Vroege oogst Met dank aan de politiek Overheidsvoorlichting natuurontwikkeling Biesbosch oogst weinig begrip en veel kritiek Herwaardering van arbeid VROEGER WAS HET GEZELLIGER In de laatste week van juni zijn op WALCHEREN onder goede omstan digheden reeds de eerste percelen graszaad gemaaid en gedorsen. Het is eenmaal een vroeg jaar en van de ene oogst valt men in de andere. Gewassen hebben een bepaalde groeiperiode en dan houdt het op en begint het rijpingsproces. Het ligt dan ook weer ten dele aan de dan heersende weersomstandigheden hoe snel dat zich voltrekt. Je kunt nu al duidelijk de verkleuring waar nemen in de graanpercelen. We zijn toch wel benieuwd wat de tarweprijs zal worden in de komen de oogst, ligt die nog lager dan de moeilijk inschatbare verwachting dan zou de braakligging in 't volgen de seizoen ook in ons gebied wel groter kunnen zijn, hoe marginaal die braakpremie ook is, ondanks de recente verhoging. Misschien onder het motto van beter niet werken dan werken voor niets. Dit blaakt echter niet van ondernemersgeest en gaat in tegen het boerengevoel. En opvoeding in deze is in agrari sche kringen, zeker in ons gebied, meer van wie niet werkt zal ook niet eten. Als je nu zo in de maatschap pij rond kijkt krijg je wel eens het ge voel dat het net andersom is, 't kan verkeren. De komende tijd zal de vakantie- drukte weer goed op gang komen, voor diegenen die hier hun inkomen geheel of ten dele uit halen is het dan wel werken geblazen, zo zit de wereld nu eenmaal in elkaar. Wat zou Walcheren zijn zonder de re creatie, een niet weg te denken bron van inkomsten, eigenlijk gebaseerd op de natuurlijke ligging: een gebied waar water en land elkaar ontmoe ten met alle mogelijkheden die dat biedt. Ook van de duidelijke verwij zing naar de historie, waarvan veel nog getuigt in landschap en bebou wing, gaat een belevingswaarde uit in stad zowel als platteland. De nog talrijke oude boerderijen die de tands des tijds hebben overleefd ge tuigen van dit verleden. Het onderhoud echter van deze ge bouwen drukt wel zwaar op de hui dige generatie bewoners hiervan, en uitgesteld onderhoud is dan ook waar te nemen. De bouw en inrich ting van deze boerderijen voldoen niet optimaal aan de moderne eisen van bedrijfsvoering. Toch wordt door vele boerengezin nen het bewonen hiervan nog erva ren als een zekere boerenlevensstijl verbonden aan de geest van 't voor geslacht. Onlangs las ik in een agrarisch blad de motieven waarom veel van onze bed rijf sgenoten zo weinig of niet met vakantie gaan. Verschillende re denen kwamen naar voren, zoals te druk, te duur, verantwoordelijkheid t.o.v. het bedrijf, de aanwezigheid van levende have, mijn werk is mijn hobby, wij wonen mooi, velen ko men hier naar toe, waarom zouden wij dan weggaan, etc. Toch is het wel goed om zich eens voor korte of langere tijd aan de dagelijkse sleur van het bedrijfsgebeuren te onttrek ken, men gaat in een andere ver houding met elkaar om, men neemt kennis van andere streken of plaat sen, kortom het verruimt de levens horizon. Ook hier geldt wel de toepassing van het gezegde: "Waar een wil is, is een weg", om eens "weg" te gaan! Bij dit schrijven zijn we ook op SCHOUWEN-DUIVELAND in de eerste week van juli terecht geko men. Het is mooi zonnig weer en de meeste gewassen staan te smach ten naar een bui regen. Een bui zou goed voor de groei en slecht voor de prijsvorming zijn. Het verleden heeft geleerd dat de droge jaren qua inkomen altijd de betere zijn. Afgelopen