Eigen "Mineraal Centraal"
voor de akkerbouw
KNLC
■Jain
Nieuws
Vragen en antwoorden "MacSharry"
Benoemingen KNLC
ZIEKE PLEKKEN TE LIJF
Coördinatie
Geen ongelijke behandeling
VRIJDAG 16 APRIL 1993
i
De akkerbouw iaat zich niet meesle
pen in het mestprobleem van de
veehouderij. De Afdeling Akker
bouw van het KNLC toonde zich be
zorgd over het beleid dat via de
veehouderij op haar sector afkomt.
"De generieke bemestingsnormen
zijn niet geschikt voor een diverse
sector als de akkerbouw. Daarbij
mogen de normen voor ons niet
scherper zijn dan voor de veehoude
rij. We laten ons niet verdrukken,
we moeten in het offensief", stelt
de Afdeling. Ze denkt aan een
soortgelijk plan als 'Mineraal Cen
traal', maar dan voor de akkerbouw.
Op haar vergadering van 8 april
1993 ging de Afdeling Akkerbouw
van het KNLC in op de mestwetge
ving. Daarbij kwamen ook de be
mestingsnormen aan de orde, zoals
die de laatste weken de ronde doen.
Voor akkers liggen de voorstellen
voor de normen steeds lager dan
voor weides en voor percelen waar
mais wordt verbouwd. De Afdeling
wijst dit beleid ten zeerste af. "We
willen geen scherper beleid dan
voor de veehouderij geldt. We willen
gelijk gesteld worden", stelt de Af
deling, die dit heel verdedigbaar
vindt.
Volgens de Afdeling gaan de voor
stellen veel te ver. Ze is van mening
dat eerst de resultaten afgewacht
moeten worden van het onderzoek
naar de hoeveelheden mineralen die
nodig zijn. "Het onderzoek is nog
gaande en toch komt de overheid
steeds weer met normen. We zijn
sowieso tegen generieke normen.
De akkerbouwsector is heel divers,
daarbij passen geen algemene nor
men. We willen rekening kunnen
houden met de grondsoort en met
de produkten die we voortbrengen".
Toetsingskader
De akkerbouw heeft als sector op
zich genomen om een mineralenre-
gistratie uit te voeren. De Afdeling
houdt zich daar aan, maar ze is
geen voorstander van een minera-
lenboekhouding voor de akkerbou
wers. "Met een
mineralenboekhouding komt een
heffing in zicht. De overheid geeft
zelf aan dat een heffing nu nog niet
mogelijk is, omdat ze daar geen
toetsingskader voor heeft. Die moe
ten we dan niet zelf gaan creëren".
De Afdeling zegt heffingen zwaar te
bestrijden, die zijn voor haar niet
bespreekbaar. "Ook een eventuele
heffing op kunstmest wijzen we af.
Zo'n heffing zou het gebruik van or
ganische mest moeten stimuleren,
maar dat is niet terecht. We willen
niet worden meegesleept in de pro
blemen van de veehouderij", aldus
de Afdeling.
Ze denkt dat het huidige mestbeleid
en de voorstellen voor het toe
komstig mestbeleid teveel gericht
zijn op de veehouderij. "We houden
het goed in de gaten zoals het nu op
ons afkomt. Als het stramien met
betrekking tot het gebruik te strak
is, dan verdwijnt het gebruik van or
ganische mest uit de akkerbouw
sector. Dat zal ook niet de bedoeling
zijn. Het is tijd om zelf een plan op
te gaan zetten, we moeten in de
aanval".
Het offensief moet een soort "Mi
neraal Centraal" voor de akkerbouw
opleveren. Het plan moet bovenal
betaalbaar zijn en rekening houden
met diversiteit in de sector. Hierbij
passen geen generieke normen. De
Afdeling ziet niets in een verplicht
grondonderzoek voor bemesting.
