Mineralen en grond in veehouderij Mixen van mest: let op uw koeien en u zelf mm H 11 H VRIJDAG 8 JANUARI 1993 HHj Door de ZLM zijn diverse voorlich tingsbijeenkomsten georganiseerd met als onderwerp 'Rundveehoude rij en Mineralenboekhouding', mede naar aanleiding van het DLV-projekt 'Mineralen in de Rundveehouderij'. Doel van dit projekt, dat medegefi nancierd wordt door het Landbouw schap, is om inzicht te krijgen in de mineralenstromen binnen het eigen bedrijf. Voor de rundveehouderij zijn dit de mineralen stikstof, fosfor en kali. Door het bijhouden van een mi neralenboekhouding krijgt men de toevoer en de afvoer van de diverse mineralen in beeld. In de intensieve veehouderij heeft men hiertoe MARS (mineralen aanvoer- en re gistratiesysteem) ontwikkeld, dat tot nu toe gebaseerd is op fosfor. In de rundveehouderij gaat het voorna melijk om de stikstof. Door nationale beleidsstukken en internationale verdragen (Noordzee- en Rijnaktieprogramma) is er door de overheid een plan ontwikkeld met als doel beperking van stikstof in de bodem en het oppervlaktewa ter, alsmede beperking van ammo- niakemissie vanuit de veestapel. Er zijn plannen om de bemesting terug te brengen tot een evenwichtsbe- mesting, dat wil zeggen de toedie ning mag niet groter zijn dan de onttrekking en de emissie van uit de veestallen moet zo ver mogelijk te ruggedrongen worden. Vanuit de sektoren wordt hierbij opgemerkt, dat evenwichtsbemesting wel op papier en op laboratoriumniveau mogelijk is. Voor de grondgebonden plantenteler is het echter onmogelijk om met een onttrekkingsnorm te werken. Verliezen Het plantentelen zal gepaard gaan met verliezen en deze verliezen zul len door vele factoren beïnvloed worden. Voor wat betreft de emis siebeperking zijn er door de over heid percentages vastgesteld met betrekking tot het terugdringen van de emissie. De sektor staat positief tegenover emissie-arme aanwen ding. Voor alle andere zaken zal nog moeten blijken of dit inpasbaar is in de bedrijfsvoering. Waarom moet men inzicht krijgen in de mineralenstromen binnen het be drijf? Ten eerste: de overheid stelt eisen met betrekking tot belasting van bodem, water en lucht. Aange zien wij binnen deze samenleving ons bedrijf uitoefenen zullen wij re kening moeten houden met de re gelgeving van deze overheid. Wel zullen wij er alles aan moeten doen om deze regelgeving zodanig te beïnvloeden dat er een economi sche bedrijfsvoering mogelijk blijft. Ten tweede: er wordt van de vee houderij verwacht dat zij bewust omgaat met de aangewende midde len waaronder de mineralen. Oneffi ciënt aanwenden van middelen geeft een zwaardere belasting van bodem, water en lucht, dus be lasting van het milieu en hogere kosten. Mineraal centraal Als verdere uitwerking van 'Mine raal centraal' (plan bedrijfsleven) zijn de volgende zaken aan de orde: in 1995 verplichte mineralenboekhou ding in de veehouderij met een hef fing op onaanvaardbare verliezen. Het bedrijfsleven wil de verliezen naar het milieu met de volgende maatregelen beperken: a) invoeren van de mineralenboekhouding; b) verbetering stikstofbenutting in de bemesting en c) verbetering stikstofbenutting in de veevoeding. Voor het instellen van een heffing op onaanvaardbare verliezen zal eerst duidelijk moeten worden wel ke verliezen aanvaardbaar zijn en welke niet. Het DLV-projekt minera- lenbegeleiding wil begeleiding ge ven met: a) bemestingsplan, zowel Optimest als B.A.R; b) graslandge bruiksplan; c) voerplan. Uitgaande van de huidige bedrijfs