Ziiiii op zeker. Met IjG. Hf?
Landelijke organisatie voor
schapen biedt meerwaarde
KNLC
Zaai op zeker. MetLG.
Zaai op zeker. MetLG.
Bacterievuur
aanpakken
Subsidiegelden gerichter
gebruiken
Bukman doet nog niets aan
waterschapslasten in pachtprijs
Groenbemesting en aaltj esbestrijding.
Uw grond put méér energie uit deze
vroegst zaaibare bladrammenas van
Nederland!
Zuiveringsslib
niet altijd zuiver
Groenbemesting en aaltjes-
bestrijding. Uw grond gaat tot de bodem
met deze meest gezaaide gele mosterd
van Nederland!
Dosering
Groenbemesting en aaltjesbestrijding.
Uw grond is het beste af met deze vroegst
zaaibare gele mosterd van Nederland!
VRIJDAG 25 JUNI 1993
Radical
De Afdeling Akkerbouw en de Com
missie Grondgebruik van het KNLC
hebben zorgen over de toepassing
van zuiveringsslib en groente, fruit
en tuincompost (GFT-compost). De
Afdeling Akkerbouw heeft haar
twijfel over de kwaliteit ervan. In
zuiveringsslib zit veelal een te hoog
gehalte zware metalen en ook GFT-
compost is niet 'schoon'. "De toe
passing ervan heeft gevolgen voor
de bodem en voor het gewas. In alle
gevallen is daarom bemonstering
gewenst", vindt de Commissie
Grondgebruik.
De schapensector in Nederland be
kijkt de mogelijkheid om een lande
lijke schapenorganisatie op te
richten. De Afdeling Veehouderij
van het KNLC kan zich volledig vin
den in zo'n organisatie, mits die zich
voornamelijk richt op de professio
nele schapenhouderij. "Onder de
nieuwe organisaties moeten alle
schapenverenigingen en stamboek
organisaties kunnen vallen. Door de
meerwaarde van deze landelijke or
ganisatie ebben de individuele be
langen vanzelf weg", meent de
Afdeling.
Afdeling Rundvee-, Schapen- en
Paardenhouderij van het Informatie
en Kennis Centrum (IKC)-Veehou-
derij heeft het rapport 'Visie op de
schapenhouderij' opgesteld. In sa
menwerking met een brede verte
genwoordiging van de schapen
sector en in opdracht van de Stich
ting Overleg/Beheer Informatienet
Schapenhouderij nam het IKC
de schapensector in Nederland on
der de ioupa In het rapport advi
seert het IKC onder andere om in
Nederland te komen tot een geza
menlijke schapenorganisatie. Inmid
dels is een stuurgroep bezig om de
(on)mogelijkheden van zo'n organi
satie te bekijken.
Schapenhouderij
Op haar vergadering van 15 juni
1993 liet de Afdeling Veehouderij
van het KNLC weten dat ze hoopt
dat het dit keer wel lukt. In 1988
mislukte namelijk de opzet van een
landelijke organisatie, als gevolg van
dominantie van bepaalde organi
saties.
De schapenhouderij is voor een be
langrijk deel hobbyisme Dat speelt
volgens de Afdeling wel mee, maar
de nieuwe schapenorganisatie moet
zich toch richten op de (professio
nele) schapenhouderij. "Dan gaat
het vanzelf ook goed met de scha
penfokkerij. De fokkerij heeft nu
eigenlijk te lang de boventoon ge
voerd in de schapensector. Dat ging
steeds ten koste van de houderij.
We hopen dat er dit keer vanuit de
fokkerij begrip komt voor de houderij".
houderij".
Er gaat behoorlijk veel veranderen
voor de schapensector. In de (na
bije) toekomst zal veel op de sector af
komen, met flinke financiële conse
quenties. De sector is bereid de ver
antwoordelijkheden te dragen, mits
ze als sector ook wordt gehoord.
Een gezamenlijke organisatie kan
daartoe bijdragen. De Afdeling is
van mening dat alle schapenvereni
gingen en stamboekorganisaties in
Nederland onder de nieuwe organi
satie moeten kunnen vallen. Dit in
het belang van de belangenbeharti
ging voor de totale sector. "Met z'n
allen hebben we een basisvoorzie
ning nodig, die kan worden onder
gebracht in de nieuwe organisatie.
