Lering trekken uit het verleden Nieuws uit het hoofdbestuur KNLC kritisch maar positief over convenant gewasbescherming Bezwaren tegen convenant r\ m ZLM-voorzitter herdenkt watersnoodramp Aankoop natuur VRIJDAG 5 FEBRUARI 1993 y.MM: mËmmmM I MMHBi v»/f Lid lil oo L1 J 11 H ié UW\ 3 ii Het bestuur van het KNLC is op zich positief over de bestuursovereen komst Uitvoering Meerjarenplan Ge wasbescherming tussen het bedrijfsleven en de overheid. De hui dige overeenkomst lijkt in een aantal opzichten een verbetering in verge lijking met het MPJG dat de over heid voorstelt. Toch blijft het bestuur op een aantal punten kri tisch. Deze bezwaren zullen volgens het KNLC eerst weggenomen moe ten worden, voordat het Landbouw schap deze bestuursovereenkomst mede kan ondertekenen. De bezwaren van het bestuur rich ten zich met name op de hoofd doelstelling en op de voorgestelde regulerende heffingen. Het KNLC blijft regulerende heffingen sterk af wijzen. Zo'n heffing kan alleen geaccepteerd worden bij het niet realiseren van de volume doelstelling op de ijkmomenten 1995 en 2000. Dit betekent er geen regulerende heffingen mogen ko men op basis van emissie- of afhan kelijkheidsdoelstellingen, waarvoor op dit moment nog geen criteria zijn omschreven. Daarbij moet bij de vo lumereductie uitgegaan worden van de kilogrammen werkzame stof. Re gulerende heffingen mogen niet toegepast worden om een stoffen- of volumebeleid te voeren. Ze mo gen dus niet gebruikt worden om middelen ,weg te krijgen. Alle middelen Verder vindt het bestuur dat bij de beoordeling of de reductiedoelstel ling wel gehaald is, ook de techni sche vooruitgang moet worden meegenomen. Bij de beoordeling moeten alle toegestane middelen betrokken worden. Ook blijken de praktische consequenties van een aantal uitvoeringsmaatregelen nog niet volledig zijn te overzien. Dit be treft onder andere keuringen, opslag/verwerking restvloeistof en onderwijs. Het bestuur pleit tot slot voor een beter onderbouwd over zicht van de financiële consequen ties die de uitvoering van het plan met zich meebrengt. De bestuursovereenkomst Meerja renplan gewasbescherming moet worden gezien als een raamover eenkomst. De overeenkomst loopt tot 2000 en kan wanneer blijkt dat een van de partijen zich niet aan de afspraken houdt ook opgezegd wor den. De nadere invulling moet plaats vinden binnen sectorwerk groepen en in het Coördinerend uit voeringsorgaan. Hierbij is een goede terugkoppeling naar de achterban noodzakelijk. VERVOLG VAN VOORPAGINA Naar aanleiding van de ijkmomen ten in 1995 en 2000 kunnen regule rende heffingen weer op tafel komen. Het convenant maakt ech ter niet duidelijk op welke wijze en onder welke voorwaarden heffingen zullen worden opgelegd. De voorzitter van de ZLM zei verder problemen te hebben met de finan ciering van het Meerjarenplan. Voor lopige cijfers geven aan dat op jaarbasis 6 tot 7 miljoen gulden door middel van opcenten op de Landbouwschapsheffing binnen moet komen. Dit komt voor de ak kerbouw neer op f 5,— tot f 7,— per ha. En dat terwijl de gewasbe scherming voor de boeren toch al duurder zal worden, omdat de in dustrie gedwongen is door de om- zetvermindering hogere prijzen per eenheid te gaan berekenen. Behalve de onduidelijkheden rond de bepaling van de volumereduktie, de criteria voor de emissieredukties en de afhankelijkheidscirteria zal uit voering van dit convenant ook nog eens leiden tot veel administratieve rompslomp en aanzienlijke lasten verzwaring. Voor het hoofdbestuur van de ZLM vormde dit alles vol doende redenen om vooralsnog niet akkoord te gaan met ondertekening van de bestuursovereenkomst. Eerst zal er volstrekte duidelijkheid moeten komen over de hiejboven genoemde vragen en opmerkingen. Pas dan kan de overeenkomst op zijn volledige mérites worden beoor deeld. Dus: "nee, tenzij". In de openbare bestuursvergadering van het Landbouwschap heeft het KNLC deze punten naar voren ge bracht. Een aantal mitsen zijn weg genomen. Zo blijkt bijvoorbeeld de emissie recht evenredig te zijn