Met de buurvrouw in bad De bieten staan dicht en we kunnen niet tellen Het blijft een strijd! Wat is kwaliteit? Net als op de meeste plaatsen staat er in onze NOORD-WESTHOEK voor de tijd van het jaar een geweldige oogst op onze landerijen, ledereen is er zo intens mee bezig dat het oud zeer van de lage prijzen van af gelopen seizoen op de tweede plaats is gekomen. Ook zijn er plaat sen waar overtollig veel regen is ge vallen, die wel stagnatie hebben met de groeiontwikkeling, dicht geslagen en vastgeregende perce len en die zitten dan meestal weer gauw om een buitje verlegen. De tarwe-aren zullen zich zo weer volop laten zien en de andere gra nen staan er ook prima voor. Zelfs gerstpercelen die wat aan de zware kant zijn. Op veel bietenpercelen is de grond al dicht en dat op het eind van mei. Wat wel opvalt is dat nogal wat spuitschade voorkomt. Met dat warme weer werkt het wat straffer, wat groei-achterstand tot gevolg heeft. Over enkele weken is dit wel weer bijgetrokken, maar de plekjes waar de ijzerworm heeft aangezeten (geraakt met de wiedmessen) blij ven zichtbaar. De aardappelstand is prima, al zijn er ook nog net aan het boven ko men. Zo ook dat de eerste van de koude grond weer al gerooid wor den, terwijl de oude nog niet weg zijn. Een wat opwaartse prijs waar toch stilletjes op gerekend werd, is achterwege gebleven, al zijn er nog partijen van prima kwaliteit. De overige gewassen staan er ook pri ma voor. Met zo'n goede structuur en dan nog zo vroeg kan er niet veel mis gaan. Al had een natte april en ook mei wel een ander beeld kun nen geven. En nu maar alles goed in de gaten houden vanwege schim mels en insecten want een gezond gewas is een eerste vereiste voor een goede opbrengst. Want daar werken we toch voor en dan maar hopen op een goed rendement. De braakpercelen of gedeelten daar van, passen die wel in ons goede Nederland? Zou het nog wat uitha len ook? Aan de ene kant optimale opbrengsten zien te halen en aan de andere kant de produktie indam men. Leg dat nu maar eens uit aan mensen die van onze bedrijfstak niets begrijpen. Ze horen en lezen van alles over de landbouw en vee teelt: over het mestbeleid waarover onenigheid is, over de ammoniak- uitstoot, de mineralenboekhouding en ga zo maar door. We zijn een be drijfstak die van alle kanten met wetten en regels worden bestookt. Bijna niemand weet meer precies waar men aan toe is, waardoor het ermee leven haast onmogelijk wordt. Dat heet dan milieu. Wat in 25 jaar bedorven is, wil men in 5 jaar totaal weer omdraaien hetgeen gewoon niet kan. Die ontwikkeling terugdraaien is ondenkbaar. Neem nu de industrie. Moerdijk die fakkelt af, volgens de krant gaat er 25 ton roet de atmosfeer in, maar het geeft niets voor de volksgezond heid. Het was een technische sto ring. In Breda brandt een fabriek af, daarnaast een bandenhandel. Veel rook en stank maar geen gevaar voor de volksgezondheid. In Rotter dam loopt 35.000 liter HCL (zout zuur) in het water, ook dat kan geen kwaad. Zulke zaken zijn niet te voor komen dat is gewoon zo, waar ge werkt wordt kan zoiets gebeuren. Maar onze bedrijfstak is niet andes dan een groep beroepsvervuilers die kwistig met allerlei giffen omgaan. Zo komen we over bij de burger. Het is jammer dat het zo moet, maar onze milieu-minister wil nog zuiniger worden, ook met water en energie. Zo stelde hij pas voor om met de buren samen een wasma chine te delen. Het zou een bespa ring geven. Volgens een Belg echt iets voor die zuinige Hollanders, maar zag er toch wel iets in. Hij (50 jaar) zou, ook vanwege de zuinig heid, voor willen stellen om samen met z'n buurvrouw van 25 in bad te gaan. Het zou ook water bezuini gen, maar energie? Bovenstaande zal op SCHOUWEN- DUIVELAND voor de één wel op gaan en voor de ander niet. Om met de bieten te beginnen, kunnen we stellen dat ondanks de zeer vroege datum de eerstgezaaide bietenper celen inderdaad dicht staan. Op een rondrit over het eiland heb ik dit zelf geconstateerd en ook van collega's heb ik dit vernomen. Nu zijn er wel collega's bij die ik ervan verdenk dat ze iets scheef voor het perceel heb ben gestaan, maar dat neemt niet weg dat het waar is dat alle gewas sen enorm snel gegroeid zijn. De hoeveelheid regen van vorige week was op ons eiland wel wat verschillend maar men kan toch wel stellen dat het overal voldoende was, zonder echte plensbuien, die meer kwaad dan goed doen. Na de regen kwam de zon en die zorgde ervoor dat je na een bezoek aan een perceel jezelf verbaasde over de groei. Niet alleen de bieten maar