KNLC wil kunstmest niet
in mineralenboekhouding
Aspergetelers in de problemen
Stijgende vraag naar vlasvezels
Financiering Meerjarenplan
Gewasbescherming nog niet rond
In) Mioi IVA/O
aïTi
Positief resultaat
Coveco over 1992
Alleen kasasperges brengen geld op
Positieve stemming op vlasmiddag in St. Jansteen
Doorberekenen waterschapslasten
in pachtprijs is onbillijk
B VRIJDAG 14 MEI 1993
5
Woensdag 12 mei heeft er een over
leg plaatsgevonden tussen het
bestuur van het Landbouwschap en
de ministers Alders van Milieu en
Bukman van Landbouw over het
mestbeleid. Het bestuur van het
KNLC heeft op dinsdag 11 mei uit
gebreid gesproken over de inzet van
het landbouwbedrijfsleven bij dit
overleg. De bestuursleden waren
het er over eens dat geprobeerd
moest worden er met beide mi
nisters op hoofdlijnen uit te komen.
Een van de belangrijkste discussie
punten binnen het KNLC-bestuur
was de hoogte van de gebruiks
norm. De vraag stond daarbij cen
traal of een korting van 30% op de
referentiehoeveelheid acceptabel is
in combinatie met een verruiming
van de fosfaat-stikstof norm. (In Mi
neraal Centraal wordt uitgegaan van
een korting van 25% op de referen
tiehoeveelheid.) Het bestuur van het
KNLC kan hier mee leven, onder
voorwaarden dat de verhouding van
de fosfaat-stikstof-norm veel ruimer
wordt dan thans (1:2). Tevens werd
aangegeven dat afroming bij het
verplaatsen van mest ook een optie
is.
Mineralenboekhouding
Het bestuur van het KNLC wil dat
de mineralenboekhouding zo snel
Coveco Beheer n.v. in Velp heeft
over 1992 een positief resultaat ge
boekt. Het verwachte resultaat be
draagt 1,2 miljoen gulden. De omzet
van Coveco Beheer n.v. steeg van
1.654,3 miljoen gulden naar
1.863,5 miljoen gulden. Voor Cove
co leidden een betere bezetting en
een verbeterde marge tot een verbe
tering van het jaarresultaat ten op
zichte van 1991.
mogelijk wordt ingevoerd, het liefst
effectief per 1 januari 1996. Als dat
gebeurt hoeven de gebruiksnormen
voor fosfaat ook niet aangescherpt
te worden.
De overheid stelt voor om de ge
bruiksnormen per 1 januari 1995 te
stellen op 100 kg fosfaat voor
bouw- en maisland en 150 kg voor
grasland. NB als vanaf 1996 de ver
plichte mineralenboekhouding voor
de veehouderij wordt ingevoerd,
wordt het systeem van gebruiksnor
men vervangen door verliesnormen!
Omdat hierover nog onvoldoende
bekend is, zal eerst meer onderzoek
moeten plaatsvinden. Ook moet
duidelijk zijn, wat er precies onder
verliesnorm verstaan wordt. Pas
daarna kan de norm worden in
gevuld.
Wat betreft de eindnormen wil het
KNLC-bestuur dan ook vasthouden
aan de eindverliesnorm zoals die in
mestbeleid 2000 is genoemd. In
1998 zou er dan overleg kunnen ko
men tussen overheid en landbouw
bedrijfsleven of die eindnorm gezien
het landbouwkundig gebruik goed
gekozen is.
Ammoniak
Het bestuur van het KNLC is tegen
een ammoniakheffing. Wel wil het
bestuur meedenken over hoe de
ammoniakemissie zoveel mogelijk
naar beneden kan worden gebracht.
