1° U t Hp nra L'tiil/ r^) Als het mooi weer is gaat een boer zaaien Als ondernemer doe je daar niet lyrisch over KRABBEN WAAR HET JEUKT Bij hoge aardappelprijzen bakt alles Over beleid en coalitievorming VRIJDAG 30 APRIL 1993 We hebben vandaag in het LAND VAN ALTENA EN BIESBOSCH prima weer gehad. Je hoorde het gras groeien. De bieten staan er op rij uit en beginnen twee echte blaadjes te krijgen. Het graan doet het ook pri ma, het is eigenlijk weer voor het eerste jaar, dat ik graan moet schrij ven in tegenstelling met vorige jaren toen we het altijd maar alleen over tarwe hadden. Nu staan er weer percelen gerst en misschien nog wel wat haver ook. Zo te zien zal de graan produktie hier niet minder worden. Je moet toch wat. De eerste maïs is gezaaid en vooral op de lichtere grond ging het prima. Op de komgrond en de zwaardere percelen valt het nog niet helemaal mee, maar de deskundigen houden het erop dat we goed weer krijgen en daar doen we het dan maar mea Het aardappelland klaarmaken valt ook nog niet helemaal mee want we hebben vorige week toch nog al wat regen gehad. De toplaag ziet er mooi uit, maar een paar centimeter dieper is het nog taai. Misschien helpt een keer opentrekken wel. Dat deed vroeger nog wel eens wonde ren. Ik ben 62 jaar, vandaar dat "vroeger". De aardappelprijzen zijn weer aan het jojo-en. Het is te ho pen dat ze op een hoger peil komen zodat we niet met deze rotprijzen de nieuwe oogst in moeten. De eerste aardappels komen al weer boven. Als ik het vorige teruglees valt mij zelfs op dat het een boer is die zo iets schrijft. Als het mooi weer is gaat een boer zaaien, ook al weet hij bijna zeker dat het verlies draaien wordt. Bij Philips sluiten ze dan een fabriek. De rundveesector blijft eigenlijk best redelijk draaien. De prijzen van ge- bruiksvee trekken zelfs iets aan. Misschien dat de betere export van fokvee daaraan debet is. De vlees sector schijnt zwaar weer boven de kop te hangen, als de interventie zo ver verlaagd gaat worden als ze nu van plan zijn. Dan wordt het pas echt moeilijk voor de mensen die hier mee te maken hebben. In deze streek zijn niet zoveel varkens, maar de mensen die daarin hun brood moeten verdienen zitten ook regel matig met forse problemen. Vo,pr de fruitsector is het ook nog niet beter geworden. Ik las dat de voorraad binnen de EG veel groter is dan in andere jaren. En dat is slecht voor een goede prijs. De conserven- teelt is hier ook teruggedrukt zowel in bunders als in prijs. Er zijn er zelfs die f 1.300,— krijgen voor erw ten die ze niet zaaien. Het wordt hoe langer hoe gekker zeggen we hier. leder voorjaar opnieuw sta je weer stil bij wat de natuur ons te bieden heeft. Zo ook in WEST ZUID- BEVELAND, waar vooral in het kleinschalig polderlandschap zonder speciale aanwijzing de natuur zich van haar beste zijde laat zien. De boomgaarden staan bijna volop in bloei en de bovenstaande land bouwgewassen zijn reeds een lust voor het oog. Als ondernemer in deze sector doe je daar niet lyrisch over. Je neemt waar en geniet ervan. Gratis! Een heel groeiseizoen lang. Wel moet er gezaaid en gepoot worden, boom gaarden onderhouden, maar dat is ons beroep. Toch schijnt er nog niet genoeg natuur aanwezig te zijn. Vol gens het natuurbeleidsplan en structuurnota "Groene Ruimte" moeten er in dit gebied nog vele honderden hectares natuurgebied bijkomen. Naast de reeds bestaande zoals het Heggengebied en het zo genaamde Ganzengebied. In het nu al zo mooie gebied zijn er nog niet zo lang geleden her- en ruil verkavelingen geweest. Dat alles om meer welvaart in de streek mo gelijk te maken. Daar is flink wat geld uit de schatkist aan bijgedra gen. Als investering in de toekomst. Die rijksbijdrage is heus niet zonder doel verstrekt! De roep om meer kunstmatig aan gelegde natuurgebieden is haast be lachelijk mede gezien de precaire Dat je moet krabben waar het jeukt weet deze koe ook. Het melkvee loopt overal weer buiten, en de veehouders maken zich op om de eerste snede gras in te kuilen. Door het warme weer van de afgelopen dagen staat volgende week de maïs al boven, zo meldt de praktijk. Even kwamen akkerbouwers in WEST BRABANT ZUID met nog