Project mestverbetering West- Nederland krijgt vervolg Wolf Wolf exporteert al haar pootaardappelen CLM pleit voor heffingen en premies op mineralen Ontheffing voor zaadbietenteelt VanderHave terecht afgegeven Voorkom overlast akkerdistels Onderzoek levert positieve resultaten op Beroep van boeren verworpen De ontheffing voor de teelt van zaadbieten, zoals die voor het ka lenderjaar 1992 door de Gewestelij ke Raad van het Landbouwschap voor Zeeland was afgegeven aan het Koninklijk Kweekbedrijf Vander- Have te Rilland, is volgens het Colle ge van Beroep van het Bedrijfsleven op een zorgvuldige wijze tot stand gekomen. Reden van deze uitspraak was het beroep dat door enkele boeren uit de omgeving van het be drijf in Rilland was ingesteld. De voorwaarden welke aan de ont heffing voor 1992 verbonden wa ren, bieden volgens het College voldoende zekerheid dat nabij gele gen percelen suikerbieten geen schade door vergelingsziekte zullen ondervinden als gevolg van de zaad bietenteelt bij VanderHave. De controlecommissie (belast met het toezicht op de naleving van de voorwaarden waaronder de onthef fing verleend is) heeft naar de me ning van het College zijn taken op de voorgeschreven wijze uitge voerd. Sinds 1988 heeft deze com missie aan de Gewestelijke Raad gerapporteerd dat de voorwaarden voor VanderHave op juiste wijze wa ren nageleefd en dat er in de omge ving van het kweekbedrijf geen sprake was van schade als gevolg van vergelingsziekte welke aan dit bedrijf is toe te schrijven. Bovendien stelde het College vast dat na de toetsing in 1988 van de ontheffing en de daarbij behorende voorwaarden, de ontheffingen voor de volgende jaren niet in essentie waren gewijzigd en dat tegen de ontheffingen voor de jaren 1989, 1990 en 1991 geen beroep was in gesteld. Evenmin waren er toen ge gronde klachten over het werk van de controlecommissie en schade claims ingediend. Dezelfde groep boeren had ook be zwaren tegen de wijze waarop de Gewestelijke Raad uitvoering had gegeven aan de uitspraak van het College naar aanleiding van het be roep tegen de ontheffing 1988. Het College komt tot de conclusie dat de Gewestelijke Raad in 1990 over eenkomstig de voornoemde uit spraak de samenstelling van de controlecommissie heeft gewijzigd. Het beroep is dan ook in zijn geheel verworpen. Wolf Wolf te Lelystad is er in geslaagd de hele oogst 1992 poot- aardappelen van haar telers te ver kopen. In totaal heeft de onderneming ruim 100.000 ton pootaardappelen verkocht, waarvan een groot gedeelte naar het GOS. Alle orders zijn betaald. Nog nooit zijn de pootaardappelen zo laat in het seizoen geëxporteerd. Vorige week gingen de laatste aard appelen per koelwagen naar het GOS. Door deze exporten is het aan de STOPA aangeboden kwantum pootaardappelen onder de 200.000 ton gebleven, anders zouden de vooruitzichten voor de Nederlandse pootgoedteler nog dramatischer zijn geweest. Ondanks dat Wolf Wolf haar hele voorraad toch nog heeft kunnen verkopen heeft Nederland dit jaar ruim 300.000 ton minder pootgoed kunnen exporteren dan in vorig sei zoen. Het bedrijf uit Lelystad heeft een aandeel van 20 procent in de exportmarkt. Monsters Om het waterverbruik te kunnen meten zijn er op de bedrijven water meters geplaatst. Het meten van de mestproduktie gebeurde iedere week met behulp van een speciale meetlat. Om meer inzicht te krijgen in de samenstelling van de mest zijn door medewerkers van de Mest bank regelmatig mestmonsters genomen. De mestverbeteringsaktie heeft veehouders inzicht gegeven in de samenstelling van de verschillende mestsoorten. Om een goed beeld te kunnen geven van de mest- en mi- neralenproduktie in West-Nederland is meer onderzoek nodig. Gezien de positieve ervaringen heeft de Mest bank besloten om in de loop van dit jaar een vervolg te geven aan de ak- tie. Het aantal voorbeeldbedrijven zal worden