Akkerbouw: sterke kanten uitbouwen
Vergelijken met anderen door
deelname Akkerbouw Studieclubs
Jan van der Oord over toekomst akkerbouw
VRIJDAG 16 JULI 1993
f H H I I
thousiast over de
MacSharry-voorstellen, omdat be
paalde inkomstentoeslagen in ecu's
zijn en dat geeft een goede koers.
Daarbij is COPA net zo opgebouwd
als het Landbouwschap. Het
bestaat uit verschillende sectoren.
De diverse landen komen al met
compromissen in Copa, en binnen
Copa moet daar nog eens een een
heid van worden gemaakt. Copa
heeft alleen macht als de organisa
tie echt met één stem naar buiten
komt, maar dat gebeurt nog niet zo
vaak.
Een ander punt is de afvaardiging
van de diverse landen. Vaak zijn die
nauw verweven met de politieke
macht in zo'n land en kunnen ze
geen beslissing nemen, zonder
raadpleging van hun politieke lei
ders. Als de regering wisselt komt
er ook een andere vertegenwoor
diging.
Ook claimen steeds meer landen
het voorzitterschap van diverse
werkgroepen en commissies. Ne
derland heeft nog maar weinig voor
zitters; bij de werkgroep granen
heeft Frankrijk het voortouw en dan
ook het voorzitterschap, bij de sub
werkgroep aardappelen is dat een
Nederlander. De voorzitter kan een
vergadering uitschrijven en stelt ook
de agenda vast, heeft dus heel veel
macht; mede omdat het secretari
aat heel klein is. Je ziet ook steeds
meer lobbyisten in Brussel verschij
nen, niet alleen sectoraal maar ook
regionaal. Nederland is redelijk laat,
je moet er boven op zitten, aldus de
COPA-bestuurder.
EAF
Jan van der Oord is ook lid van het
bestuur van de EAF, de European
Arable Farmers. Deze organisatie is
tweeënhalfjaar geleden opgericht
op initiatief van de Zuidduitse boe-
renorganisatie. "Het was de bedoe
ling dat het een vakgerichte club
zou worden. Maar verschillende le
den, waaronder de Denen, wilden
liever een meer beleidsmatige club.
Daarbij was het van oorsprong een
club van grote boeren, nu is het
meer gemengd en zitten er allerlei
akkerbouwers in. De organisatie
heeft een brede doelstelling, zo
breed dat er uitvoeringsproblemen
kwamen.' Daarom richt de organisa
tie zich nu vooral op agrificatie. Ik
ben er mede bij gaan zitten, omdat
ik beducht ben voor een nieuw cir
cuit, maar dat valt erg mee. Het is
nog moeilijk de mensen warm te
krijgen voor deze organisatie, vooral
ook omdat de voertaal Engels is. Er
zijn trouwens niet alleen EG-boeren
lid van, maar ook collega's uit Zwe
den, Finland en Oostenrijk. Willen
we echter wat bereiken dan hebben
we meer leden nodig en een lange
adem". Ingeborg Schuitemaker
Jan van der Oord is akkerbouwer,
die naast zijn bedrijf verschillende
bestuursfuncties vervult. Hij is on
der andere vice-voorzitter van de af
deling akkerbouw van het KNLC en
zit namens de 3 CLO in de werk
groepen granen en aardappelen van
COPA, de Europese boerenbelan-
genbehartigingsorganisatie. Daar
naast is hij lid van het bestuur van
de European Arable Farmers (EAF).
Hij noemt zichzelf een echte COPA-
man, maar geeft toe dat het steeds
moeilijker is in COPA tot over
eenstemming te komen. Voor de ak
kerbouwers met een traditioneel
bouwplan ziet hij in Nederland wei
nig mogelijkheden. "We moeten on
ze sterke kanten, de efficiëntie van
het werk en de marketing, verder
uitbouwen".
Wij kunnen vanuit Nederland heel
goed concurreren met landen als
Italië en Spanje, alleen al omdat we
het werk goed georganiseerd heb
ben. Hun lage lonen wegen niet op
tegen de winst die wij halen met ef
ficiënt werken. Produkten vanuit
Nederland naar de Spaanse kust
brengen is bijvoorbeeld veel goed
koper dan diezelfde produkten van
uit het Spaanse binnenland vervoeren,
daar moeten we van profiteren", vindt
Jan van der Oord.