met het volumebeleid. Het KNLC was te vreden over de uitleg en geeft de commissie Gewasbescherming het voordeel van de twijfel bij de verde re uitwerking. Ingeborg Schuitemaker Zoals elders in deze krant blijkt, is het hoofdbestuur van de ZLM van mening dat de bestuursovereen komst vooralsnog niet ondertekend moet worden. Eerst moeten er een paar onduidelijkheden worden op gehelderd. De ZLM kiest daarom voor een "nee tenzij". Uitwerking streekplan Brabant Het hoofdbestuur van de ZLM constateert dat de uitwerking van het streekplan Brabant niet spoort met de "Verklaring", die de provin cie en het landbouwbedrijfsleven daarover vorig jaar gezamenlijk heb ben opgesteld. De provincie blijkt in de praktijk een strikte toepassing te geven aan de regels van het streek plan. In de "Verklaring" staat de continuïteit van de agrarische be drijven in de ecologische hoofd structuur centraal. De ZLM heeft over deze kwestie al een brief ge schreven aan de Gewestelijke Raad van het Landbouwschap in Brabant en wacht nu eerst de resultaten van overleg met G.S. af alvorens nadere stappen te ondernemen. Liquiditeitsproblemen Liquiditeitsproblemen op bedrijven zullen in de komende maanden door de SEV van de ZLM bij voorrang worden behandeld. Dit kan tot ge volg hebben dat andere zaken wat langer moeten blijven liggen. Het hoofdbestuur van de ZLM vindt het een juiste zaak dat er voorrang wordt gegeven aan de begeleiding van acute financiële problemen, die een gevolg zijn van de slechte situa tie in de akker- en tuinbouw. Het hoofdbestuur roept op deze proble men tijdig bij SEV of accountant aan de orde te stellen, zodat geen tijd verloren gaat om tot een oplos sing te komen. Zuiveringsslib taboe Boeren moeten geen zuiveringsslib op hun land toelaten. Dat is de me ning van het hoofdbestuur van de ZLM. Per 1 januari 1993 is het Besluit Overige Organische Meststoffen in werking getreden, waarin de toepassing van onder an dere zuiveringslisb, compost, cham- post en overig organische afval is geregeld. De ZLM vindt dat de boe ren in geen geval zuiveringsslib moeten toelaten en plaatst ook vraagtekens bij de andere meststof fen, die de overheid aan de land bouw wil slijten. Statuten ZMO Het hoofdbestuur van de ZLM heeft op enkele kanttekeningen na geen bezwaren tegen de statuten, waar mee het voorlopig bestuur van de nieuwe landbouworganisatie ZLM- Geldersche Mij-ULG aan het werk kan gaan. Eind dit jaar zullen de drie ledenraden de definitieve statuten vaststellen. Het hoofdbestuur gaf voorts een machtiging af voor de oprichting van de nieuwe organisa tie. Voor het nieuwe hoofdkantoor van de ZMO (Landbouwmaatschap- pij Zuid Midden Oost) wordt een lo- katie gezocht in de regio Ede-Wageningen, waarbij een ge combineerde huisvesting met een of meer regiokantoren en met de eveneens gefuseerde Accountants kantoren van de ZLM en de Gelder- sche Mij voor ogen staat. Benoeming AOC Tot lid van het (dagelijks) bestuur van het AOC Zeeland e.o. is be noemde de heer P. Vis, \taorzitter van de kring Schouwen-Duiveland van de ZLM. Vis neemt de plaats in van mr. J. Oggel, die zijn bestuurs- werk voor het AOC gaat beëindigen. Aan het begin van de hoofd bestuursvergadering van de ZLM, die maandag 1 februari j.l. werd ge houden, herdacht algemeen voorzit ter H.C. van der Maas de watersnoodramp van 1 februari 1953 in de volgende bewoordingen: "Vandaag, precies 40 jaar geleden, voltrok zich in de nachtelijke uren een ramp over Zuidwest-Nederland, de stormvloed van 1 februari 1953. Voor met name de jongere generatie is dat slechts een feit uit de ge schiedenis. Maar voor diegenen die het destijds persoonlijk en bewust meegemaakt hebben, is die 1e fe bruari voor altijd in hun gedachten en in hun bestaan gegrift. En bij hen die toen hun naasten verloren heb ben, hebben de wonden die 40 jaar geleden veroorzaakt werden diepe littekens achtergelaten. In Zeeland en in grote delen van West-Brabant en de Zuidhollandse eilanden wordt nog steeds over "vroeger" en "nu" gesproken in termen van "vóór" en "nè" de ramp. Meer nog dan de tweede we reldoorlog bepaalt het jaar van de laatste watersnood de geschiedenis van deze gewesten. 