uitgebreid tot 40, waar bij tevens een aantal rundveebedrij ven zullen worden geselecteerd. Op de voorbeeldbedrijven wordt het waterverbruik gemeten en wordt de mestproduktie wekelijks gemeten. In tegenstelling tot het vorige pro ject, worden nu de gegevens iedere twee weken verwerkt en terugge koppeld naar de voorbeeldbedrijven. Op die manier verkrijgt de veehou der direct inzicht in het waterver bruik en de mestproduktie, waardoor zijn betrokkenheid met het project wordt vergroot. Om be trouwbare en representatieve gege vens te verkrijgen moeten de voorbeeldbedrijven aan bepaalde voorwaarden voldoen. Uit de voorbeeldbedrijven zullen 12 bedrijven (voorbeeldplusbedrijven) worden geselecteerd, waarop, naast mestproduktie en waterverbruik, ook de invloed van het voer op de minerale samenstelling zal worden gemeten. Dit zal gebeuren in nauwe samenwerking met de mengvoeder leveranciers. De resultaten van de mestverbete ringsaktie kunnen worden opge vraagd bij de Regionale Mestbank West te Haarlem, tel. 023-319037 en bij de heer J. Bosman, Wol- phaartsdijk, tel. 01198-2157. Zeeuwse deelnemer Eén van de bedrijven die meege daan heeft aan de mestverbetering saktie in Zeeland is het bedrijf van de heer Lauwers uit Kuitaart. Lau- wers heeft een gemengd bedrijf van 13 ha akkerbouw, 400 vleesvarkens en 80 fokzeugen. Hij heeft aan de aktie meegedaan om voor zichzelf te weten hoe de kwaliteit van de mest op zijn bedrijf is, of het water verbruik met name bij de vleesvar kens hoog of laag is, en wat er nog verbeterd kan worden om de kosten van de mestafzet zo laag mogelijk te houden. Bij Lauwers worden de vleesvarkens gevoerd via brijbakken. In de praktijk blijkt dat hiermee de minste vermor sing optreedt van zowel voer als water. Dit blijkt ook uit het lage wa terverbruik (4,9 liter dier/dag) en het hoge droge stof van de mest op dit bedrijf, gemiddeld 11,95% (vleesvarkens) met een fosfaatge halte van 4,8 kg per ton. De heer Lauwers zegt zelf dat hij vóór de ak tie geen idee had van de mestsa- menstelling op zijn bedrijf, en nog minder wat het waterverbruik per dier was. Door deze aktie is dit in zichtelijk gemaakt. Lauwers gaat nu nog beter controle ren op lekkende nippels en gaat pro beren het waterverbruik bij het reinigen nog te verminderen. Vol gens hem is het erg belangrijk dat op elk bedrijf eens gekeken wordt of er geen water en voer vermorst wordt. "De veehouder moet be wust worden wat op zijn bedrijf mis kan zijn op het gebied van mest- kwaliteit", aldus Lauwers. In Noord-Brabant is een provinciale akkerdistel-verordening van kracht. De verordening geeft aan dat eige naren en/of gebruikers van gronden verplicht zijn om hun gronden te zuiveren van akkerdistels voordat zij tot bloei komen. De praktijk leert echter jaarlijks dat op meerdere plaatsen in de provincie overlast ontstaat als gevolg van verwaaiend distelzaad/pluis. Daarbij kan worden gedacht aan wegbermen, spoordij ken en aan gronden die bouwrijp worden gemaakt. Daarnaast zijn echter ook sommige agrariërs nala tig ten aanzien van de bestrijding van distels, aldus de Gewestelijke Raad voor Noord-Brabant van het Landbouwschap. Wanneer u op basis van ervaringen uit voorgaande jaren verwacht dat overlast van distels zal optreden, is het daarom raadzaam zeer tijdig (liefst gezamenlijk) te reageren bij de veroorzaker, zodat deze zijn maai- schema daarop kan afstemmen. Tij dig melden is belangrijk omdat het met name van wegbeheerders als Rijkswaterstaat en Provinciale Wa terstaat bekend is dat zij pas over gaan tot distelbestrijding nadat klachten zijn binnengekomen! Over het algemeen kan daarbij volstaan worden met een telefonische mede deling aan de betrokken beheerder. Het is gewenst om van te voren te inventariseren of in uw omgeving nog meer agrariërs klachten hebben over de zelfde beheerder. Als dat het geval is, dienen de klachten