Voorjaarswerk vlot verlopen
DL>
a
Door de droge omstandigheden van grond en weer
hebben de zaai- en pootwerkzaamheden een zeer
vlot verloop gehad. De struktuur van de grond was
veelal uitstekend, dit in tegenstelling tot 1992, toen
in mei op de zware gronden nog veel aardappels ge
poot moesten worden. Een goede struktuur van de
grond en bewerking onder droge omstandigheden is
een goede basis voor hoge kg-opbrengsten en een
goede kwaliteit. Teelthandelingen gebaseerd op het
devies 'niet meer, maar beter" kunnen van groot be
lang zijn op het financieel bedrijfsresultaat. Al/e
beslissingen die in deze periode genomen moeten
worden, moeten met kennis van zaken worden ge
nomen. Veel aktuele informatiebronnen staan ter be
schikking om te komen tot een optimale
besluitvorming. Raadpleeg deze bronnen dan ook zo
veel a/s mogelijk.
VRIJDAG 30 APRIL 1993
19
Wintertarwe
In de eerste helft van mei moet dit
gewas op oogvlekkenziekte worden
gekontroleerd. Tot een gewaslengte
van ca. 25 cm is een bestrijding zin
vol als op 15 20% van de stengels
oogvlekken op de stengelvoet
voorkomen.
Voor bestrijding kunnen gebruikt
worden benomyl, carbendazim of
Topsin M. Het middel moet op de
stengelvoet komen, dus min. 400 li
ter water gebruiken met een fijne
druppel. Bespuitingen boven 25 cm
gewaslengte hebben dan ook geen
zin. Is de schadedrempel niet be
reikt, dan geen bestrijding uitvoe
ren. Dit werkt niet alleen
kostenverhogend, maar bevordert
ook de resistentie tegen de midde
len. Bovendien wordt op lichte gron
den de scherpe oogvlekkenziekte
bevorderd. Oogvlekkenziekte-
middelen werken namelijk niet te
gen de scherpe oogvlekkenziekte.
Een meeldauwbestrijding is op lich
te gronden pas zinvol als de eerste
knoop zichtbaar is (F7) en op klei
gronden pas als het laatste blad
juist zichtbaar is (F8). Komt meel
dauw voor in gevoelige rassen, dan
is na genoemd stadia Corbel een
goed middel. Gele en bruine roest
blijven de aandacht vragen. Zodra
gele roest op vatbare rassen wordt
aangetroffen, dan een bestrijding
uitvoeren met Alto, Tilt of Bayfidan.
Ook vroege aantasting van bruine
roest wordt beter bestreden met het
nieuwe middel Alto. Deze triazool-
verbinding is ca. 1 week langer ef-
fektief tegen roesten. Indien de aan
tasting vóór het verschijnen van de
aren de schadedrempel overschrijdt,
is een éénmalige bespuiting het ad
vies. U kunt dan beter de middelen
Matador of Sportak Delta toepas
sen. Deze middelen bestrijden ook
de afrijpingsziekte (septoria) goed.
Wordt een zware septoria-
aantasting verwacht, dan aan Mata
dor 2 I Dyrene per ha toevoegen.
Wortelonkruiden, zoals de akker
distel, kunnen uitstekend in granen
worden bestreden.
Is de 2e stikstofgift nog niet gege
ven, dan kan afhankelijk van de
stand van kleur van het gewas
20-60 kg N per ha worden gegeven.
De 2e gift bevordert het aantal kor
rels per aar. De 3e gift, veelal begin
juni, verhoogt het D.K.G. en het ei
witgehalte.
Aardappelen
Onkruid in aardappelen kan che
misch en/of mechanisch worden
bestreden. Met eggen, aanaarders
of een hoekschoffel kan na opkomst
onkruid worden bestreden. De erva
ringen op het ROC-Rusthoeve wa
ren voor wat betreft de
onkruidbestrijding en effekt op de
opbrengst goed. De hoeveelheid
groene en misvormde knollen nam
door mechanische onkruidbestrij
ding toa Dit kan mogelijk veroor
zaakt zijn door verstoring van het
groeiritme als gevolg van onregel
matige vochtvoorziening. Meer on
derzoek is nodig voordat
mechanische onkruidbestrijding
grootschalig toegepast kan worden
in de praktijk.
Bij de chemische onkruidbestrijding
moet onderscheid worden gemaakt
tussen percelen met wel en geen
kleefkruid. In consumptieaardappe
len met kleefkruid kan tot de op
komst worden gespoten met 4 liter
Boxer 0,3-0,5 kg Sencor. Deze
kombinatie, hoewel de ervaring nog
beperkt is, lijkt een goede te zijn.
Ook met 7-9 liter Mirabo kan ook
tot de opkomst kleefkruid goed
worden bestreden. Is er reeds bo
venstaand onkruid, dan kan 2-3 liter
Reglone worden toegevoegd. Voor
pootgoed en Sencor-gevoelige ras
sen kan 4 liter Boxer +1,5 liter Afa-
rin worden gebruikt.
