Kansen in 1993 en later Nederland prijst zich uit de markt Is het CDA werkelijk zo boer onvriendelijk? Een kat in het nauw maakt rare sprongen Meer lucht voor varkensvermeerderaars VRIJDAG 22 JANUARI 1993 In het LAND VAN HULST zullen we het vooral dichtbij huis moeten zoe ken. Biedt het voor ons liggende jaar na de MacSharry en andere ons be lemmerende voorstellen, nog moge lijkheden om een inkomen uit het bedrijf te halen? Want deze voor stellen en de gevolgen van de GATT die we de jaren na 1993 aan den lij ve zullen ondervinden, bieden wei nig perspectief wat betreft het prijsniveau van de gegarandeerde produkten en daarmee de uitstraling naar de vrije produkten. Steeds meer ervaren we dat beslissingen niet nationaal worden genomen, maar internationaal waarbij alle goe deren naast elkaar afgewogen wor den binnen de handelsstromen. Feit is dat door de ruime voedsel voorziening in de rijke landen de po litiek niet zwaar tilt aan de door de landbouw ingebrachte argumenten om voorzieningen te treffen voor de hele sector op verschillende terrei nen. We zien dan ook een vrij snelle overgang van een beschermende EG-markt naar een vrije wereld markt. Duidelijk is dat Nederland als exportland bij uitstek van land- bouwprodukten, naar verhouding het sterkst de gevolgen van de nu lage prijzen ondervindt. In afwach ting van betere tijden zullen we ons steeds weer moeten bezinnen op de mogelijkheden die binnen het eigen bedrijf eventueel nog aanwezig zijn. De beperkte kansen die er zijn wat betreft "nieuwe gewassen" en "het toevoegen van waarde" aan be staande gewassen vragen natuurlijk blijvende aandacht. Het financiële risiko moet echter wel in verhouding staan tot de kans van slagen. Het uitgangspunt blijft: "het streven naar een zo laag mogelijke bruto geldopbrengst met zo laag mogelij ke kosten per hectare". Het is dus zaak zowel de kwaliteit als de kosten blijvend kritisch te be kijken. Naast de rassenkeuze en de gewasbescherming is vooral de be mesting bepalend voor de vereiste kwaliteit. Zeker bij gebruik van orga nische mest moet dit gebeuren op basis van een regelmatig grondon derzoek. Een te hoge stikstofgift bij voorbeeld gaat ten koste van bijvoorbeeld de gewenste bakkwali- teit van tarwe of de gewenste brouwkwaliteit van gerst of de ge wenste bakkwaliteit en houdbaar heid van aardappelen of het gewenste suikergehalte van bieten. Een goede interpretatie van het be- mestingsonderzoek gekoppeld aan de eigen ervaring geeft vaak een be tere kwaliteit, behaald met lagere kunstmestkosten. Andere mogelijkheden liggen er bij de vaste-kostenposten, met name bij de gebouwen, arbeid en mecha nisatie. Binnen het eigen bedrijf of in een samenwerkingsverband (een positieve vorm van schaalvergro ting) op basis van goede afspraken is op deze gebieden in veel gevallen nog een aanzienlijke besparing te realiseren. Tegenover het "inleve ren" van een stukje vrijheid in een samenwerking, staan naast finan ciële ook sociale voordelen. De kunst is alle mogelijkheden binnen het eigen bedrijf objectief op een rij te zetten en alle alternatieven tegen elkaar af te wegen. Om daartoe de eigen kennis te verbreden en verdie pen kunnen we ook dichtbij huis te recht, te weten bij de ZLM-diensten als SEV en boekhoudbureaus, de studieclubs en de DLV. Van Den Haag, Brussel of Washing ton hebben we niet veel te ver wachten. We zullen dus onze eigen boontjes moeten doppen, zodat er in feite niets nieuws onder de zon is. Bedenk echter wel dat stilstand achteruitgang is. De wintertarwe-akkers hier in OOST ZUID-BEVELAND kleuren na de vorstperiode weer mooi groen. Door de extreem hoge temperatuur die we zo nu en dan hebben, zit er al wat groei in. Ook percelen die met een