Het bestuur is er voor om bij het
ammoniakbeleid uit te gaan van een
zogenaamd doelstellingenbeleid. Dit
beleid moet dan wel regionaal opge
zet worden. Bij dit soort beleid
wordt aan de individuele veehou
ders overgelaten hoe ze de ammoni
akemissie op hun bedrijf zoveel
mogelijk naar beneden willen bren
gen. Als laatste optie zijn de mest-
produktierechten besproken. Het
KNLC wil dat zo snel als mogelijk is,
over gegaan wordt van mestproduk-
tierechten naar afzetrechten.
Binnen het bestuur van het KNLC is
ook gesproken over het mestbeleid
voor de akkerbouw. Ook de akker
bouwers zullen er niet aan ontko
men op den duur een
mineralenboekhouding bij te gaan
houden. Het kunstmestgebruik mag
hier volgens het KNLC-bestuur niet
bij betrokken worden. Wanneer dat
wel gebeurt zal dat de onderlinge
solidariteit tussen akkerbouwers en
veehouders verstoren en beiden
hebben elkaar wat het mestbeleid
betreft hard nodig.
Ingeborg Schuitemaker
Aspergekweker R Franken te Bergen op Zoom teelt jaarlijks 3.000 m2
asperges in een afgeschreven kas
Tientallen jaren waren asperges
voor tuinders in de regio Bergen op
Zoom en een streek in Limburg een
vaste en zekere bron van in
komsten. Frequente areaalsuitbrei
dingen hebben thans van het witte
goud een massaprodukt gemaakt.
Vooral veehouders en akkerbou
wers grepen deze teelt aan om hun
inkomen op peil te houden. Tot nu
toe ligt de gemiddelde prijs op am
per 6 gulden. Kasasperges daaren
tegen hebben een middenprijs van
f 21,34 opgebracht. Tuinbouw-
bestuurder en aspergeteler P. Fran
ken uit Bergen op Zoom teelt 3000
meter in een oude, afgeschreven
kas.
Komkommers in een vrijwel nieuwe
kas van 1 ha vormen de hoofdmoot
bij de maatschap Piet en zoon Mi
chel Franken. Afbreken van het
oude warenhuis vonden zij zonde.
Ze plantten er asperges in. Een ver
warmingsslang in het bed en zwart
plastic houden de temperatuur in de
grond. Daar hebben zij achteraf
geen spijt van. In 1991 lag de mid
denprijs op f 14,— in 1992 op
f 17,— en dit jaar werd gemiddeld
f 21,34 overgemaakt. "Uitschieter
was Pasen toen de klok op f 32,80
bleef hangen", merkt Franken op.
"In de regio ligt nu 60 ha asperges
onder glas. Hierdoor kunnen wij in
de periode half maart - eind april
constant een vaste hoeveelheid vei
len. Te kleine partijen trekken in ver
houding weinig kopers aan".
Voor de vollegrondsaspergetelers
ziet Franken, o.a. bestuurder bij de
RBT te Breda, de toekomst somber
in. "Veehouders en akkerbouwers
zochten een alternatieve tweede
tak. Met zijn allen zijn wij in hetzelf
de gat gesprongen. Het resultaat zie
je aan de dagelijkse aanvoeren en
de prijsvorming. Een investering in
asperges doe je voor 10 jaar zodat
er voor de komende jaren geen ver
betering in zal zitten. Daar komt nog
bij dat de nieuwe, meer opbrengen
de aspergesoorten vooral in een
warme periode te snel groeien. Het
aanvoerpatroon gaat hierdoor ge
paard met pieken. Vroeger kochten
venters goedkope partijen op en
verkochten die in de straat. De piek
was zo na één dag weg. Nu deze
vorm van handel verdwenen is blijf
je vaak dagen met een overaanbod
zitten".
Franken raadt niemand aan om de
komende jaren aspergevelden aan
te leggen. "Het zit structureel fout.
Nieuwe afzetgebieden dienen zich
niet aan. Daar komt nog bij dat met
name Griekenland en Frankrijk sterk
aan de weg timmeren".
Asperges vereisen een ruime
vruchtwisseling zodat telen in een
kas of op de vollegrond maar voor
een periode van 8 jaar mogelijk is.
