Zuiveringsslib, compost,
zwarte grond en mengsels
Omzetbelasting bij grenslanderijen
6 J
Betere overgangsregeling
stierenpremie nodig
Nieuwe stichting bundelt
cursusonderwijs tuinbouw
Sociaal
Voorlichting
Aanvraag geopend
voor stierenpremie
Landbouwschap:
VRIJDAG 30 APRIL 1993
Meststof
Uitrij
Emissie
Verplichte
verboden
arme aanw.
grond-
bemonstering
dierlijke mest
ja
ja
nee
zuiveringsslib
per 1-1-1994
ja
per 1-1-1994
compost
nee
nee
nee
zwarte grond
nee
nee
nee
mengsel met slib
per 1-1-1994
ja
per 1-1-1994
mengsel met mest
ja
ja
nee
mengsel van beiden
ja
ja
per 1-1-1994
De landbouw gebruikt naast de
dierlijke meststoffen ook andere or
ganische meststoffen. De hoeveel
heden die hiervan gebruikt mogen
worden zijn afhankelijk van de kwa
liteit van het produkt. Het Besluit
Overige Organische Meststoffen
(BOOM) dat de toepassing van deze
stoffen regelt, is in werking sinds 1
januari j.l. en heeft ten doel de be
lasting van de bodem met zware
metalen en arseen te veriagen.
Het BOOM bevat voorwaarden voor
het gebruik van zuiveringsslib, com
post en zwarte grond. In dit artikel
treft u een omschrijving aan van de
verschillende stoffen, zodat u zelf
kunt bepalen of u te maken heeft
met het BOOM. Zo ja, dan kunt u de
hoofdlijnen waarnemen omtrent het
gebruik van de stoffen.
Zuiveringsslib
Hieronder wordt verstaan het slib
dat ontstaat bij zuivering van huis
houdelijk, stedelijk en industrieel af
valwater. Slib uit vet- en
zandvangers en afgescheiden grond
(tarra) van was- en scheidingspro
cessen bij suikerfabrieken, peen-
wasserijen en
aardappelverwerkende industrie val
len niet onder zuiveringsslib, even
min slib van
kalvergiervoorzuiveringsinstallaties.
Schuimaarde is ook geen zuive
ringsslib.
Grondonderzoek: Vanaf 1 januari
1994 moet iedereen die zuive
ringsslib wil gebruiken, de grond
van het perceel waarop hij dit wil
toepassen vooraf laten onderzoe
ken. Dit geldt ook voor het gebruik
van mengsels waarin zuiverlingsslib
voorkomt. Een bodemanalyse kost
ongeveer f 500,— en is maximaal 6
jaar geldig. De bemonstering en
analyse van de bodem moet vol
gens een door de overheid voorge
schreven methode gebeuren.
Wanneer uit het bodemonderzoek
blijkt dat bepaalde toetsingswaar
den worden overschreden, dan is
het gebruik van deze stof verboden.
Van 3 tot 31 mei kunnen weer aan
vragen worden ingediend voor de
stierenpremie (de EG-
Premieregeling Rundvleesprodu
centen).
Vanaf de aanvraag moet men de
stieren minstens twee maanden op
het bedrijf aanhouden. Per aanvraag
moet u voor minimaal drie stieren
aanvragen. De aanvragen moeten
worden gedaan bij de DBH.
J.L. Mieras
Het Landbouwschap heeft minister
Bukman om een ruimere over
gangstermijn gevraagd voor de EG-
premieregeling rundvleesproducen
ten 1993. Tot dusver worden de zo
genaamde stierenpremies
aangevraagd en uitgekeerd bij de
slacht. Met ingang van volgende
maand moet de premie worden
aangevraagd tenminste twee maan
den voordat het dier van het bedrijf
wordt afgevoerd.
Door het nieuwe systeem dreigen
stieren die in april, mei en juni zijn of
worden geslacht buiten de premie
regeling te vallen. Het Landbouw
schap vindt dat onaanvaardbaar.
Normen: Bij het gebruik van slib
heeft u te maken met doseringsnor
men en fosfaatnormen. Wat dit laat
ste betreft: gebruik van slib telt mee
in de mestboekhouding (mestnum-
mer, let op afleveringsbewijs).
Uitrijregels: Met ingang van 1 janua
ri 1993 geldt de voorwaarde van
emissie-arme aanwending voor slib,
net als voor dierlijke mest. Voor
bouw- en maïsgrond betekent dit in
1 of 2 direkt opeenvolgende werk-
gangen uitrijden en onderwerken.
