gave niet verder in behandeling ge
nomen vanwege het feit dat er
onjuiste gegevens werden vermeld.
De andere twee werden afgewezen
na controle door de A.I.D. In 1994
zal de opgave voor de MacSharryre-
geling op dezelfde manier plaatsvin
den als dit jaar.
Zoals eerder gemeld is koppeling
van de MacSharry-aanvraag aan de
Landbouwtelling moeilijk uitvoer
baar, onder andere vanwege het
verplichte karakter van de Land
bouwtelling en de vrijwillige aan
vraag oppervlakte. Naast andere
verschilpunten loopt ook de periode
van indiening niet identiek.
In de Provinciale Raad is voorts
gesproken over de aanvraag voor fi
nanciële steun uit EG-fondsen ten
behoeve van het platteland in Zee
land (de zgn. 5b-regeling). Deze
aanvraag is door het ministerie van
landbouw in overleg met de provin
cie Zeeland ingediend. Een belang
rijk aantal aktiviteiten, die uit de
fondsen gefinancierd kunnen wor
den, ligt op het terrein van de land
en tuinbouw. De Provinciale Raad
pleitte voor praktijkgerichte projec
ten. Hierbij wordt gedacht aan con
crete agrificatieprojecten, kwaliteits
bevordering, keurmerken, promotie
van regionale kwaliteitsprodukten en
aan landinrichting.
Excursieboerderijen en boerderijen-
dagen zijn twee produkten, waar
mee de toerist naar het Zeeuwse
platteland kan worden gelokt. Dat
staat in een rapport dat in opdracht
van de provincie Zeeland is geschre
ven over het plattelandstoerisme in
deze provincie. Door meer belang
stelling voor het platteland te wek
ken probeert de provincie de
toeristische druk op het kustgebied
wat te verlichten en Zeeland het he
le jaar door aantrekkelijk te maken
voor vakantiegangers.
In excursieboerderijen kunnen ver
schillende bedrijfstypen worden ge
toond (akkerbouw, veehouderij,
gemengde bedrijven, tuinbouw).
Men kan er boerenprodukten proe
ven, kopen en eventueel zelf maken.
De boerderijen moeten uiteraard op
regelmatige tijden geopend zijn en
zowel per auto als per fiets goed be
reikbaar zijn. Ze moeten bovendien
verspreid over heel Zeeland gelegen
zijn.
Boerderijendagen
Een ander voorstel uit het rapport is
om boerderijendagen te organise
ren, waarop het publiek een kijkje
kan nemen in de keuken van het
boerenbedrijf. Ook speciale molen
dagen en dorpendagen worden ge
noemd. Het op bepaalde dagen
open stellen van Zeeuwse tuinen
past eveneens in het plattelandstoe-
risma Verder noemt het rapport het
opzetten van nieuwe agrarische
markten en het beter toegankelijk
maken van bestaande agrarische
markten. Hierin zou over het hele
jaar gezien een bepaalde regelmaat
moeten komen. Naast de genoem
de ideeën worden in het rapport nog
meer voorstellen gedaan om het
plattelandstoerisme te stimuleren,
waaronder de aanleg van goede
wandel-, fiets- en ruiterroutes, een
goede bewegwijzering en informa
tievoorziening.
Het provinciebestuur kiest voor een
uitwerking per regio, waarbij alle be
trokkenen, waaronder de landbouw
organisaties, een bijdrage kunnen
leveren. Per regio moet er een gede
tailleerd plan op tafel komen. De
coördinatie wil men in handen leg
gen van de provinciale VVV. Dit om
te voorkomen dat elke regio zich op
dezelfde voorzieningen gaat richten.
Nadat de plannen op tafel liggen wil
de provincie drie regio's uitkiezen,
die financiële omdersteuning krijgen
voor organisatie, ondersteuning en
produktieontwikkeling. De provincie
trekt in de eerstkomende drie jaar
400.000 gulden uit voor dit beleid
en rekent daarnaast op bijdragen
van het ministerie van Landbouw,
Natuurbeheer en Visserij, Economi
sche Zaken en aanvullende gelden
uit Europese fondsen.