Proeven met bovengrondse metho
den, o.a. in kisten, staan nog in de
kinderschoenen.
Asperges vergen enorm veel hand
werk. Van 1 ha komt ongeveer
10.000 kilogram produkt, vanuit de
kas 30% meer. Juist het intensieve
werk van steken en schoonmaken
breekt veel bedrijven op. Vooral in
Oost-Brabant en Limburg hebben
ondernemers het groot aangepakt.
Percelen van 10 ha en meer zijn
geen uitzondering. Zij zijn gespecia
liseerd en hebben hun oppervlakte
afgestemd op de beschikbare arbeid
in de omgeving. Vakkundige asper
gestekers zijn niet meer te vinden.
Van het witte goud is lang geen
sprake meer.
J.v.T.
Er zit beweging in de markt van de
vlasvezels. Vooral naar klodden
(korte vezel) is de vraag toegeno
men. Dit kwam naar voren op de
traditionele vlasmiddag van de Al
gemene Nederlandse Vlassersbond,
die vorige week donderdag in St.
Jansteen is gehouden. Bijna alle le
den van de bond waren aanwezig,
constateerde secretaris C. van Leu
ven verheugd. Sprekers waren se
cretaris A. van de Riet van de
Commissie voor Vlas van het
Hoofdproduktschap voor Akker-
bouwprodukten, en directeur A.
Daenekindt van het Algemeen Bel
gisch Vlasver bond.
In zijn openingswoord zei voorzitter
G. Mortier van de Vlassersbond te
hopen dat de toegenomen vraag
naar de korte vezel doorwerkt in de
markt van de lange vezel. Hoe de
vezelmarkt zich dit jaar heeft ont
wikkeld werd duidelijk uiteengezet
door ABV-directeur Daenekindt. Hij
schetste de marktsituatie in België,
die vergelijkbaar is met die in Ne
derland.
De verkopen van de lange vezel zijn
flink toegenomen in vergelijking met
vorig jaar, maar de prijzen zijn laag.
Tot nu toe in de huidige campagne
zijn de prijzen gemiddeld zelfs enke
le procenten lager dan in de vorige
campagne. Ook van de korte vezel
zijn de verkopen gestegen, terwijl
hiervan ook de prijzen in de lift zit
ten, maar die komen dan ook uit
een diep dal. "Er is een duidelijke
ommekeer in de kloddenmarkt", al
dus Daenekindt. Desondanks blijven
de voorraden in West-Europa nog
steeds groot, van zowel lange als
korte vezel. Van de lange vezel
zweeft zelfs een volledige jaarpro-
duktie van ruim 50.000 ton boven
de markt. Refererend aan een re
cente brand in een Belgische vlas
opslag zei Daenekindt: "Het zal
nog veel moeten branden eer de
voorraden weer op een evenwichtig
peil zijn".
Om de voorraden af te bouwen pro
beert de Westeuropese vlassector al
enkele jaren het areaal te verkleinen.
Daenekindt noemde het positief dat
het areaal dit jaar wederom wat is
afgenomen. Naar verwachting
wordt dit jaar in Frankrijk 35.000 ha
vlas geteeld, in België 7.500 ha en
in Nederland 3.000 ha. Bij elkaar be
tekenen deze 45.500 ha een afna
me ten opzichte van vorig jaar.
Wat echter vooral voor een licht
puntje zorgt is dat vlas terugkomt in
de moda Dit blijkt uit diverse mo
deshows in onder andere Parijs. Dit
verklaart ook de opleving van de
kloddenmarkt, de kledingindustrie
gebruikt nl. veel korte vezels. Een
ander positief punt voor de West
europese vlassector is de afgeno
men vlasteelt in het voormalige
Oostblok. In die landen hebben
voedselgewassen de prioriteit.
Daenekindt toonde zich opti
mistisch over de kansen van vlas.