voering zal een bedrijfsoverzicht ge maakt worden (uitgangssituatie). Daarna wordt een plan opgesteld met betrekking tot de voorgenoem de plannen. De derde stap is het uit voeren van het opgestelde plan. Evaluatie Na 1 jaar volgt de evaluatie. Deze evaluatie moet inzicht verschaffen in de totale bedrijfsvoering alsmede de benutting van mineralen. Velen zijn via studieclubs bezig met deze materie, zij bouwen daarmee een voorsprong op ten opzichte van an dere bedrijfsgenoten. In 1995 moe ten 50.000 veehouderijbedrijven een mineralenboekhouding invoe ren. Via het DLV projekt kunnen in 1993 circa 4.000 bedrijven kennis opdoen met betrekking tot deze materie. Profiteer nu van de gebo den mogelijkheid. 'Wie het eerst komt, wie het eerst maalt'. De kosten verbonden aan dit projekt zijn f 500,—. Of deze kosten te hoog zijn kunt u aan het einde van het projekt beoordelen. Informeren kost niets en meedoen zou uw be drijf en het milieu wel eens ten goe de kunnen komen. Opgave bij de DLV-teams Rundveehouderij te Bre da, Boxtel en Horst. W. van Veldhuizen voorzitter veehouderij commissie van de ZLM Steeds weer horen we berichten over dodelijke ongevallen met be trekking tot het mixen van mest. Bij het mixen van mest komen namelijk zeer gevaarlijke gassen vrij die niet zoals ammoniak duidelijk te ruiken zijn. Zoals bijvoorbeeld Zwavelwaterstof (H2S), dit gas werkt in op het ze nuwstelsel en het reukorgaan. Blauwzuurgas (HCN) remt de zuurstofafgifte vanuit het bloed naar de lichaamscellen met als gevolg dood door verstikking. De gevaarlijkste plaaten zijn bv.: - dode hoeken in het gebouw (weinig ventilatie) - putopeningen ook bij silo's en mestopslag buiten de stal - boven een mixer in werking - afgezonderde ruimten in stallen die via mestkanalen met elkaar in verbinding staan. Voorkomen is beter dan genezen dus neem voorzorgsmaatregelen in acht. ruim ventileren door deuren en ventilatiekleppen open te zetten; dieren vastzetten aan het voerhek; zelf zo min mogelijk in de stal komen. Mocht er toch een koe onwel wor den zet dan eerst de mixer uit en wacht daarna nog 5 minuten. Gaat u direct de stal in naar de koe dan is de kans groot dat u zelf ook onwel wordt. Melkcontrole: ander overzicht is ex tra gegevens. Bij het proefmelkformulier van de melkcontrole kunt u uw eigen wen sen invullen met betrekking tot sor tering van de koeien in groepen. Meestal wordt er echter geen wens ingevuld, dit betekent een uitdraai op volgorde van diernummer. U moet dan zelf uitzoeken hoe de nieuwmelkte koeien het ten opzich te van de rest doen. Dit gebeurt dan vaak niet. Door een overzicht uit te draaien met een indeling in lactatie- dagen en op leeftijd dan krijgt u bo vengenoemde goed in beeld. Aan de hand van deze uitdraai kunt u precies zien welke groep beneden verwachting produceert. Zijn het de nieuwmelkte vaarzen of zijn het alle nieuwmelkte koeien 0 tot 100 da gen lactatie. Hoe staat het met de gehaltes van deze koeien, bv. een laag eiwit gehalte. Deze andere op zet van het uitslagformulier geeft hierdoor extra inzicht in een stukje bedrijfsvoering en dan met name over de voeding en de stierkeuze. Voorkom kwaliteitsverliezen door broei Elk jaar treedt in een aantal kuilen broei op. Het beste is uiteraard dit te voorkomen. Maar hoe? - Controleer de afdekking van kui len en sleufsilo's. Als reeds tij dens de bewaring lucht in de kuil komt dan is de kuil bij het ope nen al warm en gaat dan snel broeien. Een goede kuil is niet warmer dan 10 tot 20 °C. - Zorg voor een glad