ktiik
n
Waterhuishoudingsplan
maakt de boer niet vrolijk
'Superkwaliteit' onhaalbaar door natte nazomer
VELDBUEENKOMST
CICHOREITELERS
"De politiek solt, de boer dolt"
Wetenschapper op
bedrijfsbezoek (2)
VRUDAG 24 SEPTEMBER 1993
Water houdt de gemoederen nogal
eens bezig. Soms hebben we te
weinig, soms genoeg, en meestal te
veel zoals nu weer eens het geval is.
Maar ondanks de overvloedige re
gen en vooral dankzij een goede en
diepe ontwatering hopen we hier in
het WEST ZEEUWS VLAAMSE
weer snel aan de slag te kunnen.
Generaties lang al staat of valt een
goede oogst met het goed functio
neren van het waterafvoer systeem,
de hoeksteen van onze bedrijven.
Nu wordt er de laatste tijd nogal
gewrikt aan deze hoeksteen. Na
tuurbeschermingsorganisaties heb
ben er zo hun kijk op, de overheid
heeft bepaalde doelstellingen om
schreven in het NMP-plus, de derde
nota waterhuishouding en de vierde
nota over de ruimtelijke ordening. En
zo meteen krijgt de doorsneeburger
middels zitting in het waterschaps
bestuur ook de kans om invloed uit
te oefenen. Al met al wordt het er
voor de boer, die zijn mager belegde
boterham moet proberen te verdie
nen op de al dan niet droge akkers,
niet eenvoudiger op om zijn belan
gen naar voren te brengen.
Onze provincie doet daar nog een
schepje bovenop met het water
huishoudingsplan, weer een pak pa
pier op ons bureau waarop inspraak
gepleegd kan worden. Uw praktijk
schrijver en diverse collega's heb
ben de moeite genomen schriftelijk
middels de inspraakprocedure hun
belangen te verdedigen, hetgeen re
sulteerde in het thuisgestuurd krij
gen van een volgend pak papier, te
weten de memorie van antwoord.
Na het doorworstelen van dit stuk
was ik niet vrolijker geworden, het
plan is naar aanleiding van de in
spraak vrijwel niet gewijzigd en aan
gevoerde problemen worden op
andermans bord geschoven. Zo
schuift men het probleem van
slecht toegankelijke sloten die niet
meer chemisch mogen worden on
derhouden, doodleuk op het bord
van het waterschap, hoeft geen ver
goeding betaald te worden aan de
boer die wegens peilverhoging zijn
drainage slechter ziet functioneren
(tot 15 jaar oude drainage wordt wel
vergoed, dus adviseert men de be
trokken instanties te wachten met
peilverhoging tot de drainage van de
boer 15 jaar oud is en dus vanuit de
ambtelijke optiek "afgeschreven"),
en vindt men ondieper draineren
heel goed mogelijk. Door de onder
linge drainafstand te verkleinen
wordt eenzelfde ontwateringsdiepte
bereikt, weet men ons te melden,
reken maar dat de verdubbeling van
aanlegkosten op de boer z'n bord
wordt geschoven.
Nu zal het laatste woord over dit
waterhuishoudingsplan nog wel niet
gezegd zijn, en zullen we maar ho
pen dat onze belangenorganisaties
nog recht kunnen breien wat krom
is. Intussen schijnt de zon en wor
den er alweer volop bieten gerooid,
begint een enkeling in de aardappels
en in de bruine bonen. Maar we zul
len ons moeten realiseren dat er
naast het gebruikelijke werk steeds
meer werk zal gemaakt moeten
worden van het verdedigen van on
ze belangen, hoe frustrerend het
soms ook is, want zwijgen is
toestemmen hier in Nederland en
als we deze taak volledig overlaten
aan onze belangenbehartigers denk
ik dat we te weinig zullen bereiken.
Het is behoorlijk nat in onze contrei
en. Doch wat dat betreft zal het in
het LAND VAN AXEL niet anders
zijn dan elders. Hoewel het erop
lijkt, dat we nog niet eens zoveel re
gen gehad hebben als in andere de
len van Zeeuws-Vlaanderen. Het
volksgezegde "Regent het op Sint
Pieter enz.enz." lijkt dit jaar geen
loos verhaal te zijn. De zes weken
die hier in het geding zijn, zijn ruim
schoots voorbij.
