küi, Van het KNLC
Commotie over pachtnormen
KNLC
Structuurversterking
land- en tuinbouw nodig
NIEUW KANTOOR IN WAGENINGEN
Twijfels over juridische
procedure pachtnormen
1
VRIJDAG 27 AUGUSTUS 1993
Volgens mijn woordenboek bete
kent dat woord norm: maatstaf voor
onder andere getallen en fatsoen.
Beide toepassingen zijn op dit mo
ment bij pacht aan de orde. De
maatstaf voor getallen voor de
vaststelling van de individuele
pachtprijzen en de maatstaf voor
fatsoen als het gaat om de wijze
waarop men met die getallen
omgaat.
Met beide is, denk ik, iets aan de
hand als we kijken naar het Pacht-
normenbesluit, mede in relatie tot
de 'kan-bepaling inzake de doorbe
rekening van een deel van de water
schapslasten aan de pachter.
Hierover is momenteel nogal wat
commotie, die deels wel en deels
niet terecht is, afhankelijk van de
uitgangspunten. Laat ik beginnen
met te zeggen dat ik de hele gang
van zaken rond het ontwerp van
wet tot wijziging van de Pachtwet
en het Pachtnormenbesluit tamelijk
ondoordacht en soms zelfs onbe
hoorlijk vind. Het is moeilijk te ver
loochenen dat budgettaire
overwegingen bij de overheid een te
sterke invloed op de voorstellen
hebben gehad en dat lijkt mij ontoe
laatbaar. Er is veel te lichtvaardig
gehandeld en er is zeker onvoldoen
de geluisterd naar de alleszins rede
lijke argumenten van de
georganiseerde landbouw. Niet al
leen de ambtenarij, maar ook de po
litiek treft blaam. De Vaste
Kamercommissie heeft wel wat
gesputterd, maar is, zoals zo langza
merhand gebruikelijk, slaafs
gevolgd.
Waar draait het nu om?
De regering wil een pachtnorm die
is gebaseerd op netto twee procent
van de vrije verkoopwaarde van de
grond, terwijl de Waterschapswet
de mogelijkheid opent de pachter te
laten bijdragen in de water
schapslasten. Eigenlijk zijn dit, en
dat is van belang te constateren,
twee ontwikkelingen, die los van el
kaar staan. Over de wenselijkheid
van één en ander laat ik mij in het
bestek van deze bijdrage niet uit.
De problemen ontstaan als men de
gevolgen van de combinatie van de
ze twee zaken overziet. Het Pacht
normenbesluit bevat twee zaken die
in dit verband van belang zijn, na
melijk: 1. de stijging van de pacht,
als gevolg van het Pachtnormen-
besluit, mag maximaal vijftien pro
cent ten opzichte van de oude
normen bedragen; 2. als de huidige
pacht reeds hoger is dan de bedoel
de twee procent van de vrije ver
koopwaarde, behoeft er geen
verlaging plaats te vinden.
Over de waterschapslasten wordt in
dit verband niet gesproken en der
halve doemen er problemen op: ad.
1: in de oude pachtnormen zat zon
der twijfel een vergoeding voor de
door de eigenaar te betalen water
schapslasten. Als iemand nu ineens
vijftien procent verhoging plus 50
procent van de waterschapslasten
aan de eigenaar moet betalen, is de
moraal zoek. Het maximum van vijf
tien procent stijging zou volgens ve
ler "rechtsgevoel moeten worden
berekend over de van water
schapslasten opgeschoonde oude
pachtnormen;
ad. 2: op de kleigronden betaalt
men veelal reeds de nieuwe norm
en vaak zelfs meer dan dat en het
laat zich raden dat men de daarbo
ven verlangde 50 procent van de
waterschapslasten als een onredelij
ke verhoging van de lasten van de
pachter ervaart. De protesten en de
emoties laaien op en de roep om
een proefproces in deze wordt
voortdurend gehoord.
Wat is nu wijdheid?