vrije kleibintjes in een jubelstem ming. De prijs liep vrij snel op tot 15 cent. Enkele aardappeltelers hebben voor 10 en 12 cent verkocht. Zelfs naar mindere partijen was even vraag. Een teler: "Een paar weken geleden kreeg ik van mijn afnemer het bericht dat mijn bintjes niet goed bakten. De partij zou moeten blijven zitten. Toen de prijs fors opliep was er plots vraag naar mijn aardappelen. Over bak waardigheid werd niet meer gesproken". Wederom een voorbeeld dat handel en verwerkende industrie vaak een loopje nemen met land- en tuinbou wers. Bij hoge prijzen bakt ieder pro- dukt en laat zich goed verwerken. Een onafhankelijk instituut dat op dit gebied zonder belangen werkt zou welkom zijn. Het niet bakken van aardappelen is overigens al het gehele seizoen een heet hangijzer. Veel telers van chipsaardappelen op de zandgronden zagen dit najaar hun produkt afgekeurd worden. Frappant dat dat nu juist gebeurt nu de aardappelen weinig opbrengen. Het gros van de snijmaïs is in april de grond ingegaan. Naar het zich laat aanzien komt ook op de zand gronden een lichte uitbreiding. Ver schillende varkenshouders telen maïs voor corn cob mix. Op deze manier kunnen zij hun grond voor het eigen bedrijf benutten. Met het uitplanten van aardappelen is de laatste jaren weinig succes behaald. Naar keuze van maïsrassen is dit jaar geen ge brek. Van zeer vroeg tot laat. De prijzen van het maïszaad zijn door deze extra service niet goedkoper geworden. De post zaaizaad komt bij maïs rond de f 350,— per hecta re te liggen. Landbouwers die al ja ren geen maïs meer hebben gezaaid keken vreemd op toen zij de zaad- prijs hoorden. De vergoeding uit de EEG-pot is niet toereikend om zaai en en zaaizaad te bekostigen. Afzet voor vrije maïs is niet te vinden. De eerste snede voordroog staat er bij de veehouders goed op zodat van een ruwvoedertekort dit najaar geen sprake zal zijn. Vanaf de twee de week van mei zullen de hakse- laars, opraapwagens en persen weer van stal komen. Voor de loon werkers betekent dit weer even een periode met werk dat geld oplevert. Veel loonwerkers klagen. Het werk is dit voorjaar vlot gebeurt, zodat het nu moeilijk is voor het personeel een karweitje te vinden. economische toestand. Wat is er mooier dan bijvoorbeeld de welen en kreekresten, overgaande in bouw- en weiland. Hier toont zich het gevecht van de inpolderaar te gen het water! Naast de vele miljoenen kostende aankoop en aanleg van die gebie den, brengt het voor de "buurman" niets anders dan overlast met zich mee. De "natuurgebieden" zullen niet bejaagd mogen worden en bij voorbeeld distels zullen vrij spel hebben. "Deskundigen" zeggen dat bijvoorbeeld distels vanzelf verdwij nen; jawel, naar de buurman. Nu zijn sommige instanties van plan distels te gaan maaien tot op een afstand van 30 meter van cultuurgronden. Enge gedachtengang, de wind voert het distelpluis honderden meters het veld in. Als het artikel in een dagblad juist is, volgens welke men de oorzaak van de stankhinder in een natuurge bied (Veerse Meer) in de schoenen van de landbouw wil schuiven, er varen wij dit als een ergerlijke ver dachtmaking. Door de aanleg van de Veerse Gatdam in het kader van de Deltawerken en de Zandkreek- dam met sluis is het Veerse Meer ontstaan met welhaast stilstaand water. Verversing vindt alleen op kleine schaal plaats, namelijk alleen wanneer de sluizen in Vlissingen en in de Zandkreekdam opengaan. Nu is al jaren ook bij de Provinciale Wa terstaat bekend, dat er in de Veerse Gatdam een doorlaatwerk aange bracht moet worden om een goede doorspoeling mogelijk te maken. Want het ontbreken hiervan is de boosdoener. Kosten van zo'n door laatwerk, vele miljoenen. Een hogere waterstand in het meer gedurende de wintermaanden zou tijdelijk enige verbetering geven, maar niet afdoende door te weinig doorstroming. Bij een hogere wa terstand gedurende de wintermaan den zouden de gemalen aangepast moeten worden en zou de last en schade van meer kwel in de aan grenzende polders veel schade kun nen toebrengen. Dat is op te lossen als het Veerse Meerschap dat zou kunnen bekostigen en vergoeden. Juist, er is geen geld voor. Zelfs geen tientje. En