Overigens hebben we tijdens de
graanoogst wel gelegenheid gehad
om tussen de buien door het gewas
te oogsten. Dat geldt ook voor de
pootaardappelen. Doch nu zit het
fout. Er is zelfs sprake van geweest
dat de suikerfabrieken zonder aan
voer zouden komen te zitten. En
wanneer het weer niet vlug om
slaat, is dat ook zo met de fabriek
die cichorei verwerkt. Stagnatie be
tekent opschuiven verder hét najaar
of de winter in. En dat komt de te
lers niet van pas, maar het heeft
ook een negatieve invloed op het
rendement van de fabrieken en
Op de foto: een veldbijeenkomst op een cichoreiperceel in Zeeuws-
Vlaanderen
Cebeco-Zuidwest verzorgt in op
dracht van Benuline Nederland B.V.
de teelttechnische begeleiding van
cichoreitelers in het Zuidwesten. De
afgelopen weken werd in de diverse
regio's de derde veldbijeenkomst
gehouden. Belangstellende telers
bezochten het in de regio aangeleg
de rassen proefveld. Naast de mo
menteel gebruikte rassen waren
daar een aantal veelbelovende nieu
we rassen te zien. Van elk ras waren
monsters genomen om de verschil
len in wortelvorm en vertakking te il
lustreren. Naast de
rassenontwikkeling werden aktuali-
teiten in de cichoreiteelt toegelicht,
zoals de gewasbescherming en de
planning voor de campagne
Met de overvloedige hoeveelheid
neerslag van de laatste weken lijkt
1993 geen jaar te worden dat te
rangschikken is onder de droge ja
ren. Er zouden zeker al veel aardap
pelpercelen gerooid zijn in
ALTENA-BIESBOSCH als het weer
geen spaak in het wiel gestoken
had. Laten we hopen als de echte
herfst aanbreekt, dat er nog goed
boerenweer in het vat zit.
Het prijzenklimaat is al treurig ge
noeg, daar hebben we "het opkik-
kertje" van Lubbers niet voor nodig.
Hij beweerde dat de boeren wat al
te gemakkelijk het kopje er bij laten
hangen. "Zij hebben het altijd gered
in het verleden en de aanpakkers
zullen het wel weer redden", is zijn
filosofie. Het is ondenkbaar dat er
nog akkerbouwers zijn, die de uitla
tingen van deze voorstander van de
afbraak der graanprijzen niet kwalijk
zullen nemen.
Voorlopig zullen we het moeten
doen met de moeilijk voorspelbare
wet van vraag en aanbod, waarbij
de handel in veel gevallen een kwa
lijke rol speelt in de neergaande lijn
der prijzen. Ook de coöperatieve af
zetkanalen zorgen voor ontgooche
ling en ook mismanagement in
commerciële aanpak, waarbij het
belang der leden in een aantal geval
len ver te zoeken is. Het drama
"Van Engelen Zaden", nu Cebeco, is
bij veel boeren in onze regio in het
verkeerde keelgat geschoten. Dit
muisje zal zeker een lange staart
krijgen wat de naam Cebeco geen
goed zal doen.
De Franse boerenakties hebben
meer kans op gehoor bij hun rege
ring aldaar in vergelijking met de
Nederlandse regering, toen er hier
akties waren. Dit vanwege het feit
dat de Franse regering meer boeraf-
hankelijk is dan - naar de politiek
hier aanneemt - onze regering is.
Dat wij sympatiseren met de onte
vreden Franse boeren is overduide
lijk, omdat ook wij vinden dat het
huidige beleid de totale agrarische
sector onderuit haalt. Een verliesge
vende exploitatie van de bedrijven,
uitgezonderd nog de melkveehou
derij, is hiervan het gevolg. De adder
onder het gras voor onze landbouw
zou wel eens gelegen kunnen zijn in
het feit dat de Franse boeren extra
toeslagen van de Franse regering
toegeschoven krijgen en hiermee de
concurrentievervalsing volop
toeslaat ten nadele van de onderne
mers in de andere lidstaten. De goe
de bedoelingen ten spijt van de
Akkerbouw vakbond en de andere
organisaties, zullen hier weinig in
vloed op kunnen uitoefenen om dit
kwaad te doen keren.