Wel, ook aan dit probleem zitten
minstens twee kanten:
a. een juridische;
b. een politieke, of zo men wil een
morele.
ad. a. een gerechtelijke procedure is
weliswaar niet gehaal kansloos,
maar blijft hoe dan ook een kostba
re en lange weg, waarvan de uit
komst onzeker blijft. Veel hangt
uiteraard af van de formulering van
de rechtsvraag; maar in het begin
heb ik al gezegd dat het twee zaken
zijn die formeel los van elkaar kun
nen worden gezien. Recente be
schikkingen van de Centrale
Grondkamer geven ook weinig zicht
De Commissie Grondgebruik van
het KNLC vreest dat een gerechtelij
ke procedure een langdurige en
kostbare weg is om de wijziging van
het Pachtnormenbesluit ongedaan
te maken. Het is nog lang niet dui
delijk of een procedure kans van sla
gen heeft. De Commissie houdt het
er daarom op dat de weg via de po
litiek de beste is om de wijziging te
gen te gaan.
Als gevolg van de wijziging van het
Pachtnormenbesluit en de Water
schapswet krijgen vele pachters
met een forse verhoging van de
pachtprijs te maken. Met name de
mogelijkheid de pachter voor de
helft te laten bijdragen in de water
schapslasten veroorzaakt de ver-
op een positief resultaat van een ge
rechtelijke procedure. Terwijl juist de
Grondkamers in deze corrigerend
zouden kunnen optreden door mid
del van technische correcties.
Ad. b: moreel en politiek gezien is
de minister naar mijn gevoel toch
wel de fout ingegaan. De Kamer
commissie heeft dat weliswaar ook
wel zo aangevoeld, maar heeft er
nog niets aan gedaan. Het ware ge
wenst dat de politiek in dit geval
wat meer ruggegraat toont.
Het is daarom denk ik ook juist dat
op de Pachtersmanifestatie op 2
september in Dronten een appèl aan
de politiek wordt gedaan. Daar ligt
de bal en daar behoort de minister,
ook naar fatsoensnormen, te wor
den gecorrigeerd. Dronten is in het
hol van de leeuw. Ondanks het feit
dat domeinpachters de pacht wel
eens al te zeer als een belasting
maatregel van de overheid ervaren,
heben ze deze keer goede argumen
ten. Maar nogmaals, ik vrees dat
één en ander in het Pachtnormen
besluit duidelijk zo bedoeld was en
daarom, in ieder geval juridisch,
moeilijk te bestrijden zal zijn.
De opeprvlakkigheid druipt er vanaf.
In de Tweede Kamer zitten toch wel
mensen die verstand van en gevoel
voor pacht hebben en die ook nog
iets van 'normen' hebben meege
kregen? Of niet soms? Evaluatie en
bezinning is dringend nodig. Daarbij
moeten ook andere zaken als regio
nalisering en de aftrek voor produk-
tieomstandigheden etc. aan de orde
komen.
A. Berlagen
voorzitter Commissie
Grondgebruik KNLC
hoging.
De Commissie Grondgebruik vind dat
het onderzoek naar de slagings-
kans van een procedure wel door
moet gaan. Ondertussen moet een
ieder druk uitoefenen op de verant
woordelijke politici die nog iets kun
nen doen aan de verhoging van de
pachtprijzen. Volgens de Commissie
is onder andere de Pachtmanifesta-
tie in Dronten op 2 september een
goede gelegenheid om de politici te
laten weten dat de huidige pacht
prijsverhoging onbillijk is. "De
Pachtmanifestatie moeten we aan
grijpen om de politici met argumen
ten te bestoken. We moeten ons
daar vooral richten op deze water
schapslasten en bijzaken even ver
geten", aldus de Commissie.
In vrijwel alle agrarische sectoren
doen zich op dit moment grote moei
lijkheden voor. De moeilijkheden be
perken zich niet tot de primaire land
en tuinbouwbedrijvenmaar treffen
ook de agri-business (coöperaties).
De moeilijkheden zijn veroorzaakt
door structurele veranderingen in de
steeds opener wereldeconomie en
gewijzigde maatschappelijke opvat
tingen. In concreto vertaalt zich dit in
minder sturing, minder marktbe-
leidsmaatregelen, minder bescher
ming, meer markt, meer milieu en
individualisering. Door de veranderin
gen vindt er een wereldwijde herver
deling van de produktiesectoren
arbeid en kapitaal plaats.