week is er al veel gras zaad onder goede omstandigheden gedorsen, enkele partijen die van stam gedorsen worden kwamen zo goed als droog binnen. De eerste in druk is dat de opbrengst van de vroege soorten niet hoog is en bij een te laag aantal bruto kilo's valt het uitvalpercentage ook dikwijls nog tegen (veel te veel dicht zaad). Met zijn drieën aan het bonen kappen, dan valt er onder het werk genoeg te praten en te lachen. "Vroeger was dat heel ge woon, toen was er veel meer gezelligheid onder het boeren werk. Je praatte met elkaar, hoorde elkaar zingen en ook wel eens vloeken, maar tegenwoordig hoor je nog alleen maar het geronk van de trekker", zegt RJ. den Hamer (links op de foto). Samen met een andere gepensioneerde helpt hij zijn zoon Cor den Hamer uit Axel (m) de bruine bonen onkruidvrij te houden. Deze teelt dit jaar vier ha bruine bonen. Door de gunstige weersomstandigheden zijn ze voor op andere jaren. Bij Den Ha mer maar een weekje: "Ik heb laat gezaaid". Er staat weinig onkruid, dus het werk schiet lekker op "Dat is het mooist", zegt de teler. "Als je dan op het eind van de dag kijkt wat er gedaan is ben je voldaan. Het is heel anders dan wanneer je de bonen vanonder het onkruid vandaan zou moe ten halen". We schrijven begin juli als we de polders overzien in ALTENA- BIESBOSCH. We mogen wat de agrarische natuur ons gaf in de eer ste helft van dit jaar beslist niet on tevreden zijn. Wel wordt het nu voor een aantal gewassen en weilanden aan de droge kant en laten veldteke- ningen zien waar het kleidek onvol doende dik is om de vochtvoorziening in stand te hou den. Voor een aantal gewassen die niet meer aan een inhaalherstel toe komen zal dit opbrengst kosten. 8-14 dagen vroeger dan normaal zijn de vroege graszaadsoorten reeds geoogst en wel in een record tempo. Door het sterk drogende weer was voormaaien, dorsen en graszaadhooi afvoeren slechts een kwestie van enkele dagen. Het gras zaadhooi ontmoet een goede vraag en wordt vlot in de markt opgeno men, dit in tegenstelling tot vorig jaar. De opbrengsten lijken goed, al moeten de schoningsresultaten nog afgewacht worden. Voor de meeste soorten met uitschieter Engels raai- gras, is er onvoldoende vraag in de markt, wat er toe leidt dat de prijzen op een laag niveau blijven en nood zakelijk inkrimping van het areaal onvermijdelijk is om de markt te ontlasten van dumpingpraktijken. Voor de akkerbouwers die deze ge wassen telen is er weer een pro bleem bij wat moeilijk oplosbaar is. Alternatieven die rendabel als ver vanging kunnen dienen zijn niet of nauwelijks voorhanden. De nieuwe graanprijsvooruitzichten moedigen zeker uitbreiding van deze teelt niet aan. Zal het laatste redmiddel of wel het kleinste verlies n.l. het braken dan toch voor de meeste bedrijven een "must" worden? J.l. 22 juni was de door de provincie georganiseerde voorlichtingsverga dering betreffende het begren zingsplan van de natuurontwikkelings- en relatienota- gebieden. Het is haast onvoorstel baar hoe rijksambtenaren omspringen met deze anti- agrarische gebieden of wel terug- naar-af toestand, die dan natuuront wikkeling genoemd wordt. Het ont brak zelfs aan redelijke pogingen om de doelstellingen te motiveren waar om de regering deze plannen tot uit voering wil brengen. De presentatie was onder het motto: natuuront wikkeling is vanzelfsprekend beter dan wat jullie in enkele eeuwen heb ben opgebouwd. Als jullie schade loos gesteld worden, dan hoeven er toch verder geen problemen