Modelstudie eutrofiëring Veerse meer krijgt vervolg Kavelruil Noord-Brabant geprivatiseerd Met open ogen Beregeningsverbod goed nageleefd Praktijkexperiment peilverhoging Oudere lezers weten dat met kavel ruil in het verleden goede resultaten werden behaald voor land- en tuin bouw op het gebied van herverka veling van gronden. Kavelruil werd toen volledig gefinancierd door de rijksoverheid. Onder druk van bezui nigingen bij de rijksoverheid moest kavelruil worden gereorganiseerd. Sinds 2 oktober 1992 bestaat in Noord-Brabant de Stichting Stimu lering Kavelruil. Deze Stichting is een initiatief van het landbouwbe drijfsleven en de provincie. Ze heb ben dit gedaan omdat kavelruil ook in de huidige tijd nog altijd als een waardevol instrument wordt be schouwd voor de land- en tuin bouw, maar ook wel voor andere sectoren. De verwachting is dat in de huidige tijd het belang van kavel ruil nog groter gaat worden nu de slag om de ruimte alsnog toeneemt. Wat is kavelruil? Kavelruil is een vorm van landinrich ting op vrijwillige basis. Het aantal deelnemers bedraagt minimaal drie, maar het kunnen er ook meer zijn. Samen brengen de deelnemers grond in om te ruilen. Als daarbij wordt voldaan aan bepaalde voor waarden en de overheid gaat ak koord met de ruiling, dan worden diverse kosten in verband met de ruiling door de overheid vergoed. Wat kan met kavelruil worden bereikt? Voor veel landbouwbedrijven is de verkavelingstoestand nog steeds niet ideaal. Er valt her en der nog veel te verbeteren aan de huiskavel, de ligging van de veldkavels ten op zichte van de bedrijfsgebouwen en de vorm van de percelen. Door ka velruil wordt deze verbetering be trekkelijk snel en gemakkelijk gerealiseerd. De resultaten zijn be slist de moeite waard: verlaging van de kosten en dus een beter bedrijfs resultaat en meer doelmatigheid bij het dagelijks werk. In een kavelruil kunnen ook land bouwgronden uit natuur- en milieu- gevoelige gebieden betrokken worden. Op die manier kan beter aan de wensen voldaan worden, die er op dit gebied bestaan. Bij het rea liseren van de Ecologische Hoofd structuur zou kavelruil zelfs wel eens een zeer belangrijke rol kunnen gaan spelen. Kavelruil hoeft overi gens niet alleen tussen agrariërs on derling plaats te vinden. Er kan ook geruild worden met grondeigenaren als rijk, provincie, gemeenten, wa terschappen, drinkwatermaatschap pijen, etc. etc. Waarom is kavelruil zo aantrek kelijk? Als gevolg van de slag om de ruimte stijgt de gronddruk in grote delen van de provincie. Procedures om grond te verwerven en/of te ruilen worden steeds langer, ingewikkel der en kostbaarder. De relatief korte proceduretijd bij kavelruil, een kavel ruil kan in circa een half jaar zijn af gerond, maakt kavelruil voor belanghebbenden erg interessant. Vergelijk dit maar eens met een wettelijk landinrichtingsproject dat al gauw 20 jaar duurt. De financiële voorwaarden zijn meestal zo aan trekkelijk dat met zeer lage kosten belangrijke kavelruilen tot stand kunnen worden gebracht. Als u vandaag door kavelruil gron den hebt verworven, dan kunt u eventueel morgen deze gronden weer inbrengen in een nieuwe ka velruil. Op die manier komt u tot steeds betere bedrijfsverkaveling. Waar moet u op letten bij kavelruil? Maak de ruilen niet te ingewik keld. Met vijf mensen kan ge makkelijker overeenstemming worden bereikt dan met een gro tere groep deelnemers. Maak uw belangrijkste wensen duidelijk aan de andere deelne mers, respecteer eikaars wensen De agrariërs in Noord-Brabant heb ben zich dit jaar goed gehouden aan het verbod tot het beregenen met grondwater dat de provincie heeft ingesteld voor grasland. Dit is de al gemene indruk van politiemensen en toezichthouders in het veld. Zelfs in langdurig droge perioden bleven de installaties tijdens de uren dat beregenen verboden was buiten werking. Het provinciebestuur heeft vorig jaar voor het eerst een totaal bere geningsverbod ingesteld voor de maanden januari tot en met mei, terwijl in de maanden juni en juli al leen overdag - tussen 11.00 en 17.00 uur - niet mag worden bere gend. Het verbod werd vorig jaar plaatselijk nog massaal overtreden. Hiervan is dit jaar geen sprake ge weest. Er behoefde slechts inciden teel proces-verbaal opgemaakt te worden. De handhaving