Rekening houden met afschaffing
markt- en prijsondersteuning
KNLC
BESTUURSLEDEN BEZOEKEN KNLC
Veranderingen gaan langzaam
KNLC buigt zich over landbouwbeleid:
VRIJDAG "2 APRIL 1993
Binnen het KNLC is een nieuwe EG-
landbouwbeleid momenteel in dis
cussie. In het kort zijn er drie moge
lijkheden waaraan kan worden
gedacht. De eerste is de ondersteu
ning van de prijs van alle (marktver-
ordeningsprodukten op een zo
hoog mogelijk niveau. Bij dit beleid
is het nodig de huidige quotasyste
men te handhaven en gebruik te
maken van produktiebeperkende in
strumenten. Het afschaffen van de
markt- en prijsondersteuning van al
le produkten is een tweede moge
lijkheid. Directe tegemoetkomingen
voorzien de producenten van vol
doende inkomen bij dit beleid, waar
bij de prijzen op een laag niveau
(wereld-marktniveau) liggen. De
derde mogelijkheid is een mix tus
sen de eerste twee. Dus directe te
gemoetkomingen, met een
prijsondersteuning op een gematigd
niveau.
Bij de MacSharry-hervormingen ble
ven de zuivel- en suikersectoren
bespaard. De reden hiervoor is dat
een directe inkomenssteun, die een
prijsverlaging moet compenseren,
niet te betalen is. Mogelijkheid twee
is daarom de duurste. De Belasting
commissie van het KNLC is hierom
geen voorstander van dit beleid.
"We willen in ieder geval volledige
compensatie voor de boeren en dat
zou veel geld kosten. De belasting
betaler moet dat geld opbrengen,
wat nooit wordt gecompenseerd
door de lagere prijzen". Maar deze
mogelijkheid kan wel het eenvou
digst zijn van de drie. Bij het toene
men van het aantal voorwaarden
aan de tegemoetkoming, verdwijnt
dit voordeel echter snel.
De Afdeling Akkerbouw van het
KNLC denkt dat de EG tot het jaar
2000 de MacSharry koers zal hand
haven, om daarna in de richting van
afschaffing van alle markt- en prijs
ondersteuning te gaan. "De poli
tiek lijkt op die lijn te zitten. Bij die
mogelijkheid zetten we echter de
suikerprijs op het spel en dat doen
we liever niet. We offeren momen
teel de graanprijs op om de suiker
prijs te handhaven".
De Afdeling wil het liefst een prijs
ondersteuning op zo hoog mogelijk
niveau, direct gekoppeld aan een
produktiebeperking. Maar kiest de
politiek nadrukkelijk voor afschaf
fing, dan gaat de Afdeling daarin
mee: "We gaan niet tegen de
stroom proberen in te roeien. Wel
waken we er voor dat in die situatie
bij de tegemoetkoming rekening
wordt gehouden met de produktie-
mogelijkheden en -omstandigheden
per regio. Dat houdt in dat de com
pensatie per ha niet over geheel
Europa gelijk mag zijn".
"Het is moeilijk om een keuze te
maken", weet de Afdeling, "omdat
we weinig zicht op de gevolgen
hebben. Vanwege een consistent
beleid kiezen we voor een hoge prijs
ondersteuning". De Afdeling
wenst in geen geval een mix, dus de
derde mogelijkheid. "Dat hebben
we nu in feite ook en dat blijkt le
vensgevaarlijk. We plukken er de
vruchten van, en die zijn beslist niet
zo smakelijk".
Bijzondere posities
De schapensector heelt ook met de
mix te maken. Er is een prijson
dersteuning op gematigd niveau,
terwijl de ooipremie een algemene
directe tegemoetkoming is. Hein
Smeerdijk, vertegenwoordiger van
de schapensector in de Afdeling
Veehouderij van het KNLC, kan zich
wel goed vinden in dit beleid.
Smeerdijk geeft wel aan dat de
schapensector een bijzondere posi
tie heeft: "De zelfvoorzienings
graad van schapevlees in de EG is
slechts 83 procent. Een voorzie
ningsgraad van 100 procent is het
meest gewenst, dus dat we dat in
de EG produceren, wat hier ook wordt
geconsumeerd".
Milieu
In toenemende mate komt ook het
milieu in beeld. De overheid wil de
negatieve effecten van de land-
bouwproduktie op milieu, natuur en
landschap beperken. Daarom klin
ken er geluiden om de inkomens
compensaties te koppelen aan
bijvoorbeeld net landschapsbeheer.