bezoek van ganzen en eenden 'vereerd' werden, herstellen door de hoge temperaturen redelijk vlot. Toch moet er ook in deze streek nog steeds behoorlijk wat tarwe gezaaid worden. Velen hadden gehoopt op een droge dooi om zodoende wat te kunnen zaaien. Dit is echter niet gelukt. Voor die percelen die nu nog ge zaaid moeten worden, zal de keus nu op zomertarwe vallen. Of mis schien is braakleggen interessanter geworden, omdat zomertarwe toch gemiddeld minder kilo's opbrengt. Op de lichtere gronden die nog ge ploegd moeten worden, wordt tij dens goed weer zo hier en daar drijfmest uitgereden. De mest is momenteel erg goedkoop, dus voor diegenen die hiervan kunnen profi teren een voordelige zaak om zo de bemestingstoestand op peil te houden. Een ontwikkeling die de gemoede ren in onze streek ook flink bezig houdt, is het aanwijzen van zogenaamde bloemdijken. Zonder dat de eigenaar of aanliggenden er bij betrokken worden, gebeurt zo iets en allerlei belemmeringen liggen in het verschiet. Een treurige zaak en de zoveelste aanslag op het vrije ondernemersschap in de land- en tuinbouw, die we vanuit de milieu- hoek in de maag gesplitst krijgen. Ik denk dat de overheden zich beter bezig zouden kunnen houden met de sterk achteruithollende concur rentiepositie van het bedrijfsleven (inclusief het agrarisch bedrijfsle ven) ten opzichte van het buiten land, in plaats van erg veel geld en aandacht te besteden aan concur rentievervalsende milieumaatrege len. Want het regent toch werkelijk ontslagen in vele bedrijfstakken, doodeenvoudig omdat produceren in Nederland te duur gemaakt is/wordt. Een indirect gevolg is dat veel boe ren hier in Oost Zuid-Beveland 'bui ten' het bedrijf gaan werken en besloten hebben tot een zekere ex tensivering van het bedrijf. Mede door het hoge uurloon wat elders te verdienen valt. Intensiveren van het bedrijf om zo het bedrijfssaldo te verhogen vindt hier nauwelijks plaats. Gezien de feiten een begrij pelijke ontwikkeling, maar voor de ontwikkeling van de bedrijven en de bedrijfstak een slechte zaak. Kort om, de verpaupering begint Bij dit schrijven zijn we op SCHOUWEN-DUIVELAND in de tweede helft van januari terecht ge komen. De weersomstandigheden zijn prima en men zou bijna het idee krijgen dat het voorjaar op komst is. Maar pas op, het venijn zit altijd in de staart! Net voor de vorstperiode is er nog veel op wintervoor ge ploegd, wat nog onder redelijke om standigheden is gedaan. Deze grond is door de openligging tot on der de ploeg voor doorgevroren. Toch moet er nog veel geploegd worden en bij velen staat de ploeg nog vuil in de schuur. De prijs van vollegrondsgroenten leefde even op tijdens de vorst periode, maar reeds enkele da gen nadat de dooi had ingezet klapten de meeste prijzen weer in elkaar (foto Peter Mastenbroek) Dachten we een paar weken gele den dat er wel een lange vorstperio de aan zou kunnen komen, de laatste dagen met temperaturen tot ruim 12°C bewijzen het tegendeel. Nu het daarnaast ook nog tamelijk drogend is, heeft een aantal akker bouwers in ALTENA-BIESBOSCH nog kansen om de laatste percelen te ploegen of te spitploegen. Voor de zwaardere kleigronden is dit wel ongekend laat. Het risico bestaat dat door opnieuw intredende vorst de laatste kans op dit punt ook ver keken is. Structuurproblemen en/of be- drijfsproblemen zijn veelal de ach terliggende oorzaken voor deze ongewenste toestanden. Het zijn ook tekenen die weergeven hoe de akkerbouw en haar ondernemers er voor staan. In het jaar dat voor ons ligt komt het erop aan om als berekenende nuch tere boerenondernemer de krenten uit de pap te pikken en af te zien van akties die op voorhand verlies gevend zijn. Met verwondering heb ben we