Regen vertraagt graanoogst Vaktechnische belangenbehartiging voor akkerbouw blijft van belang Door de zeer gunstige omstandigheden is het groei- en afrijpingsproces van veel ge wassen bijzonder vroeg. In een korte groeiperiode hebben de gewassen, graszaad en granen een gezonde ontwikkeling gehad. Er traden weinig ziekten en plagen op en hierdoor waren de verp/egingskosten en het gebruik van gewasbescher mingsmiddelen laag. Ook gezien de prijsontwikkeling van granen is dat een gunsti ge bijkomstigheid voor een lagere kostprijs. Produktie stroplaten niet interessant VRIJDAG 30 JULI 1993 1 Ij.' *16 uu* léuniüéy Een vroeg oogsttijdstip is ook gunstig voor de inzaai en het slagen van groenbemesters. Ook de moge lijkheden van grondbewerkingen on der droge omstandigheden zijn in een vroeg jaar beter. Te denken valt ook aan diepere grondverbeterin gen, egalisaties en drainage. In de maand augustus blijft met name de ziektebestrijding in aardappelen de aandacht vragen. Juist tijdens druk ke oogstwerkzaamheden komt het nogal eens voor dat Phytophthora uitbreidingskansen krijgt. Granen Bij het schrijven van dit artikel, me dio juli, zag het er nog naar uit dat de oogst van zomergerst op de vroegst ontwikkelde percelen rond 20 juli zou aanvangen, en de oogst van de wintertarwe in de laatste week van juli. Het slechte weer van de laatste weken heeft de oogst echter vertraagd. Bij ongunstig weer bestaat het risiko van schot en kor- reluitval. De verschillen in de huidige rassen zijn echter niet groot en de maaidorscapaciteit is hoog. Droog- kosten beperking ontstaat door in rijpe gewassen in de ochtend niet te vroeg te beginnen. Later beginnen en 's avonds langer doorgaan heeft dan de voorkeur. Beperking van gewasbescher mingsmiddelen begint bij bedrijfshy- giëne. Duist, windhalm en wilde haver breidt steeds meer uit door verspreiding door maaidorsers. Deze uitbreiding is te beperken door maaidorsers te reinigen voordat naar een volgend perceel wordt ge gaan. De kosten hiervoor wegen op tegen de kosten van o.a. duistbestrijding in het bouwplan. "Eenmaal besmet met duist blijft besmet". Bij lage stroprijzen is het beter om het stro voor de organische stof- voorziening te benutten. Verbran den is niet meer toegestaan. Kort hakselen en goed verdelen is voor de vertering noodzakelijk. Om het organische-stofgehalte op peil te houden moet de jaarlijkse afbraak van 2% worden gekompenseerd. Dit komt veelal overeen met een toevoer van 1200-1500 kg organi sche stof per ha. Kort maaien en kort hakselen is ook nodig wanneer een grondontsmetting wordt uit gevoerd. Consumptie-aardappelen Wanneer de dagen gaan korten en de nachten langer worden, neemt het gevaar voor Phytophthora- aantasting toe. Attent zijn op deze aardappelziekte in de oogstperiode is geen overbodige luxe. Ook vorig jaar heeft de infectie in deze periode plaatsgevonden. Vergroting van de interval tussen 2 bespuitingen is ook bij een afrijpend gewas gevaarlijk. Wordt door on-' gunstige weersomstandigheden de interval te groot, dan heeft een cy- moxanilbevattend middel de voor keur. Komen er haarden voor, spuit dan ruim genoeg dood om knolin fectie en uitbreiding van het "kwaad" te voorkomen. Komt er Phytophthora in het gewas voor dan kan met 2,5 kg Ridomil Delta per ha worden gespoten. De bespuiting moet binnen één week worden herhaald. Een voorwaarde bij het gebruik van de dure Ridomil Delta is dat het gewas vitaal moet zijn. Gezien het tijdstip en de gewas ontwikkeling is het zeer twijfelach tig of het middel een goed bestrijdingseffekt zal geven. Beter is dan ook om de intervallen bij toe passing van de normale Phytophthora-bestrijdingsmiddelen korter te maken. Bladluizen kunnen in augustus nog massaal en plotseling optreden. Is hierbij de schadedrempel van meer dan 50 luizen per samengesteld blad overschreden, dan moet tot bestrijding worden overgegaan. Vooral de vuilboomluis kan in een korte periode sterk uitbreiden en ernstige schade veroorzaken. Spui ten met 1 kg Undeen werkt hierte gen goed. Toevoegen van een 0,5 kg Pirimor is nodig voor werking te gen andere luissoorten. Ook kunnen hiervoor de pyrethroïden Decis en Sumicidin Super worden gebruikt. Gebruik 400-500 liter water per ha, spuit apart en bij een hoge relatieve luchtvochtigheid. Gekombineerde bespuitingen tegen Phytophthora Op een enkel perceeltje na moest de gerstoogst deze week nog be ginnen. geven veelal een onvoldoende effekt! Zaaiuien Gezien het vroege ontwikke lingsstadium