De Afdeling Akkerbouw keurt dit af:
"De inkomenscompensatie is een
compensatie voor de prijsverlaging,
die in het kader van de MacSharry-
hervormingen is doorgevoerd. Daar
mogen geen voorwaarden aan wor
den gesteld".
Smeerdijk is dezelfde mening toege
daan. Hij is ook tegen de huidige
vaststelling van de ooipremie: "In
benadeelde gebieden, zoals bergge
bieden, is de ooipremie hoger dan in
andere gebieden. Dit systeem moet
eruit"
Pas op de plaats
De Afdeling Veehouderij van het
KNLC vindt het nu nog te vroeg om
over een wijziging van het EG-
landbouwbeleid te praten. De Afde
ling geeft er de voorkeur aan het
huidige zuivelbeleid met zijn quote
ring te handhaven. "We maken lie
ver even pas op de plaats. We willen
eerste de GATT-onderhandelingen
afwachten. Door die onderhandelin
gen is het onzekeHn hoeverre het
huidige beleid kan worden geconti
nueerd".
Het Landbouwschap geeft aan dat
elke mogelijkheid grote inkomensef
fecten kan hebben. Bij afschaffing
van alle ondersteuning geldt dit met
name voor melk- en suikerprodu
centen. Door teeltverschuivingen
krijgen ook de producenten van bij
voorbeeld aardappelen en groenten
met inkomensverlies te maken. Dit
kan ook het geval zijn bij het beleid
met volledige markt- en prijson
dersteuning, indien eventueel vrijko
mende produkrtiecapaciteit vrij kan
worden benut. Bij dit beleid zijn de
inkomenseffecten voor de marktor-
deningsprodukten beperkt. Bij de
tussenvorm zijn volgens het Land
bouwschap de effecten voor de
marktordeningsprodukten en de
vrije produkten vrijwel gelijk. Het
Landbouwschap verwacht ook dat
het beleid in de richting van volledi
ge vrije prijzen zal gaan. Gezien de
(financiële) consequenties voor de
betrokken bedrijven en de EG pleit
het Landbouwschap voor een gelei
delijke overgang.
Geert Pinxterhuis
Veertien nieuwe bestuursleden van regionale KNLC-organisaties bezochten op 29 maart het KNLC in het Agri-
centrum in Den Haag. Deze dag was bedoeld voor een nadere kennismaking met het KNLC-secretariaat en met
bestuursleden vanuit andere organisaties. Er werd indringend gediscussieerd over onder andere belangenbeharti
ging, het EG-landbouwbeleid, de SEV, de integratie van vrouwen, gelegenheidsarbeid, de PR en natuurlijk het milieu.
De deelnemers waren na afloop zeer positief over de bijeenkomst. Op de foto staan in willekeurige volgorde de regio
nale bestuursleden: Waaikens (NLTO), Hiddema (LmF), mw. Jonas-Dalhuisen (GMvL), Boennink (GMvL), mw. Alink-
Swartwo/t, Rottink, Ve/tkamp, mw. Gerner-ten Hove (allen van de OLM), Flikweert, mw. Van Nieuwenhuijze, Van
der Zee, Vis, Steenbergen en mw. Mol (allen van de ZLM) en de secretariaatsmedewerkers Risseeuw, Rietema,
Jaarsma, mw. Bierhuizen en mw. Schuitemaker.
Dit jaar is het vijfentwintig jaar
geleden dat het Europese land
bouwbeleid werkelijk vorm
kreeg. In 1968 werden voor het
eerst in de toenmalige EEG, be
staande uit zes landen, gemeen
schappelijke landbouwprijzen
vastgesteld. Vier jaar daarna
kwamen de eerste sociaal-
structurele richtlijnen, bij ons be
ter bekend a/s de rente
subsidieregelingen, tot stand.
Laatst genoemde regelingen wa
rén bedoeld om de modernise
ring van de Europese landbouw
te stimuleren. Naast deze stimu
leringsregeling kreeg de reeds
eerder in ons land toegepaste
saneringsregeling ook een Euro
pese vorm.
Het Europese gemeenschappe
lijk landbouwbeleid is aanvanke
lijk opgezet om de eigen
produktie van de basisprodukten
graan, vlees en melk veilig te
stellen. Dit resulteerde eind jaren
zeventig al in een overproduktie.
De overproduktie bleef ondanks
de groei van de EG van zes naar
twaalf landen.
De meeste beleidsveranderingen
om iets te doen aan de oneven
wichtigheid op de markten lever
den erg weinig resultaat op. Het
melkquota-systeem (1984) is tot
nu toe het meest efficiënt geble
ken. Dit kan niet worden gezegd
van de medeverantwoordelijk
heidsheffing op melk (1979). De
ze regeling wordt trouwens dit
jaar afgeschaft. Ook de medever-,
antwoordelijkheidsheffing op
graan, die vorig jaar verdween,
de produktiedoelstellingen uit
1980 en de stabilisatoren uit
1988 hadden niet het beoogde
effect. Vorig jaar kwamen de
MacSharry-besluiten tot stand.
