Elke sector moet eigen visie op voorlichting ontwikkelen 3. Afscheid van de ZLM Nog weinig animo voor mineralen boekhouding Voorkeur voor beperkte omleiding rond Zaamslag De put en het kalf Vijf deskundigen beoordelen toelating bestrijdingsmiddelen wèMi Boerengeld goed besteden Agrificatiedebat VRIJDAG 29 JANUARI 1993 Het spanningsveld tussen de com merciële voorlichting en de onaf hankelijke voorlichting neemt toe. Daarbij is voorlichting bezuinigings- gevoelig. "Het is de hoogste tijd om een visie te ontwikkelen voor de toekomstige voorlichting. We moe ten efficiency betrachten, het gaat tenslotte om het boerengeld", vindt de Commissie Bedrijfsontwikkeling en Voorlichting van het KNLC. Bij die visie wil de Commissie rekening houden met het verschil in mogelijk heden voor voorlichting per sector. De Nederlandse land- en tuinbouw is (nog) trots op het zogenaamde OVO-drieluik, de integratie van on derzoek, voorlichting en onderwijs (in de nabije toekomst gaat het het Groene Kennis Netwerk heten). Het OVO-drieluik is voor een belangrijk deel met overheidsgeld tot stand gekomen. In deze tijd van bezuini gingen staat ook het drieluik onder druk. "Het OVO-drieluik heeft aan alle kanten te maken met de bezui nigingen. De voorlichting blijkt extra bezuinigingsgevoelig. De politieke situatie is wat dit betreft niet gunstig", constateert de Commissie Bedrijfsontwikkeling en Voorlichting (BOV) van het KNLC. De onafhankelijke voorlichting krijgt daarnaast in toenemende mate te maken met de commerciële voor lichting van de toeleverende en ver werkende instanties. "Om te voorkomen dat het OVO-huis af brandt, moeten we goed aangeven waar we naar toe willen met de on afhankelijke voorlichting. We moe ten de verantwoordelijkheid onder ogen zien en hierover een funda mentele discussie opstarten", aldus de Commissie Verschil Bij de discussie over de voorlichting en over de Dienst Landbouwvoor lichting (DLV) loopt de Commissie steeds weer tegen de verschillen aan die er zijn tussen de diverse sectoren. Bijvoorbeeld bij de akker bouw heeft de commerciële voor lichting de onafhankelijke voorlichting praktisch geheel ver drongen, terwijl de dierlijke sectoren meer voor de onafhankelijke voor lichting kiezen. "Daarom kun je niet over een algemeen beleid spreken, we moeten streven naar een secto rale autonomie", denkt de Commis sie BOV. Om deze onafhankelijkheid per sector te krijgen, moet de visie over de toekomst van de voorlich ting ook per sector worden ontwik keld. De mogelijkheden die er per sector zijn, zijn dan volgens de Commissie optimaal te benutten. De Commissie heeft als generiek beeld voor ogen dat met name de 'goede' bedrijven contact houden met de onafhankelijke voorlichting. "Op de voorlichtingsmarkt moeten we toegroeien naar het hoogste segment. Bij de zogenaamde eerste lijns-bedrijven hoeven we niet aan wezig te zijn, maar het kan wel. Dit zou per sector ingevuld kunnen worden". Loongebouw Om dit groeiproces mogelijk te ma ken, behoeft het loongebouw van bijvoorbeeld de DLV aanpassing. De Commissie wil een loongebouw construeren, dat de voorlichters perspectief kan bieden. Dit moet het grote verloop van de voorlich ters tegengaan. Omdat het geld be perkt is, kan het bij de DLV moeten leiden tot inkrimping van het aantal formatieplaatsen. "We krijgen dan minder mensen aan het werk voor hetzelfde geld", geeft de Commis sie aan. Ze verwacht dat de DLV niet te veel moeite zal hebben om om te schakelen. Er begint bij de DLV een gezonde bedrijfsmentaliteit te ontstaan, stelt de Commissie vast. De Commissie voorziet dat ook een integraal personeelsbeleid niet mo gelijk zal zijn, als de voorlichting per sector wordt ingevuld. "Hier moe ten we onder andere het loonge bouw ook naar aanpassen. We ontkomen er niet aan dat er ver schillen komen in het personeelsbe leid voor de voorlichters van de diverse sectoren". In welke richting de voorlichting ook mag gaan, effi ciency moet een belangrijk uit gangspunt zijn volgens de Commissie BOV. "Want tenslotte draait het allemaal om het boe rengeld". Geert