kennis genomen van het na 1 mei zaai- en pootidee in de ZLM- krant. Afgezien van de onuitvoerba re controle over de naleving in heel Europa zou het ondernemersinitia tief pas echt aangetast worden met invoering van zo'n idee en zal de voorwaardenongelijkheid ten top stijgen. De zoete herinneringen aan het gou den jaar 1983 met de voordelen voor de akkerbouw is een op zich zelf staand geval. De gunstige om standigheden in dit jaar van betrekkelijke schaarste veroorzaakt door natuurlijke omstandigheden en een afscherming om goedkopere in voer toe te laten, zorgden voor een gunstig prijsklimaat voor de produ cent. De natuurlijke omstandighe den waardoor schaarste ontstaat, zijn zeldzaam te noemen in Europa. Ook is het zo dat de importprijzen- kraan veel soepeler wordt gehan teerd dan 10 jaar geleden. Dit ei van Columbus kan beter naar fabeltjes- land worden verwezen. In de veehouderijsector wordt de druk rond het mestbeleid steeds verder opgevoerd met alle daaraan verbonden financiële gevolgen. Het is tekenend, dat in ons overwegend akkerbouwgebied vanuit de Bra bantse.randgebieden geleurd wordt met mest in deze tijd van het jaar, terwijl toepassing nu in feite onge wenst is. Het is te hopen dat fa brieksmatige mestverwerking spoedig in voldoende omvang op gang komt, anders lijkt het erop dat niet alleen de veehouderij, maar ook de akkerbouw in de omgeving van natuurgebieden de dupe gaan worden. De uitbreiding van het nationaal park 'De Biesbosch' door land bouwgronden hierin op te nemen, lijkt een niet te keren proces. Mid dels een aanwijzigingsprocedure tot relatienota reservaatsgebieden, denkt men een sleutel gevonden te hebben om de financiering rond te zetten. Door een convenant tussen overheids- en semi- overheidspartijen, welke vaststelling nog plaats moet vinden, lijkt de weg tot formele weerstand afgesloten te worden. De agrarische bedrijfsgeno- ten in de aangewezen gebieden kunnen op basis van vrijwilligheid zich laten uitkopen of zich in pacht- situaties laten verplaatsen. In de tot nu toe opgedane ervarin gen met de overheid lijkt het uiterst zinvol dat de betrokken bedrijfsge- noten zich door hun organisaties la ten bijstaan en zich aaneensluiten om alle rechtmatige schadevergoe dingen boven tafel te krijgen. Het zijn soms niet alleen boeren die als een kat in 't nauw rare sprongen maken, ook de overheid kan er wat van als er geld aan te pas komt. Plaatselijk is er weer veel schade van ganzen en eenden. Ik krijg de in druk dat ieder jaar de schade toe neemt, wat op zich niet onbegrijpelijk zou zijn. Ze worden uit heel Europa naar Nederland gelokt, het is hier net een luilekkerland. Toen ik deze week richting Goes reed kreeg ik de indruk dat een groot gedeelte van Noord en Zuid- Beveland aan veeboeren verkocht was, omdat men afrastering aan het zetten was. Na informatie bleek echter, dat dit bedoeld was om de ganzen te verjagen. Ik dacht: een mooie vorm van werkverschaffing, maar bij het resultaat hiervan heb ik echter grote twijfels. Ik denk dat de buren er het beste mee af zijn? De ganzen zijn zo mak geworden dat ze aan het keukenraam komen eten. Aan het prijzenfront zit de zaak nog steeds in mineur. Aardappelen en uien worden voor minder dan de helft van de kostprijs afgezet, en bij knolselderij moet je blij zijn als men ze weg komt halen voor een prijs, waar je net het schonen van kunt betalen. De voorraad is nog zeer groot en de kwaliteit gaat snel ach teruit. De vorstperiode heeft de vol legrondsgroenten even duur gemaakt, maar de spruitenprijs is reeds enkele dagen na de dooi weer volledig in elkaar geklapt. De witlof vormt hierop een uitzondering, deze is al enkele weken duur voor de tijd van het jaar (niets is beter