Regulering Grondontsmetting vanaf 1993
0 DLV
^5aU
Mineralenboekhouding onmisbaar
voor goed ondernemerschap
Projectcoördinator mr. drs. Peter van Kester:
DONDERDAG 24 DECEMBER 1992
Elke boer en tuinder dient zo snel
mogelijk zelf het mineralenverbruik
van zijn bedrijf in kaart te brengen.
Dat is de stellige overtuiging van Pe
ter van Kester, sinds kort coördina
tor van het project
Mineralenboekhouding van het
Landbouwschap. Veehouders, ak
kerbouwers en tuinders moeten be
seffen dat de tijd voorbij is dat je
straffeloos naar je buurman kunt
verwijzen als het om het nemen van
milieumaatregelen gaat. De maat
schappij vraagt van iedere agrariër
om zelf zeer scherp op het milieu te
letten bij de bedrijfsvoering. Doet
die boer of tuinder dat niet, dan zal
de politiek met maatregelen komen
die vast en zeker minder gunstig
zullen uitpakken dan wat we nu zelf
doen, daar is Van Kester zeker van.
Hij ziet het bijhouden van een mine
ralenboekhouding als dé manier om
te tonen dat je het milieu als agrariër
serieus neemt. "Je komt zo te we
ten waar de mineralen blijven die je
op je bedrijf gebruikt en waar de
voor het milieu schadelijke verliezen
optreden. Aan de hand daarvan kan
je je bedrijfsvoering aanpassen, zo
danig dat het verlies aan voer- en
meststoffen vermindert. De over
heid zal op den duur ook eisen dat
je kunt aantonen wat het mineralen-
overschot op je eigen bedrijf is".
Het is volgens Van Kester geen
kwestie meer van het wel of niet in
voeren van een mineralenboekhou
ding. Het is daarom van groot
belang dat de boekhouding zo snel
mogelijk algemeen boerengebruik
wordt. "Gebeurt dat niet, dan ver
liezen we elk recht van spreken te
genover de maatschappij en de
politiek".
Stimulerend
Volgens hem werkt de boekhouding
vooral stimulerend en niet louter re
gulerend. Het moet boeren en tuin
ders ertoe aanzetten hun
bedrijfsvoering te veranderen. De in
dividuele verantwoordelijkheid van
de ondernemer staat hierbij cen
traal. Het project, dat vooralsnog tot
medio 1995 gaat lopen, voorziet in
een groot aantal bevorderende
maatregelen die verbetering van het
mineralengebruik op het bedrijf mo
gelijk maakt. De mineralenboekhou
ding is daarom niet een doel op
zich, maar alleen een middel om de
produktie schoner te maken. Be-
mestingsadviesprogramma's, invoe
ring van kunstmestbesparende
kantstrooiapparatuur en andere
maatregelen, naast overdracht van
specialistische kennis zijn daarbij
belangrijk.
Aan het project is dan ook een ge
degen voorlichtingsprogramma ge
koppeld dat begin 1993 van start
zal gaan. Naast de landbouworgani
saties werken hierin ook de over
heid, de agro-industrie en de
voorlichtings- en kennisorganisaties
samen.
Van Kester vergelijkt de invoering
van de mineralenboekhouding met
de maatregelen die zijn genomen
om de vervuiling door het autover
keer tegen te gaan. "Je kunt simpel
weg zeggen: we gaan allemaal
minder kilometers maken, ofwel de
veestapel inkrimpen. Of we zorgen
ervoor dat die auto's met zijn allen
minder vervuilen maar wel blijven
doorrijden. Dat laatste is precies
wat we met de mineralenboekhou
ding voor ogen hebben. De huidige
produktie handhaven en tegelijk de
mineralenbelasting van het milieu
verminderen".
In het begin zullen vooral de circa
70.000 veehouders op hun verant-
Peter van Kester.
woording worden aangesproken
maar later zeker ook de producen
ten in de plantaardige sector. "Het
is een individueel belang van iedere
boer en tuinder en een collectief be
lang van de hele agrarische sector
dat we schoner gaan produceren.
Daarbij maken we gebruik van be
staande projecten en plannen als
Mineraal Centraal en Stikstof in
Balans".
Administratie
Van Kester verwacht dat de agrariër
die zijn administratie goed op orde
heeft weinig moeite zal hebben met
het opzetten van een mineralen
boekhouding. Bovendien kunnen de
accountantsbureaus, de Dienst
Landbouwvoorlichting (DLV), de
veevoerleveranciers en anderen
hierin de helpende hand bieden.