Op grasland is dit in maximaal 1
werkgang. Per 1 januari 1994 wor
den de uitrijverboden van kracht zo
als die voor dierlijke mest gelden. Er
is altijd een uitrijverbod op be
sneeuwde grond.
Compost
Compost kan gevormd zijn uit zuive
ringsslib, gemengde afvalstoffen, uit
uitwerpselen van dieren en uit puur
plantaardig afval, denk aan groente-
fruit-tuinafval (GFT). Champost, be
staande uit champignoncompost en
dekaarde, is voor minder dan 50%
geproduceerd uit uitwerpselen van
dieren en valt derhalve onder het
BOOM.
Voor compostsoorten die worden
geproduceerd uit uitwerpselen geldt
het volgende. Indien deze compost
soorten voor meer dan 50% wordt
geproduceerd uit dierlijke meststof
fen vallen zij niet onder de definitie
van compost. Het Besluit Gebruik
Dierlijke Meststoffen is dan van toe
passing.
Normen: Ook hier heeft u te maken
met doseringsnormen. Wat betreft
de fosfaatnormen: voor compost
van het eigen bedrijf en/of huishou
ding zijn de aanwendingsnormen in
tonnen droge stof en kg fosfaat niet
van toepassing. Bij gebruik van
meer dan 6 ton compost moet u
een mestboekhouding bijhouden
(let op afleveringsbewijs).
Uitrijregels: Voor het gebruik van
compost gelden geen emissiebeper-
kende maatregelen en uitrijver-
bodsperioden. U heeft hier wel mee
te maken wanneer de compost uit
zuiveringsslib bestaat, zie bo
venstaande informatie. Alleen op
besneeuwde grond is het altijd ver
boden compost uit te rijden.
Zwarte grond
Dit bestaat uit een mengsel van bo
dembestanddelen (zand, klei en
veen) en bewerkte organische af
valstoffen. Deze organische af
valstoffen kunnen onder andere
bestaan uit zuiveringsslib of com
post. Het is dus niet de bekende
zwarte teeltaarde voor de tuin. In de
landbouw gebruikt men o.a. zwarte
grond in de boomteelt (aan-
vulgrond).
Normen: Wanneer zwarte grond ge
mengd is met mest, heeft u te ma
ken met fosfaatnormering. Bij
gebruik van meer dan 6 ton zwarte
grond moet u een mestboekhou
ding bijhouden.
Uitrijregels: Wanneer er een meng
sel is van zwarte grond, mest en
slib, dan gelden uitrijbepalingen.
Mengsels
Als er mengsels zijn van bo
venstaande stoffen met dierlijke
meststoffen dan geldt veelal de
strengste regel, het BOOM. Dit
heeft betrekking op de uitrijregels,
emissie-arme aanwending, bodem
bemonstering (indien aanwezigheid
van slib). Veelal moet u ook een
mestboekhouding bijhouden (let op
afleveringsbewijs).
Hierboven is gesproken over dose
ringsnormen. Ook hier zijn details
op losgelaten, maar deze zijn in dit
artikel niet opgenomen. Heeft u hier
concrete vragen over of heeft u vra
gen over andere zaken, dan kunt u
dit natuurlijk altijd vragen aan de
SEV-er in uw gebied.
E.T. Pons
In De Lier is het startsein gegeven
voor de stichting Agro Cursuscen
trum. Deze stichting bundelt de ak-
tiviteiten van een aantal agrarische
opleidingscentra, waaronder Goes,
op het gebied van het cursusonder
wijs in de tuinbouw en handel.
Het agrarisch cursusonderwijs
maakt een grote bloei door. De stu
diegidsen van de nieuwe stichting
tellen maar liefst 100 verschillende
cursussen. In de stichting werken
de agrarische cursuscentra in De
Lier, Maasland, Naaldwijk, Bleiswijk,
Barendrecht, Brielle en Goes samen.
Het gaat om ca. 2.000 cursisten. In
de stichting doen ook standsorgani
saties, studieclubs en voorlichtings
diensten mea Voorheen bestond al
een informele samenwerking.
De officiële samensmelting van de
cursuscentra heeft belangrijke effi-
ciëncyvoordelen. De centrale in
schrijving en administratie verlaagt
de kosten, waardoor de prijzen van
de cursussen op een redelijk niveau
kunnen blijven. Daarnaast maakt de
samenvoeging het mogelijk dat cur
sussen waarvoor weinig belangstel
ling bestaat toch in stand kunnen
blijven.
De stichting Agro Cursuscentra ver
zorgt ook cursussen op maat voor
bedrijven, instellingen en organisa
ties. Belangstellenden kunnen de
studiegidsen aanvragen bij het se
cretariaat, tel. 01745-12863. Er is
een gids voor de tuinbouw en een
gids voor de handel en toeleve
ranciers.
