Dierlijke mest en kwaliteit KALFSVLEES Rechter stelt Zeeuwse fruitteler in het gelijk MOOIE AFSLUITING Pluimveehouders hebben veel animo voor deelname aan 1KB 'Mestafzet zelf weer oppakken' Varkensstapel stabiel gebleven KWALITEITS Praktijktest met SK V-kalfsvlees De akkerbouwer wordt de laatste tijd benaderd door tal van loonwer kers en transporteurs om liefst zo veel mogelijk mest af te nemen, en de één is nog goedkoper dan de an der. Zelfs schroomt men niet om in bepaalde gevallen geld toe te geven bij afname van mest. Een vraag die dan dikwijls bij de akkerbouwer rijst is: "Hoe zit het met de kwaliteit van de mest?" Elke diersoort heeft zijn eigen mest- kwaliteit. De mest van fokzeugen bevat meestal een laag percentage droge stof, variërend van 2 tot 10%, en een relatief laag gehalte aan mi neralen. Dikwijls wordt beweerd dat fokzeugenmest slechte mest is. Maar dit hoeft niet zo te zijn, het is maar net wat de akkerbouwer het beste past. Heeft hij al een vrij hoog fosfaat- en kaligehalte in de grond, dan kan fokzeugenmest als onder- houdsbemesting wel eens gunstig zijn. Bovendien is de verhouding van stikstof en fosfaat in deze mest- soort ongeveer gelijk, zodat er min der snel een stikstofoverschot ontstaat. Fokzeugenmest kan ook voor rundveebedrijven aantrekkelijk zijn om toe te dienen op grasland, het kan een besparing opleveren op kunstmest (fosfaat en kali), omdat fokzeugenmest vaak gratis wordt aangewend. Voor mest met minder dan 10% droge stof is men er vrij in welke prijs er voor wordt gevraagd. Mest die via de Mestbank wordt aange voerd (meer dan 10% droge stof) kost in Zeeland en de Zuid- Hollandse eilanden minimaal f 1,—, behalve in Zeeuws-Vlaanderen daar is het f 0,00. Vleesvarkensmest is meestal wat dikker van samenstel ling dan fokzeugenmest. Het dro- gestofpercentage kan soms wel mestsoort varkensdrijfmest kippedrijfmest tedere vracht mest, geleverd via de Mestbank, wordt bemonsterd op droge stof oplopen tot 15%. Dat betekent dat ook de mineralen in verhouding toenemen. In tabel 1 zijn de gemiddelde sa menstellingen weergegeven van mest die via de mestbank is aange voerde in 1990. (zie tabel) Pluimveedrijfmest bevat doorgaans een hoog percentage droge stof en dus ook veel mineralen. Om een re paratiebemesting uit te voeren biedt deze mestsoort een prima mogelijk heid. Soms is deze mest echter door het hoge percentage droge stof moeilijker toe te dienen d.m.v. in- jektie. Droge pluimveemest is eveneens een aantrekkelijke meststof, men dient niet alleen veel mineralen toe, maar brengt ook veel organische stof op het land wat gunstig is voor de struktuur van de grond. Een na deel echter is dat men door het ho ge fosfaatgehalte snel aan de norm van 125 kg zit. Dat betekent dat maar ongeveer 5 tot 7 ton per ha mag worden toegediend. De Mest bank adviseert dan ook in dat geval te werken met schotel- of exactstrooiers waarmee ook kleine hoeveelheden goed kunnen worden gedoseerd. Bemonstering Voor de akkerbouwer is het belang rijk dat hij precies weet wat er in de mest zit. Daar kan hij zijn kunst- mestgift op aanpassen. Mest aan gevoerd via de Mestbank wordt altijd bemonsterd op droge stof. Als afnemer van deze mest kunt u het droge-stofgehalte opvragen bij uw transporteur of bij de Mestbank. De Mestbank adviseert om een volledi ge N.P.K.-analyse te laten uitvoeren. Dit kan door van elke vracht een monster te nemen en hiervan een mengmonster te maken, maar beter is om te vragen naar homogene mest, uit de silo geleverd, en daar van van te voren een monster te la ten nemen. Die mest zal dan misschien wat meer kosten, maar je weet wel wat je op het land brengt. De medewerker van de mestbank beschikt over de apparatuur om mestmonsters uit mestopslagen te nemen, en kan voor een volledige analyse zorgen. Een mestmonster laten analyseren op droge stof, ruw as, organische stof, stikstof, fosfaat en kali kost ongeveer f 85,— tot f 100,—. Voor vaste mest is dat f 78,- tot f 94,-. Heeft u vragen over aanbod, opslag, kosten, kwaliteit of gebruik