Drastische verandering AM-beleid
met ingang van 1 januari 1994
Graanaanbod in Europa dit jaar
terug naar 150 miljoen ton?
Vragen en antwoorden MacSharry
m
Voorzichtige prognose direkteur CZAV:
Akkoord over
quotum suikerbieten
Voorlichting
"MacSharry"
Veehouderij
1 VRIJDAG 22 JANUARI 1993
-r;
Per 1 januari 1994 zal het over
heidsbeleid inzake de aardappel-
moeheidsregelgeving (AM) worden
overgedragen aan het landbouwbe
drijfsleven, het Landbouwschap
dus. In verband hiermee heeft het
landbouwbedrijfsleven het AM-
beleid grondig heroverwogen. Ge
zien de hoge kosten kon het beleid
van de overheid niet integraal wor
den overgenomen en moesten er
principiële keuzes worden gemaakt.
We kunnen ons voorstellen dat te
lers daar niet altijd even gelukkig
mee zijn, vooral wanneer men met
veel moeite al aan het inspelen was
op de regelgeving die in 1997 op
ons af kwam (verplicht inpassen
van AM-resistente rassen bij 1 op 3
en 1 op 4 teelt).
De besluiten van de Hoofdafdeling
Akkerbouw van het Landbouw
schap zijn als volgt:
- teeltfrequentie zowel in de
consumptie- als in pootaard-
appels maximaal 1 op 3 (was 1
op 4 en zou worden 1 op 5);
- door grondontsmetting kun je
niet nauwer aardappels telen,
dat was zo en dat blijft zo;
de teeltverplichting van AM-
resistente rassen is vervallen;
om inzicht in de besmettings
graad van de grond te krijgen,
wordt het intensieve grondon
derzoek (AMI) aanbevolen (vrij
willig dus);
voor voortkwekingsmateriaal
(pootgoed) blijft de AM-
vrijverklaring op basis van de
EG-richtlijn verplicht (200 cc-
methode);
voor de pootgoedteelt over
weegt men om financiële prik
kels in te bouwen zodat
overgegaan wordt op het al eer
der genoemde AMI-onderzoek
(kosten f 200,— tot f 250,—
per ha);
de aardappelteeltverbodsgebie-
den blijven van kracht (o.a. Op-
heusden en Zundert).
De bedoeling is om dit beleid 2x3
jaar voort te zetten en in 1999 te
evalueren en dan indien mogelijk al
le regelgeving af te schaffen.
Meer verantwoordelijkheid
De Hoofdafdeling heeft gekozen
voor meer vrijheid en meer verant
woordelijkheid voor de teler. Het tot
nu toe gevoerde overheidsbeleid
heeft wat betreft het voorkomen en
terugdringen van aardappelmoeheid
niet tot het gewenste resultaat ge
leid. Daarom zal de teler zelf de vin
ger aan de pols dienen te houden
door veel aandacht te besteden aan
de volgende zaken:
- gekeurd pootgoed;
- schone werktuigen;
- afvoer van sorteer- en zeefgrond;
- geen aanvoer van sorteergrond
van derden;
- voorkomen en bestrijden van
aardappelopslag;
- stuifpreventie;
bemonstering op cysten van
zeefgrond (pootgoed);
intensieve bemonstering op
cysten met bepaling van het
eventuele biotype (vrijwillig);
- bij besmetting de juiste AM-
rassen gebruiken of grond-
ontsmetting toepassen. Grond-
ontsmetting wordt slechts eens
in de vier jaar toegestaan en dan
nog op recept.
Voor controle op de naleving van de
vruchtwisselingsregels (maximaal 1
op 3) blijft de kartering gehand
haafd. De verantwoordelijkheid hier
voor blijft bij het Landbouwschap.
Zaken waarover nog besluiten geno
men moeten worden zijn: de intensi
teit van de kartering
(steekproefgewijs?), wie de karte
ring uitvoert (waarschijnlijk de NAK)
en de hoogte van de financiering
hiervan, afhankelijk van de keuzes
die gemaakt worden.
Telers van voortkwekingsmateriaal
(pootgoed) dienen zelf zorg te dra
gen voor een AM-vrijverklaring. Er is
nog overleg gaande hoe de besmet
verklaring dient te worden ingevuld.
Ontheffingsmogelijkheden voor de
vruchtwisselingsregels worden nog
nader bekeken, bijv. voor de ruilver
kavelingen. Voor de vroegrooirege-
ling wordt een hernieuwde
afweging gemaakt in het licht van
kosten en controle. Het spreekt voor
zich dat we alles in het werk zullen
stellen dat Tholen zijn vroegrooire-
geling houdt.
De verdere procedure is dat het ad
vies van de Hoofdafdeling nu naar
het dagelijks bestuur en/of alge
meen bestuur van het Landbouw
schap gaat voor verdere
besluitvorming.