De politieke bewegingen, het beleid
van de economische blokken EG,
NAFTA en ASSAN en de GATT-
onderhandelingen zijn pogingen om
meer grip op de ontwikkelingen te
krijgen. Het is echter de grote vraag
of de economie wel over mecha
nismen kan beschikken die een stu
ring aan het geheel kunnen geven.
De dynamiek van de arbeids- en ka
pitaalmarkt in de wereld is zo groot
en machtig dat ik daar grote twijfels
over heb. (De Franse nationale dollar
reserves omvatten b.v. 20 miljard ter
wijl er per dag in de wereld op de
geldmarkt 1000 miljard dollar wordt
verhandeld).
Niet teveel verwachten
De moraal van het bovenstaande is
dat we niet teveel van het nationale,
EG of wereldwijde beleid moeten
verwachten. Beleid kan en zal wel
een beperkt aantal randvoorwaarden
stellen. De Nederlandse land- en
tuinbouw zal nog meer dan voorheen
met een open wereldmarkt te maken
krijgen. Hierop heerst een felle con
currentie. De beleidsmogelijkheden
zijn dus beperkt. Een sociaal-
economisch en landbouwbeleid zijn
echter de enige mogelijkheden om
een zodanige sturing te geven dat de
concurrentiekracht en overlevings
kansen worden vergroot. Daarnaast
is het een verkeerde zaak dat er in
bepaalde opzichten een beleid wordt
gevoerd dat de toekomstmogelijkhe
den juist verkleint.
De eerder gesignaleerde wereldwijde
ontwikkelingen mogen geen argu
ment zijn om nationaal of in EG-
verband niets te doen en geen gat
meer te zien in de land- en tuinbouw
als economische activiteit. De voed
selvoorziening van de Europese be
volking en van de nog steeds snel
groeiende wereldbevolking (met een
explosieve welvaartsgroei in Azië) is
een uitdaging om volledig op de
markt van land- en tuinbouwproduk-
ten te blijven participeren. Zonder
een gezonde Europese agrarische ac
tiviteit zullen ook de kansen van de
Europese industrie en dienstverlening
op de wereldmarkt slechter worden.
Gezien de acute moeilijkheden in vrij
wel alle agrarische sectoren en de
structurele veranderingen van markt
en samenleving die daaraan ten
grondslag liggen, is een beleid ge
wenst dat zowel op de korte termijn
soelaas biedt. Dit beleid moet echter
ook een bijdrage leveren aan investe
ringen ten bate van aanpassingen in
verband met de structurele verande
ringen.
EG-beleid
Er is weliswaar veel kritiek te leveren
op het gewijzigde EG-
landbouwbeleid. Maar in eerste in
stantie zal vooral gestreefd moeten
worden naar verbetering van het nu
bestaande beleid. Verdere verdrin
gingseffecten a/s gevolg van het
graanprijsbeleid moeten worden te
gengegaan.
Dit betekent het volgende: voor het
seizoen 1994/1995 moet de hectare
toeslagen voor graan en de braakpre-
mie zodanig verhoogd worden dat er
een volledige compensatie wordt ge
geven voor de prijsdaling van de af
gelopen jaren; ook de stierenpremies
moeten zodanig worden vastgesteld
dat er een volledige compensatie
wordt gegeven. Verder een heroriën
tering van de Europese landbouw-
produktie met een gericht stimuleren
van de bio brandstoffen en non-
foodprodukten; een EG-
landbouwpolitiek en standpuntbepa
ling in de GATT-onderhandelingen
waarbij rekening wordt gehouden
met de produktie-omstandigheden
en potenties van de EG en de export-
noodzaak naar de wereldmarkt; een
zodanig agro-monetair beleid dat de
open markt gehandhaafd blijft maar
de onderlinge concurrentieverhou
dingen niet worden verstoord. Dit
laatste houdt in (tijdelijke) compense
rende EG- of nationale maatregelen
ten behoeve van de agrarische sector
in landen met een sterke munt.