"Net als je belastingaangifte zal ook
de mineralenaangifte een kwestie
van wennen zijn. Bovendien zitten
er aan de mineralenboekhouding
ook voordeeltjes. Een goed minera-
lenbeheer wordt beloond. Vooral
omdat je besparen kunt op bijvoor
beeld de aankoop van kunstmest,
veevoer en op steeds hoger wor
dende mestafzetkosten. Daarnaast
betekent een aantoonbaar klein mi-
neralenoverschot een lage heffing.
Ook speel je met een goed minera-
lenbeheer in op een markt die
steeds vaker vraagt om milieuvrien
delijk geteelde produkten".
Het is volgens hem van groot be
lang dat boeren en tuinders de mi
neralenboekhouding zien als een
kans om hun bedrijf te laten aanslui
ten op de eisen van deze tijd, zo
stelt Peter van Kester. "De tijd is im
mers voorbij dat automobilisten hun
uitlaatgassen ongestoord de lucht in
kunnen blazen, dat bedrijven scha
delijke stoffen zomaar het riool in
kunnen laten lopen, dat geldt dus
ook voor boeren en tuinders met
een mineralenverlies".
Als uitvloeisel van het Meerja
renplan Gewasbescherming is
vanaf 1 januari 1993 een regu
lering van 'natte' grond-
ontsmetting van toepassing.
Wat het een en ander voor u
gaat betekenen komt in dit arti
kel aan de orde.
Natte grondontsmetting
De regulering geldt voor natte grond
ontsmetting. Dit houdt in dat het
ontsmetting betreft met dichloor-
propeen (Nematrap Telone en
DD95) en metamnatrium (Monam).
Voor dichloorpropaan en metam
natrium geldt al dat ontsmetting al
leen mag worden uitgevoerd in de
periode vanaf 16 maart tot en met
15 november. De granulaten (o.a.
Temik, Mocap en Vycate), vallen
niet onder de nieuwe regulering.
Granulaten worden met name in het
voorjaar toegepast en hebben ech
ter nauwelijks effect op de vermeer
dering van cystevormende en
vrijlevende aaltjes. Wel kunnen gra
nulaten schadebeperking geven
door een vlottere beginontwikkeling
van het gewas.
Twee hoofdlijnen
Voor de akkerbouw en
akkerbouwmatig-geteelde groenten
zijn twee hoofdlijnen van belang:
een frequentiebeperking en een ver
gunningssysteem.
De regulering zou op termijn kunnen
worden uitgebreid. De teler zal dan
op basis van grondonderzoek de
noodzaak van een ontsmetting
moeten aantonen. Op dit moment
zijn onderzoekmethodieken en
drempelwaarden onvoldoende be
trouwbaar, zodat daar geen inhoud
aan gegeven is. Het ontsmetten op
'recept' is voorlopig niet aan de
orde
Frequentiebeperking
In grote lijnen komt het er op neer
dat u per 1 januari 1993 maximaal
eens in de vier jaar een grond
ontsmetting mag uitvoeren. Vanaf
1 janauri 2001 geldt een beperking
tot maximaal eens in de vijf jaar.
De periode tussen 1 januari 1993
en 1 januari 2001 is ingedeeld in
twee perioden van 4 jaar. Periode I
van 1993 t/m 1996 en periode II
van 1997 t/m 2000. In elk van deze
perioden mag u alle percelen één
maal ontsmetten. De keuze van het
jaar van ontsmetten binnen een pe
riode is geheel vrij.
Er is gekozen voor een flexibele in
vulling door een ontsnappingsclau
sule op te nemen. Dit houdt voor u
in: als u in het laatste jaar van een
periode, bijvoorbeeld najaar 1996,
een perceel wilt ontsmetten, u deze
ontsmetting één jaar door kan
schuiven. Dit is gedaan om een teler
geen zinloze ontsmetting onder
slechte omstandigheden te laten
uitvoeren. Het betekent dan geen
ontsmetting in periode I, maar twee
ontsmettingen in periode II.
Vergunningssysteem
Het vergunningssysteem is in het le
ven geroepen om naleving van de
frequentiebeperking te controleren.
De Plantenziektenkundige Dienst
(PD) gaat de vergunningen afgeven.
