"De chaos was onbeschrijfelijk" Boer PotappeI bleef na de ramp op Stavenisse De watersnoodramp van 1 februari 1953 heeft voor al onder de boerenbevolking in zuidwest-Nederland vee! leed en schade aangericht. Bewoners van de veelal afgelegen boerderijen en arbeiderswoningen werden door het aanzwellende water verrast en wa ren niet meer in staat een veilig heenkomen te zoe ken. Redding kwam voor hen vaak te laat. De verschrikkelijke gebeurtenissen uit de rampnacht van 40 jaar geleden staan veeI oudere boeren en landar beiders, die de watersnood overleefden, nog glashel der voor de geest Zoals bijvoorbeeld de familie Potappel-Hage uit Stavenisse op de westelijke punt van het zwaar geteisterde eiland Tholen. Stavenisse was in 1953 een van de ergst getroffen dorpen. Alleen al in deze gemeente verdronken 153 mensen. Het echtpaar Potappel- Hage had een klein boerenbedrijf aan de Kerkweg, onder aan de dijk in de Stavenissepolder. Het jonge gezin - man, vrouw en destijds 2" jonge kinderen - wist aan verdrin king te ontkomen, maar zag hun woning en schuur zwaar verwoest door het geweld van het water. Leen Potappel was 33 jaar oud toen de ramp zich voltrok. Zijn vrouw was 27. Ze hadden een jongetje van 4 en een meisje van 1 jaar. Het be drijf was 12 ha groot. Zo dichtbij de Oosterschelde wonend was Leen vertrouwd met de zee. Hij was bij storm vaak op de dijk te vinden. Bij hoog water kon het wel eens kritiek zijn, maar een doorbraak van de dijk? Daar hield eigenlijk niemand re kening mea Ook niet tijdens de zware storm die in de nacht van 31 januari op 1 februari 1953 de zuid westkust van Nederland teisterde. "Het was een flinke storm, maar bang dat er iets ergs zou gebeuren was ik eigenlijk niet","vertelt de nu 72-jarige Potappel. "Ik had het idee dat het wel eens harder had gestormd. Daarom dacht je dat het zo'n vaart niet zou lopen. Toch weet ik nog dat er zaterdagmiddag 31 ja nuari bij laag water al water op de kade van Stavenisse stond. Dat be loofde dus niet veel goeds". Water over de dijk In de loop van de avond en het be gin van de nacht werd het steeds duidelijker dat de situatie kritiek werd. Potappel en zijn vrouw brach ten samen met de inwonende vader Potappel huisraad naar boven. Om drie uur in de nacht kwam het water Het echtpaar Potappel op de dijk, waar ze in de nacht van 1 febru ari een veilig heenkomen zoch ten. Op de achtergrond het huis, waar ze toen woonden. (Foto Bert Hopmans over de dijk. Toen wisten de Potap- pels dat de loeiende storm het wa ter nog verder zou opzwiepen. Het zou pas om 5 uur springtij zijn. Het gezin zocht een veilig heenkomen op de dijk. Vader en zoon Potappel waagden zich nog in de stal om de koeien er uit te halen. Daar moest enig ge weld aan te pas komen, want de beesten toonden zich bepaald niet gewillig om in dit weer naar buiten te gaan en de dijk op te klauteren. Potappel: "Toen we de laatste koe uit de stal haalden, stonden we al tot ons middel in het water. We had den niet veel langer moeten wachten". Inmiddels was ook de buurman met twee zoontjes de dijk op gevlucht. Hij had zijn andere gezinsleden te voet naar het één kilometer verder op gelegen dorp gestuurd, waar ze naar later bleek net op tijd waren aangekomen. Het ontredderde ge zelschap vond in de donkere storm nacht beschutting achter het betonnen muurtje op de dijk en wachtte daar bibberend van de kou op de dingen die komen zouden. Ook het geredde vee hield zich daar op. Omdat ze op de splitsing van de zeedijk en een (inmiddels afgegra ven) binnendijk stonden waren ze niet bang dat op die plek een door braak zou plaatsvinden. Dat gebeur de wel op twee plaatsen verderop. Vooral door het tweede stroomgat kwam een watervloed de polder binnen, waartegen maar weinig bestand was. Ook het huis en de schuur van de Potappels liepen zware schade op. De Potappels zul len nooit vergeten hoe zij stukken huisraad, hout, strobalen, dode koeien, paarden en varkens voorbij zagen drijven. Het kon niet anders of de bewoners van de verderop langs de dijk gelegen boerderij moesten in doodsnood verkeren. In derdaad bleken deze mensen later verdronken te zijn. Betrekkelijk veilig Mevrouw Potappel: "Het water kwam hoger en hoger en het was natuurlijk een verschrikkelijk natte boel, maar toch voelden we ons op die dijk achter het muurtje betrekke lijk veilig. Het water kon toch eigen lijk niet veel hoger komen, dachten we. En dat klopte achteraf. In de loop van de ochtend ging het zak ken en zijn we samen met de buur