Tijdsbeeld van een
woelige periode
Tussen gevestigde orde en aktiegroep
Y: Y
Toen de aardappels nog met de hand werden geraapt... (Foto archief ZLM).
Vroeger was het dorp de wereld, tegenwoordig is de wereld een dorp. Wat
de landbouw in Zeeland en Brabant op de weg van "dorp naar wereld" te
genkwam staat boeiend beschreven in het ZLM-jubileumboek Werken aan
morgen". Journalist/publicist Kees Cijsouw, geboren en getogen in Zeeland,
laat 150 jaar ZLM in duidelijke boerentaal aan het lezersoog voorbijtrekken.
Het boek "Werken aan morgen" is niet de eerste geschiedbeschrijving van
de ZLM. In 1946 verscheen het standaardwerk "Geschiedenis van den
Zeeuwschen Landbouw en de Zeeuwsche Landbouw Mij" van de hand van
prof.dr. P.J. Bouman. Door de oorlog kwam dit indrukwekkende werk drie
jaar na het 100-jarig bestaan van de ZLM van de pers. De geschiedenis van
de Noord-Brabantse Mij. van Landbouw is beschreven in 1951 door P.J. van
Loon. En in 1968 - het jaar van de fusie van de Zeeuwsche en Noord-
Brabantse Landbouwmaatschappij - verscheen de Kroniek van A. Korte-
weg, een chronologische weergave van het reilen en zeilen van de beide
maatschappijen tussen 1944 en 1968.
Het nu verschenen boek is met geen van zijn voorgangers te vergelijken. En
dat niet alleen omdat nu ook de laatste 25 jaar van de ZLM beschreven zijn,
maar ook omdat nooit eerder de ZLM en de landbouw in een zo breed
maatschappelijk perspectief geplaatst werden als in dit boek het geval is.
"Werken aan Morgen" laat haarscherp zien hoe de ZLM in Zeeland en de
NBML in Brabant mee veranderden met de wereld om hen heen en hoe hun
plaats en invloed in de maatschappij zich ontwikkelde. "Jaren heeft het ge
duurd voor organisaties als de Zeeuwsche Landbouw Maatschappij en de
Noord-Brabantse Mij. van Landbouw de boer stem hebben helpen geven in
het maatschappelijk verkeer. Decennia lang is die stem vervolgens over
heersend geweest. Sinds een aantal jaren is de rol van de agrarische be
drijfstak op het maatschappelijk speelveld sterk teruggedrongen". Aldus vat
Cijsouw in zijn inleiding dit boeiende proces samen.
De ZLM in haar relatie tot de maatschappij gaf aan Cijsouw de gelegenheid
een relaas te schrijven, dat niet alleen de boeren, maar een veel breder pu
bliek aanspreekt. "Werken aan morgen" is behalve een stukje boerenge-
schiedenis ook een beeld van de woelige tijd tussen 1843 en 1993, een tijd
waarin zich revolutionaire veranderingen voltrokken, niet in het minst in
zuidwest-Nederland.
De oprichting van de ZLM in 1843
was een teken dat de boerenstand
een vuist wilde maken. Een kla
roenstoot tot zelfbewustzijn,
schrijft Kees Cijsouw in het jubi
leumboek "Werken aan Morgen". In
de eerste algemene ledenvergade
ring van de ZLM in juni 1844 zegt
voorzitter en mede-oprichter C. Vis
dat de boerenstand "uit de tredmo
len van de sleur" moet worden
gehaald.
Op een levendige manier beschrijft
Cijsouw hoe uit de Zeeuwse Com
missie voor de Landbouw de ZLM
groeide. Het waren zoals bekend
niet alleen boeren die de stoot tot
de oprichting gaven. In Zeeland zijn
Cornelis Vis en I.G.J. van den Bosch
bekende namen uit de eerste jaren
van de ZLM. Vis was grootgrondbe
zitter en zoon van een vice-
admiraal, Van den Bosch was zijn
vader opgevolgd als direkteur van
de Wilhelminapolder.
In Brabant verliep de "bevalling"
wat moeilijker. Alle regionale land-
bouwcommissies probeerden het
heft in handen te houden. Pas in
1881 toen de ZLM al bijna 40 jaar
bestond kreeg de Noord-Brabantse
Mij. gestalte dankzij inspanningen
van v.d. Mortel, Jansen, Sassen,
Van der Burgh en anderen.