In de praktijk gaat het betekenen
dat u als gebruiksgerechtigde
pachter, erfpachter of eigenaar) bij
het districtskantoor van de PD een
vergunning voor het ontsmetten
van een perceel of perceelsgedeelte
moet aanvragen. Iemand die een
perceel huurt kan geen vergunning
aanvragen.
Onder vermelding van een aantal
gegevens kunt u toestemming krij
gen om uw grond te ontsmetten.
De aanvraag moet onder andere uw
naam en adres bevatten, de opper
vlakte van het perceel of perceels
gedeelte, een aanduiding daarvan
op een kaart van het P.D. perceelsre
gistratiesysteem en de teelt waar
voor wordt ontsmet. Het
aanvraagformulier ziet er hetzelfde
uit als het bekende grondontsmet-
tingsformulier en het formulier: Mel
ding AM-rassen. De vergunning
heeft u nodig om het ontsmet
tingsmiddel aan te kopen en een
loonwerker opdracht te kunnen ge
ven om de grondontsmetting te la
ten uitvoeren.
De PD zal voor het afgeven van een
vergunning administratiekosten in
rekening brengen ter hoogte van
f 45,—. De vergunning is vier
maanden geldig. Mocht u door om
standigheden in deze 4 maanden
niet toekomen aan een ontsmetting,
dan kunt u de vergunning binnen
een maand weer inleveren. U be
houdt dan het recht om in betref-
fende periode te ontsmetten.
Vergeet u de vergunning tijdig in te
leveren dan wordt er vanuit gegaan
dat de ontsmetting is uitgevoerd.
Uitzonderingen
Op beperkte schaal zijn er uitzonde
ringen op deze regulering mogelijk.
Dit geldt met name voor bedrijven
die zich hebben toegelegd op de
teelt van voortkwekingsmateriaal en
de teelt onder glas. Voor de teelt on
der glas is de maximale ontsmet
tingsfrequentie éénmaal per jaar.
Hieronder vallen ook plastic opstan
den," die permanent op dezelfde
plaats blijven.
De volgende teelten komen in aan
merking voor één extra grond
ontsmetting in de jaren 1993 of
1994:
Boomkwekerij
Groenteteelt
- aardbeivermeerdering (aan
vrager met aangesloten zijn
bij NAK-B);
- plantebedden voor kool-, prei
en aspergeplanten (aanvrager
moet aangesloten zijn bij
NAK-G);
- intensieve bladgroenteteelt
op voorwaarde dat 50% van
het bedrijf wordt ingenomen
door sla en/of andijvie. Mei-
tellingsgegevens van voor
gaande jaren zullen
aangeleverd moeten worden.
Bloembollenteelt
Voor nadere informatie of vragen
aangaande uitzonderingsregels kunt
u contact opnemen met uw dis-
triktskantoor van de PD. Voor Zee
land en Noord-Brabant in
Roosendaal, telefoon 01650
37753, contactpersoon dhr. Luyks.
Gevolgen
De regulering betekent dat als u een
1 op 3 bouwplan hanteert, u niet
meer elke drie jaar, op een vaste
plaats in het bouwplan, een grond
ontsmetting kan uitvoeren. Deze
situatie komt in het zuidwesten met
uitzondering van Goeree-
Overflakkee echter weinig voor. Bo
vendien vervalt met ingang van
1997 de mogelijkheid om met grond
ontsmetting 1 op 3 vatbare rassen
te telen.
Het aantal bedrijven in onze regio,
dat door deze regulering in de pro
blemen zalkomen, zal beperkt zijn.
Voor deze bedrijven zal verruiming
van het bouwplan of kavelruil nodig
zijn om aaltjes-schade te voorko
men. Daarnaast kan intensieve be
monstering van grond (AM-inten-
sief) aangeven of gerichte maatre
gelen nodig zijn. U kan dan slechts
een klein gedeelte van een perceel
ontsmetten.
Samenvatting
Met ingang van 1993 geldt er een
regulering grondontsmetting. Dit
houdt in dat u tot 2001 maximaal
eens in de vier jaar een grond
ontsmetting mag uitvoeren. Hier
voor heeft u een vergunning van de
PD nodig. Op beperkte schaal zijn
uitzonderingen mogelijk. De droge
grondontsmetting met granulaten
valt niet onder de nieuwe regule
ring.
Zodra echter deze regulering
tot een toename van het gebruik
van granulaten zal leiden, zal de toe
passing van granulaten ook aan
banden worden gelegd!
Kees Vogelaar
Bedrijfsdeskundige
Akkerbouw Westmaas