Tot slot nog dit: voor 1993 geldt de
oude regeling volgens het huidige
AM-beleid.
J.C. Geluk,
voorzitter
akkerbouwcommissie ZLM
Volgens een voorzichtige prognose
van de direkteur van de coöperatie
CZAV in Wemeldinge, de heer S.C.
Rijlaarsdam, zou er oogstjaar 1993
wel eens aanzienlijk minder graan
op de markt kunnen komen dan in
voorgaande jaren het geval was. Hij
sprak deze verwachting uit op de al
gemene vergadering van de CZAV,
die vorige week vrijdag in de Prins
van Oranje in Goes werd gehouden.
Tegenover een gemiddeld aanbod
van 160 tot 165 miljoen ton over de
laatste jaren houdt Rijlaarsdam dit
jaar rekening met een aanbod van
ca. 150 miljoen ton graan. Daarbij gaat
hij er van uit dat de gemiddelde pro-
duktie per ha met 2% toeneemt en
dat er een normale oogst komt (175
miljoen ton).
De veronderstelde vermindering
komt slechts voor een klein deel
voort uit braaklegging. Zeker in Ne
derland zal braak geen grote vormen
aannemen, zo hield Rijlaarsdam zijn
toehoorders voor. Het graansaldo
ligt in Nederland hoger dan elders in
Europa doordat Nederland een te-
kortgebied is voor graan en doordat
de kosten van de tussenhandel hier
lager liggen. Rekening houdend met
een braakpercentage in Europa van
gemiddeld 6% en een daling van de
kg-opbrengsten door de gedwon
gen inzaai van meer zomergraan zou
een besparing van 12% (21 miljoen
ton) kunnen optreden. Daarbovenop
Het Landbouwschap is met de Ne
derlandse suikerproducenten voor
1993 een produktiequotum over
eengekomen van 915.000 ton sui
ker, evenveel als in 1992.
De produktie van suikerbieten is in
EG-landen aan een maximum ge
bonden. In ruil hiervoor ontvangen
de betrokken telers een garantie
prijs. Dit is gedaan omdat de we
reldmarktprijs lager ligt dan de
kostprijs. Valt de bietenoogst hoger
uit dan het bedrijfsquotum, dan
wordt het 'overschot' tegen de we
reldmarktprijs door de suikerprodu
centen overgenomen.
Het suikersysteem 1993 regelt al
leen het produktievolume, over de
suikerprijs voor dit jaar moet nog
worden overlegd. De regeling is ter
goedkeuring voorgelegd aan minis
ter Bukman van Landbouw, Natuur
beheer en Visserij.
S.C. Rijlaarsdam
is wellicht een vermindering van ca.
5 miljoen ton mogelijk door meer
graan in veevoer te verwerken. Het
marktaanbod zou daarmee in Euro
pa op ca. 150 miljoen kunnen uitko
men, waarbij ervan uitgegaan wordt
dat de EG zijn export naar derde lan
den handhaaft en zich verder geen
onvoorziene omstandigheden
voordoen.
Graanprijs
De betere verhouding tussen vraag
ZEELAND
Woensdag 3 februari 1993 in "De
Halle" te Axel, om 14.00 uur voor
stieren- en zoogkoeienhouders en
om 19.30 uur voor schapen
houders.
Donderdag 4 februari 1993 in "De
Vroone" te Kapelle, Om 14.00 uur
voor stieren- en zoogkoeienhouders
en om 19.30 uur voor schapen
houders.
NOORD-BRABANT
Dinsdag 26 januari 1993 in "Den
Boogaard" te Moergestel. Om
13.30 uur, voor stieren- en zoog
koeienhouders.
Woensdag 27 januari 1993 in "De
Schammert" te Leende. Om 13.30
voor stieren- en zoogkoeienhouders.
Dinsdag 2 februari 1993 in "De No-
belaer" te Etten-Leur. Om 13.30 uur
voor stieren- en zoogkoeienhouders
en om 19.30 uur voor schapen
houders.
en aanbod, die in bovengenoemd
prognose tot stand komt, zal vol
gens de CZAV-direkteur zeker in
vloed hebben op de graanprijs,
zeker in het begin van het seizoen.
Een prognose durft hij echter op dat
punt niet te doen.
Rijlaarsdam verklaarde verder in zijn
inleiding op de CZAV-vergadering
dat de kwaliteit van de Nederlandse
tarwe in vergelijking met andere
Europese landen goed is. Wel is het
eiwitgehalte dit jaar ongeveer 1,5%
lager dan vorig jaar. Het ligt gemid
deld op 12%. Sommigen schrijven
dit toe aan lagere stikstofgiften.
Als gevolg van de natte weersom
standigheden in het najaar zal er dit
jaar relatief veel zomertarwe en zo-
mergerst worden ingezaaid. Reke
ning houdend met de verwachte
opbrengstprijzen voor tarwe en
brouwgerst adviseert Rijlaarsdam
om bij een brouwgerstoogst van
6.000 kg of minder zomertarwe in
te zaaien. Bij een brouwgerstoogst
van 7.000 kg of meer is gerst waar
schijnlijk de beste keus.