De resultaten van dergelijke onder
zoeken zijn te onbetrouwbaar en te
wisselvallig om daar de bemesting
direct aan te koppelen. Het belang
rijkste in het plan zal zijn dat de ak
kerbouw niet geconfronteerd wil
worden met een strenger beleid ten
aanzien van de mineralenhuishou-
ding dan de veehouderij.
Geert Pinxterhuis
Het uitzagen van kankerplekken op boomstammen is een jaarlijks te
rugkerend karwei in de fruitteelt. Hier is de jonge fruitkweker Mark
Glerum met de kettingzaag aan de gang op een perceel E/stars. "A/s
je de zieke plekken er niet uitzaagt, kan de hele stam aangetast raken
en moet de boom worden afgeschreven. Daarom gaan wij de appel
bomen in het voorjaar allemaal langs", aldus vader Glerum, die samen
met zijn zoon een fruitbedrijf van 30 ha exploiteert in Wemeldinge
(Foto Anton Dingemanse).
van mijn Nederlandse bedrijf in Ne
derland opgeven als voederareaal?
Nee, dat kan niet. Het perceel mag
in België op maximaal 5,5 km van
de grens liggen en de afstand tus
sen de hoofdbedrijfsgebouwen in
Nederland en het perceel hemels
breed mag maximaal 11 km be
dragen.
A verkoopt zijn bedrijf aan B. Op 20
mei passeert de akte. Kan B de
braakverplichting van A
overnemen?
Na 15 mei zijn er geen wijzigingen
meer mogelijk in de aanvraag opper
vlakten. A moet dus vóór 15 mei de
aanvraag oppervlakten indienen, hij
zal de premie ontvangen en blijft
verantwoordelijk voor het nakomen
van de verplichtingen (verkoper en
koper kunnen onderling regelen hoe
'met de verplichtingen en de premie
wordt omgegaan).
Voorbeeldsituatie:
Vader is overleden, de boedelschei
ding heeft nog niet plaatsgevonden
Eén van de erfgenamen heeft een
eigen bedrijf. Daarnaast exploiteert
hij al jaren het bedrijf van vader. Hij
voert 1 bedrijfsboekhouding: voor
het eigen bedrijf en het bedrijf van
vader samen. Wordt dit a/s twee be
drijven gezien?
Aanvrager moet in samenwerking
met de erfgenamen voor het bedrijf
van vader aanvragen want er is juri
disch niets geregeld dus is er sprake
van twee zelfstandige bedrijven. Er
moeten ook twee fiscale boekhou
dingen gevoerd worden.
A en B hebben beiden een apart be
drijf. Daarnaast hebben ze nog een
perceel gezamenlijk in eigendom.
Hoe kunnen ze voor dit perceel
steun aanvragen?
leder kan voor een gedeelte van de
ze grond (gerelateerd aan de eigen
domsverhouding) een aanvraag
indienen.
Ik heb een stuk grond gedeeltelijk in
eigendom; het andere gedeelte
pacht ik. Hoe moet ik dit perceel
opgeven?
Als op deze grond 1 gewas wordt
geteeld kunt u dit ook als 1 perceel
op de "boekhouding gewassen"
opgeven. In de kolom "gebruiks-
vorm" vermeldt u dan P en E.
Moet ik ook van de niet-steun-
gewassen de zaaidatum op de
"boekhouding gewassen" ver
melden?
Nee, dat hoeft niet (wel voor de
steungewassen i.v.m. de verplich
ting om deze gewassen uiterlijk 15
mei in te zaaien).
Moet ik ook van de niet-steun-
gewassen de eigendomssituatie op
de "boekhouding gewassen" ver
melden?
Ja, dat moet u vermelden bij alle
percelen die tot uw bedrijf behoren.
Moet ik ook van de niet-steun-
gewassen de zaaizaad-Zpootgoed-
nota's bij mijn boekhouding
bewaren?