omdat er geen geld is, wordt er waarschijnlijk voor de weg van de minste weerstand geko zen. Wat laten de duizenden toe risten met hun pleziervaartuigen niet in het Veerse Meer achter? Het zou plezierig zijn niet bij voorbaat het kwaad te zoeken waar het niet vandaan komt. Enkele weken geleden las ik in het Agrarisch Dagblad dat onge veer een kwart van de Friese boeren niet mee wilde werken aan een aldaar gehouden be- drijfsstijlenonderzoek. De reden hiervoor was niet zozeer dat men het bedrijfsstijlenonderzoek niet zag zitten, maar meer dat men geen vertrouwen had in het ver volg op het onderzoek, nl. de in terpretatie van de onderzoeksresultaten door be leidsmakers en de omzetting van onderzoeksresultaten in beleid. Ook in Zeeland is een dergelijk wantrouwen merkbaar. Veel boeren geven te kennen dat ze met het landbouwbeleid niet uit de voeten kunnen. Hoe komt dat? Mijns inziens zijn hiervoor twee redenen aan te voeren. Ten eerste de aard van het land bouwbeleid zelf. Tot een jaar of 15 geleden was dit beleid vrij duidelijk en consistent van aard. Produktieverhoging en schaal vergroting vormden tot dan toe de hoekstenen van het land bouwbeleid. Maar tegen het eind van de jaren zeventig werd ook de beleidsmakers duidelijk dat de grenzen van dit landbouwbeleid bereikt waren en dat er iets moest veranderen. Vanaf dat moment ging het pas echt mis. Want men wist niet hoe en wat te veranderen en dus vluchtte men in kunstgrepen. Zo zien we nu dat de typisch zuini ge veeboeren, die door hun ma nier van boeren een laag mineralenverbruik kennen en daardoor al min of meer voldoen aan de gestelde normen ten aan zien van het mineralenoverschot, toch verplicht worden om hun mestsi/o's te overkappen en hun mest te injecteren. En dat terwijl een dergelijke investering niet past binnen de logica van hun bedrijfsvoering. Ten aanzien van het Meerjaren plan Gewasbescherming zien we eveneens dat de nadruk op de middelen en niet op de doelein den wordt gelegd. Alhoewel zo wel door de opstellers van het Meerjarenplan Gewasbescher ming als vanuit de landbouw zelf is aangegeven dat eerst het volu mebeleid moest worden inge voerd en dan pas het stoffenbeleid, zien we dat de overheid toch de nadruk op het stoffenbeleid wil leggen. Het zijn slechts twee voorbeelden uit een lange reeks inconsistente kunst grepen van de overheid, die me de tot gevolg hebben dat de boeren het vertrouwen in de overheid voor een groot deel zijn verloren. Niet alleen het inconsistente landbouwbeleid doch ook de opstelling van de landbouworga nisaties heeft er mijns inziens aan bijgedragen dat veel boeren een wantrouwen hebben jegens het beleid. Lange tijd hebben de landbouworganisaties een dui delijke machtspositie gehad, on der meer op de terreinen van milieubeleid en de inrichting van het landelijk gebied. Landbouw belangen prevaleerden boven an dere belangen. Deze macht van de landbouworganisaties is aan het verdwijnen daar ook andere maatschappelijke groeperingen zeggenschap hebben gekregen op deze terreinen. De machtsver houdingen zijn daardoor veran derd. Als landbouworganisatie kan je op twee manieren hierop reageren: 1). je zet je af tegen de andere groeperingen of 2). je zoekt de dialoog en probeert co alities te vormen. Vaak hebben de landbouworganisaties voor de eerste optie gekozen, met als gevolg dat de tegenstellingen zijn verhard en dat de achterban het gevoel krijgt dat alles en iedereen anti-landbouw is. Som mige boeren en boerinnen stel len zich echter constructiever op en zoeken de dialoog met de an dere organisaties: zie bijvoor beeld het initiatief van Jopie Dingemanse (ZLM-krant van 2 april) en het Zeeuwse Vlegel pro ject. Een dergelijke opstelling ge tuigt van een acceptatie van de gewijzigde machtsverhoudingen op een zodanige wijze dat de landbouw nog steeds invloed kan uitoefenen. Want om te voorkomen dat de landbouw ten aanzien van sommige kwesties de hielen moet lichten is het be ter om bijvoorbeeld de natuur- en milieuorganisaties van tijd tot tijd over de schenen te wrijven in plaats van er tegen aan te trappen. Han Wiskerke

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1993 | | pagina 10