Pinxterhuis Door de bijzonder slechte inkomstensituatie in met name de akker en tuinbouw zullen naar verhouding veel boeren en tuinders te ma ken hebben of krijgen met liquiditeitsproblemen in bedrijf en gezin. Er komt immers weinig binnen maar er moet wel veel uit. Met de voor jaarswerkzaamheden in het verschiet hopen de kosten zich ziendero gen op en de oogst is nog ver weg. Onder deze omstandigheden is de bodem van de kas snel bereikt en zullen er dus tijdig maatregelen genomen moeten worden om de komende periode financieel te over bruggen. Voor een aantal bedrijven is dat niet zonder meer mogelijk omdat er onvoldoende reserves en/of zekerheden zijn. Dat hoeft nog geen probleem te zijn want onder bepaalde voorwaarden kan er ge probeerd worden met de bank een regeling te treffen, al dan niet in combinatie met een beroep op het bijstandsbesluit zelfstandigen (BZ). De ervaring leert daarbij, hoe eerder (dreigende) financiële problemen ter sprake worden gebracht, hoe groter de kans op een goede rege ling is. Te lang zelf doormodderen verkleint die kans aanzienlijk, vaak met extra schade. Vandaar dat wij vanuit de ZLM het dringende ad vies geven om tijdig - liever te vroeg - over (dreigende) financiële pro blemen te rade te gaan bij de SEV of de Accountant. Daarbij moet niet vergeten worden dat de procedures voor het treffen van regelin gen vaak lang duren. Voor de bijstandsregeling zelfstandigen bijvoor beeld zo'n vier maanden*. Een extra reden dus om zo vroeg mogelijk aan de bel te trekken. Vanuit de ZLM hebben we een beroep gedaan op alle betrokken in stances om de procedures zo snel en praktisch mogelijk af te wikke len. Het belangrijkste blijft echter dat men zelf tijdig met de pmblemen op de proppen komt. Dit advies is en wordt vanuit de ZLM breed uitgedragen. Dit alles indachtig het aloude boerengezegde dat men de put moet dempen zodat het kalf er niet in kan verdrinken. Zegt het voort! Oggel Zie het artikel "Wanneer er voor de komende periode geld te kort is van de SEV op pagina 4 van dit blad. Ad Courtin (links) pakt zijn afscheidscadeau uit. Rechts Edda Rottier. Tijdens een feestelijke bijeenkomst in het Landbouwhuis hebben Ad Courtin, hoofd administratie, en Ed da Rottier, medewerkster admi nistratie, vorige week vrijdag afscheid genomen van de ZLM. Ad Courtin heeft 20 jaar bij de ZLM gewerkt. Hij was tot voor enkele ja ren vooral belast met de onderwijs administratie. Toen Ad in dienst trad, had de ZLM nog 10 landbouw scholen. In de loop der jaren is de onderwijspoot volledig afgebouwd, een proces waarbij Ad Courtin nauw betrokken was. Edda Rottier werkte bijna 9 jaar bij de ZLM, even eens op de administratie. Ad Courtin treedt per 1 februari in dienst als secretaris van de Vereni ging Bedrijfshulp voor Agrariërs in Zeeland (VBAZ). Hij blijft dus werk zaam in het Landbouwhuis in Goes. Edda Rottier is in dienst getreden als medewerkster van het kantoor Goes van de Centrale Onderwijs Administratie. Beiden werden bij hun afscheid in de bloemen gezet en kregen van algemeen secretaris mr. J. Oggel een fraai afscheids cadeau. Met het oog op de komende fusie zullen de vakatures niet worden op gevuld. De administratieve taken worden gedeeltelijk binnen het ZLM-secretariaat opgevangen en voor een ander deel waargenomen door Verzekeringen ZLM. Op initiatief van het Landbouw schap vindt op 27 mei a.s. in Den Haag een openbaar debat plaats over de maatschappelijke en econo mische perspectieven van agrifica tie in Nederland. Hieraan nemen o.a. deel minister Bukman, CBTB- voorzitter Gerard Doornbos, direc teur W. Oosterhuis van Suiker Unie en Tweede-Kamerlid Jan van Zijl. Het debat is bedoeld om het onder werp agrificatie politiek en maat schappelijk bespreekbaar te maken en de beleidsvorming op dit terrein zoveel mogelijk te versnellen. Staatssecretaris Gabor heeft op 25 januari jl. mede het College voor de Toelating van Bestrijdingsmiddelen ingesteld. Met de installatie wordt vooruitgelopen op de wettelijke ver zelfstandiging van het College. Om de verzelfstandiging wettelijk