Goede ervaringen Walcherse
veehouders met maïskolvenschroot
Voederwaarde
PR onderzocht een systeem
met uitsluitend snijmaïs
Bietepulp "excellent" voer
snijmaïs lager dan vorig jaar
Zelf krachtvoer telen door MKS
VZim Poppe is zeer tevreden over het voeren van MKS
Volgens loonbedrijf gebr. Lorier uit
Middelburg heeft de teelt van maïs
kolvenschroot goede perspectieven.
Immers, door MKS kunnen veehou
ders gedeeltelijk in hun eigen
krachtvoer voorzien. Twee Walcher
se veehouders zijn vorig jaar met
deze teelt begonnen, dit jaar is dat
aantal al uitgebreid tot acht. Gezien
de positieve ervaringen verwacht de
loonwerker voor volgend jaar een
verdere uitbreiding.
Bij MKS gaat het alleen maar om de
kolf (inclusief schutblad en spil). De
ze wordt met een op de hakselaar
gebouwde kolvenplukker geplukt en
vervolgens tot kleine stukjes verma
len. De stengel wordt verhakseld en
blijft op het land achter. Het MKS
wordt ingekuild en als krachtvoer
gevoerd. De opbrengst loopt uiteen
van 15 tot 20 ton per ha. Een van
de telers van het eerste uur, Wim
Poppe uit Middelburg: "Vorig jaar
hadden we een opbrengst van 20
ton per ha. Dit jaar verwacht ik 18
tot 19 ton per ha, doordat de kolven
wat kleiner zijn. Alle maïs heeft dit
jaar een wat kleinere kolf".
Loonwerker Lorier legt uit dat er he
lemaal geen voederwaarde verloren
gaat, ondanks dat de stengel niet
mee de kuil in gaat. "We oogsten
de MKS pas laat in het seizoen, als
de korrel helemaal rijp is en geen
voeding meer opneemt uit de plant.
De korrels hebben de plant dan he-
Snijmaïs is een veelgebruikt voeder
middel in de melkveehouderij. Mo
menteel is ongeveer 10% van de
cultuurgrond met snijmaïs inge
zaaid. Het PR heeft op ROC Cranen-
donck een bedrijfssysteem met
uitsluitend snijmaïs vergeleken met
een systeem met een combinatie
van graslandprodukten en snijmaïs.
In vergelijking met een gras-
snijmaïsbedrijf heeft een bedrijf met
het gehele jaar rond uitsluitend snij
maïs als ruwvoer een aantal voorde
len: het kenmerkt zich door een
eenvoudige en gemakkelijke be
drijfsvoering, het beschikt over een
constante kwaliteit ruwvoer; het
heeft op Cranendonck geleid tot
een gemiddeld iets hogere melkpro-
duktie met een wat ongunstiger
vet-eiwitverhouding. De voeropna-
me is steeds vrij constant, doordat
van overgangen van stal naar weide
en andersom geen sprake is.
Een bedrijfssysteem met uitsluitend
snijmaïs kent echter ook een aantal
nadelen: het ruwvoerrantsoen is
Door de koolhydratensamenstelling
Is bietepulp "een excellent voer voor
het melkvee". Dit is een van de con
clusies uit een publicatie van het In
stituut voor Rationele
Suikerproduktie over bietepulp.
Door het geringe gehalte van lignine
zijn de koolhydraten in bietepulp in
hoge mate verteerbaar en fermen-
teerbaar. De eiwitwaarde (DVE) is
met 109 g/kg relatief hoog, evenals
de energiewaarde (VEM 1140/kg en
VEVI 1340/kg droge stof). Bietepulp
heeft de naam melkdrijvend te zijn.
Met name in de eerste acht tot tien
weken van de lactatie heeft dit bij-
produkt van de suikerindustrie een
positief effect op de melkproduktie
De invloed op het vetgehalte in de
melk is gering, op het eiwitgehalte
is een positief effect vastgesteld.
lemaal leeggezogen, en de voe
dingswaarde van de stengel is dan
nihil. Net als bij graan gaat het echt
puur om de korrel. Dat wat op het
land achterblijft - je zou het maïsstro
kunnen noemen - draagt bovendien
nog bij aan de organische-
stofvoorziening van de grond".
Er worden wel bepaalde eisen aan
de rassenkeuze gesteld. Omdat de
plant tot ver in het najaar op het
land blijft staan hebben korte, stevi
ge rassen de voorkeur. Ook moet de
gezondheidstoestand van de plant
aan het eind van het seizoen nog
goed zijn, om het risiko van plat
slaan zoveel mogelijk te voorkomen.
Voor een zo hoog mogelijk kolfge-
wicht per ha moeten er wat meer
planten per ha staan dan bij snij
maïs, waardoor de kosten van het
zaaizaad wat hoger komen te lig
gen. Daarentegen hoeft er minder
kunstmest gestrooid te worden.