Een terugblik op de graan-,
graszpad- en andere oogsten be
vestigt dat de opbrengsten boven
het gemiddelde der laatste jaren lig
gen. Echter de top van 10 en 11 ton
graan was zeker niet voor iedereen
weggelegd. De gemiddelde op
brengsten, zowel regionaal als lan
delijk, geven veel lagere
opbrengsten te zien, wat betekent
dat de opbrengsten die beneden het
gemiddelde lagen enkele tonnen per
ha lager zijn dan 10 ton. De boeren
die dit als resultaat hadden, hoor je
daar maar zelden over spreken.
De laatste weken is er weer volop
dierlijke mest aangevoerd en uitge
reden op de akkers. De kosten hier
van zijn in vergelijking met andere
kosten laag te noemen. Je kan je
overigens afvragen of de opbrengst-
verbeterende invloed niet averechts
werkt op het marktmechanisme in
de wet van vraag en aanbod. Nieu
we rassen hebben hetzelfde effect
als er sprake is van overproduktie.
De vicieuze cirkel blijft ronddraaien
bij het beheersen van kosten en op
brengsten. De boer als individu
heeft niet veel andere keuze dan in
deze maalmolen mee te draaien en
mogelijk nog wat krenten uit de pap
te vissen. Het devies is: als de boer
boer wil blijven zal hij moeten blijven
werken aan morgen!
komt uiteindelijk onze portemon
nees niet ten goeda
Met zo'n nazomer is het ook moei
lijk om aan de zo aangeprezen top
kwaliteit te voldoen. Bukman ziet
dat als de overlevingskans voor de
akkerbouw en andere sektoren, al
thans dat zegt hij. Als we dan nu
eens om ons kijken en we zien de
bruine bonen als mest zo zwart in
het zwad liggen, dan blijkt er van
kwaliteit geen sprake meer te zijn.
Hetzelfde verhaal gaat ook op voor
de uien, ook hier is de kleur eraf. Be
ter weer hebben we hard nodig,
want er is nog enorm veel werk te
doen. Er staan nog veel bruine bo
nen in de grond. Er zijn veel teunis
bloemen gemaaid, maar er zijn er
nog geen gedorsen en er liggen nog
enorm veel uien op de grond. De tijd
om consumptie-aardappelen te rooi
en begint ook aan te breken. De
vroege rassen, zoals Turbo, Impala,
Ukama aa. zijn grotendeels al
gerooid.
Intussen wordt de malaise in de to
tale agrarische sector steeds duide
lijker voelbaar. Links en rechts
stoppen er collega's en gaan ergens
anders werken. Of de vrouw neemt
een baantje, indien mogelijk. En
waarschijnlijk zouden er veel oudere
collega's mee stoppen als ze de
grond of het bedrijf maar kwijt kon
den tegen een redelijke prijs. In onze
regio heeft nu ook een tweede,
reeds jaren bestaande, aardappel-
handel bekend gemaakt haar aktivi-
teiten te beëindigen. Twee
gerenommeerde zaken die in een
tijdsbestek van twee jaar gaan stop
pen zijn een teken aan de wand dat
het met de "patatten" goed fout
zit.
Maar ook veehandelaren zien hun
omzet teruglopen. Ook zij merken
dat steeds meer boeren gedwongen
door de aangescherpte milieu-eisen
hun vee op ruimen. De varkenshan
delaren kunnen als gevolg van de
slechte biggenprijzen en de milieu-
en gezondheidsmaatregelen de klei
nere bedrijven uit hun adressenlijst
schrappen. Wellicht kunnen we on
der de klagers ook de landbouwme-
chanisatiebedrijven rekenen. Want
wie koopt er nog nieuw materiaal?
Doch daar staat wel tegenover dat
er voor deze bedrijven steeds meer
werk aan (achterstallig) onderhoud
komt.
Maar ook bij de landelijk bekende
coöperaties heeft de landbouwcrisis
zijn weerklank. Reorganisaties zijn
aan de orde van de dag. Onlangs
nog bij Coveco, Cehave, Cebeco-
Zaden en bij de ZPC om er enkele te
noemen. Maar ook in eigen streek:
de samenvoeging van de mechani-
satiebedrijven van Cebeco en CHV
tot Samec. En ook in eigen streek
mogelijk volgend jaar geen Cebeco
Zuidwest meer, maar dan CZAV. Of
wordt het misschien mogelijk in de
toekomst CHAV?