Vooralsnog trokken de boeren in
Zeeland en Brabant zich weinig aan
van de "pep-talks" van hun voor
mannen. Ze hadden genoeg aan de
alledaagse zorgen en wilden het
liefst alles bij het oude laten. Tegen
die behoudzucht en onverschillig
heid moesten de landbouwvoor-
mannen opboksen. Ze deden dat
met tentoonstellingen en de
monstraties en door zich in te zet
ten voor landbouwonderwijs.
Hogere versnelling
In de laatste 30 jaar van de vorige
eeuw schakelden de boeren over op
een hogere versnelling en verlegden
hun horizon. Ze waren daartoe ook
wel gedwongen omdat goedkoop
Amerikaans graan Europa over
spoelde en de landbouw in een die
pe crisis stortte De klap kwam in
zuidwest-Nederland extra hard aan,
omdat ook de meekrapteelt op haar
retour was. Gelukkig diende zich
snel een nieuwe teelt aan: de suiker
biet. In Brabant had de bietenteelt al
eerder zijn intrede gedaan. In Zee
land moesten de boeren aanvanke
lijk niets hebben van deze
nieuwigheid, maar daar kwam ver
andering in toen de suikerfabrikan
ten met vaste voorschotten over de
brug kwamen. Al snel was er geen
Zeeuwse boer meer, die geen bieten
teelde. Uit die tijd stammen ook de
coöperatieve suikerfabrieken, waar
van in Sas van Gent in 1900 de eer
ste ging draaien.
Terwijl in Zeeland de ZLM aan
macht en aanzien won, kreeg de
Noord-Brabantse zusterorganisatie
het moeilijk door de opkomst van de
NCB. Onder druk van Rome kwam
de katholieke emancipatie ook in de
landbouw op gang. En hoel Geen
enkele samenwerking bleek moge
lijk. De NBML verloor haar katholie
ke voorzitter jhr. Jos de la Court. In
Zeeland sloegen de golven van de
nieuwe tijd minder hoog. De ZLM
was hier al zo sterk verankerd, dat
de opkomst van CBTB en NCB geen
bedreiging vormde De ZLM groeide
Zij ging net als de NBML een eigen
blad uitgeven, begon een boek-
houdbureau en opende uiteindelijk
in 1917 een eigen kantoor op de
Grote Markt in Goes.
De tijd rond de eeuwwisseling en de
jaren daarna was de tijd van schrij
nende armoede onder de arbeiders
bevolking. De boeren daarentegen
ging het beter, sommigen zelfs heel
goed. Het gebruik van kunstmest
nam hand over hand toe en in Bra
bant begon de opmars van de inten
sieve veehouderij. Vooral na de
eerste wereldoorlog kende de land
bouw een bloeiperiode De ZLM
Manifestaties in die jaren getuigden
er van.
Interbellum
In de periode tussen de beide we
reldoorlogen drukten twee mannen,
ieder in hun eigen gewest, een
stempel op de organisatia In Zee
land was dat mr. P. Dieleman, in
Brabant P.M. Sneep. Ze stonden bei
de aan het roer in een woelige tijd:
de crisis van de dertiger jaren en de
opkomst van het nationaal-
socialisma Dieleman was een boe
renzoon uit Axel. Een joviaal en
strijdbaar man, die in het provinciaal
bestuur als AR-vertegenwoordiger
een dominante positie innam.
Sneep wordt omschreven als een
man van weinig woorden, maar
groot gezag. Dieleman kwam na de
tweede wereldoorlog niet terug, hij
koos voor samenwerking met de
bezetter en de NSB. Een keuze
waarin hij door de meerderheid van
het bestuur niet gesteund werd. In
Brabant was het al meteen een uit
gemaakte zaak dat er niet met de
Duitsers werd samengewerkt. Zo
wel de ZLM als de NBML legden
hun aktiviteiten gedurende de oor
logsjaren stil. Sneep kwam na de
oorlog als voorzitter in Brabant
terug.
In Zeeland nam in 1945 ir. M.A.
Geuze, landbouwer in Poortvliet, de
voorzittershamer van de ZLM in
handen. Hij was toen 28 jaar. Tot
1966 zou Geuze op krachtige wijze
leiding geven aan de ZLM. Hij was
de eerste praktische boer, die voor
zitter van de ZLM werd. In zijn pe
riode bracht de mechanisatie de
landbouw in een ongekende
stroomversnelling. Paarden werden
nostalgie
Niet alle boeren konden de verande
ringen bij benen. "Bij mijn grootva
der kwamen de bieten nog alleen
op, maar tegenwoordig groeit er
met elke pee een Wageninger mee",
vertrouwde een boer toe begin jaren
zestig aan ZLM-secretaris mr. F.J.G.