van dier lijke mest, dan kunt u contact opne men met de mestadviseurs van de Regionale Mestbank West, voor Zeeland en Zuidhollandse eilanden: J.J. Bosman, tel. 01198-2157. droge stof 11,4% 16,9% org .stof kg/ton 78 107 stikstof 8,6 11,1 fosfaat kg per ton 5,2 9,5 Begin augustus 1993 bedroeg het totale aantal varkens in Nederland 13,9 miljoen stuks. De omvang van de varkensstapel ligt hiermee op hetzelfde niveau als een jaar gele den. Naast de toename van het aantal vleesvarkens is de halvering van het aantal jonge fokzeugen op merkelijk. De cijfers zijn het resul taat van een steekproefonderzoek van het CBS onder circa 1500 var kenshouders. Op 2 augustus 1993 bedroeg het aantal vleesvarkens van 50 kilogram en zwaarder bijna 4,7 miljoen stuks (+4%). Er waren 239 duizend zeu gen (-4%) met ruim 2,3 miljoen big gen (-1%). Het aantal dieren in de categorie 'Overige biggen en jonge varkens zwaarder dan 50 kilogram' nam met bijna 2% af tot 5,4 miljoen stuks. Het aantal jonge zeugen, nooit ge dekt, is met maar liefst 98 duizend stuks verminderd (-48%). Het aan tal gedekte zeugen liet een lichte daling zien (-1%). Het totaal aantal fokvarkens bedroeg uiteindelijk 1,4 miljoen stuks. Dit is ruim 8% minder dan een jaar geleden. Groot aanbod Naar verwachting zal het totale aan bod van geslachte varkens tezamen met het uitvoersaldo van levende varkens en biggen bruto eigen produktie), dit jaar ongeveer 3% groter zijn dan in 1992. Vooral in de tweede helft van 1993 is het (ver wachte) aanbod van varkens, met 6,4 miljoen stuks per kwartaal, groot. Dit grote aanbod vloeit deels voort uit de exportbeperkingen eer der dit jaar. GECONTROLEERD De Stichting Kwaliteitsgarantie Vleeskalversector (SKV) test op grote schaal of "gecontroleerd kwa- liteits kalfsvlees" aanslaat bij het Nederlandse publiek. Bij 110 filialen van de Vleesmesters is sinds kort uitsluitend gecontroleerd kwaliteits kalfsvlees verkrijgbaar. De testperio de zal een jaar duren. Gedurende deze termijn verkopen de Vleesmeesters tenminste vijf ver schillende kalfsvleesprodukten. Het kalfsvlees dat wordt gecontro leerd door de SKV voldoet aan strenge kwaliteitseisen. Het is mals, mager en blank, en daarnaast vrij van verboden stoffen zoals groeibe vorderaars. De afzet van mest vormt meer en meer een probleem voor de pluim veehouderij. De steeds lagere aan wendingsnormen en toenemende eisen aan de tijdelijke opslag zullen de acceptatie van pluimveemest in de akkerbouw nog verder verminde ren. Door het bestuur van de Kring West-Nederland van de NOP werd dan ook gepleit voor het weer toestaan van de bouwplanbe mesting. Daarnaast zal het bestuur aktie on dernemen om in de provincies een structurele en praktische regeling voor de tijdelijke opslag van droge pluimveemest te realiseren. De pluimveebedrijven in West- Nederland zetten hun mest in de di recte omgeving af bij akkerbouwers. Vanaf 1995 moet elke veehouder aantonen dat hij de mest op een verantwoorde manier van zijn bedrijf afvoert. De meest praktische oplos sing voor 1995 is een combinatie van een regulerende mineralenboek- houding en het huidige systeem met mestbonnen. De aanvoer vanuit de overschotge- bieden neemt elk jaar meer toa De overschotbedrijven in die gebieden organiseren zich steeds meer en zijn inmiddels gewend grof geld toe te betalen voor de afzet. Het bestuur betreurde het dan ook dat de West nederlandse landbouworganisaties zo snel al tot de slotsom waren ge komen dat er voor West-Nederland geen aparte mestafzetorganisatie naast de mestbank opgericht hoeft te worden. Het bestuur concludeerde dat de Westnederlandse pluimveehouders in de eerste plaats zelf gezamenlijke initiatieven moeten ontplooien. De al gevormde mestafzetgroepen kun nen daarin een belangrijke rol gaan vervullen. Bart Soldaat Fruitteler M.C. van Hekken uit Oudelande hoeft geen boete te betalen voor het niet-invullen van een deel van de meitelling 1992. De arrondissementsrecht bank in Middelburg sprak hem maandag j.l. vrij van hetgeen hem ten laste was gelegd. Van Hekken