"Lichamelijk was ik er nog,
geestelijk was ik dood
Agrarisch herstel voortvarend aangepakt
Kees Roks uit Halsteren overleefde watersnoodramp van 1953
ff
VRIJDAG 29 JANUARI 1993
12
Kees en Netty Roks bij het herdenkingsmonument op het kerkhof in Halsteren, waar ook de namen van
de verdronken familieleden van Kees opgetekend zijn
"Onze Lieve Heer geeft kracht na
kruis". Een spreekwoord dat voor
veel mensen van toepassing is ge
weest, die de nacht van zaterdag
31 januari op zondag 1 februari
1953 overleefd hebben. Kees Roks
uit Halsteren haalt dit gezegde vaak
aan. Tijdens de watersnoodramp
verloor hij in enkele minuten bijna
zijn gehele familie, in totaal 12 per
sonen, onder wie zijn vader en moe
der, zijn twee zusjes, zijn broer en
zijn opa. Van de ouderlijke boerderij
aan de Oude Bijmoersedijk, nu Igna-
tiusdijk, bleef niets over. De gehele
veestapel, melk-, jongvee en drie
paarden, is weggespoeld. Alleen
één varken is overgebleven. Door
zich vast te klampen aan een spek-
kist heeft Kees de ramp overleefd.
De Halsterse polders Auvergnepol-
der en Oud Glymes, Oude en Nieu
we Bijmoer, Theodoruspolder en
Nieuw Glymes telden in 1953 totaal
200 inwoners. 68 van hen zijn ver
dronken. Het zwaarst is de familie
Roks getroffen. Op zaterdag 31 ja
nuari was al duidelijk dat er zwaar
weer op komst was. Via de radio
werd gewaarschuwd voor hoog wa
ter te Bergen op Zoom. Kees Roks,
toen 19, was die middag met de
paarden naar de veiling geweest om
ze te laten schatten voor de Onder
linge Paardenverzekering. 's Avonds
ging Kees naar verloofde Rietje
Nefs, nu zijn echtgenote. Bij thuis
komst om half elf werd de schuur
deur nog extra vergrendeld. Daarna
gingen de gehele familie Roks sla
pen. Het stormde hard maar aan
een dijkdoorbraak dacht niemand.
Om half vijf in de morgen werden
de Roksen wakker door heftig klop
pen op de deur. "De buitendijk is
doorgebroken".
Geen keus
Het relaas van Kees Roks:
"Naar buiten rennen konden wij
niet meer, daarvoor steeg het water
te snel. Bij de achterdeur werden wij
teruggeslagen door het water. De
25 meter verderop gelegen dijk was
niet meer te bereiken. Er bleef geen
andere keus over dan binnen te blij
ven. Opa droegen wij uit voorzorg
naar boven. Hij besefte niet wat er
gaande was. Vanaf onze zolder za
gen wij dat het huis van buurman
Rokus Schillemans al half was weg
geslagen. Rokus was weduwnaar
en stond hulpeloos op een klein
stukje zolder. Zijn achtjarige klein
zoon die toevallig bij hem logeerde,
was al verdronken. Onze huizen
stonden maar 4 meter van elkaar.
Met een touw hebben wij hem met
veel moeite naar onze zolder weten
te trekken. Hij was erg teneergesla-
gen over zijn kleinzoon.
Onze hoop is in eerste instantie toch
de zolder geweest. Wij waren alle
maal vreselijk bang en er van over
tuigd dat het einde nabij was.
Gepraat werd er niet veel, wel af en
toe gebeden. Ons huis is maar even
langer blijven staan dan dat van de
buurman. Het ging zo snel, dat ik
mij niet alles kan herinneren. Op een
gegeven moment trapte ik mis. Een
snelle reactie van vader deed mij
alsnog op het dak belanden. Het
dak werd door het water opgetild. Ik
weet nog dat ik plotseling met broer
Jan op het dak zat. Ik klom naar bo
ven en greep een balk waar ik even
aan ben blijven hangen. De spekkist
is mijn redding geworden. Daar kon
ik mij op het laatste moment aan
vast klampen. Vrij snel daarna werd
ik tegen de dijk aan geworpen. Van
mijn familieleden heb ik niemand
meer gezien.
In de bittere kou, het sneeuwde soms,
ben ik achter een stroklamp gaan
zitten. Vijf uur heb ik daar drijfnat
gezeten. Dat ik er geen ziekte aan
overgehouden heb is een raadsel. Ik
had geen enkel benul hoe laat het
was. Het was die nacht pikdonker.