Om de maïs als MKS te kunnen
oogsten moest loonwerker Lorier
ca. f 25.000,— investeren aan de
hakselaar, onder meer in een kol
venplukker. "Vandaar dat we eerst
teeltafspraken met enkele telers
hebben gemaakt voordat we ermee
begonnen", vertelt Bram Lorier. De
twee telers die vorig jaar al meede
den zijn maatschap Louwerse-
Poppe en J. Kwekkeboom, beiden
uit Middelburg.
Volgens Wim Poppe is het voor een
veehouder aantrekkelijk als hij zijn
eigen krachtvoer kan telen. Dat is
eenzijdig en in verhouding zetmeel-
rijk en kan vooral bij laag produktie-
ve dieren aanleiding geven tot
vervetting; snijmaïs is arm aan eiwit
en mineralen, zodat duurder kracht
voer dit moet aanvullen; het hele
jaar rond op snijmaïs betekent een
hoog krachtvoerverbruik; extra
mestopslag is nodig; bij volledige
stalbezetting is, vooral in de zomer
periode, een goede stalisolatie en
ventilatie een vereiste; wanneer het
hele jaar rond de koeien in de stal
worden gehouden betekent dit min
der beweging. Vooral oudere koeien
zijn daardoor minder actief.
Uit berekeningen is gebleken dat
het netto bedrijfsresultaat op het
snijmaïsbedrijf achterblijft bij die op
het grassnijmaïsbedrijf. Dit geldt
niet alleen voor de korte termijn,
maar tevens voor de lange termijn.
De publikatie kan uitsluitend worden
besteld door f 12,50 over te maken
op Postbanknummer 2307421 van
het Proefstation te Lelystad, onder
vermelding van: publikatie no. 82.
Door bietepulp op te nemen als aan
vullend voer in het rantsoen van
melkkoeien vermindert de N-
opname, verbetert de N-benutting
en wordt de NH3-uitstoot geringer.
De opname en uitstoot van kalium
en fosfor wordt eveneens geringer.
In Nederland wordt jaarlijks
375.000 ton gedroogde suikerbiete-
pulp geproduceerd en ca. 600.000
ton perspulp met een ds-gehalte
van 22 procent. Jaarlijks wordt ook
nog 400.000 ton geïmporteerd.
Suikerbietepulp wordt voornamelijk
als rundveevoeder afgezet. De Ne
derlandse pulp wordt in hoofdzaak,
als enkelvoudig voer aangewend.
Geïmporteerde pulp is veelal geme-
lasseerd en bevat daardoor een ho
ger suikergehalte. Buitenlandse pulp
wordt veelal in mengvoeders op
genomen.
dan ook de reden dat hij meedoet,
vorig jaar met 1 1/2. ha en dit jaar
met 2 ha. Met de doseerbak strooit
hij de MKS over de snijmaïs heen.
Het is volgens de veehouder een
uitstekend produkt voor veehouders
die over een mengwagen beschik
ken, omdat je daarmee exact de ki
lo's kunt geven die nodig zijn.
De vorig jaar geteelde MKS van
Louwerse-Poppe had een drogestof-
percentage van ruim 60 procent,
681 VEM, een DVE van 36, een
OEB van -14 en een VEVI van 750,
zo blijkt uit de analyseresultaten van
het Bedrijfslaboratorium voor grond
en gewasonderzoek te Oosterbeek.
Van Kwekkeboom waren deze cij
fers zelfs nog iets gunstiger. MKS
voeren betekent dat er minder ander
krachtvoer nodig is, dat bovendien
aangepast moet worden aan de sa
menstelling van het MKS.
Meer melk, minder vet
MKS in het rantsoen doet het vetge
halte dalen en het eiwitgehalte stij
gen of gelijk blijven. De melkgift per
koe neemt toe Dit effect is het
sterkst in de zomer, zo lijkt het.
Maatschap Louwerse-Poppe heeft
de MKS in februari, maart en april
gevoerd, om alle risiko's uit te slui
ten dat er broei in de kuil zou ko
men. Kwekkeboom heeft
daarentegen het produkt pas afge
lopen zomer gevoerd.
In de maanden dat hij MKS voerde
is bij Kwekkeboom de bedrijfsstan-
Snijmaïs heeft dit jaar een aanzien
lijk lagere voederwaarde in vergelij
king met vorig jaar. Bovendien
varieert zowel de voederwaarde als
het drogestof-percentage tussen
partijen enorm. Verschillen van 100
tot 150 VEM zijn geen uitzondering.
Dat blijkt uit onderzoekresultaten
van het Bedrijfslaboratorium voor
Grond- en Gewasonderzoek
(BLGG).