"We hebben ten opzichte van ande
re landen vele voordelen. Onze coö
peraties kunnen bijvoorbeeld de
concurrentie met andere bedrijven
goed aan. Aviko maakt dat MacCain
in Nederland geen monopoliepositie
heeft, zoals in Frankrijk. Dat vinden
de boeren daar heel bedreigend.
Onze suikerindustrie is de effi
ciëntste van Europa. We hebben
daarom hier ook een hogere suiker
prijs dan elders, juist door dat effi
ciënt werken. In aardappelen
hebben we nog steeds een leiders
rol. Ik denk dat de akkerbouwers
moeten accepteren dat ons land
misschien van nature niet zo ge
schikt is voor graan, maar meer
voor gras en bollen. Door de hoge
suikerprijs en het relatief hoge eigen
vermogen houden velen het nog
lang vol, maar er is geen toekomst".
Hoge prijs
Jan van der Oord heeft ook zijn be
denkingen tegen het plan van de
Brede Initiatiefgroep Akkerbouw. Hij
zet zijn vraagtekens bij de graanprijs
van f 0,50 per kilo. In Nederland
kan dat realistisch zijn, maar door
het verschil in valuta is die prijs
Europees gezien te hoog. In het offi
ciële plan spreken ze dan ook van
graanrendement. Dat is niet de ech
te marktprijs, maar de prijs inclusief
inkomstentoeslagen. Dat is voor
Jan van der Oord een reëlere optie.
Daarbij jaagt een hoog intern EG-
prijsniveau de produktie omhoog.
Jan van der Oord: Een graanprijs van twee kwartjes is Europees gezien niet realistisch
b
Niet zozeer in Nederland, maar bij
voorbeeld wel bij toekomstige EG-
leden, zoals de Oost-Europese lan
den. Politici in Europa kunnen alleen
maar voor een laag prijspeil kiezen
in perspectief van een groot Europa.
Ronduit stom vanuit het Nederland
se perspectief gezien vindt hij ver
plichte braak voor alle gewassen.
"We hebben dat altijd tegen probe
ren te houden, gezien onze hoge
kostprijs, en nu komen we daar zelf
mee. Daarbij valt er altijd 30 a 40%
uit voor boeren in bijzondere gebie
den en moet je nu boeren in de zui
delijke landen, die heel weinig land
hebben, ook nog eens verplichten
daar 10% van braak te laten liggen.
Dat is administratief toch niet te
doen en politiek niet haalbaar. Ik
ben wel een voorstander van een
hogere braakpremie. De EG-
landbouwministerraad heeft daar
mee denk ik om Frankrijk voor het
GATT-akkoord te winnen, in
gestemd. Bukman heeft zich daar
niet voor ingezet, denk ik. Die heeft
geen geld voor dit soort zaken. De
uitvoering van het mestakkoord
gaat de komende tijd zoveel kosten,
daar kunnen geen extra kosten
meer bij".
Bij het hele plan zoals gepresenteerd
hoort invoerbescherming en beper
king van import van graanvervan-
gers. Zonder dat zou het plan
volgens Van der Oord niet reëel zijn.
"Alleen het is politiek gezien niet
realistisch. Zolang wij de Amerika
nen nodig hebben om de problemen
in Joegoslavië te regelen moet er re
kening mee gehouden worden dat
we geen afspraken met Amerika
kunnen maken over importbeperkin
gen. Wat dat betreft zijn de trans
portkosten de beperkende factor.
Als die te hoog worden is het pro
bleem vanzelf opgelost".
Alles kan volgens hem pas afge
dwongen worden als alle akkerbou
wers in Europa lid zijn van een
vakbond, die ingaat tegen de poli
tiek realiteit. Maar de akkerbouwers
in Europa zijn ook verdeeld.
COPA
COPA heeft volgens Jan van der
Oord nog wel bestaansrecht, maar
het wordt steeds moeilijker om tot
overeenstemming te komen, omdat
de verschillen tussen de diverse
lidstaten toenemen. Zo zijn bijvoor
beeld de zuidelijke landen wel en-
De toekomst van de akkerbouw
heeft op diverse bijeenkomsten van
de Akkerbouw Studieclubs, het pro-
jekt van de land- en tuinbouworga
nisatie i.s.m. de takorganisaties in
West-Nederland, centraal gestaan.