1835 mensen lieten het leven. Het menselijk leed speelde zich bijna volledig af in het De Stichting Het Zeeuws Land schap krijgt van de provincie Zee land de helft vergoed van de koopsom plus bijkomende kosten voor aankoop van 4,3 ha relatieno tareservaat in de Clingepolder. Het totale subsidiebedrag bedraagt 48.720 gulden en 85 cent. landelijk gebied in de polder en in de dorpen. Meer dan 140.000 hectare landbouwgrond werd door de zee overspoeld. Duizenden stuks vee verdronken. De materiële schade was enorm! Deltaplan Vanuit dat leed en die chaos (én vanuit het besef dat een calamiteit van dergelijke omvang voorkomen had kunnen worden) werd het Del taplan geboren. Tussen toen en nu werd één en ander in drie fasen uit gevoerd: de dijken werden gedicht en verhoogd en met veel wa terstaatkundig vernuft werden de respectievelijke deltadijken en stormvloedkeringen gebouwd. Het water werd getemd. De "Zuid westelijke delta" is volgens bepaal de normen en volgens menselijke begrippen nu veilig te noemen. We moeten ons dan echter wel realise ren dat veiligheid in dezen een rela tief begrip is. "Herdenken", dat is zich concentre ren op het verleden, in relatie tot het heden. Vooral als het weer stormt vanuit het noordwesten (zoals de laatste weken weer meerdere malen voor gekomen is) dan ligt voor veel Zeeuwen en Westbrabanders het heden dicht bij het verleden. Zeker dan lijkt "40 jaar terug" nog maar kort geleden. "Herdenken" is de koppeling van "heden" aan het "verleden". In maatschappelijke en in materiële zin terugblikkend, kunnen we constateren dat de ramp van 1 fe bruari 1953 diep ingrijpend is ge weest in de geschiedenis en de ontwikkeling van deze regio. Het eilanden-isolement werd opgehe ven. Het Deltaplan verschafte zicht op veiligheid. De noodzakelijke pol derconcentraties in waterschaps- verband kwamen versneld tot stand. Nieuwe economische moge lijkheden manifesteerden zich en werden met een nieuw elan gereali seerd. Een grootscheepse ruilverka veling bracht een aanmerkelijke structuurverbetering voor de land bouw tot stand. De zuidwestelijke land- en tuinbouw werd koploper in Nederland op het gebied van mechanisatie en produk- tiecapaciteit. Relatieve stilstand ver anderde in een absolute voorsprong! Niet alleen in de land bouw maar ook (en zeker niet in het minst) met betrekking tot de in dustriële en recreatieve ontwikkelin gen. Tot in de tachtiger jaren werd die opgaande lijn niet doorbroken. Nu (vandaag) moeten we echter vaststellen dat dat met name met betrekking tot de landbouw wel het geval is. Behalve als gevolg van de slechte landbouwpolitieke omstan digheden, wordt namelijk de con currentiepositie van de agrarische sector in het zuidwesten extra aan getast door gebrek aan zoet water. Misser Terugblikkend moeten we dan ook constateren dat het niet uitvoeren van de zoetwaterdoelstelling in het Deltaplan één van de grootste mis sers in de Haagse politieke besluit vorming van de zeventiger jaren is geweest. De geplande zoetwater bekkens in de voormalige zeearmen zijn toen stuk voor stuk bezweken onder de "milieu en natuur" - lobby. Daarbij moeten we ook vaststellen dat de georganiseerde landbouw in de 70-er en 80-er jaren te weinig te gengas gegeven heeft. We ver trouwden klaarblijkelijk teveel op Op 1 februari jl hing ook bij het Landbouwhuis in Goes de vlag halfstok een correcte uitvoering van het Del taplan (dus inclusief de tweede doelstelling, te weten zoetwater voorziening) èn (het moet ook hier vandaag toch nog maar eens een keer gezegd worden) we anticipeer den te weinig op de toekomstige aanpassingsnoodzaak van met na me de akker- en tuinbouw in dit gewest. Het is goed om vandaag de ramp van 1953 te herdenken. Om ons te realiseren wat de oorzaak en het ge volg was. Herdenken is nodig om in het heden lering te kunnen trekken uit het verleden".

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1993 | | pagina 3