van
maximale produktie
en lage teeltkosten
Ammoniakbeleid staat ter discussie
N
Maak vervuild wegdek
zo snel mogelijk schoon
BHï
i ic-jr i
Voorlopige leverbotvoorspelling najaar
z^spki
Nieuwe cursus Modern
Agrarisch Ondernemerschap
I
VS
EEN PRIMA BAKTARWE
goedé bakkwaliteit èn hoge opbrengst
l¥i!
j pi
hi
jv
wiw
Hoofdbestuur Ge/dersche Mij. van Landbouw
TOPPER IN OPBRENGST
Waarnemend directeur
LNO in Utrecht
1 VRIJDAG 15 OKTOBER 1993
M
Vooral door de natte weersomstandigheden van dit najaar is het on
vermijdelijk dat er tijdens de oogstwerkzaamheden slik op de weg
komt. Om ongelukken te voorkomen doen de boeren en loonwerkers
er goed aan de volgende spelregels in acht te nemen:
spuit of krab de meeste slik van de wagen en de trekker voordat
u de weg op rijdt;
plaats tijdig de sticker "Slik" rechts van de weg op een hoogte
van 1.50 1.75 meter boven het maaiveld. De stickers zijn ver
krijgbaar bij uw kring- of afdelingsbestuur, de Gewestelijke Raad
van het Landbouwschap, het waterschap of het wegschap en de
districtsbureauhouders. Plaatsing van een bord moet vooraf wor
den gemeld aan de wegbeheerder;
zorg er voor dat het vervuilde wegdek zo snel mogelijk maar in elk
geval binnen twee uur na beëindiging van de werkzaamheden
wordt schoongemaakt. Dat geldt ook als u de volgende dag weer
verder gaat. Als u bij duisternis werkt, maak dan gebruik van
zwaailichten;
de borden moeten niet langer blijven staan dan noodzakelijk is;
het plaatsen van waarschuwingsborden ontslaat u niet van de
verplichting de weg zo spoedig mogelijk schoon te maken.
Veel telers hebben tijdens het bieten rooien een trekker aan de
weg staan om voortdurend de weg mee schoon te schrapen.
D.J. VAN DER HAVE B.V. 4420 AA KAPELLE
In de hoofdbestuursvergadering van
de Geldersche Mij. van Landbouw
kwam opnieuw het ammoniakbe
leid aan bod. In een brief aan het
KNLV heeft de GMvL aangegeven
dat het bestuur grote bedenkingen
heeft ten aanzien van het ammoni
akbeleid. Tijdens de vergadering
van het KNLC is deze brief uitge
breid aan de orde geweest en wer
den de standpunten van de
Geldersche onderschreven. De brief
is daarom woensdag 6 oktober ook
meegenomen bij de bespreking van
het Structuurschema Groene Ruim
te in de openbare bestuursvergade
ring van het Landbouwschap.
Als blijkt dat de Ecologische Richtlijn
op drijfzand is gebouwd, wordt het
tijd om alles in het werk te stellen
om de politiek hiervan bewust te
maken, concludeert het hoofd-
De werkgroep Leverbotprognose
acht een behandeling tegen lever-
bot bij runderen in het algemeen nu
niet nodig. Een behandeling bij
schapen is alleen nodig in bepaalde
gebieden, waaronder het zuid
westen. Voor de behandeling van
schapen dient men een middel te
gebruiken dat werkzaam is tegen
jonge leverbotinfecties.
De herfst van 1992 en de afgelopen
winter waren zacht en nat, waar
door een groot deel van de slakken-
populatie heeft kunnen overleven.
De maanden april, mei en juni wa
ren droog, wat leidde tot een afna
me van de slakkenpopulatie. Vanaf
juli was het nat, waardoor het aan
tal slakken weer toenam.
In het algemeen is er weinig
besmetting op het gewas aanwezig.
In het zuidwesten van Nederland,
waar vorig jaar leverbotziekte is
vastgesteld, kan in dit weideseizoen
een lichte infectie door de slak op
het gewas zijn afgezet. Eenzelfde si
tuatie kan zich voordoen in het dijk-
gebied Noordoost-Groningen,
tussen de grote rivieren en het
veenweidegebied van Utrecht.
Het beeld van de geringe besmet
tingskans wordt bevestigd door
waarneming in het slachthuis bij le
vers van slachtdieren en door bevin
dingen bij gezondheidsdiensten in
materiaal van zieke runderen en
schapen. Als de maanden oktober
en november zacht en nat zijn, kan
er nog een infectie op het gewas
worden afgezet.
Begin november zal de Werkgroep
Leverbotprognose een definitief ad
vies uitbrengen. Bij twijfel over het
voorkomen van leverbotinfecties op
uw bedrijf kunt u bloed en/of
mestonderzoek laten verrichten
door de Gezondheidsdienst voor
Dieren. Voor een goed onderzoek
wordt aangeraden vijf monsters per
diersoort te laten onderzoeken op
leverbotinfecties.
bestuur van de Geldersche. Tot dit
moment aanbreekt, is de komst van
de Interimwet echter hard nodig om
bedrijven zonder vergunning te lega
liseren op grond van hun historisch
bestaansrecht.