zullen de kiemrem- mingsmiddelen, om spruitvorming te voorkomen, reeds uitgevoerd zijn. Ook dit gewas is dit jaar vroeg. De bladvlekkenziekte- en valse meel- dauwbestrijding moet tijdig gestopt worden voor een tijdige afrijping, gezien het kwaliteitsaspekt van de uien. Globaal ligt dit op 4 weken voor de te verwachten oogstdatum. Aantasting van de preimot kan voorkomen worden door zo kort mogelijk voor de rooidatum de laat ste bespuiting hiertegen uit te voe ren. Dit kan met de middelen Decis, Ambush of Cymbush tot 7 dagen voor de rooidatum. Tevens wordt bolaantasting van de rupsjes hier door voorkomen. De aanwezigheid van trips dient regelmatig gecontro leerd te worden. Dit insekt kan het gewas snel doen afsterven, vooral bij warm weer. De tripsen en larven zijn te vinden tussen de bladschede en onder de bladknikken. Bestrijding met pyrethroïde geeft de beste bestrijding. Het effekt van parathion is meestal onvoldoende. Tijdig oogsten voor de kwaliteit en kleur is van groot belang. Een korte of geen veldperiode heeft de voorkeur. Laat u informeren over juiste oogstme- thode voor uw bedrijfsomstandig heden voor bewaring en afzet. Groenbemesters Nu de oogst vroeg is, is de mogelijk heid om een geslaagde groenbe- mester te telen goed. Dit kan in combinatie met aanwending van or ganische mest een zeer goed resul taat geven. Wordt dierlijke mest voor de grond bewerking uitgereden en ingewerkt, dan kan de kunstmeststikstof voor de groenbemester achterwege blij ven. Alle dierlijke mestsoorten gege ven op basis van 125 kg P205 per ha geven voldoende nitraatstikstof aan de groenbemesters. De hoe veelheid opneembare nitraatstikstof is globaal 50% van de totale hoe veelheid stikstof in de dierlijke mest soorten. Italiaans raaigras kan tot in de derde week van augustus wor den gezaaid, evenals bladrammenas en gele mosterd kan tot de eerste helft van september worden ge zaaid, echter vroeger is voor de ont wikkeling beter. Een goed zaaibed met een gesloten ligging en een goede vochtvoorzie- ning geven de beste slagingskan- sen. Bij een minder goede structuur is het beter om geen groenbemester te zaaien. De kosten per kg organi sche stof zijn dan te hoog. Bladrijke groenbemesters, zoals bladramme nas en gele mosterd bevorderen het optreden van slakken. De laatste ja ren wordt ook slakkenschade in aard appelknollen aangetroffen, zowel in het voorjaar als bij de oogst. Wanneer er op uw bedrijf regelma tig slakkenschade voorkomt, zaai dan geen groenbemester. Bewerken van de grond onder droge omstan digheden is de beste bestrijding. Vooral nu de oogst van de granen vroeg is, kan deze mechanische bestrijding verschillende malen wor den toegepast. Grondverbetering en drainage Op veel percelen is de afrijping van de gewassen onregelmatig en ko men verdrogingsverschijnselen voor. Dit kan niet alleen door grond soort maar ook door een ongunsti ge profielopbouw worden veroorzaakt. Dit kan zijn: scherpe overgang van klei naar zand (plaatgronden) gelaagdheid van de ondergrond storende lagen onder de bouw- voor en of in de ondergrond te hoge grondwaterstand in de winterperiode onvoldoende drainage Voor het vaststellen van de oorzaak en het mogelijk oplossen van het probleem is het nu een geschikte tijd. Uitvoeren van grondverbeterin gen en aanleg van nieuwe drainage moeten onder droge omstandighe den plaatsvinden. De beste tijd is wanneer de verdamping de neerslag overtreft. Een veel voorkomend probleem is dat op een diepte van 30-50 cm een zwaar storende laag voorkomt die de wortelontwikkeling beperkt. De waterhuishouding is hierdoor slecht, zowel in afvoer als in capillai re opstijging. Dergelijke percelen hebben vaak wateroverlast en zijn ondanks dat toch verdrogend. Ver breking van deze dikke storende laag is geboden om de lucht/water huishouding te verbeteren. Met be staande cultivatoren kan dit veelal niet en moeten andere werktuigen worden ingezet. Ook moet men zich afvragen hoe de storende laag tot stand komt. Is het bouwplan van in vloed, tijdstip van bewerking, ban denspanning etc. Voordat u tot grondverbetering en/of drainage overgaat, is onderzoek van de kost bare bodem noodzakelijk. Hiervoor kunt u terecht bij het DLV-kantoor in uw regio. Verdere aandachtspunten Vanaf 1 mei 1993 is de "Regule ring Grondontsmetting" van kracht. Wilt u grondontsmetting toepassen, dan is een "Vergun ning grondontsmetting" ver plicht. De aanvraag voor een vergunning moet worden inge diend bij het kantoor van de Plantenziektenkundige