Hij hield de Nederlandse vlassers
dan ook voor te blijven geloven in
hun produkt, "maar dan wel onder
de voorwaarde dat we streven naar
optimalisatie van de kwaliteit en
niet naar een zo groot mogelijke
kwantiteit".
Marktregulatie
De georganiseerde vlassersbonden
in West-Europa praten over de in
voering van een bepaalde vorm van
marktregulatie. De gedachte is per
land quota in te stellen, die dan
weer onder de vlassers verdeeld
kunnen worden. Een dergelijk
systeem is zeker een van de moge
lijkheden om het aanbod aan de
vraag aan te passen, aldus Daene
kindt, ondanks de administratieve
rompslomp die het ongetwijfeld
meebrengt. Voorwaarde is wel dat
er een vorm van "penalisatie" is
voor vlassers die over hun quotum
heengaan. "Je moet aan hun porte
monnee zitten, anders werkt het
niet".
Het hoofdbestuur van de ZLM vindt
het uitlokken van een proefproces
over het doorberekenen van water
schapslasten aan de pachter het
overwegen waard. Een dergelijk
proces zou bij voorkeur in 3 CLO-
verband moeten plaatsvinden. Het
wordt als bijzonder onbillijk ervaren
dat de helft van de water
schapslasten aan de pachter wordt
doorberekend terwijl het onderdeel
waterschapslasten niet eerst uit de
pachtprijs is gehaald.
De laatste pachtprijsverhogingen
zijn steeds gebaseerd op de stijgin
gen van de waterschapslasten. De
ze lasten maken dus al onderdeel uit
van de pachtprijs. Nu heeft de wet
gever het mogelijk gemaakt daarbo
venop nog eens de helft van de
waterschapslasten aan de pachter
in rekening te brengen.
Zodoende betaalt de pachter dub
bel. Het zou volgens de ZLM op z'n
minst gerechtvaardogd zijn dat de
helft van de waterschapslasten nu
in mindering worden gebracht op de
pachtprijs.
Het landbouwbedrijfsleven wil niet
meer dan 10 miljoen gulden bijdra
gen aan de financiering van de uit
voering van de
bestuursovereenkomst Meerjaren
plan Gewasbescherming. Het Land
bouwschap heeft overeenstemming
bereikt met de staatssecretaris van
landbouw over deze financiering.
De minister gaat echter niet ak
koord met het bereikte resultaat.
Het bestuur van het KNLC, op 11
mei in vergadering bijeen, vindt dat
er vastgehouden moet worden aan
de afspraak met de staatsse
cretaris.
Het landbouwbedrijfsleven had met
de staatssecretaris afgesproken om
tot 2000 een miljoen gulden per
jaar te halen uit het bedrag (3 tot 5
miljoen gulden) dat het landbouw
bedrijfsleven al zou opbrengen voor
uitvoering van het Meerjarenplan
Gewasbescherming. Dit is in totaal
7 miljoen gulden. Tweeëneenhalf
miljoen gulden zou gehaald moeten
worden uit de gelden die beschik
baar zijn voor de herstructurering
van de akkerbouw. Door deze af
spraak is er in totaal 9,5 miljoen gul
den beschikbaar voor de
financiering van de bestuursover
eenkomst. Volgens de minister is
dit te weinig en zou het landbouw
bedrijf sleven nog minimaal 2,5 mil
joen meer moeten opbrengen.
Het bestuur van het KNLC vindt dat
er vastgehouden moet worden aan
de afspraak met de staatssecretaris;
over een verdere bijdrage van het
landbouwbedrijfsleven valt niet te
praten. De politiek moet nu maar
uitmaken wat er moet gebeuren.
Wel vraagt het bestuur zich af wat
er eigenlijk gebeurd is met de gel
den die het ministerie ter beschik
king heeft gesteld om de
herstructurering in de akkerbouw te
financieren. Over de besteding van
bijna 400 miljoen gulden wil het mi
nisterie geen enkel uitsluitsel. Het
KNLC-bestuur vindt dat het ministe
rie met die cijfers boven tafel moet
komen.