ook de aardappels veranderden in ruim een week tijd van een veld van individuele plantjes, in een egaal groen perceel. Dit betekent dat we alweer alert moeten zijn op het voorkomen van phytophthora. Op ons eiland bestaat momenteel een groot gedeelte van het werk uit het planten van knolselderij en van spruiten. Ook voor deze gewassen was de regen van vorige week mooi meegenomen. Wat geplant was, is lekker opgefrist en waar nog ge plant moest worden kan dit nu in de koele, vochtige grond gebeuren. Naast al deze landbouwkundige werkzaamheden heeft een groot aantal van de collega's in de buurt afgelopen week en ook aanstaande weekend het weer druk met het be heren van hun mini-camping. Dit brengt mij terug bij het tweede ge deelte van de kopregel. Zo links en rechts in de buurt vallen mij twee dingen op. Ten eerste dat er steeds meer collega's met een mini- camping beginnen en ten tweede dat diverse collega's een ruime overstand (meer dan 15) tolereren. Uit financieel oogpunt zijn beide zeer begrijpelijk, maar of overstand op lange termijn haalbaar zal blijken, is zeer de vraag. Zeker nu de ge meenten besloten hebben strenger op te treden. Van collega's heb ik vernomen dat op diverse bedrijven Veel percelen tarwe hebben deze week de derde stikstofgift gehad. Optimale toe dieningstijdstip is vlak voor het in de aar komen. De tarwe is zo'n dag of tien vroeger dan nor maal. Al op 17 mei j! stond er tarwe in de aar, op een de- monstratieveld van Ceres in 's- Gravenpo/der. In het LAND VAN HULST is in de week van Hemelvaartsdag 25 30 mm regen gevallen. De gevolgen zijn goed zichtbaar. Alle kleuren groen sieren het land. De strijd tus sen gewas en onkruid is nog steeds aan de gang. Zo ook tussen gezond en ziek. Ik denk in eerste instantie aan de aardappelselectie, zakken dragen is een onaangename bij komstigheid. Het meningsverschil met betrekking tot het doorberekenen van de helft van de waterschapslasten aan de pachter is nog niet opgelost. De Do meinen trachten de Grondkamer buiten spel te zetten of sterk te beïnvloeden. Indien veel boeren ak koord gaan met dit voorstel "kan" de Grondkamer moeilijk anders beslissen. Hier is de onafhankelijk heid van de Grondkamer in het geding. Het 150-jarig bestaan van de ZLM wordt gevierd met een gezellig- heidsrit door Zeeuws-Vlaanderen en een feestavond in de Braakman. Dit kan een grootse familiesamenkomst worden voor de leden van de drie kringen. Een mooi begin voor de nieuwe kring Zeeuws-Vlaanderen in ZMO-verband. In Den Haag is het nog steeds niet opgeklaard, gezien de mistige ak koorden die naar buiten komen. De mest geeft nog bij veel boeren een nare lucht. Het draagvlak in de pol der zal te klein blijken met als gevolg dat alles afgedwongen moet wor den. De rentabiliteit van de land bouw laat dat niet toa De marktberichten op bladzijden 14 en 15 van de ZLM-krant zijn meestal een teleurstelling. Vele produkten zijn in mineur en bij herhaling. Mo gen de boven omschreven heldere kleuren groen over '93 uitmonden in duidelijke zwarte cijfers van het laat ste regeltja Waar geen rood aan te pas kan komen. controles hebben plaatsgevonden en overtredingen zijn geconstateerd. Hopelijk houden de gemeenten nu vast aan het uitgestippelde beleid, zodat voor een ieder duidelijk wordt wat wel en niet mag. Niet alleen de toeristen hebben we vorige week ontvangen. Ik en zo te horen velen hebben ook een brief ontvangen van "ons" Schap dat er nog betaald moest worden. Naast de extra werkzaamheden -dus kosten- die op "ons" Schap afko men door de zich steeds verder te rugtrekkende overheid zal dit jaar op de kostenkant van de balans ook nog een post "porti voor aanmanin gen" prijken. Collega's, realiseren wij ons wel waar we mee bezig zijn, zo wordt "ons" Schap nog meer be last! En laten we wel wezen, als de belasting een half mil;joen over de balk kan smijten voor het afscheid van één ambtenaar, waarom wij dan geen dikke duizend gulden boeren- geld voor "ons" Schap? "Boeren moeten meer aandacht aan de kwaliteit van hun produkt besteden" of "boeren moeten kwalitatief hoogwaardige pro dukten produceren". Het zijn veelgehoorde uitspraken waar voor geldt "makkelijker gezegd dan gedaan". Het zijn bovenal vage uirspraken. Alvorens in te gaan op de verschillende defini ties van kwaliteit, wil ik aan de hand van een paar citaten weer geven hoe verschillend er door boeren over kwaliteitsproduktie (los van de verschillende defini ties van kwaliteit) wordt gedacht. Sommige boeren voelen er wei nig voor om aan kwaliteitspro duktie te doen. Eén