Op percelen zonder kleefkruid geeft
de kombinatie 0,5 kg Sencor 1,5
I Afarin een brede werking met kon-
taktwerking op klein onkruid in con
sumptieaardappelen. Voor
pootgoed en Sencor-gevoelige ras
sen is 3-5 liter Igrater een breedwer-
kend middel, ook kort voor opkomst
gespoten. Voor een goede werking
is vocht nodig en een goede verde
ling. Dit laatste wordt bereikt met
een bespuiting bij windstil weer en
gebruik van spleetdoppen. Later
kunnen zonodig onderbladbespui-
tingen worden toegepast of lage do
seringen Sencor over het gewas in
ongevoelige rassen. Bij dit laatste is
ook kleefkruid weinig gevoelig. Is
een aanvullende stikstofbemesting
nodig, dan kan deze bij het begin
van de knolzetting worden gegeven.
De nitraatsneltestmethode, waarbij
het nitraatgehalte in het bladsap
wordt bepaald is een goede metho
de voor een gerichte stikstofbe
mesting voor zowel consumptie- als
pootaardappelen. Bij het N.B.S.-
systeem wordt de hoeveelheid N-
mineraal in de grond bepaald. Bij
beide methoden worden stikstofte
korten tijdig geconstateerd en kan
een aanvullende gift worden gege
ven. Laatrijpende rassen, zoals
Agria, hebben 50 kg N minder
nodig dan Bintje. Op gronden die
veel stikstof naleveren of waarop
dierlijke mest is toegepast, kan het
o.w.g. te laag worden. De N-
bemesting moet dan ook beperkt
blijven.
Phytophthora
Het lijkt erop dat deze ziekte de laat
ste jaren toeneemt. Ook in het afge
lopen jaar trad de ziekte reeds rond
half mei op. Het bestrijden of voor
komen van infektiebronnen is een
eerste vereiste. De afvalhopen af
dekken is bij verordening verplicht.
Ook het voorkomen van zieke plan
ten en opslag zijn preventieve maat
regelen om de phyoththora-druk te
verlagen of voorkomen.
De eerste bespuiting in vatbare ras
sen vindt plaats bij ca. 20 cm ge
washoogte of eerder, afhankelijk
van de ziektedruk. Afhankelijk van
het weer en de groeisnelheid van
Rijenbespuiting in suikerbieten op het akkerbouwbedrijf van de gebroeders Lenshoek uit Kloetinge. Dit
bedrijf van 300 ha is gelegen "tussen Lewedorp en 's Heer Arendskerke". Bedrijfsleider C.R Koeman is
hier met een tandenborstel een verstopte spuitdop aan het schoonmaken. Op de trekker vaste medewer
ker Wilbert Sandee (foto: Anton Dingemanse)
het gewas moet de bespuiting om
de 7-12 dagen worden herhaald. Er
zijn aanwijzingen dat bij minder vat
bare rassen met de bespuitingen
moet worden begonnen als de vat
bare rassen reeds 1 a 2 maal zijn
gespoten. Alert zijn op vroege phy
tophthora aantasting, ook in minder
vatbare rassen is geen luxe. Tussen
de middelen is weinig verschil in
werking. Het nieuwe middel Shirlan
gaf zowel een goede loof- als knol
bescherming te zien. Dit middel
heeft een goede milieu-waardering
met een zeer lage aktieve stofwaar-
de. Maneb-Tin Flow gaf, zoals eerder
en ook in 1992, een ongunstig
bestrijdingseffekt.
Verder: te ruime intervallen, geen
goede aansluiting, kantrijen onvol
doende spuiten waren belangrijke
oorzaken van het optreden van phy
tophthora.
Suikerbieten
Mits op tijd begonnen, op klein on
kruid en tijdig herhaald, kan met het
lage doseringssysteem een goed
onkruidbestrijdingseffekt worden
verkregen. Bij herhalingen kan de
hoeveelheid middel worden ver
hoogd of, afhankelijk van de on
kruidsoort, een middelwijziging
worden toegepast. Wanneer kleef
kruid niet goed is bestreden kan de
hoeveelheid Ethofumesaat (Tramat)
worden verhoogd naar 0,75 liter of
kg per ha of de totale dosering van
alle 4 de komponenten worden ver
hoogd. Ook kan bij de tweede en/of
de derde bespuiting 1 liter tri-allaat
(Avadex BW) worden toegevoegd
aan de dosering van 4 x 0,5 of bij
hogere doseringen op iets groter on
kruid en/of afharing.
Bij zwaluwtong en/of perzikkruid
werkt chloridazon (Pyramin DD) be
ter dan metamitron (Goltix). Meta-
mitron werkt beter op zwarte
nachtschade dan chloridazon. Bij
veel zwarte nachtschade als nakie-
mer kan ook de hoeveelheid meta
mitron worden opgevoerd. Als
mechanische onkruidbestrijding vol
doet het aanaarden op klein onkruid
bij nakiemers goed.
De aantasting door vergelingsziekte
kan worden beperkt door de bladlui
zen te bestrijden. De Vergelings-
waarschuwingsdienst geeft voor
uw gebied een waarschuwing,
wanneer de norm van het aantal vi-
rusdragende luizen overschreden is.