Nationaal beleid
In het nationale beleid zal meer reke
ning moeten worden gehouden met
het vergroten van de concurrentie
kracht van de primaire sector en de
agri-business. Een duurzame land- en
tuinbouw moet daarbij voorop blijven
staan maar die is alleen mogelijk als
de producenten onder sociaal-
economisch verantwoorde omstan
digheden ondernemer kunnen zijn.
Randvoorwaarde daarbij is dat wet
en regelgeving op allerlei gebied (be
lastingen, ruimtelijke ordening, mi
lieu) niet afwijken van de Europese
maat. Dit is in ons land nu vaak wel
het geval waardoor er onnodige in
vesteringen moeten worden gedaan
die de overlevingskansen van de be
drijven ten onrechte verminderen.
Ook worden heffingen opgelegd die
het inkomen aantasten en zijn er fis
cale en sociale lasten die de optimale
inzet van grond, arbeid en kapitaal
verminderen.
Daarom pleit ik op nationaal niveau
voor: temporisering tot Europees ni
veau van het milieu- en ruimtelijke or
deningsbeleid; voorrang voor
milieumaatregelen met de geringste
investeringen en het hoogste rende
ment; een realistisch milieubeleid;
een effectieve, snelle uitvoering van
het vergunningenbeleid zonder
kosten; drastische verlaging van de
gemeentelijke heffing; geen extra be
lastingheffing op energie en water;
voldoende overheidsbijdrage in ver
betering van de structuur (wegen,
watertoe- en afvoer, energie); geen
herinvoering van een grondbelasting;
afschaffing van vermogensbelasting
en overdrachtsbelasting; verlaging
van de loonkosten ten behoeve van
onderzoek, produktieontwikkeling en
voorlichting; verlaging van de loon
kosten handmatige arbeid; verhoging
van de zelfstandigenaftrek analoog
aan verhoging van het arbeids
kostenforfait werknemers; meer mo
gelijkheden voor vervroegde
afschrijving; verhoging van de inves
teringsaftrek; volledige nationale
doorvoering van het EG-
structuurbeleid en de begeleidende
maatregelen van de EG-
landbouwhervorming. Dit geldt met
name voor die maatregelen waarvoor
een nationale aanvullende financie
ring vereist is.
Snel
Voor bedrijven en gezinnen in drei
gende of dringende financiële moei
lijkheden is een snelle en effectieve
uitvoering van de BZ en BE
maatregelen nodig. Het is nodig dat
concreet en precies wordt aangege
ven waar in de praktijk onnodige ver
tragingen en/of onvolledige
uitvoering van de bestaande regelge
ving plaatsvindt. Daar waar nodig
moet de regelgeving worden aange
past. Er moeten voldoende mensen
zijn om de regelgeving uit te voeren.
De banken zullen daar waar mogelijk
een soepel beleid moeten voeren als
het gaat om tijdelijke moeilijkheden.
Er moet voor bedrijfsbeëindiging en
de daarbij behorende nazorg vol
doende voorlichtingspersoneel be
schikbaar zijn.
Dam Jaarsma
algemeen secrterais KNLC
Dit is het kantoor waar de ZMO op 1 januari a.s. haar intrek gaat nemen. Het is gevestigd op het Agro
Business Park 72 te Wageningen. Het personeel van de Geidersche Mij. van Landbouw is inmiddels naar
het nieuwe kantoor verhuisd. Het kantoor aan het Stationsplein in Arnhem is door de Geidersche verlaten.
Vanaf donderdag 27 augustus j.l. luidt het nieuwe adres van de Gelderse Mij. van Landbouw:
Agro Business Park 72, 6708 PW Wageningen, tel 08370-79672, fax 08370-79673.
De kantoorruimte op het Agro Business Park wordt gehuurd. Het is de bedoeling dat te zijner tijd een
nieuw pand voor de ZMO wordt gebouwd op hetzelfde bedrijventerrein. In dat gebouw zal dan tevens
het regiokantoor Gelderland worden ondergebracht.