van hen redeneerde als volgt: "Kwaliteit wordt niet betaald. Als er een te kort aan een produkt is, dan wil len ze alles dus dan wordt de prijs van de mindere kwaliteit ook automatisch omhoog ge trokken. En a/s er teveel is dan daalt de prijs van een goede kwaliteit zo sterk, dat het ook niet meer uitmaakt". Andere boeren hanteren een vol ledig tegenovergestelde redene ring om aan te geven waarom zij juist wel aan kwaliteitsproduktie doen: Ook al gaat het slecht met de prijzen, een goede kwaliteit brengt altijd meer op. Goede kwaliteit verkoopt bovendien al tijd beter". Eén van de boeren die ik sprak, gaf aan waarom er volgens hem zo weinig boeren zijn die aan kwaliteitsproduktie doen: "De akkerbouwers worden niet per soonlijk aangesproken op de kwaliteit door de afnemer. Er zit ten teveel schakels tussen. A/s er minder schakels tussen pro ducent en consument zitten, wordt je vanzelf meer kwali teitsproducent". Daarmee komen we op een es sentieel kenmerk ten aanzien van het kwaliteitsvraagstuk, nl. de vele schakels tussen produ cent en consument. Als we te ruggaan in de tijd en we kijken bijvoorbeeld naar de aardappel rassen die vroeger verbouwd werden dan valt het volgende -op. Gebruikelijke rassen destijds waren de Koopmans Bonte, de Koopmans Blauwe en de Beve lander. Volgens oudere boeren waren dit echte kwaliteitsaard appelen, dat wil zeggen dat het specifieke tafelaardappelen wa ren met een goede smaak en goede kookeigenschappen. Bo vendien waren deze rassen wei nig ziektegevoelig. In de loop der jaren zijn de aard appeltelers steeds meer aard appelen gaan telen voor industriële verwerking: zetmeel, frites en chips. Er is zodoende een schakel in de afzetketen bij gekomen. Zo stelt de fritesver- werkende industrie duidelijke eisen aan de vorm en grootte van de aardappelknollen. Kwali teit heeft daardoor een andere lading gekregen: de geschiktheid voor industriële verwerking is een doorslaggevend kenmerk geworden. Bovendien is het niet meer de aardappel zelf die op kwaliteit beoordeeld wordt, maar de lengte, dikte, kleur en smaak van de frites vormt nu het kwaliteitskern merk. Kwaliteit is zodoende een kenmerk dat tij dens het industriële produktie- proces aan de grondstof - de aardappel - wordt toegevoegd. Kwaliteit wordt zodoende niet meer zozeer op het boerenbedrijf geproduceerd, doch hoofdzake lijk in de verwerkende industria Er zijn boeren die zich hieraan willen onttrekken en weer speci fieke tafelaardappelen gaan ver bouwen. Door zelf te sorteren en te verpakken en voor zover mo gelijk direct aan de winkel te le veren houden ze een groot deel van de zefzetketen in eigen hand. Door het arbeidsproces op een dergelijke wijze te structure ren, zijn het de boeren zelf die kwaliteit produceren en niet de afnemer en/of de verwerkende industria Maar er is nog meer aan de hand op het gebied van kwaliteit. Veelal wordt kwaliteit afgemeten aan het uiterlijk van een produkt. Dit leidt soms tot vreemde situa ties. Zo wordt de kwaliteit van prei hoofdzakelijk beoordeeld op de kwaliteit van het loof; het deel van de prei dat over het al gemeen niet geconsumeerd wordt. Dat heeft echter wel tot gevolg dat boeren min of meer verplicht worden om zeer veel gewasbeschermingsmiddelen te gebruiken om het loof vrij te houden van ziekten en plagen. Ook met het rooien moet de no dige voorzichtigheid in acht ge nomen worden. Loofbreuk moet zoveel mogelijk vermeden wor den, omdat anders de kans bestaat dat het produkt afge keurd wordt. Er is een groep consumenten die anders over kwaliteit denkt. Voor hen is niet alleen het uiterlijk van het pro dukt doch mede de produktie- wijze van betekenis. Zij vinden het bijvoorbeeld belangrijker dat er geen residuen van bestrij dingsmiddelen op het produkt aanwezig zijn. Zij zijn voor hun produkten dan ook aangewezen op boeren die eveneens van me ning zijn dat de aard van het ar beidsproces minstens zo kenmerkend is voor de kwaliteit als het uiterlijk van het produkt. Ik heb met het voorgaande aan willen geven dat er zo gemakke lijk over kwaliteit gesproken wordt, maar dat er nooit bijge zegd wordt over welke kwaliteit men het heeft. Gaat het om de geschiktheid voor industriële verwerking, het uiterlijk van het produkt of om het arbeidspro ces? Het geven van een ant woord op deze vraag is mijns inziens essentieel zeker wanneer er bijvoorbeeld gesproken wordt over het instellen van een kwali teitskeurmerk voor produkten van Zeeuwse bodem. Han Wiskerke

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1993 | | pagina 10