Doel van de bijeenkomsten was te
kijken naar je eigen bedrijf over en
kele jaren. Hoe denk je dat je bedrijf
er dan uit zal zien. Een vraag die
moeilijk te beantwoorden is, gezien
de onzekere situatie en toekomst
verwachting in de akkerbouw. Toch
vond iedereen het belangrijk zichzelf
bedrijfsdoelen te stellen, zodat je
weet waarvoor je werkt. De avon
den werden gestart met het zoeken
naar trends die van invloed zijn op
het akkerbouwgebeuren.
Welke trends zijn de komende jaren
van invloed op het akkerbouwge
beuren? Hierin werd onderscheid
gemaakt in trends vanuit de sektor
en buiten de sektor.
Vanuit de sektor werden de volgen
de trends genoemd:
groter wordende bedrijven
verdergaande kostenverlaging
meer samenwerking tussen be
drijven
investeringen t.b.v. kwali
teitseisen
meer financiering met vreemd
geld
veranderend EG-beleid met da
lende steun
zoekende sektor
toename van het aantal part
time bedrijven
Trends buiten de sektor:
meer eisen stellende consument
(m.n. op milieugebied)
strengere milieu-eisen
toenemende regelzucht
meer vrije tijd voor de consu
ment (m.n. de groep 55+, deze
groep zal regelmatig willen re
creëren op b.v. een minicamping)
Inspelen op trends
Hoe kun je, rekening houdend met
de trends, perspektief houden op je
eigen bedrijf. Een vraag die voor elk
bedrijf verschillend beantwoord
werd.
Elk bedrijf heeft immers zijn eigen
uitgangspunten, b.v.:
de financiële situatie
de hoeveel arbeid die aanwezig
is
wat wil men met het bedrijf
het ondernemersschap waarmee
het bedrijf wordt gerund
Mogelijkheden
In de discussie, n.a.v. de trends en
de toekomstschets van het bedrijf
kwam het volgende naar voren:
Kostenbesparing: machine- en
werktuigkosten op vergelijkbare
bedrijven verschillen enorm. Men
is van mening dat hier nog veel
geld te verdienen is. Akkerbou
wers zijn we erg individualistisch
ingesteld, zo vindt men. Het
liefst heeft men alle machines
zelf zodat men ermee kan wer
ken wanneer men zelf wil. Door
de verschillende werkwijzes,
ontstaan verschillen tot
f 1.000,— per ha! Op bedrijven
waar er wordt samengewerkt zie
je een duidelijk lager kostenni
veau. Daarnaast ziet men op be
drijven waar wordt
samengewerkt meerdere voor
delen, b.v. op het sociale vlak.
Door samen te werken bespreek
je vlugger div. zaken met je
collega.
Opzetten nieuwe teelten of tak.
Hoewel dit ook buiten de land
bouw kan liggen, wordt er toch
met name naar de eigen sektor
gekeken. In de studiegroepen is
het mogelijk om met diverse tak
ken en teelten op een direkte
wijze kennis te maken. Dit kan
door bij een collega mee te draai
en in een andere teelt, vragen te
stellen en naar saldo's te kijken.
Dit alles kan er toe bijdragen
voor jezelf de juiste beslissing te
nemen.
Zelfkennis. Het hebben van zelf
kennis mag bij dit alles niet ont
breken. Vragen als: - Kan ik met
vreemd personeel omgaan? -
Kan ik grote investeringen met
zware financieringslasten goed
blijven overzien (lig ik er 's
nachts niet wakker van)? - Is de
gevraagde extra arbeid die een
nieuwe tak vraagt, door mezelf
te leveren? - Hoe kijkt een even
tuele partner en/of gezin hier te
gen aan? Stuk voor stuk vragen,
zo is men van mening, die beant
woord moeten zijn voordat er
met iets nieuws begonnen
wordt.
Vinger aan de pols. In deze tijd
zeer belangrijk vindt men. Inzicht
hebben in je bedrijf, met name fi
nancieel. Door deelname aan
een studiegroep kun je vergelij
ken en kijken bij anderen. Door
het uitwisselen van ervaringen
voorkom je bedrijfsblindheid en
dwing je jezelf alert te zijn op je
eigen bedrijf.
Heeft dit alles uw belangstelling ge
wekt, neemt dan eens contact op
met één van de studieclubbege
leiders.
Uw studieclubbegeleiders zijn:
Noord-Holland: Roelof de Haan,
02207-43537
Zuid-Holland: John van Driel,
070-3985555
West-Brabant: Marga Jacobs,
01650-67777
Zeeland: Luc Mangnus en Jan Mog-
gré, 01100-47758
Namens de studieclubbegeleiders,
Jan Moggré