Schlingemann.
Buiten de landbouw traden er ra
zendsnelle veranderingen op in
zuidwest-Nederland. Ze lieten het
boerenleven niet onberoerd. Het
Deltaplan kwam in uitvoering, de in
dustrialisatie rukte op, veel landar
beiders vonden werk in de
Rotterdamse haven, de toerist ont
dekte Zeeland en kwam de rust op
het platteland verstoren, chemiereu
zen streken neer in het Sloegebied,
Shell vestigde zich in Moerdijk. De
opmars van steen en staal werd in
boerenkring met argwaan bekeken.
Eerste milieugroep
De landbouw ontpopte zich als eer
ste milieu-aktiegroep. Gaandeweg
kwam er support van aktiegroepen
en een ontluikende milieubeweging.
"Jeremieren, terwijl de eerste
schoorsteen nog nauwelijks
brandt", zei provinciebestuurder
A.J. Kaland. Op de algemene verga
deringen van de ZLM, waar destijds
nog "Toute Zélande" naar toe
kwam, was de industrialisatie vele
malen onderwerp van gesprek. In
tussen brokkelde de macht van het
Boeren en kooplieden voor het beursgebouw op de Goese Markt,
waar tot in de jaren zestig het agrarisch hart van Zeeland klopte en
ook de ZLM gevestigd was. (Foto archief ZLM).
"Groene Front" af. Natuurbehoud
won veld. Het zijn jaren waarin het
makkelijker is een boer van zijn hof
dan een meeuw van zijn nest te ver
drijven, aldus een citaat van voorzit
ter ir. J. Prins, die Geuze was
opgevolgd.
In prachtige volzinnen beschrijft Cij
souw het tot nu toe onbeschreven
blad van de aktuele geschiedenis
van de landbouw en de plaats van
de ZLM daarin. Het gaat dan over
de jaren zeventig en tachtig. Terwijl
de veehouders hun achterstand op
de akkerbouwers meer dan goed
maken, stijgen de landbouwover
schotten in Europa onrustbarend
snel. De akkerbouw komt in verzet,
eerst in woorden, later ook met de
trekker op de weg. Cijsouw: "In de
periode onder leiding van ir. Geuze
kon op het boerenerf nog zonder al
te veel problemen arbeid door kapi
taal worden vervangen. In de
periode-Prins kreeg de boer in toe
nemende mate te maken met re
geltjes en ruimtelijke beperkingen.
In de periode van A.G.J. Doeleman
(1976-1986) stak voor de landbouw
de maatschappelijke tegenwind op.
En H.C. van der Maas, die in 1978
aantrad als voorzitter, ziet de hele
maatschappij over de bedrijfstak
heenrollen".
Ook de onderlinge solidariteit van
de boeren wordt steeds meer op de
proef gesteld. Terwijl de akkerbouw
de prijzen ziet wegzakken, mag de
melkveehouderij zich gelukkig prij
zen met de superheffing. De sterk
door de ZLM gestimuleerde om
schakeling in de akkerbouw komt
langzaam op gang. Bloembollen,
droogbloemen, hazelnoten en ande
re nieuwe gewassen gaan een be
scheiden plekje in het bouwplan
krijgen.
Naar één organisatie
De ZLM verandert driftig mee. In
1991 wordt het principebesluit ge
nomen om aan te koersen op één
organisatie samen met de Gelder-
sche Mij. en het Utrechts Landbouw
Genootschap. In dat jaar neemt de
ZLM haar intrek in het nieuwe Land-
bouwhuis aan de Cereshof in Goes.
"Decennia lang domineerde de
maatschappij aan de Grote Markt
van Goes het agrarisch centrum van
de provincia Aan het eind van haar
bestaan werkt de maatschappij van
uit een modern, efficiënt opgezet
kantoor aan de rand van de stad,
overvleugeld door de nieuwbouw
van haar dochter, Onderlinge Verze
keringen. Van het centrum naar een
hof. Om vanuit een meer beschei
den positie in een groter verband te
werken aan morgen; en overmor
gen", aldus besluit Cijsouw zijn
relaas.