besteed, de collega witloftrekkers hebben het de laatste jaren zeer moeilijk gehad). Toch blijkt ook hier weer uit, dat de overschotten lang niet zo groot zijn als men zich wel voorhoudt. Het zijn dikwijls maar enkele procenten te veel die er voor zorgen dat de markt volledig in elkaar stort. Ik denk dat de heren politici (zeker in EG- verband) dit ook duidelijk in de ga ten hebben. Vandaar dit verziekte landbouwbeleid. Verder is het op politiek gebied zeer rustig. Deze week deed de voorzit ter van de CZAV duidelijk wat poli tieke uitspraken. Zeker het CDA werd door hem niet ontzien. Ook de Noordbevelandse vrouwen die de politiek aan het benaderen zijn, heb ben weinig goede woorden voor de ze partij over. Zeker niet voor een bepaalde landbouwwoordvoerder... Ik denk dat we als landbouw de ko mende jaren het CDA duidelijk de rekening moeten presenteren. Na ruim 10 jaar regeren heeft deze par tij een stempel gezet in de vorm van dit onbehoorlijk beleid. Ook op EG- gebied zijn CDA-mensen altijd voor lopers geweest, die er aan hebben bijgedragen dat een groot gedeelte van de agrarische beroepsbevolking in grote problemen is gekomen en de ontvolking van het platteland gestaag voortgaat. De varkensvermeerderaars in WEST BRABANT ZUID hebben iets meer lucht gekregen. Voor biggen betaalt de handel nu tot f 85,—, f 30,— meer dan een maand geleden. Var kensfokkers hopen dat de stijgende lijn doorzet. Een belangrijke faktor in deze is de mestvarkensprijs. Die blijft achter. Daarom is de verwach ting dat een volledig prijsherstel nog even zal duren. De koudeperiode van begin januari heeft de stookkosten flink opge jaagd. Ook mestvarkenshouders hebben moeten stoken om de tem peratuur behaaglijk te houden. Nu de export iets gemakkelijker gaat lo pen verloopt de afzet vanaf de be drijven iets soepeler. Uit het buitenland komt meer vraag. De na weeën van de blaasjesziekte zijn nog merkbaar aanwezig maar de re gelgeving hieromtrent stelt minder eisen. Over het areaal aardapeplen dat dit jaar in de regio uitgeplant zal wor den valt nog weinig te zeggen. Zand- aardappelen die verkocht zijn hebben niets opgebracht. Na aftrek van bewaarkosten en provisie e.d. schiet er niets over. Daalt de prijs nog verder dan zal er geld bijmoe- ten. De verwachting is wel dat de oppervlakte aardappelen eerder in krimpt dan uitbreidt. Melkveehou ders die enkele jaren aardappelen hebben geteeld zullen afvallen. Ak kerbouwers willen meer zekerheid en proberen een gedeelte te con tracteren. Dat valt nu juist niet mee. De prijzen van vroege aardappelen op contract lijken interessant maar na aftrek van kosten schiet er wei nig over. Alleen bij hoge op brengsten. Vooral de hoge pootgoedprijzen van de vroege rassen weerhoudt aard appeltelers ervan om over te scha kelen naar een ander ras. Bintje zal nog het belangrijkste ras blijven. In de handel van Bintje pootgoed komt wat meer leven. De prijs echter is door de wat hogere consumptieprijs direct aangetrokken. 28/35 komt op f 1,15 per kilo, 35/45 op 70 cent. De tijd zal uitmaken wie de langste adem heeft omtrent de prijs. Handel en pootgoedvermeerderaars laten de prijs niet dalen en consumptiete lers zijn afwachtend. Ten opzichte van vorig jaar is het areaal Bintje pootgoed gedaald van 7500 ha naar 5200 ha. Daarbij komt nog dat de opbrengst in 1992 wat lager lag. Aan de andere kant mag niet vergeten worden dat er van oogst 1991 1500 ha Bintjes de STOPA ingegaan zijn. Een spannen de tijd wacht zowel de consumptie als de pootgoedteler. De handel heeft inmiddels al een flink gedeelte van de kleine maat ingekocht. Van hen mag niet verwacht worden dat ze gaan stunten.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1993 | | pagina 9