Ledengroei
De voorzitter van de CZAV, de heer
Klompe, maakte melding van een
toename van het aantal leden. Sinds
1 oktober werden 40 nieuwe leden
ingeschreven, waarvan 27 uit West-
Brabant en 13 uit Zuid-Beveland.
Klompe sprak zijn grote twijfels uit
over de toezegging van minister
president Lubbers dat er compensa
tie komt voor boeren, die onevenre
dig zwaar door de GATT-afspraken
tussen Europa en de VS getroffen
worden. Compensaties voor boeren
zijn volgens hem moeilijk te rijmen
met het CDA-standpunt over de Ne
derlandse land- en tuinbouw. Vol
gens het CDA moeten alle
steunmaatregelen gefaseerd wor
den afgeschaft en alle handelsbe
lemmeringen worden opgeheven
om te komen tot een volledig vrije
wereldhandel. Het inkomen moet
uit de markt komen en de landbouw
moet zich meer richten op produk-
ten met een hoge toegevoegde
waarde.
Graanontvangst op de CZAV.
Klompe: 'Heel kort samengevat:
land- en tuinbouw, zie maar dat je
het redt, op ons hoef je niet meer te
rekenen. Mijn vrees is dat de politiek
te laat zal inzien dat een zekere stu
ring en ondersteuning van de agrari
sche sector door de overheden
onontbeerlijk is. Moet nu eerst het
platteland verpauperen en onleef
baar worden voordat men tot dat in
zicht komt?'
Na afloop van het huishoudelijk ge
deelte kregen de CZAV-leden een in
teressante causerie over
biotechnologie te horen van drs.
J.E.W. Broerse, verbonden aan de
Vrije Universiteit van Amsterdam,
terwijl de zingende dierenarts Rinus
Rasenberg voor de vrolijke noot
zorgde.
Onderstaand vijf praktische vragen
over de braakregeling. Aan de
opstelling en beantwoording hier
van is medewerking verleend door
de SEV, de DLV en het Consulent
schap voor de Landbouw.
1. Ik heb op mijn bedrijf 17 ha gra
nen ingezaaid en een perceel van
5 ha braakgelegd. Kan ik nu voor
17 ha graan en 5 ha braak steun
ontvangen
Antwoord:
Nee, tot een maximum van 10%
van de verplichte braak te leggen
oppervlakte (of max. 1 ha als de
10% meer is dan 1 ha) kunt u een
extra bijdrage ontvangen.
Bij 17 ha graan is de verplichte
braak te leggen oppervlakte 3 ha.
Dit betekent dat u voor 3 ha 10%
- 3.30 ha braaksteun ontvangt en
voor 17.00 ha gewas-steun.
2. Ik heb 3 ha braak aangemeld en
zal 17 ha wintertarwe en zomer-
gerst inzaaien. Nu kan ik van
iemand nog 5 ha akkerland
pachten. Kan ik daarop met
gewas-steun zomergerst ver
bouwen!
Antwoord:
Nee, uw aangifte van de oppervlak
te braak is bépalend voor de maxi
male steun die u kunt krijgen. Bij
3.00 ha braak kunt u voor maximaal
17.00 ha gewas-steun ontvangen.
3. Wat te doen als men braakaan-
gifte heeft gedaan met bestem
ming non-food/non-feed (nf/nf)
en bij de definitieve publikatie
van de nf/nf-lijsst het gewas
hierop niet voorkomt
Antwoord:
Bij indiening van de aanvraag voor
de algemene of de vereenvoudigde
regeling kunt u de braakoppervlakte
geheel of gedeeltelijk verminderen.
4. Ik heb b ha braak aangemeld. Op
15 februari besluit ik daarvan
alsnog 2 ha in te zaaien. Wat
moet ik nu doen?
Antwoord:
De datum van inzaai binnen 14 da
gen vermelden op de 'boekhouding
gewassen' die is meegestuurd met
de ontvangstbevestiging. Bij de defi
nitieve steunaanvraag moet u de
werkelijk braakgelegde oppervlakte
vermelden.
5. Aan het eind van de aangiftepe
riode heb ik mijn aangifteformu
lier voor de braakoppervlakte
ingediend. De topografische
kaart kon ik hier niet bij doen
omdat ik deze nog niet had. Wat
nu?
Antwoord:
Aanvragers die wel het formulier
volledig hadden ingevuld en onder
tekend, maar nog niet de topografi
sche kaart hadden, moeten zo snel
mogelijk maar uiterlijk 1 maart
1993, de kaart alsnog bij de dis
trictsbureauhouder indienen. Deze
mogelijkheid geldt alleen voor die
genen die de aangifte op tijd hebben
ingediend.