Het hoofdbestuur stelt dat de
mestreferentie van 1986 de beper
kende factor is voor bedrijfsuitbrei-
ding in Gelderland. Dat
Milieudefensie doet voorkomen, dat
door de komst van de Interimwet
grote veehouderij-uitbreidingen mo
gelijk zijn, is een absoluut verkeerde
voorstelling van zaken. In Gelder
land is niet het niet kunnen voldoen
aan de Ecologische Richtlijn, maar
de 125 kg P205/ha-drempel de be
perkende factor. Door de komst van
de Interimwet vindt er dus alleen
maar legalisatie van bestaande pro
duktie plaats. Van uitbreiding kan
helaas geen sprake zijn door de
Meststoffenwet.
GMvL-voorzitter J.G. van Leeuwen
gaf aan dat de bedrijven in Ede en
Barneveld in de problemen zijn ge
komen met de Wet Milieubeheer
omdat de behandeling van de Inte
rimwet in de Tweede Kamer steeds
vooruit is geschoven. Die vertraging
is een -zeer slechte zaak geweest
voor de ondernemers in beide
plaatsen.
Het hoofdbestuur van de Gelder
sche Maatschappij van Landbouw
(GMvL) heeft altijd gesteld, dat ten
aanzien van het mestakkoord met
de overheid, de materie vanuit de
praktijk benaderd moet worden. Het
hoofdbestuur heeft ook altijd vast
gehouden aan het: nee, tenzij wat
betreft het mestakkoord. De leden
zijn echter niet gerust op de voort
gang van het mestakkoord en zijn
ontevreden met het bereikte ak
koord. De roep om actie wordt
steeds groter vanuit de achterban.
De grootste pijnpunten in het ak
koord blijven de 30% referentiekor
ting voor pluimvee en varkens, de
korting op de gebruiksnormen en
het uitrijverbod voor de maand sep
tember. De Geldersche legt zich hier
ook niet bij neer.
Het generieke beleid, met als
doelstelling de ammoniakuitstoot
met 70% te verminderen is ak
koord, vindt het hoofdbestuur. Maar
om met het hele akkoord in te stem
men moet op een aantal praktische
punten bijstelling plaatsvinden en is
praktisch onderzoek noodzakelijk.
Zo is nog steeds niet duidelijk wat
de gevolgen van een fosfaatarm
voer op de gezondheid van dieren
zal zijn. Het hoofdbestuur van de
Geldersche gaf aan, gezien de gelui
den uit de achterban, er niet vreemd
van op te kijken wanneer groepen
contact zouden zoeken met verge
lijkbare actiegroepen uit Brabant om
gezamenlijk de besluitvorming over
de 3e fase mestbeleid te proberen
te beïnvloeden.
In november komt de notitie Mest
een Ammoniakbeleid Derde Fase in
de Tweede Kamer aan de orde. De
politiek gaat dan zeer ingrijpende
besluiten nemen voor de agrarische
sector. Het zou wel eens kunnen,
dat er veel animo bestaat om dit
proces in de Tweede Kamer te
volgen.
D.J. VAN DER HAVE B.V. 4420 AA KAPELLE
De landelijke topcursus van Agra
management en Scholing voor on
dernemers en bedrijfsleiders in land
en tuinbouw start deze winter op
nieuw. De cursus Modern Agrarisch
Ondernemerschap (MAO) heeft als
doel het ontwikkelen van het totale
bedrijfsmanagement.
In de cursus MAO staan de eigen
Ir. D. Vergunst is per 15 oktober a.s.
benoemd tot waarnemend directeur
Landbouw, Natuur en Openluchtre
creatie in de provincie Utrecht. Zijn
benoeming vloeit voort uit het over
lijden van ing. K. Wassenaar vorige
maand. De heer Vergunst is reeds
directeur LNO in de provincie Gel
derland. Het besluit tot het benoe
men van een waarnemend directeur
houdt verband met het nu lopende
onderzoek naar de gewenste struc
tuur van het regionale apparaat van
het ministerie van Landbouw, Na
tuurbeheer en Visserij.
sterke en zwakke kanten van de on
dernemer en de directe vertaling er
van naar het eigen bedrijf centraal.
Er wordt gewerkt met korte inleidin
gen en praktijkgerichte oefeningen.
Daarnaast wordt getracht een geva
rieerde groep cursisten samen te
stellen, afkomstig uit diverse gebie
den van het land en uit verschillen
de bedrijfstakken.
Per cursus kunnen maximaal 16
personen deelnemen. Dat kunnen
zowel mannen als vrouwen zijn, met
tenminste vijf jaar ervaring als on
dernemer of leidinggevende in de
land- en tuinbouw en minimaal der
tig jaar oud. De trainingen worden
centraal in Nederland gegven, één
in periode oktober/november (start
7 oktober) en twee in de periode ja
nuari/februari. De cursus duurt
twaalf dagen, verspreid over zes
2-daagse bijeenkomsten en kost
f 1.650,— (incl. overnachting).
Voor nadere informatie of opgave
kunt u zich wenden tot mevrouw A.
Kempenaar AOC Flevoland, afdeling
Agramanagement en Scholing, De
Balkan 20, 8303 GZ Emmeloord,
tel. 05270-12455, fax
05270-13328.