kan de geëiste boete van f 250,- in de zak houden. Het geschil ging over een opgave van de plantdichtheid van alle rassen appels en peren. De ge gevens werden opgevraagd in een bijlage van de meitelling 1992. Van Hekken weigerde de gegevens te verstrekken. "Grote onzin", aldus Van Hekken. "Ze vragen van alles zonder dat je er ooit iets voor terugkrijgt. Het is overbodig bureaucratische rompslomp, waar de praktijk to taal niet mee uit de voeten kan. Het is gewoon een stukje werk verschaffing voor het Land bouwschap". Van Hekken kreeg prompt be zoek van de AID. Hij moest een boete van f 150,- betalen, wei gerde een schikking en liet het er op aankomen bij de rechter. Maandag moest Van Hekken voor de arrondissementsrechter verschijnen. Deze had het er moeilijk mee Ook de Officier van Justitie wist niet goed raad met de zaak en vroeg uitstel onder handhaving van de eis van f 250,- boete De rechter sprak Van Hekken echter vrij. Er was geen wettelijke verplichting om de gegevens in te vullen. Van Hekken: "Het gaat mij niet om het geld, het was een protest tegen de bureaucratia Ik ben blij dat ik gewonnen heb. Eigenlijk moest de hele sector zoiets doen. Dan bereik je tenminste iets". kali 7.6 6.7 Akkerbouwer Stan van den Eynden uit Moerstraten toont trots een suikerbiet van 8,4 kg. Op een oude wei, met een 80 cm dikke laag zwarte grond, rooide hij dit seizoen bijna 100 ton per ha van het ras Cordelia. Een mooie afsluiting voor hem a/s suikerbietenteler. De 67-jarige Van den Eynden stopt en heeft onlangs zijn landbouwgrond verkocht. De superbiet staat nu te pronken bij de losinsta/latie van de Suiker Unie-fabriek te Dinteloord. Vooral chauffeurs maken er een sport van om de zwaarste biet te kunnen aanleveren. Niet zelden worden grote, holle bieten opgevuld met een steen of beton om meer gewicht te krijgen. De biet van de Moerstraatse akkerbouwer is wel gedeeltelijk hol maar er is verder niet mee geknoeid. West-Nederlandse pluimveehouders: Het Produktschap voor Pluimvee en Eieren (PPE) verwacht, dat medio volgend jaar de helft van het Neder landse pluimveevlees zal worden geproduceerd volgens de regels die gelden bij het systeem van Integrale Keten Beheersing (1KB). Vooral de laatste maanden is de animo om aan deze regeling mee te doen zeer groot. Per week melden 10 tot 15 pluimveehouders zich aan. Het ziet er naar uit, dat nog voor het einde van dit jaar een kwart van de totale produktie van pluimveevlees onder het PPE/IKB-regime zal vallen. "Ten opzichte van een half jaar ge leden is de groei spectaculair", zei PPE-sectordirecteur Hubert Andela op zaterdag 2 oktober bij de uitrei king van de 150ste PPE/IKB- erkenning aan pluimveehouder Fre- riks in Vorchten (Ov.). Integrale Keten Beheersing in de pluimveesector biedt consumenten extra garanties omtrent de manier waarop het eindprodukt vlees tot stand is gekomen. Er wordt van het ei tot en met de slachterij gecontro leerd. Daarbij wordt onder andere gelet op hygiëne, diergezondheid en is precies bekend op welk bedrijf de kuikens zijn geboren en opgegroeid. Dat is van belang om de dieren ach teraf terug te kunnen traceren in het geval er toch iets aan blijkt te mankeren. Registratieplicht Ook op Europees niveau zijn plan nen ontwikkeld om de produktie van pluimveevlees nog verder te verbeteren. Zo moet vanaf 1 januari 1994 slachtpluimvee niet alleen in het slachthuis worden gecontro leerd, maar ook op de pluimveebe drijven. De Europese Commissie schrijft voor, dat met ingang van die datum alle koppels worden gekeurd, alvorens ze worden afgevoerd naar de slachterij. De overheid zal bin nenkort een voorstel voor een prak tische invulling van deze EG-regeling voor advies aan het PPE voorleggen. Met het oog op deze nieuwe Euro pese controleregeling moeten alle vleeskuikenbedrijven bij het PPE worden geregistreerd. Het Produkt schap heeft daartoe formulieren rondgestuurd. Op dit ogenblik zijn die nog niet allemaal ingevuld terug gezonden.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1993 | | pagina 7