van het verbod is door politie en provinciebestuur ge zamenlijk uitgevoerd. Waar mogelijk werd de controle ondersteund van uit de lucht door een heli van de po litie of het ultra-light vliegtuig van de politieregio Brabant-Zuid oost. Het verbod op het beregenen met grondwater maakt deel uit van het anti-verdrogingsbeleid dat de pro vincie sinds enkele jaren voert. Ook aan grondwateronttrekkingen voor andere doeleinden, zoals openbare watervoorziening, industrie en bron malingen bij de bouw, worden door de provincie beperkingen opgelegd. Uit een recente evaluatie blijkt dat het beregeningsverbod wel enige besparing op het grondwater ople vert, maar dat nog steeds meer grondwater wordt opgepompt dan wenselijk is. Dat komt doordat er in Brabant veel meer beregening- sinstallaties blijken te zijn dan oor spronkelijk werd aangenomen. Aanvankelijk werd het aantal ge schat op 5.900. In de praktijk blijkt dat het om wel 10.000 installaties gaat. en zoek samen naar een oplos sing. Wees open en neem een flexibele houding aan. Zorg voor duidelijke afspraken onderling rond kavelruil (des noods schriftelijk), zodat later geen onenigheid kan ontstaan. Wat doet de Stichting Kavelruil? De Stichting Stimulering Kavelruil Noord-Brabant is op 2 juni 1992 op gericht door het Landbouwschap en de Provincie. De doelstellingen van de Stichting zijn: Kavelruil stimuleren en begelei den. De Stichting kan u behulp zaam zijn bij het ruilproces. Voorts kan de Stichting er voor zorgen dat de benodigde papie ren op de juiste wijze bij de over heid worden ingediend ter goedkeuring van de kavelruil overeenkomst. Voorlichting geven over kavelruil. Op verzoek van plaatselijke land bouworganisaties of groepjes agrarische ondernemers, kan voorlichting worden gegeven over de mogelijkheden (onmoge lijkheden) van kavelruil. Voor de uitvoering van de werk zaamheden is een coördinator van de Stichting Stimulering Kavelruil benoemd. Deze is op 1 oktober Moderne akkerbouwbedrijven hebben behoefte aan grote kavels die goed van vorm zijn en goed bereikbaar. Kavelruil kan hieraan bij dragen 1992 met zijn werkzaamheden be gonnen. Wat kost kavelruil? Wordt een kavelruilovereenkomst goedgekeurd door de overheid, dan betaalt deze de kosten van de rui ling. Denk daarbij aan de notaris- kosten, de overdrachtsbelasting, de overschrijving van de hypotheken en dergelijke. Wanneer u gebruik maakt van de diensten van de Stichting Stimulering Kavelruil Noord-Brabant, wordt daarvoor een bijdrage gevraagd. Deze is voor 1993 vastgesteld op f 125,— per geruilde ha. Wilt u meer weten over kavelruil, neem dan gerust contact op met de coördinator van de Stichting Stimu lering Kavelruil Noord-Brabant: ing. W.J.M. de Graaf, p/a Landbouw schap, Postbus 512, 5000 AM Til burg. tel. 013-426429. De zojuist afgesloten studie naar de mate waarin het Veerse Meer vanuit de omringende polders wordt ver rijkt met nitraten en fosfaten, krijgt een vervolg in de vorm van een praktijkexperiment of veldproef. Hierin worden de uitkomsten van de studie aan de praktijk getoetst. Het praktijkonderzoek moet onder meer uitwijzen of door opzet van het pol- derpeil de voedselrijke kwel kan worden onderdrukt. Volgens de modelstudie van het Waterloopkundig Laboratorium te Delft kan een doeltreffende vermin dering van de stikstof en fosfaat worden bereikt door de kwel te on derdrukken en de uitspoeling vanuit de landbouw te beperken. Bij de studie is echter gebruik gemaakt van modellen die voor zandgronden zijn ontwikkeld. Deze modellen zijn in de Veerse Meer-studie voor het eerst voor kleigronden toegepast. Omdat er twijfels bestaan of dit zo maar kan doet de begeleidingsgroep de aanbeveling om de rol van bo demprocessen ten aanzien van de nutriënten stikstof en fosfor te on derzoeken. Belangrijk is in welke mate denitrificatie optreedt in de klei- en zavelgronden en in hoeverre er afbraak van nitraat plaatsvindt. Ook de hypothese dat denitrificatie afhangt van het polderpeil moet in het veld worden getoetst, aldus de begeleidingsgroep. Deze groep bestaat uit vertegenwoordigers van provincie, waterschappen, rijkswa terstaat, Gewestelijke Raad, de Land- inrichtingsdienst, IB en het CL. Eén van de conclusies van het on derzoek is dat de landbouw rond het Veerse meer nauwelijks