Door de meerwaarde van die orga
nisatie ebben de individuele belan
gen vanzelf weg", verwacht de
Afdeling, die de situatie vergelijkt
met de herstructurering van de
rundveesector in de jaren tachtig.
Geert Pinxterhuis
Het gaat slecht met de EG- en
Nederlandse economie. Het toe
nemende aantal werklozen is
daar een teken van. Na het eco
nomische dat zal er echter (vol
gend jaar?) weer een opleving
komen. Minder zeker is dat ook
de werkloosheid dan gaat afne
men. Met andere woorden, het
lijkt erop dat de werkloosheid
meer structureel dan conjunctu
reel zal zijn. De maatregelen die
men nu zowel bij overheid a/s
werknemers- en werkgeversor
ganisaties in overweging zijn om
de economie snel weer op het
spoor te zetten moeten daarom
ook gericht zijn op de bestrijding
van de hardnekkige werk
loosheid.
Structureel
De hoge werkloosheid dreigt
meer blijvend hoog te worden in
de EG, omdat de verschuiving
van arbeid naar de lage lonen
landen zeer grote vormen gaat
aannemen. Dit betekent dat het
voorkomen van werkloosheid
niet langer gezocht moet worden
in tijdelijke maatregelen, maar
juist in structurele verbeteringen
die de concurrentiekracht van
onze economie blijvend vergro
ten. Subsidie op arbeidsplaat
sen, jeugdwerkgarantieplan,
stimulering deeltijdarbeid en het
toestaan van het werken met be
houd van uitkering leveren geen
bijdrage om de werkloosheid blij
vend terug te dringen. Het
schaars beschikbare geld kan
beter besteed worden aan on
derzoek, innovatie, voorlichting,
onderwijs en verbetering van de
infrastructuur.
Land- en tuinbouw hebben dit al
lang in het beleid vertaald ge
zien. Dit landbouwmodel wordt
nu als voorbeeld voor andere
sectoren genoemd. Het is mooi
dat de agrarische sector a/s
voorbeeld wordt genoemd, maar
het komt vreemd over dat dit ge
beurt in een tijd dat het ministerie
van LNV de financiële steun aan
agrarisch onderzoek, voorlichting,
onderwijs en infrastructuur (landin
richting) aan het verlagen is. Juist
nu ook de agrarische sector in grote
sociaal-economische moeilijkhe
den verkeert moet dit 'landbouw
model' worden versterkt en niet
worden afgebroken.
Subsidies terug
De financiële middelen van de
overheid zijn beperkt. Voor de
verbetering van de Nederlandse
infrastructuur en het kennen en
kunnen van de mensen is zeer
veel geld nodig. Vorige week is
een overzicht naar buiten geko
men met de meer dan 700 sub
sidieregelingen die ons land
kent. jaarlijks wordt door de re
gering een bedrag van bijna 40
miljard gulden aan subsidies ver
deeld. Wonen en openbaar ver
voer zijn de grote
subsidievreters. Landbouwsubsi
dies zijn relatief gering en boven
dien, zo staat in het rapport, niet
fraudegevoelig.
Nu dit subsidie-overzicht is op
gesteld is het tijd dat er een
grondige analyse van het geheel
wordt gemaakt. Het moet toch
mogelijk zijn in dit subsidiewoud
meer orde te scheppen en daar
bij het grote bedrag dat er ligt
meer gericht te gebruiken. De
aanwending van de 40 miljard,
evenveel a/s de totale BTW-
opbrengst, zal meer gericht moe
ten worden op voorkoming van
de noodzaak om subsidies te ge
ven. Dit betekent dat het geld
moet gaan in de richting van een
goed functionerende arbeids
markt, vergroting van de kwali
teit van het arbeidsaanbod en de
arbeidsplaats en voorat verbete
ring van de infrastructuur. Met
name voor de agrarische- en
dienstensector is dat laatste van
(over)levensbelang. Niet alleen
voor de bedrijven, maar vooral
ook voor de mensen die in die
sectoren werken.