Twee weken later, wederom op een zonnige maandagochtend (en dat
terwijl het de voorgaande week continu heeft geregend), probeert
dr.ir. K.O.P. in 't Zand het opnieuw. Het bedrijfsbezoek bij boer Smalle-
gange is hem niet goed bevallen. "Die man snapte het echt niet",
denkt de wetenschapper op weg naar boer Kodde, "zo sterk van de
boekjes afwijken, dat kan toch niet in deze tijd. Ik hoop dat boer Kodde
iets meer van deze tijd is".
Een half uur later arriveert hij op het erf van boer Kodde. Hij aan
schouwt de bedrijfsgebouwen. Het huis en de schuur dateren uit het
begin van deze eeuw. Naast de schuur staat een vrij moderne aard
appelbewaarplaats. Boer Kodde treedt dr.ir. K.O.P. in 't Zand tege
moet. Na het gebruikelijke handen schudden, steekt de
wetenschapper van wal door te informeren naar het bouwplan van
boer Kodde "Ik heb eigenlijk een vrij traditioneel bouwplan" zegt
Kodde, "wintertarwe, zomergerst, suikerbieten, consumptie
aardappelen, graszaad en een beetje pootgoed. Pootgoed teel ik al
leen voor eigen vermeerdering, om kosten te besparen".
"En u sorteert het pootgoed zelf" vraagt de wetenschapper. Boer
Kodde knikt bevestigend. "Maar dat is dan toch zeer onrendabel om
die sorteermachine alleen voor een paar ha pootgoed te gebruiken.
Het zou toch veel zinvoller zijn om dan ook pootgoed voor de markt
te gaan telen" stelt dr.ir. K.O.P. in 't Zand. "Ik heb niet zoveel vertrou
wen in de pootgoedmarkt, die lijkt overvol te raken. Maar ik gebruik
de sorteerinsta/latie ook voor een deel van de consumptie
aardappelen. In de wintermaanden ben ik veel tijd kwijt aan het sor
teren van de consumptie-aardappelen. Die lever ik in een paar maten
af aan een aantal grossiers. Op die manier voeg ik een beetje waarde
toe aan de aardappelen".
De wetenschapper wil weten of het zelf sorteren van consumptie
aardappelen een lonende activiteit is. "Als ik de hogere prijs die ik
voor de gesorteerde aardappels ontvang, omreken in een uurloon,
dan heb ik een uurloon van een kleine 10 gulden". "Dus het is een
activiteit die niet lonend is", stelt dr.ir. K.O.P. in 't Zand vast. 'Zuiver
bedrijfseconomisch gezien is het inderdaad geen lonende activiteit",
antwoordt Kodde, "maar zo moet je niet redeneren. Kijk, ik heb niet
de mogelijkheid om in diezelfde tijd ergens anders voor een normaal
uurloon te gaan werken. En ik kan dan wel thuis gaan zitten, maar
dat levert helemaal niets op. Door zelf te sorteren verdien ik tenminste
iets". Dr.ir. K.O.P. in 't Zand kan een dergelijke rekenwijze niet vatten:
"Wie werkt er nou voor minder dan een tientje per uur. Enfin, laat ik
maar van onderwerp veranderen".
Ze lopen de schuur in, waar boer Kodde zijn machinepark toont. Vol
verbazing aanschouwt de wetenschapper de oude 1-rijïge bietenrooi
er. Voordat hij er iets over kan opmerken, zegt Kodde: "Tja, het is een
oud beestje, maar het werkt nog. De kwaliteit van de bieten is door
deze manier van rooien wel iets minder dan met die moderne rooiers,
maar dat weegt ruim op tegen de kosten die ik op de loonwerker
bespaar. Bovendien kan ik dan rooien op het moment dat het mij het
beste uitkomt. Zo ben ik van niemand afhankelijk". Ze praten nog wat
verder over de andere machines van boer Kodda Machines, die net
als de bietenrooier, niet echt modern genoemd kunnen worden. Boer
Kodde probeert keer op keer duidelijk te maken dat het kostenbespa
rende aspect voor hem zeer zwaar weegt. Dr.ir. K.O.P. in 't Zand kan
de rekenwijze van Kodde echter keer op keer niet volgen. In de volle
overtuiging dat de logica van Kodde bedrijfseconomisch gezien kant
nog wal raakt, neemt hij afscheid. Twee ervaringen rijker, maar even
zovele illusies armer vertrekt hij op weg naar zijn kantoor.
Han Wiskerke