Na verloop van tijd werd het licht. In
de verte zag ik vissersboten met
mensen erin. Dit gaf enige moed.
Door te blijven zwaaien trok ik de
aandacht. Het stormde eerst nog te
hard om met de boot bij de dijk te
komen, maar later ben ik samen
met nog een gezin in de boot
gestapt. Zij hadden al die tijd vlakbij
mij op de dijk gezeten. Ik heb ze niet
gezien. Lichamelijk was ik er nog.
Geestelijk was ik dood. Ik had totaal
geen energie meer".
Eerste hulp
Op de meisjesschool te Halsteren
kreeg Kees eerste hulp. De familie
Nefs heeft Kees een tijdje opgevan
gen. Later heeft hij 2Vi jaar bij een
tante ingewoond. Vooral mentaal
was het daarna geen gemakkelijke
tijd voor hem. De eerste weken wa
ren nodig om het verlies van de vele
familieleden te verwerken. Vader is
pas na drie weken gevonden. Toen
kwam een vervelende juridische pe
riode. Kees bleef als enige van het
gezin over. Omdat hij nog geen 21
was moest door de rechtbank een
voogd benoemd worden. Zware za
ken die hij op dat moment niet kon
gebruiken. Kees had totaal niets.
Geen kleding en schoeisel. Hij leen
de geld om een pakje sigaretten te
kunnen kopen. Van slachtofferhulp,
om emoties te kunnen verwerken,
was in die tijd geen spraka Na 20
jaar ging de ramp van 1953 bij Kees
nogmaals parten spelen. Gesprek
ken en een vakantie naar Canada
hebben veel opgelost.
"Toen na een maand het water een
maal begon te zakken en spullen als
een landbouwagenda bovenkwa
men, begonnen wij weer aan de
toekomst te denken", voegt echtge
note Rietje toa "Kees heeft even
plannen gehad om te emigreren.
Onze Lieve Heer geeft kracht na
kruis. Anders hadden wij het niet
gered. Regelmatig zijn wij te vinden
bij het herdenkingsmonument op
het kerkhof te Halsteren. Zo'n ge
beurtenis blijft altijd bij je".
Vol lof is Kees Roks over de hulpver
lening. "Wat wij aan financiële mid
delen en goederen gekregen hebben
is door mensen uit verschillende
landen met kwartjes en guldens bij
eengebracht. Negatief punt is dat
de belastingdienst al vrij snel kwam
om er zijn deel van op te eisen".
Thoolse vissers
"In onze regio hebben de Thoolse
vissers veel hulp geboden. Het zijn
deze mensen geweest die met roei
boten de polders in kwamen zakken
om mensen te redden. Als zij niet zo
moedig hadden opgetreden waren
er zeker meer slachtoffers gevallen.
Hun eigen leven hebben zij op het
spel gezet".
Geen enkel goed woord heeft Kees
over voor al die lieden die vanaf het
eerste uur van de gelegenheid ge
bruik gemaakt hebben om spullen
te ontvreemden. "Vooral veel siera
den, horloges en geld zijn gestolen.
Ook bij het opruimen van de ouder
lijke woning is een en ander on
rechtmatig toegeëigend. Op het
politiebureau heb ik de nodige spul
len kunnen ophalen. Een zakhorloge
en ringen heb ik nog, evenals me
dailles die mijn broer en ik tijdens
schaatswedstrijden gewonnen
hebben".
"Dat Drentse boeren ons geholpen
hebben mag in dit artikel niet ont
breken", vult mevrouw Roks aan.
"Verschillende landbouwers uit de
omgeving hebben van hen vee ge
had. Zelfs kleine bedrijven stonden
spontaan en belangeloos vaarzen
af. Met enkelen hebben wij nog per
soonlijk contact".
Veel mensen zijn volgens Kees Roks
omgekomen omdat tijdens het snel
opkomende water de daken van de
huizen gelicht werden. De muuran
kers lieten los. "In veel gevallen wa
ren de luiken naar de zolder
dichtgedaan met als gevolg dat het
water geen tegendruk kon geven.
Verschillende mensen hebben het
leven gered door dakpannen naar be
neden te gooien. In ons geval kre
gen wij het van twee kanten te
verduren. Water tegen de dijk kwam
met geweld terug zodat de boerderij
zowel voor als achter werd in
gedrukt".