Dam Jaarsma
algemeen secretaris KNLC
In de fruitteelt en de boomteelt
maakt men zich zorgen over het be
leid ten aanzien van het voorkomen
en bestrijden van bacterievuur. De
Nederlandse bacterievuurregeling
moet worden aangepast aan de ge
wijzigde EG-Fytorichtlijn. De wijzi
ging vergroot het risico van
aantasting met de ziekte. Dit vereist
meer discipline onder de telers.
Per 1 juni is de EG-Fytorichtlijn ge
wijzigd. De richtlijn geeft aan hoe de
EG-lidstaten dienen te handelen ten
aanzien van onder andere planten
ziektes. De wijziging heeft gevolgen
voor de Nederlandse bacterievuur
regeling. Die regeling wordt nu soe
peler, waardoor het risico van
aantasting met bacterievuur
toeneemt.
Onder andere de zogenoemde be-
schermzones zijn niet meer te hand
haven, zoals het voorheen het geval
was. Tevens kan de Plantenziekten-
kundige Dienst (PD) niet meer vol
doende adequaat optreden om de
ziekte te bestrijden. De Commissie
Fruitteelt en de Commissie Boom
teelt van het KNLC vragen daarom
de fruittelers en boomkwekers zorg-
vuldig te handelen. Telers en kwe
kers moeten aangetaste bomen
verwijderen en vernietigen.
"Latent is bacterievuur momenteel
overal aanwezig en het kan een
groot probleem worden", meent de
Commissie Fruitteelt., "We moeten
attent zijn en aantastingen met de
ziekte direct aanpakken. Ingeval van
besmetting met bacterievuur dienen
de telers ook de PD hiervan op de
hoogte te brengen." De Commissie
Fruitteelt hoopt dat de problematiek
onder de aandacht komt van de po
litiek, omdat ze denkt dat die niet
voldoende doordrongen is van de
gevolgen van de wijziging van de
bacterievuurregeling.
De Commissie Boomteelt wijst de
telers ook op hun verplichtingen.
"We moeten ons er van bewust zijn
dat uitbraken van bacterievuur uit
collectieve middelen worden bestre
den." De Commissie Boomteelt be
seft dat enkele waardplanten van de
ziekte aantrekkelijke teelten zijn,
omdat die met name in Duitsland
gewild zijn. De Commissie pleit er
toch voor op vrijwillige basis de be-
schermzones te handhaven.
Geert Pinxterhuis
Het is in alle gevallen belangrijk de
juiste dosering van het spuitmiddel
Mesurol vloeibaar te gebruiken, en
dat is 0,1 procent (100 ml per 100 li
ter water). In verband met de sterk
verschillende waterhoeveelheden
die gebruikt worden zijn in enkele
gevallen onduidelijkheden ontstaan.
Op haar vergadering van 16 juni
1993 besprak de Commissie
Grondgebruik van het KNLC de pro
blematiek rondom de water
schapslasten en de nieuwe
pachtnormen. De nieuwe pachtnor
men zijn namelijk niet 'opge
schoond' met een deel van de
daarin verrekende water
schapslasten. Een pachter moet nu
dubbel betalen, omdat door de nieu
we regeling de verpachter ook nog
eens de helft van de water
schapslasten mag doorberekenen
aan de pachter.
De problematiek is onder -de aan
dacht gebracht van de Tweede Ka
mer. In een mondeling overleg met
minister Bukman is aangedrongen
op opschoning van de pachtnor
men, zodat de pachter niet volledig
hoeft op te draaien voor de kosten
van waterbeheersing. De minister
heeft echter geen concrete toezeg
gingen gedaan. Hij heeft alleen be
loofd dat als bij de evaluatie van de
nieuwe regeling knelpunten worden
geconstateerd, er een bijstelling van
de normen mogelijk is. Met deze
toezegging is de problematiek niet
opgelost. Alleen een motie, waarbij
de minister zijn toezeggingen moet
omzetten in concrete zaken, kan uit
komst bieden. De kamerleden zullen
bewerkt moeten worden om deze
motie in te dienen. Politieke druk
vanuit de landbouworganisaties is
dus gewenst.
Ultra