snijvlak. - Sluit de kuil na het uithalen goed af. - Haal het kuilvoer liefst niet meer dan 2 keer per week uit, maak het kuil zo min mogelijk los. - Streef naar een goede voor snelheid, kuilen met gronddek min. 1.50 m/week kuilen zonder dek min. 2.00 m/week Het gebruik van broeibestrij- dingsmiddelen is alleen effectief als het goed door het kuilvoer gemengd wordt. Het bespuiten van snijvlak ken voorkomt schimmelvorming op die plaatsen. Het voorkomt echter niet het binnendringen van lucht. Heeft u ondanks het nemen van vol doende voorzorgsmaatregelen toch broei, dan kunt u de volgende maat regelen overwegen. De kuil luchtdicht afsluiten en la ten afkoelen. Het broeiende deel uithalen en opnieuw inkuilen. Bij problemen door een te lage voersnelheid, de kop van de kuil halen en apart inkuilen. Nieuwe kwaliteitsnormen betekent extra zorg voor de diergezondheid Zoals bekend zullen met ingang van het nieuwe zuiveljaar enkele veran deringen in het kwaliteitsstelsel plaatsvinden. Deze zijn: 1. Celgetal: Er wordt dan uitgegaan van de enkelvoudige norm en niet meer het geometrisch gemiddelde. De norm blijft 400.000 cellen/ml. Gevolgen: snellere korting bij uitschieters van het celgetal geen korting bij celgetal beneden de norm van 400.000 snellere aanpak van verdachte koeien nodig 2. Antibiotica/groeiremmende stof fen: Er gaat onderzoek verricht wor den bij monsters van alle melkleveranties. De grens van 0.007 IE/ml vervalt daarmee ook. Dit betekent dat er geen groeirem- ming aangetoond mag worden. Elke leverantie waar groeiremming (posi tief) is aangetoond betekent voor u 30 cent korting per liter per leveran tie. Dus er zijn meerdere kortingen mogelijk per 14 daagse periode. Gevolgen: zeer kritisch omgaan met dierge neesmiddelen gevaar niet alleen bij behande ling van mastitis maar ook bij: gebruik van droogzetters behandeling van witvuilers Melkkwaliteitsstelsel voor 1993 behandeling van klauwaandoe- ningen 3. Recidiveregeling: Het celgetal wordt opgenomen in de recidivere geling. Dus bedrijven die melk leve ren met alleen een celgetal 500.000 cellen/ml krijgen extra kor- tingspunten. Dus bedrijven die con tinu te hoog zitten met het celgetal en op andëre onderdelen kortingen krijgen kunnen maximaal 10 ct kor ting krijgen. Het is derhalve zeer belangrijk om te zorgen voor een goede diergezond heid zodat het gebruik van dierge neesmiddelen beperkt blijft. Dus zeker ook niet denken van: ach de tank is vol en het is de laatste dag dat ik de melk moet uithouden, ik doe de melk er toch bij. Christa Fransen bedrijfsdeskundige Breda 076-203190 Onder-ad-deel frequentie onderzoek gra datie normen aantal punten Kiemgetal 1 x per 2 weken I II III t/m 100.000/ml 101.000-250.000/ml meer dan 250.000/ml 0 1 2 Reinheid 1 x per 4 weken I II •III geen vuil iets vuil zeer vuil 0 1 3 Celgetal 1 x per 4 weken I II III t/m 400.000/ml 401.000-500.000/ml 500.000/ml 0 1 2 Bacterie- groeiremmende elke leverantie I II geen groeiremming groeiremming 0 30* Zuurtegraad 1 x per halfjaar I II t/m 1,00 mmol/100 gram vet meer dan 1,00 mmol/1,00 gram vet 0 2 Boterzuur (duplo onderzoek) 6 x per winter seizoen I I II 1 basisonderzoek: vervolgonderzoek: 0 0 2 0 0 2 J II III +- Vriespunt 1 x per halfjaar I II -0,505°C en lager -0,504°C en hoger 0 1 De monsternemer aan het werk. Voor bussenmelk geldt een aangepaste regeling. In de volgende periode vindt er opnieuw een onderzoek plaats, het zogenaamde vervolgonderzoek.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1993 | | pagina 11