mogelijk te maken willen de be windslieden vóór juli 1993 een voorstel tot wijziging van de Bestrij dingsmiddelenwet aanbieden aan de Tweede Kamer. Met de instelling van het College is de huidige Com missie Toelating Bestrijdingsmidde len opgeheven. Het College zal onafhankelijk beslis singen nemen over de toelating van bestrijdingsmiddelen, maar zolang de Bestrijdingsmiddelenwet niet ge wijzigd is blijft de eindverantwoor delijkheid bij de vier betrokken bewindslieden. Na wijziging van de Bestrijdingsmiddelenwet zal de eindverantwoordelijkheid bij het Het blijkt dat de veehouders maar weinig belangstelling hebben voor het DLV-project mineralenbegelei- ding. De aanmeldingen vallen tegen. De afdeling veehouderij van het KNLC is verontrust over deze zaak. Het lijkt er een beetje op dat veel veehouders niet meedoen omdat ze denken dat de mineralenboekhou- ding uiteindelijk tegen hen gébruikt zal worden. Ook zien velen op tegen weer een administratieve handeling. Vooral dit laatste moet zo eenvoudig mogelijk gehouden worden. Daarbij bespeurt de afdeling dat er steeds meer aversie gaat bestaan tegen de totale regelgeving op het gebied van milieu. De' veehouderij College komen te liggen. Vanaf 1 januari 1993 is de toela tingsprocedure van bestrijdingsmid delen gewijzigd. Van belang is met name dat een eindtermijn in de Be schikking Toelating Bestrijdingsmid delen is opgenomen, waarbinnen het College op een aanvraag tot toelating van een middel moet beslissen. Tot nu toe heeft het ont broken aan een dergelijke eind- termijn. Het College zal bestaan uit vijf onaf hankelijke deskundigen. De leden zijn: prof. dr. J.H. Koeman, prof. dr. ir. W.J. Beek, prof. dr. ir. J. Dekker en dr. C.A. van der Hijden. Plaats vervangende leden zijn: dr. H.J.P. Eijs- ackers, prof. dr. J.S.M. Boleij, prof. dr. J.C. Zadoks en ir. A.J. Pieters. Over de definitieve invulling van het voorzitterschap wordt nog overleg gevoerd. Tijdens de beginfase zal prof. dr. Koeman het voorzitter schap op zich nemen. heeft het daarmee zwaar te verdu ren en wil steeds minder aan allerlei dingen meewerken. De afdeling veehouderij drong er bij de leden op aan om de achterban nog eens met nadruk te wijzen op het belang van het vrijwillig bijhouden van een mi- neralenboekhouding. Vooral op de korte termijn is er zelfs het een en ander aan te verdienen. Het initiatief in deze ligt nu nog bij de landbouworganisaties. Voorko men moet worden dat het initiatief bij de overheid komt te liggen. De organisaties willen er alles aan doen om een heffing te voorkomen. "We willen niet achteraf het verwijt heb ben dat we er niets aan gedaan hebben", zo betoogde voorzitter Warmelink. De Raad van de Waterstaat geeft de voorkeur aan een 'overbruggings oplossing' voor de aanpassing van rijksweg 61 tussen Terhole en Ter- neuzen. De raad stemt in met de keus van de Commissie van Overleg voor de Wegen voor een beperkte noordelijke omleiding rond Zaamslag, en ondersteunt de aan beveling van de commissie voor een parallelweg. Zij komt hiermee te vens tegemoet aan het standpunt van de landbouw, dat via de Ge westelijke Raad is ingebracht. De aanpassing van de weg Terhole- Terneuzen is niet los te zien van de verkeersproblematiek in geheel Oost Zeeuws-Vlaanderen. Omdat er nog geen duidelijkheid is over de aanleg van een WOV, kan nog niet voor een definitieve aanpassing van wegen worden gekozen. Het advies orgaan van de minister van Verkeer en Waterstaat stemt daarom in met de voorkeur van de commissie om zoveel mogelijk oplossingsrichtin gen voor de langere termijn open te houden. De adviesraad van de minister spreekt daarom een duidelijke voor keur uit voor een beperkte noordelij ke omleiding rond Zaamslag, zoals is voorzien in het aangepaste KO-1 alternatief. Uit een oogpunt van de verkeersveiligheid ondersteunt de raad de door de commissie uit gesproken voorkeur voor een paral lelweg. Van de betreffende weg zal immers intensief gebruik worden gemaakt door langzaam rijdend landbouwverkeer.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1993 | | pagina 3