Nee, dat hoeft niet (van de steunge
wassen deze nota's wel bewaren
i.v.m. kontröle op de gebruikte hoe
veelheid zaaizaad).
Kan ik grasland in België op 15 km
Een varkenshouder uit Brabant sluit
een maïskontrakt af met een
Zeeuwse boer; de mest gaat van
Brabant naar Zeeland en de maïs
gaat retour. Kan de Zeeuwse boer
maïspremie aanvragen?
Ja, als de Zeeuwse boer zaait,
oogst en eigenaar of pachter van de
grond is.
Mag ik op mijn groenbraak-perce/en
schuimaarde gebruiken a/s
meststof?
Ja, schuimaarde is opgenomen in
de lijst van meststoffen behorende
bij de meststoffenbeschikking
1977. De schuimaarde moet vol
doen aan de volgende eisen:
A: vloeibare schuimaarde (schuim
aarde van suiker breken): ten
minste een zuurbindende
waarde van 20
B: gedroogde schuimaarde: ten
minste een zuurbindende waar
de van 35, een fijnheid van 70%
door een zeef van 2 mm, een
fijnheid van 99% door een zeef
van 4 mm, ten hoogste 20%
vocht.
Dezer dagen las ik in een opinie
weekblad een artikel over de
voormalige secretaris van de
SER, de heer De Jong. Hij zei
een aantal behartenswaardige
woorden over hoe we in de Ne
derlandse samenleving met de
economische verarming om
gaan. Namelijk het ten koste la
ten gaan van het rendement van
het bedrijfsleven en niet van de
koopkracht en dan de wal het
schip maar laten keren. Zo de
den we het 20 jaar geleden, 10
jaar geleden en zo doen we het
nu weer.
De harde gulden en de slechte
concurrentiepositie zouden tot
een loonstijging van nul moeten
leiden. Maar ook bij onze eigen
agrarische CAO's zien we dat
niets minder waar is. De franjes
aan het kleed moeten nog wor
den opgerekt.
De overheid tracht meer indivi
duele verantwoordelijkheid te
brengen in de sociale sfeer om
het sociale stelsel continuïteit te
geven. Er wordt echter onmid
dellijk getracht dit in de loon
kostensfeer te compenseren.
Kapitaalsrendementen en, zoals
veelal in de agrarische sector,
het ondernemersinkomen, moe
ten dan de buffer zijn, tot zover
dat mogelijk is.
Milieubeleid
Wat dat betreft ben ik ook niet
optimistisch over de verwerking
van de kosten van het milieube
leid. De samenleving, onder lei
ding van de milieubeweging,
weet zeer goed te formuleren
wat er allemaal moet en wie het
fout doet. Maar de vakbonden
willen alles plus koopkracht, al
thans die bonden die de onder
handelingen voeren en dat zijn
de bij de centrales aangesloten
bonden.
Dat brengt mij op een ander aan
sprekend punt van het interview
met de heer De Jong: de huidige
zwakheid van het coördinerend
mechanisme in de economie en
samenleving. Immers, er worden
centraal akkoorden bij het leven
afgesloten. In de Stichting van
de Arbeid, in de SER, in tripartite
overleg (overheid, werkgevers en
werknemers) wordt weken en
dagen gepraat om sociaal-
economische akkoorden te be
reiken. Daar waar echter werke
lijk de zaken gedaan worden,
trekt men zich van die akkoor
den weinig aan.
In materiële zin worden de zaken
geoptimaliseerd en de be
leidsmatige afspraken op cen
traal niveau om gelden vrij te
houden voor zogenaamde 'goe
de doelen', worden gepasseerd.
Met andere woorden: welk
coördinatie-impact hebben cen
trale en/of koepelorganisaties
nog? Het is een vraagstelling die
voor mij eveneens relevant is
voor de agrarische sector.