De oprichting van het Agro Cursuscentrum in De Lier ging met enig
feestelijk vertoon gepaard
Het probleem kan worden opge lost
door de oude en nieuwe regeling tot
1 juli a.s. te laten overlappen. Hier
voor is toestemming nodig van de
EG. Als die niet zou worden ver
leend is het Landbouwschap bereid
met minister Bukman over andere
mogelijkheden te overleggen.
Volgens de nieuwe regeling moeten
de stierenpremies dit jaar worden
aangevraagd in de maanden mei,
augustus en november. Het Land
bouwschap heeft minister Bukman
laten weten alleen met het nieuwe
systeem akkoord te gaan als er een
oplossing komt voor het over
gangsprobleem.
De heffing van omzetbelasting van
af 1 januari 1993 is ten aanzien van
leveringen van goederen en dien
sten over de grens sterk veranderd.
Verleden jaar is in deze rubriek daar
aan uitgebreid aandacht besteed,
loch is het nuttig daarop nog eens
terug te komen nu daarover nadere
informatie kan worden gegeven. Dit
naar aanleiding van een mededeling
van de staatssecretaris van Finan
ciën van 24 februari 1993, nr.
VB93/447, Infobulletin 93/195.
Op grond van oude regelingen werd
vrijstelling van BTW verleend voor
de invoer in Nederland van produk-
ten van landbouw, veeteelt, bijen
teelt, tuinbouw of bosbouw en op
overeenkomstige wijze ook van pro-
dukten van visserij of visteelt en
jacht (hierna: landbouwprodukten),
die afkomstig zijn van landerijen/wa
teren die in het buitenland in de on
middellijke nabijheid van Nederland
zijn gelegen en die worden geëxploi
teerd door landbouwproducenten
die de zetel van hun bedrijf in Ne
derland hebben in de onmiddellijke
nabijheid van het desbetreffende
andere land. Onder "de onmiddellij
ke nabijheid van de grens" werd
verstaan een strook aan weerszijden
van de grens van 5,5 kilometer. De
vrijstelling was beperkt tot produk-
ten die geen andere behandeling
hebben ondergaan dan die welke
gewoonlijk na de oogst of de pro-
duktie plaatsvindt en die door of
voor rekening van de landbouwpro
ducent in Nederland worden bin
nengehaald. Op overeenkomstige
wijze was vrijgesteld de invoer van
zaaigoed, meststoffen en produkten
voor de behandeling van bodem en
gewassen, bestemd en benodigd
voor de exploitatie van grenslan
derijen.
Vrijstellingen blijven
Na 1 januari 1993 wordt de hiervoor
beschreven situatie van vrijstellin
gen bij invoer in feite voortgezet.
Daarbij is overwogen dat het wen
selijk is de uitoefening van het
landbouw- en veeteeltbedrijf in de
grensstreek niet nadelig door be
lastingheffing te beïnvloeden. De in
de Nederlandse grensstrook ge
vestigde landbouwers kunnen de
landbouwprodukten, die zij hebben
geoogst op grenslanderijen die zijn
gelegen in een andere lidstaat, zon
der het vervullen van aangifte- of
andere administratieve verplichtin
gen overbrengen naar hun bedrijf in
Nederland. Evenzo kan worden ge
handeld bij de overbrenging van
landbouwmachines, zaaigoed,
meststoffen en dergelijke goederen
van het eigen bedrijf naar in andere
lidstaten gelegen grenslanderijen
(en zonodig weer terug) voor tijdelijk
gebruik op casu quo ter bewerking
van die landerijen.
Het zal duidelijk zijn dat deze bijzon
dere ontheffing niet geldt in de ge
vallen waarin een landbouwer
landbouwprodukten naar een ande
re lidstaat vervoert of verzendt ten
behoeve van of in het kader van de
levering van die produkten aan der
den. Ook is deze ontheffing niet van
toepassing indien een landbouwer
landbouwmachines in een andere
lidstaat koopt en al dan niet via een
grensperceel in die lidstaat na de
aankoop overbrengt naar zijn bedrijf
in Nederland. In dat geval zal op
normale wijze, rekening houdend
met de toepassing van de verwer-
vingsdrempel voor landbouwers on
der de landbouwregeling, in
Nederland een belaste intracommu
nautaire verwerving plaatsvinden.
De hiervoor beschreven regeling is
omgekeerd op dezelfde wijze van
toepassing voor landbouwers in an
dere lidstaten die grenslanderijen in
Nederland hebben.
B. Veerbeek