Tel echter uw eigen percelen of ook
bij u de norm is overschreden. Deze
geleide luisbestrijding heeft al jaren
perfekt gewerkt. Pirimor (0,4 kg/ha)
en Groneton (1 l/ha) geven het bes
te effekt. Goed zijn ook oxy-
demeton-methyl (1 l/ha) en fosfami-
don (1 l/ha). Andere produkten, zo
als dimethoaat, geven bijna altijd
teleurstellende resultaten. Gebruik
minimaal 300 liter water per ha.
Spuit 's avonds bij een hoge lucht
vochtigheid. Bij temperaturen boven
18°C neemt de werking sterk af.
Op vliegende bietekevers, schild
padtorretjes en de uievlieg-
aantastingen dient regelmatig ge
kontroleerd te worden. Let op scha-
dedrempels en raadpleeg de
Handleiding Gewasbescherming
1993.
De resterende aanvullende stikstof
bemesting moet gegeven worden in
het 4- tot 6-bladstadium. Late en
hoge N-bemestingen verlagen het
suikergehalte en de winbaarbeid.
Zaaiuien
De meeste percelen zaaiuien zijn het
kramstadium voorbij en verkeren in
eerste instantie in het eerste echte
blad (pijpje)-stadia. Wanneer dit
pijpje ongeveer 3 cm lang is, kan
worden gespoten met 4 I propa i-
chloor 1 kg Lironion. Op een afge
hard gewas eventueel 0,5 I Exell
toepassen. Gebruik minimaal 400 I
water met een middelgrove druppel.
Wanneer geen Lironion meer be
schikbaar is, kan worden geëxperi
menteerd met lage doseringen
propachloor (Ramrod) kleine hoe
veelheden Basagran, ioxynil of Pyra
min. Van Basagran of ioxynil mag
niet meer dan 0,25 I per ha in het
eerste echte pijpje stadium worden
toegepast.
Toepassingen die perspectief lijken
te hebben zijn:
2 I propachloor (Ramrod)
0,25 I ioxynil
1,5 I Chloorprofam (Chi. IPC)
0,25 I bentazon (Basagran)
Vanaf het kramstadium van de uien
kan worden gespoten met een
mengsel van 2 I propachloor
0,75 I Stomp 400 SC per ha. Dit
mengsel moet bij voorkeur worden
gespoten op onkruidvrije grond. Een
herhaling van de bespuiting in het
eerste bladstadium is mogelijk. Toe
passing ook hier met minimaal 400
I water en middelgrove druppel. Ge
tracht moet worden te spuiten in
het temperatuurstrajekt van 15°C
tot 20°C. Bij hogere temperaturen
wordt het effekt op de onkruiden
groter, maar ook de kans op meer
gewasbeschadiging. De combinatie
van chloorprofam (XChl. IPC)
ioxynil geeft te veel beschadiging
aan het gewas.
Bij een gewaslengte van 6 cm kan
onkruid met eerste echte blaadjes
bestreden worden (indien beschik
baar) met 3-3,5 kg Lironion 0,5 I
Exell of 4-6 I chloorprofam (Chl.
IPC) of 8 I propachloor (Ramrod).
Een belemmering voor het gebruik
van chloorprofam is dat verschillen
de gewassen gevoelig zijn voor dit
middel. Niet alleen door overwaaien,
maar ook door dampwerking na
toepassing. Lees dan ook het etiket!
Toepassing van bentazon of ioxynil
of 5 I propachloor 0,5 kg linuron
na 15 cm gewaslengte zijn en blij
ven noodmaatregelen.
Algemeen
Controleer regelmatig de gewas
sen óm tijdig maatregelen te
kunnen nemen op het gebied
van ziekten, plagen en onkruid
bestrijding.
Bestrijding van aardappelopslag
voorkomt uitbreiding van het
aardappelcysteaaltje, bladluizen,
verticillium, coloradokever en
phytophthora.
Op braakland bij groene braak
kunnen de groenbemesters wor
den ingezaaid.
Bestrijdt de bladluizen in poot-
aardappelen tijdig om virus
overdracht te voorkomen.
Bij aardappelopslagbestrijding
heeft de chemische bestrijding
de voorkeur boven de mechani
sche bestrijding.
Spuit zo weinig als u durft en let
op schadedrempels. Dit spaart
kosten, is gunstig voor het
milieu.
Onderwatergewicht (OWG) en
nitraatgehalte in de aardappel
knol staan in relatie met de
stikstofbemesting. Pas de N-
bemesting aan per ras en per
grondsoort. Enkele hulpmiddelen
voor een optimale N-bemesting
zijn nitraatbepaling in de
bladsteeltjes en N.B.S.-methoda
Vraag hierover advies bij DLV.
Voor uitgebreide informatie kunt u
dagelijks bellen tussen 8.15 en 17.15
uur naar het DLV-kantoor in uw
regio.
J. van Balen,
bedrijfsdeskundige team
Akkerbouw Westmaas