Rompslomp
Het zal nog moeten blijken of de
MacSharry-besluiten een echte
hervorming van het EG-
landbouwbeleid inhouden. De
administratieve rompslomp is
enorm en het is onmogelijk om
tot niet-fraudegevoelige uitvoe
ring te komen. Deze problemen
kunnen alleen opgelost worden
met vereenvoudiging van de re
gelingen. Anders verdwalen we
in een systeem waarbij op papier
alles geregeld is, maar in de
praktijk niets. Zowel de produ
cent als het EG-budget zullen
daarvan de negatieve gevolgen
ondervinden.
De evaluatie van de MacSharry-
politiek zal tot een vereenvoudi
ging van de regelingen moeten
leiden. Ik vrees echter dat de bu
reaucraten en diegenen die het
rechtvaardigheidsprincipe hoog
willen houden, het zullen zoeken
in een nog verdere verfijning van
de regels. In ieder geval moet
wel zo snel mogelijk zowel natio
naal als in EG-verband met een
eerste evaluatie van de nieuwe
regeling worden begonnen. Aan
passing van de regelgeving voor
het seizoen 94/95 vergt nu al
actie om tot vereenvoudiging te
komen.
Langere termijn
Op de tweede plaats komt de
heroverweging van het beleid op
langere termijn. Dit lange termijn
beleid vraagt ook onze aan
dacht. Maar we kunnen pas een
goede afweging maken zodra er
meer duidelijkheid is over moge
lijke afspraken in GATT-verband.
De onzekerheden over de GATT-
onderhandelingen nemen met de
dag toe. De twijfels of het zoge
naamde 'Blairhouse-akkoord'
tussen de Verenigde Staten en
Dam Jaarsma
de EG stand zal houden, worden
steeds groter. Het wordt steeds
duidelijker dat de Amerikaanse
verkiezingsstrijd een beslissende
rol heeft gespeeld bij de tot
standkoming van dat landbouw
akkoord. De regering van de
Amerikaanse president Clinton
lijkt nu te willen aansturen op
een bijstelling van het akkoord
ten gunste van de Verenigde
Staten en van eventueel de NAR
TA partners Mexico en Canada.
In de EG dringen het Verenigd
Koninkrijk en steeds duidelijker
Duitsland aan op een ongewij
zigde acceptatie. Zelfs uit Frank
rijk komen de eerste positieve
geluiden. Er kan in vier maanden
heel wat veranderen in stand
punten!
Hoe de beslissing uiteindelijk
ook uitvalt, duidelijk is dat de EG
meer dan tot nu toe de eigen
marktpositie moet benadrukken.
De EG heeft per jaar een agra
risch handelstekort met de rest
van de wereld van 20 miljard
Ecu. De EG moet daarom ook
maximale vrijheid houden om
agrarische produkten te exporte
ren. Export mag geen privilege
zijn van de Amerikanen, die bo
vendien hun eigen markt nog
meer dan onder de regering van
de vorige president Bush gaan
beschermen.
Aanpassing
Er is nog steeds geen duidelijk
heid over de mogelijkheden van
een GATT-akkoord. Daarom
moeten we zelf bezig blijven met
een aanpassing van het huidige
beleid en het zoeken van een be
leid om een eigen koers te varen.
Dat velen daar mee bezig zijn
blijkt uit de zeer verschillende
plannen die zowel in Nederland
a/s in de andere EG-landen gepu
bliceerd en bediscussieerd wor
den. Het zijn zeer verschillende
plannen met zeer verschillende
doelstellingen. Ze leiden uitein
delijk hopelijk tot een breed ge
dragen voorstel voor nieuw
EG-landbouwbeleid.
Dat veranderingen lange tijd no
dig hebben, heeft de nog maar
korte geschiedenis van het ge
meenschappelijk landbouwbe
leid wel geleerd. In feite is ook
elke beleidsverandering doodge
lopen voordat deze werkelijk
werd voltooid. Zou dit niet ko
men omdat het steeds een ge
wijzigd beleid van zachte
heelmeesters was? Misschien
zal daarom uiteindelijk wel geko
zen moeten worden voor een
zeer drastisch plan. Een echte
verbetering zal echter altijd pijn
doen en aanvankelijk nooit kun
nen rekenen op brede steun.
Dam Jaarsma
Algemeen sekretaris KNLC