te zijn! Ongetwijfeld zullen de betrokkenen gebruik maken van de mogelijkheid om bezwaren tegen dit begren zingsplan in te dienen, gerug- gesteund door de ZLM, die met raad en daad betrokkenen wil bijstaan. Per slot zal deze overheid wel moe ten begrijpen dat de aanvaardbaar heid voor de betrokkenen sterk zal afhangen van het aanbod om huis, bezit en bestaansbron hier tegen in te ruilen. De vrijwilligheid om er aan mee te werken is onomstreden en moet tot elke prijs overeind blijven. De Agrarische Open Dag in Altena- Biesbosch was wederom goed voorbereid en vele belangstellenden hebben een kijkje genomen bij een 15-tal bedrijven op agrarisch- of plantenkweekgebied. Deze vorm van PR is een belangrijke schakel tussen producent en consument om begrip te kweken bij de consument. Het is niet vanzelfsprekend dat alles wat groeit en bloeit zo maar be schikbaar is, maar als regel met veel kosten en inspanning tot stand komt. Hooi wordt veel geperst en de prij zen liegen er niet om. Zo hoorden we begin vorige week prijzen noe men van f 50,— - f 60,—, terwijl eind van de week al op auto gele verd wordt voor f 30,—. Onbegrij pelijk als men weet dat persen en laden al zo rond de f 40,— per ton kost. Men is begonnen met het rooien van de eerste plantuien. De op brengst is nog zeer matig en velen telen op contract, waardoor voor die uien zeker het saldo per ha niet hoog uit zal vallen. Plaatselijk is er ernstige besmetting van valse meel dauw, wat kwaliteit en opbrengst niet ten goede komt en tevens vormt dit een besmettingsbron voor de zaaiuien. Ook in de pootgoedteelt is men druk bezig met klappen en doodspuiten. De luizendruk (virus) is groot en verschillende percelen zijn afgekeurd of teruggezet in een lagere klasse. Meestal het gevolg door slecht uitgangsmateriaal, ver oorzaakt door een late iuizen- besmetting vorig jaar. Wanneer men als pootgoedteler zo'n partij aange leverd gekregen heeft, is verhaal bij na niet mogelijk en mag men na zeer veel selectiewerk ook nog voor de kosten opdraaien, waar velen grote problemen mee hebben. De granen rijpen snel af en alles is zo'n 10-14 dagen vroeger dan het afgelopen jaar, wat ook al als vroeg te boek stond. Het eerste vlas is reeds getrokken. Op het gebied van de Landbouwpo litiek is alles zeer rustig. De geluiden die men hoort geven weinig moed, men praat over graanprijzen van 28-30 cent, verlaging van de mini mum graszaadprijs met 20 cent per kilo (1500 kg f 1,20 f 1.800,—/ha, tel uit je winst). Ver laging van de bietenprijs van 15-25%. Afschaffing van de garan tieprijs van het pootgoed, wat bete kent dat handelshuizen de komende jaren voor iedere prijs hun pootgoed kunnen verkopen. Ik denk dat GOS- landen wel belangstelling hebben voor 20 cent per kilo, en de teler blijft zitten met een kostprijs van 45 cent per kilo. Ook hier weer: tel uit je winst? Langzaam maar zeker wordt het plan MacSharry en GATT voor velen duidelijk. De prijzen van alle gewassen worden systematisch omlaag gedrukt zodat ze in verhou ding staan met de graangewassen, waarvan de prijs momenteel zo'n 45% beneden de kostprijs is. Eindconclusie van het geheel is dat er door b.v. droogte best nog eens een goed aardappel- of uienjaar tus sen kan zitten, maar wanneer het landbouwbeleid niet totaal veran dert is de landbouw in Nederland af geschreven, waar alle takken in de landbouw te maken mee zullen krijgen. Het verdringingseffect zal alles ka pot maken. Voorbeelden op het mo ment zijn al bollen, glastuinbouw, en