man en zijn jongens over de dijk gaan lopen richting St. Maartens dijk. Onze jongste dochter zat in de kinderwagen, die we nog hadden kunnen meenemen. Onderweg naar St. Maartensdijk zagen we al hoe erg het was. Kapotte huizen en schuren, dode beesten, overal een enorme rommel". Meneer Potappel kan zich nog herin neren dat een houten boerenschuur compleet door het water was opge pakt en tegen de dijk was gesme ten. "Ik zal nooit vergeten, dat er een levend varken bovenop het dak van die schuur zat". Na uren - met de kinderwagen - ge lopen te hebben kwamen de Potap pels aan in Sint Maartensdijk, dat niet getroffen was door de waters nood. Vandaaruit werden ze naar Scherpenisse gebracht, waar ze de evacuatietijd doorbrachten. Ze woonden op drie adressen onder niet altijd gemakkelijke omstandig heden, onder andere in een speciaal voor hen verbouwd pakhuis, waar Potappel werkte De eerste dagen na de ramp ging Potappel te voet terug naar huis om wat drooggebleven spullen op te ha len. "De chaos was onbeschrijfe lijk", zo herinnert hij zich. "Hier aan de Kerkstraat waren zeker 60 tot 70 huizen beschadigd. Veel huisjes in de polder waren gewoon verdwe nen. Je kreeg ook berichten te ho ren over mensen die verdronken waren. Het waren er veel meer dan we voor mogelijk hadden gehouden. Kortom, veel ellende en verdriet". schade opgelopen, maar was toch niet reddeloos verloren. De schuur daarentegen was onherstelbaar ver woest en werd afgekeurd. De Pot appels wilden het liefst zo snel mogelijk terug naar huis. Wat te doen? Ze besloten een nieuw huis en een nieuwe schuur te bouwen, iets verder van de dijk af, maar toch vlak bij de plek waar ze woonden. Intussen konden ze een gewoon woonhuis betrekken in Scherpenis se. Het oude, beschadigde huis on deraan de dijk bleef staan en zou later goede diensten bewijzen als opslagruimte voor gladiolen en po ters. In 1955 was het nieuwe huis klaar en kon het gewone leven weer op gang komen. Potappel weet zich niet goed meer te herinneren wanneer hij voor het eerst weer kon zaaien. Hij houdt het op voorjaar 1954. "Het was in elk geval gerst. Andere gewassen mochten niet. Ik weet nog dat de oogst in dat jaar niet eens te genviel". Vele duizenden kilo's gips werden uitgestrooid over de grond om het zout te verdrijven. "De hele polder zag er wit van. Als je het eerste jaar na de ramp ondiep had geploegd en daarna gips had gestrooid, dan kon je het volgend jaar al weer aardig uit de voeten. De mensen die te diep hadden geploegd hebben veel moei lijkheden gehad". De februariramp verwoestte in Zeeland 330 boerderijen. 720 Boerde rijen raakten zwaar beschadigd, 790 liepen lichte schade op Noordoostpolder Na de ramp stak in het gezin Potap pel opnieuw een storm op maar nu in figuurlijke zin. Er kwam namelijk een mogelijkheid een geheel nieuw bedrijf op te bouwen in de Noord oostpolder. Het echtpaar Potappel reisde per bus met vele anderen van het eiland Tholen naar de nieuwe polder om daar een kijkje te nemen. Mevrouw Potappel: "We hadden het al vlug gezien. Dat was niks voor ons. Het was er kaal, het woei er hard en de mensen die ons voor lichtten, bevielen ons niet. Na twee dagen waren we terug op Stavenis se en we wisten het zeker: hier gaan we nooit meer weg. Hier voe len we ons thuis, tot op de dag van vandaag". Met hard werken slaagden de Pot appels er in een goed bestaan op te bouwen. Er werden na de ramp nog twee kinderen geboren. Op het klei ne bedrijf waren gladiolen het hoofdgewas. Mevrouw Potappel: "We stonden elke werkdag om 4 uur op, laadden de bloemen in en re den per auto met z'n tweeën naar de veiling in het Westland. Om acht uur waren we weer thuis om de kin deren naar school te laten gaan. Het was een tijd van hard werken, maar wel een mooie tijd". Schuur afgekeurd Het woonhuis van de Potappels on der aan de dijk had weliswaar veel Kijkje op de dijk Zeven jaar geleden heeft zoon Kees het bedrijf overgenomen, maar zijn ouders wonen nog steeds in het huis dat na de ramp werd gebouwd. Tot voor kort was Potappel nog elke dag op het bedrijf te vinden. Zijn ge zondheid laat dat nu niet meer toe Bang voor een herhaling van "1953" zijn ze niet, maar toch.... als het hard waait nemen ze nog altijd een kijkje op de dijk. En het huis on deraan de dijk, waarin zij de ramp nacht beleefden, staat er nog steeds. Als een monument ter her innering aan die rampzalige nacht van 31 januari op 1 februari 1953.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1993 | | pagina 16