Dienst waarin het perceel ligt. Aanwending van dierlijke mest. Op een geslaagde grasgroenbe- mester mag u tot 1 oktober mest uitrijden zonder in te wer ken. Na 1 oktober geldt een uit- rijverbod. Wilt u mest aanwenden op bouwland vóór het inzaaien van een groenbe mester (dus open land) dan is uitrijden en direkt inwerken of in jecteren verplicht. Verder mag u op bouwland 125 kg P205 per ha per jaar aanwenden. Bij aanwending van dierlijke mest is een analyse van de mest gewenst. Met de hoeveelheden fosfaat en kali kan dan rekening worden gehouden voor een be mesting naar behoefte. Dit kan zowel bij een aanvullende be mesting in het najaar of voorjaar. Plaatselijke voorschriften voor opslag en aanwending van mest kunnen afwijken van de landelij ke "Voorschriften uitrijden dierlij ke mest 1991-1995". Deze zijn vermeld in de Algemene Politie Verordening (APV), waarin het perceel is gelegen. De APV- regeling heeft zwaardere eisen en moet ook wettelijk worden opgevolgd. J. van Balen, bedrijfsdeskundige DLV-team Akkerbouw Westmaas Het bestuur en de Raad van Advies van de Takorganisatie Akkerbouw Zeeland (TAZ) hebben in de laatst gehouden vergadering nog eens be nadrukt dat een goede vaktechnische belangenbehartiging voor de akkerbouw van groot be lang is en blijft. Het vaktechnische werk dient daarbij zo dicht mogelijk aan de basis plaats te vinden. Op dit moment is de TAZ het over legorgaan en aanspreekpunt van de Verenigingen Voor bedrijfsvoorlich ting in Akkerbouwstduieclubs. Daarbij funktioneert de TAZ tevens als begeleidingscommissie voor het team akkerbouw van de DLV te Goes. Ook is de TAZ bestuurlijk ver tegenwoordigd in o.a. het AOC Zee land en Proefboerderij Rusthoeve. De 3 CLO participeren financieel en bestuurlijk in de TAZ. Door het bestuur en de Raad van Advies van de TAZ is vrij uitvoerig stilgestaan bij de toekomstige posi tie. Dit mede naar aanleiding van de zich wijzigende organisatiestruktu- ren. Het bestuur is van mening dat het noodzakelijk is om een organisa tie voor vaktechnische belangenbe hartiging te hebben. Eén en ander zal wel in verhouding dienen te staan met de kosten. Het bestuur en de Raad van Advies zijn van me ning dat samenwerking met de standsorganisaties bij de toekomsti ge positie van de TAZ een belangrijk aandachtspunt dient te blijven. De optie om te komen tot één akker- bouwoverleg in Zeeland waar ook de vaktechnische belangen worden ingebracht is echter een optie die op korte termijn nog niet aan de orde lijkt te zijn. Een andere samenwerking die op dit moment ook verder wordt uitge werkt is die met de federatie van Nederlandse Tuinbouw Studiegroe pen (NTS). Hieronder ressorteert ook de Zeeuwse Groententelers Or ganisatie (ZGO). Ten aanzien van de diverse mogelijkheden zal het bestuur van de TAZ de komende tijd verdere besluiten nemen. Phytophthora De Raad van Advies vindt dat er als nog een nadere analyse en uitwer king van de gegevens van de Landbouwschapsenquête moet ko men die eind vorig jaar is gehouden i.v.m. de omvang en verspreiding van phytophthora in 1992. De resul taten die tot nu toe beschikbaar zijn, zijn erg summier en voegen geen nieuwe dingen toe aan de reeds aanwezige kennis. De produktie van stro platen is niet interessant. De prijsvorming van de grondstof houtsnippers is zodanig dat het gebruik van stro prijstech- nisch niet aantrekkelijk is. Dit is ge bleken uit een haalbaarheidsstudie van een stagiaire van de Stichting Stimulering Plantaardige Produktie. De stagiaire van de SSPP heeft in de regio Noord- en Zuid-Beveland een aantal akkerbouwers bezocht ten einde te inventariseren of er belang stelling was voor de leverantie van stro voor de produktie van stropla ten. Dit kwam voort uit contacten van de SSPP met een onderneming die een haalbaarheidsstudie ver richtte om in de regio Zeeland de produktie van stroplaten ter hand te nemen. Stroplaten, die o.a. ook in Engeland worden geproduceerd, kunnen toegepast worden als bouwmateriaal ter vervanging van o.a. de minder milieuvriendelijke spaanplaat. Ook in de verpakking sindustrie kunnen stroplaten wor den toegepast (bijvoorbeeld verpakking van automaterialen). In verband met de negatieve resul taten van de haalbaarheidsstudie zijn de plannen van de onderneming om de produktie van stroplaten ter hand te nemen, voor onbepaalde tijd opgeschort. Het is dus niet mo gelijk gebleken om hiermee extra af zet te creëren.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1993 | | pagina 16