Opschaling
Door (noodzakelijke) opschaling
van economische (coöperatieve)
organisaties, maar ook van
sociaal-economische organisa
ties wordt de mogelijkheid en
behoefte groter om meer dingen,
zowel ten aanzien van de be
leidsvoorbereiding als de beleids
uitvoering, zelf te doen. In een
ondernemings- en organisatie-
gewijs opgebouwde samenle
ving op zich vanzelfsprekend.
Daarbij komt nog dat door de al
gemene emancipatie, hiërarchie
(eigenlijk gelukkig) niet meer als
disciplinerend wordt ervaren.
Toch moet mij de vraag van het
hart, met begrip voor de ontwik
kelingen en de aanleiding daar
toe, of de slinger zo hier en daar
niet teveel doorschiet. De dis
cussie en vraagstelling hoe om
te gaan met koepelorganisaties
zijn daar een voorbeeld van.
Toch denk ik dat, met begrip
voor ontwikkelingen, coördinatie
gewenst blijft, zowel per cluster
van organisaties, per sector en
voor de hele agrarische sector in
het algemeen. Coördinatie en de
invloed, die daar van uit gaat,
kan alleen slagen a/s er bereid
heid is die coördinatie te aan
vaarden. Dat vergt
bestuurskracht. Niet alleen om
vanuit de eigen organisatie een
mening naar voren te brengen in
coördinerend beraad, maar ook
om besluitvorming van coördine
rend beraad uit te dragen tegen
over de eigen achterban.
Daar moeten uiteraard goede
structuren voor zijn of gemaakt
worden, of bestaande voor ge
wijzigd worden. Belangrijk is dat
de meerwaarde van de samen
hang en de samenwerking wordt
gezien, zeker om een relatief
kleine agrarische sector die op
vele fronten in het defensief is,
zich waar te laten maken. Geen
'balkanisering' dus, maar meer
gezamenlijke be/eids- en uitvoe
ringsintegratie. Dat zal ook de
spreuk van de belangenbeharti
ging moeten zijn.
Marius Varekamp
Voorzitter KNLC
Het bestuur van het KNLC benoemde
de heer W. van Hilten te Blokker, als
lid van het Landelijk Bestuur van de
Bedrijfsvereniging Tabaksverwerken-
de en Agrarische Bedrijven (BV TAB).
De heer mr. G. de Bock te Haarlem
is benoemd als lid van het afdelings
bestuur BV TAB kantoor Alkmaar en
als lid van het afdelingsbestuur van
de BV TAB kantoor Gouda. Me
vrouw E. Soet-den Uyl te Boskoop
werd eveneens benoemd als lid van
het afdelingsbestuur van de BV TAB
kantoor Gouda.
De heer L.A.C. Poot te Bergschen-
hoek wordt door het bestuur bij het
Landbouwschap voorgedragen in
de Sectorraad Groenteteelt onder
glas van de DLV. Het bestuur draagt
de heer R. Roth te 's-Gravendeel
binnen het CLO-overleg voor in het
Produktschap voor Groenten en
Fruit. Mevrouw E. Soet-den Uyl
wordt door het bestuur bij het Land
bouwschap voorgedragen als
plaatsvervangend lid in de Afdeling
Boomteelt van het Landbouwschap.
De heer J. Wesdorp te Sommelsdijk
en de heer K. Straatsma te Espel
worden door het bestuur voor
respectievelijk lid en plaatsvervan
gend lid van de Commissie van
Bijstand Bloembollen van het Pro
duktschap voor Siergewassen voor
gedragen binnen het CLO-overleg.
Het bestuur nam kennis van de be
noeming van de heer Wesdorp tot
voorzitter van de Commissie Bloem
bollen van het KNLC.
De heer H.C. in 't Hout te Veendam
wordt door het bestuur voorgedra
gen bij het Landbouwschap als
plaatsvervangend lid van de Land
bouwschapsafdeling Varkens
houderij.