bij voorkeur gezamenlijk gemeld te worden, zodat de beheerder een to taalbeeld krijgt van het probleem. Indien u de indruk krijgt dat aan te lefonische klachten geen gevolg wordt gegeven, is het zinvol schrif telijk te reageren. Zonodig kunt u vragen of uw afdelingsbestuur of de voorlichtingsdienst u daarbij behulp zaam kan zijn. De belangrijke telefoonnummers zijn: Rijkswaterstaat, 073-817817, Provinciale Waterstaat district west, 01651-4055, district zuid-oost, 040-433745, district noord-oost, 04132-65906. Pluizende distels op gemeentelijke bouwgrond. Een stelsel van heffingen en pre mies op het mineralenoverschot is voor de overheid voldoende fraude bestendig te maken en voor boeren goed uitvoerbaar en rechtvaardig. Voor de land- en tuinbouw is het de meest kosteneffectieve manier om toekomstige milieudoelen te berei ken. Heffingen en premies op mine- ralenoverschotten zijn daarom geschikt als centraal instrument in het landbouwbeleid. Dit stelt het Centrum voor Land bouw en Milieu (CLM) in een rap port. Overheid en landbouwbedrijfsleven hebben on langs in het mestakkoord gekozen voor de invoering van de mineralen- boekhouding en regulerende heffin gen. Over de invulling is echter nog niets besloten. In het rapport doet het CLM een concreet voorstel voor een systeem van heffingen en pre mies gebaseerd op de mineralen- boekhouding. Premie Volgens het CLM moet de op brengst van de heffingen terug gesluisd worden naar de sector. Niet alleen uit concurrentieoverwe- gingen, maar ook om verzekerd te zijn van voldoende draagvlak binnen de sector. De beste vorm daarbij is het geven van een premie geba seerd op een laag overschot. Daar mee worden de voorlopers beloond. Ook maakt het uitkeren van een premie het systeem minder fraude gevoelig. Het CLM pleit ervoor dat er absolute normen worden gesteld op grond van de bedrijfsomvang en niet, zoals destijds bij de mestwetgeving, rela tieve normen op grond van histori sche mest- en mineralenoverschotten. Dit is het meest rechtvaardig en voorkomt dat agrariërs een afwachtende houding gaan aannemen. Ook pleit het CLM voor een rechtlij nig verband tussen heffingen en premies, zodat iedere verloren kg stikstof of fosfor dezelfde waarde heeft. Dit voorkomt fraude en is voor de sector het meest kostenef fectief. Na een voorzichtig begin kunnen de normen geleidelijk wor den aangescherpt en kan het be drag per kg stikstof en fosfor worden verhoogd. Een systeem van heffingen en pre mies op mineralenoverschotten moet voor elke bedrijfstak in de land- en tuinbouw worden inge voerd, aldus het CLM. De veehouders in West-Nederland hebben nog veel mogelijkheden tot hun beschikking om de mestkwali- teit te verbeteren. Dat stelt de Stuurgroep Mestverbeteringsaktie na een onderzoek op 28 varkens- en pluimveebedrijven in Noord-Holland, Zuid-Holland en Zeeland. De stuur groep heeft de mestproduktie en samenstelling van de mest van var kens en pluimvee onderzocht. Uit de resultaten blijkt dat de mest- kwaliteit op de onderzochte bedrij ven over het algemeen vrij goed is, maar nog beter kan. Wel komt er in de praktijk grote verschillen voor. De cijfers zijn onder praktijkomstandig heden gerealiseerd. De gegevens moeten een bijdrage leveren aan de vermindering van de hoeveelheid mineralen in dierlijke mest. De mest verbeteringsaktie is een initiatief van de Regionale Mestbank West. Daarbij is nauw samengewerkt met de mengvoederindustrie en de vak technische organisaties. De betrok ken partijen zijn vertegenwoordigd in de stuurgroep, die de aktie bege leidt. De aktie is in oktober 1992 gestart op 23 varkensbedrijven en op 5 pluimveebedrijven. Op de be drijven is de mestproduktie en het waterverbruik gemeten. Lauwers in Kuitaart is één van de Zeeuwse deelnemers aan de mest verbeteringsaktie

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1993 | | pagina 6