Nieuwe boerderij
In 1955 liet Kees onder herbouw-
plicht een nieuwe boerderij bouwen
aan de Tholense weg. Vrijwel de
meeste werktuigen van voor de
ramp heeft hij nog kunnen gebrui
ken. Machines en werktuigen zijn
na de watersnoodramp in veel ge
vallen door de Heidemij en vrijwilli
gers opgeruimd. Een opknapbeurt
kregen de werktuigen uit de
Halsterse polders bij smederij Kindt.
Daar werd alles opgepoetst en van
een roest werend middel voorzien.
Zevenendertig jaar heeft de familie
Roks aan de Tholenseweg geboerd
en de kost verdiend met akkerbouw,
vollegrondsgroenten en varkens.
Vorig jaar heeft Kees, onder enige
druk van zijn drie kinderen, de boer
derij met omliggende gronden ver
kocht. Opvolgers dienden zich niet
aan. Met echtgenote Rietje woont
hij nu in een rustige, gerieflijke
woonwijk in Halsteren.
Jan van Tilburg
Hier een beeld van de "ontzanding" van de polder bij Kruinin-
gen. De foto is gemaakt in mei 1954
"Waar het zeewater gedurende
maanden de eertijds vruchtbare
bodem in zijn greep gevat hield,
worden nu weer oogsten binnen
gehaald. Overal zijn nieuwe boer
derijen en bedrijfsgebouwen verre
zen. In de vele polders is de seizoen
cyclus van het landbouwbedrijf
weer in volle gang".
Deze optimistische woorden ont
lenen we aan het boekje Agrarisch
Herstel, uitgegeven in juli 1954,
nog geen twee jaar na de ramp.
Het boekje geeft informatie over
de verwoestingen van boerderijen
en landerijen en de voortvarende
wijze waarop het herstel werd
aangepakt. Aan het boekje is on
der andere medewerking verleend
door de heer J. Markusse, oud-
hoofd SEV van de ZLM, en
destijds rijkslandbouw-voorlichter.
In totaal is in 1953 133.000 cul
tuurgrond onder water gelopen.
Van de veestapel verdronken
20.000 runderen (42.000 gered),
1.750 paarden (5.000 gered),
12.000 varkens (6.500 gered) en
2.750 schapen en geiten (1.500
gered).
In januari 1954 werd de Wet op de
Watersnoodschade aangenomen
aan de hand waarvan schadever
goedingen werden betaald, die in
veel gevallen de 100% nabij kwa
men. Daarnaast ontvingen de ge
troffen boeren zowel uit binnen-
als buitenland geschenkgoederen.
Twee maanden na de ramp stond
85% van de overstroomde gebie
den al weer droog. Toch bracht in
veel polders het zoute water grote
schade toe aan de bodem. Er
mocht in het eerste jaar alleen zo-
mergerst worden ingezaaid, om
dat dat gewas het hoogste
zoutgehalte kan verdragen.
De structuur van de grond was
door het zoute zeewater ernstig
aangetast. Miljoenen kilo's gips
werden aangevoerd en uit
gestrooid om structuurbederf te
gen te gaan. Al naar gelang het
zoutgehalte en de zwaarte van de
grond was 1 tot 9 ton per ha no
dig. Tot in 1955 werd gips op het
land gebracht.
In sommige gebieden die langere
tijd onder water hadden gestaan,
waren grote hoeveelheden zand
over het land gespoeld. Dat was
onder andere het geval in de pol
ders rond Waarde en Kruiningen
en op Schouwen-Duiveland. Hier
waren ook veel sloten dicht-
gespoeld. Het zand werd afge
voerd of ondergeploegd. Ook
waren hier en daar diepe geulen in
het land ontstaan. Dat alles lever
de op verschillende plaatsen blij
vende schade op.
In totaal werden ongeveer 3400
boerderijen door de watersnood
getroffen. Eind 1954 was een aan
tal hiervan al weer herbouwd. De
herstelwerkzaamheden namen op
Schouwen-Duiveland de meeste
tijd in beslag, omdat dit eiland het
langst onder water heeft gestaan.
9 f
18 JA8TJI:KWH 5'S
isiPsE mm 23 H
nim.mwUi s-i
l\ iSSiWIIIw.vXilfclW tl?
n 57-
BtWfima .KKttH 7-6
awwffirtï u,