vollegrondsgroenten, en de rest zal de komende jaren volgen. De poli tiek gaat op zomer-reces. Jaap Kor- teweg krabt eens achter zijn oren en denkt waar ben ik aan begonnen en de boer gaat oogsten en blijft met een lege portemonnee zitten en kan z'n rekeningen niet meer betalen. Met dank aan de politiek! Eén van de meest in het oog springende ontwikkelingen in de landbouw in de afgelopen de cennia is de enorme reductie van arbeid. Het aantal bedrijfshoof- den is sterk verminderd sinds de Tweede Wereldoorlog, het aantal arbeidskrachten in de landbouw zelfs met een veelvoud daarvan. Of dit nu komt doordat de lonen stegen en er daardoor behoefte ontstond aan arbeidsbesparende technologie of doordat de komst van goedkope arbeidsbesparen de technologie (een deel van de) arbeid overbodig maakte, laat ik in het midden. Feit is echter wel dat reductie van arbeid tot een vanzelfsprekendheid is verwor den voor beleid, belangenbehar tiging en technologie-ontwikkeling. Dat blijkt ook wel uit het feit dat veel boeren hun collega's, die er een grootschalige en sterk gemecha niseerde bedrijfsvoering op na houden, min of meer als voor- beeldboeren zien: "Grote opper vlaktes met een geringe arbeidsinzet; daar moeten we naar toe om te kunnen concurre ren op de wereldmarkt". Gezien de prijsontwikkelingen voor bulkprodukten zal voor een groep boeren schaalvergroting, teneinde op die wijze de produk- tiekosten per ha te verminderen, tot een toekomstmogelijkheid behoren. Maar de landbouw van morgen vraagt meer. De landbouw van morgen zal duurzaam moeten zijn, zal kwaliteit moeten produ ceren, zal deeltaken die in het verleden van het boerenbedrijf naar de industrie zijn verscho ven, weer terug moeten halen om meer toegevoegde waarde op het bedrijf te produceren( bijv. kleinverpakking van aardappelen of zelf kazen) en zal in staat moe ten zijn om vorm te geven aan een verbreding van het onderne merschap (bijv. combinatie van landbouw met beheer van na tuur en landschap). Kortom, de landbouw van morgen zal arbeid behoeven. Boeren en boerinnen die bezig zijn met het vormgeven van de landbouw van morgen, o.a. de deelnemers aan de innovatie- groep geïntegreerde akkerbouw, geven zelf aan dat een duurza mere landbouw meer arbeid be hoeft: "Je bent veel meer tijd kwijt aan de controle van je ge wassen"; "Vermindering van het herbicidengebruik vraagt een ex tra stukje arbeid". Hetzelfde geldt voor de produktie van kwa liteit. De gifpieper-acties - of die nu terecht zijn of niet, op juisthe den of fouten berusten - hebben duidelijk gemaakt dat voor een groep consumenten niet zozeer het uiterlijk van het produkt doch veel meer het produktieproces een belangrijk kwaliteitskenmerk is geworden. Dit vraagt om een bijstelling van het produktiepro ces en een dergelijke bijstelling behoeft arbeid. In sommige de len van Nederland zijn door boe ren milieucoöperaties opgericht om op die wijze beheer van land schap en natuur te integreren in de bedrijfsvoering. Een dergelijke verbreding van het ondernemer schap behoeft eveneens arbeid. Het thema van de ZLM Mani festatie was "werken aan mor gen". Werken aan morgen impliceert echter meer dan wer ken aan nieuwe technologie, aan nieuwe rassen en aan een effi ciëntere bedrijfsvoering. Werken aan morgen betekent ook breken met vanzelfsprekendheden uit het verleden. Werken aan mor gen vraagt om een herwaarde ring van boerenarbeid. Han Wiskerke

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1993 | | pagina 8