invloed heeft op de hoeveelheid fosfaat die in het water terecht komt. De oor zaak daarvan is dat de kwel, die in Zeeland veel voorkomt, van nature al zulke hoge concentraties fosfaat bevat dat extra fosfaat vanuit de landbouw niet merkbaar is. Anders is het voor stikstof. Het onderzoek wijst uit dat de helft van de hoeveel heid stikstof die vanuit de polders naar het Veerse Meer spoelt, van landbouwactiviteiten afkomstig is. De andere helft komt uit het kwel water en vanuit de lucht. Teveel voedingsstoffen, met name stikstof en fosfaat, geven aanleiding tot problemen die zich uiten in een overmatige algen- en plantengroei. Voor de Zeeuwse wateren is stikstof het grootste probleem. In de rest van Nederland is het vooral fos faat dat voor problemen zorgt. In het Veerse Meer groeien vooral zeesla en zeegras. In het najaar, wanneer deze planten afsterven, le vert dat stankoverlast op. Reductie van de hoeveelheid stikstof heeft een positief effect op de waterkwa liteit. De aandacht van waterbe heerders in Zeeland richting zich daarom in eerste instantie op het oplossen van het stikstofprobleem. Meer dierlijke mest Uit de resultaten van het onderzoek kan ook worden afgeleid dat de mestgiften van de landbouw in het gebied voldoen aan de normen die in de Wet Bodembescherming wor den gesteld. Als de nog bestaande (latente) plaatsingsruimte voor dier lijke mest wordt opgevuld zonder verlaging van het gebruik van kunst mest, zal de stikstofemissie naar het Veerse meer toenemen tot maxi maal een verdubbeling van het hui dige niveau. De begeleidingsgroep geeft aan dat een aanpassing van de stikstofgift bij een grotere toedie ning van dierlijke mest wel voor de hand ligt, en doet daarom de aanbe veling ook hiervoor berekeningen uit te voeren. De groep acht het denk baar dat door maatwerk, dat wil zeggen een uitgekiende toediening van dierlijke en kunstmest op de juiste tijdstippen, een evenwicht ge vonden kan worden tussen een ge zonde bedrijfsvoering en een minimale belasting van het water systeem. Enkele weken geleden werd ik door een vriendelijk echtpaar aangesproken, dat in Zeeland de vakantie doorbracht. Ze hadden de KNJV-sticker achterop mijn auto gezien, vandaar. Dat er zo weinig wild te zien was, zo luid de de klacht. Daar waar ze van daan kwamen zagen ze in de duinen nog alleen maar vossen, en af en toe een konijntje. Vroe ger, toen er nog gejaagd werd zat er van alles. Hoe kan dat, en hoe zit het met het wild in Zee land? Ik kon ze gelukkig vertellen dat in Zeeland de wildstand goed is, al is ook hier de vos ge signaleerd, een dier dat in deze provincie helemaal niet thuishoort. Naar aanleiding van dit gesprek heb ik het er nog eens met m'n jachtvrienden over gehad dat er in ons - nog steeds - goede land je toch veel domme dingen ge beuren, waarvoor vaak nog subsidie verleend wordt ook. U begrijpt wellicht dat ik hierbij doel op de ongebreidelde groei van natuurgebieden waar niet gejaagd mag worden. Terwijl jacht toch veel ellende kan voorkómen. Rond Ouddorp op Goeree heb ben zich al tientallen aanrijdin gen tussen auto's en reeën voorgedaan. Door goed overleg en jachtbeheer zou dit voor een groot deel voorkomen kunnen worden. Ik vraag me wel eens af in hoeverre de beherende instan tie zich verantwoordelijk voelt voor al die ongelukken. Een van "onze" landbouwers belde onlangs met de medede ling dat de gerst, toch al platge- waaid en verregend, druk bezocht werd door de duiven. We kwamen niet voor niets. Tientallen. Naast het perceel lie pen paarden, die behoorlijk in de benen kwamen toen ze ons: hoorden schieten. Na afloop zijn we even bij de eigenaar langsge- weest, en we kregen waardevol le adviezen hoe in het vervolg te handelen. Tevreden gingen beide partijen uit elkaar, en bovendien konden we de boerin beloven wat aan de eksters te doen. Zangvogelnesten met eieren of met jongen en ook kippeëieren, niets is veilig voor deze op zich fraaie vogel. De boerin had dan ook geen hekel aan deze vogels, maar er waren er zovéél. Wij konden dat uit eigen waarne ming bevestigen. Zouden dan al leen buitenmensen en jagers een open oog voor de natuur hebben en met beide benen op de grond durven staan? T. Huis in 't Veld

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1993 | | pagina 6