Het Bedrijfslaboratorium heeft tot
nu toe 2.500 maïsmonsters onder
zocht. Dit betreft in alle gevallen de
vroeg geoogste maïs. Uit de analy
seresultaten blijkt dat de kwaliteit
van de maïs dit jaar aanzienlijk lager
is dan in voorgaande jaren. Dit
wordt voornamelijk veroorzaakt
door het geringe aantal kolven per
plant. Zowel het aantal kolven als de
korrelzetting bleven onder het ver
wachte niveau vanwege de hoge
standdichtheid. Door het goede
weer in het voorjaar zijn namelijk
vrijwel alle maïszaden gekiemd, met
als gevolg een groot aantal planten
per ha. De planten langs de rand
van het perceel hadden, door de rui
me lichtinval, wel voldoende kolven.
daardkoe gestegen van 38 39 tot
42. Al in de melkstal was goed te
zien dat de melkgift per koe veel
groter was. "De glazen waren veel
voller", vertelt Jan Kwekkeboom.
"Ze krijgen doorgaans 's zomers
toch niet zoveel krachtvoer, dus
daardoor zie je in die tijd het best
welke invloed MKS op de melkgift
heeft, 's Winters krijgt het vee zo
veel andere soorten voer dat het
verschil minder opvalt".
Het dalend vetgehalte had voor
Kwekkeboom onvoorziene conse
quenties. Op dit bedrijf verwerkt
men de melk van door de week zelf
tot kaas, boter en karnemelk (de
melk van het weekend gaat wel ge
woon naar de fabriek). "We hebben
van de zomer minder boter en kaas
kunnen maken, en daardoor
moesten we in onze winkel een
aantal keren "nee" verkopen aan de
Binnen een partij kunnen daardoor
verschillen optreden in de voeder
waarde.
De snijmaïs van 1993 is natter dan
die van 1992 en heeft een lagere
VC-OS. Ook de eiwitgehalten vallen
dit jaar lager uit. Dit is opmerkelijk
omdat de stengel over het alge
meen meer eiwit bevat dan de kolf.
Gezien het lage kolfaandeel zou een
hoger eiwitpercentage logisch zijn.
De analyseresultaten spreken deze
verwachting echter tegen. Waar
schijnlijk is hier sprake van een jaar
invloed.
klanten", aldus de boerenzuivelaar.
Het lagere vetgehalte had boven
dien tot gevolg dat de boterproduk-
tie minder goed verliep: "hoe vetter
de melk, hoe beter ze karnt".
In verband hiermee ("we hebben in
de zomer boter nodig") gaat Kwek
keboom de MKS nu 's winters voe
ren, en als dat goed gaat de teelt
waarschijnlijk uitbreiden. Voor be
drijven die de melk niet zelf verwer
ken ziet hij de meeste voordelen als
de MKS 's zomers gevoerd wordt.
"Het is een zetmeelprodukt, dat zou
een prima aanvulling kunnen zijn op
het eiwitrijke voorjaarsgras". Overi
gens: ook bij de zomervoedering is
er geen broei in de MKS-kuil opge
treden. Om schimmel en broei te
voorkomen wordt tijdens het hakse-
len al een conserveringsmiddel toe
gevoegd, terwijl bovendien de
buitenkant van de kuil behandeld
wordt, voordat er plastic en grond
opgaat.
Meerdere voordelen
Loonbedrijf gebr. Lorier zien verschil
lende voordelen voor veehouders
om MKS te verbouwen. De veehou
ders kunnen de MacSharrytoeslag
("maïspremie") aanvragen, men
mag vanwege het lagere vetgehalte
binnen het quotum meer melk leve
ren, en, last but not least, kracht
voer is goedkoper zelf te verbouwen
dan te kopen. Bram Lorier: "De toe
komst zal toch zijn dat veehouders
steeds meer hun eigen krachtvoer
gaan verbouwen".
Lorier ziet de MKS ook als een soort
verzekering voor veehouders die
ook snijmaïs telen. "Als de snijmaïs-
oogst in een bepaald jaar tegen
valt, en men heeft ook twee of drie
ha maïs staan die voor MKS is be
doeld, dan kan men altijd nog alle
maïs als snijmaïs oogsten. Dat hoeft
men dan in ieder geval niet bij te
kopen".
Laat geoogste maïs
In bovenstaande cijfers is de voe
derwaarde van de laat geoogste
maïs nog niet meegenomen. Waar
schijnlijk is de voederwaarde van
deze maïs lager dan het vroegge-
oogste gewas. Er heeft namelijk
geen extra kolfzetting plaatsgevon
den waardoor de verteerbaarheid
achteruit gaat. Ook is de oogst on
der slechte weersomstandigheden
uitgevoerd waardoor de kans op
verontreiniging met grond erg groot
is. De voederwaarde wordt hierdoor
sterk negatief beïnvloed.
Gemiddelde voederwaarde van vroeggeoogste snijmaïs.
(gemiddelde van 2.500 monsters onderzocht bij het BLGG in Oosterbeek)
1993
1992
Drogestof
(g/kg)
313
330
Ruw eiwit
(g/kg ds)
78
82
Ruw as
(g/kg ds)
45
46
VEM
888
919
DVE
(g/kg ds)
43
46
OEB
(g/kg ds)
-23
-22
VC-OS
71,0
72,8
Zetmeel
(g/kg ds)
308
-
De verhakselde stengel blijft achter op het perceel. Bij de verdere be
werkingen geeft dit geen problemen