Van het KNLC Mineralenboekhouding mag geen sturend instrument worden Bestuursovereenkomst is constructieve basis Amerika bepaalt ruimte voor non-food produktie in Europa Afdeling akkerbouw KNLC: Overeenkomst geeft invulling aan MJP-G Afdeling akkerbouw KNLC: EEN BIET MET INHOUD DONDERDAG 24 DECEMBER 1992 "In principe zijn we niet tegen een mineralenboekhouding. Maar het gevaar dreigt dat we de overheid een instrument aanreiken voor het invoeren van regulerende heffingen. Daar moeten we mee oppassen en daarom zijn we bij de verdere uit werkingen van een mineralenboek houding terughoudend," aldus de Afdeling Akkerbouw van het KNLC. De Afdeling keek naar de vorderin gen van de Werkgroep Mineralen- boekhouding en constateerde dat de akkerbouw geconfronteerd wordt met het overschot aan dierlij ke mest. De mineralenbalans komt in Neder land steeds meer ter sprake en doet ook steeds meer haar intrede. Niet alleen bij de veehouderij, maar ook bij de akkerbouw. De Werkgroep Mi neralenboekhouding moet een mi neralenboekhouding ontwikkelen die kan dienen als voorlichtings- sinstrument. Dat houdt in dat de boekhouding inzicht kan geven in de werkelijke benutting van de minera len. Tevens moet de Werkgroep on derzoeken of een mineralenboekhouding geschikt kan zijn om er controle en sancties aan te verbinden. Alle boeren en tuin ders zouden een mineralenboekhou ding bij moeten houden. Reden voor de Afdeling Akkerbouw van het KNLC om de vorderingen van de Werkgroep nauwlettend te volgen. Fuik De Afdeling toonde zich zeer kri tisch over het invoeren van een mi neralenboekhouding. De Afdeling is op zich niet tegen een dergelijke boekhouding. Het is belangrijk om te weten hoe de mineralenstroom op het bedrijf loopt en om eventuele gebreken op te lossen. Maar de Af deling is bang dat de sector met het invoeren van de boekhouding 'in een fuik loopt'. "We lopen het risico dat we de overheid een instrument aanreiken om regulerende heffingen in te voeren. Via de boekhouding kan de overheid een eventueel mi- neralenoverschot gaan belasten. Daarom willen we bij de verdere uit werkingen enigszins terughoudend blijven," aldus de Afdeling. Volgens de Afdeling wordt de akker bouw in de totale mineralenbalans geconfronteerd met het overschot aan dierlijke mest. "Eigenlijk is er aan de orde dat dierlijke mest in de plaats moet komen van kunstmest. Dat werkt voor de akkerbouw nega tief uit." De Afdeling is van mening dat de akkerbouw niet aan twee doelstellingen mee kan werken: "Het lukt niet om én het mineralen- overschot terug te dringen én meer dierlijke mest te gebruiken." De Afdeling heeft ook problemen met de bemestingsnormen die wor den gehanteerd: "Hier is sprake van overheidsnormen, waar wij niet mee kunnen werken. Op deze ma nier halen ze ons al onderuit met de normstelling." Al met al heeft de Afdeling wel een positieve ondertoon wat de minera lenboekhouding betreft. "We wijzen het niet af, maar we willen wel voorzichtig zijn en niet te voortva rend. We hebben begrip voor de haast van de veehouderij-kant, maar we hopen dat ze ook begrip hebben voor ons standpunt." Geert Pinxterhuis Afdeling Akkerbouw van het KNLC vindt de ontwikkelingen rond de GATT-onderhandelingen een erg on bevredigend hoofdstuk voor de ak kerbouw. Op haar vergadering van 10 december 1992 ging de Afdeling uitvoerig in op de (mogelijke) gevol gen van het landbouwakkoord tus sen de VS en de EG. De Afdeling kon geen enkel duidelijk positief punt vinden voor de akkerbouw. Bij de oliehoudende zaden vreest de Afdeling na de beperking bij de MacSharry-hervormingen opnieuw een beperking van het basisareaal. Daarbovenop is een prijsdaling te verwachten. Het lijkt er op dat de sector voor de non-food enige ruim te heeft gekregen, maar zeker is dat nog niet. De Afdeling vindt het erg bezwaarlijk dat de VS in feite de ruimte en de limiet aangeeft voor de non-food produktie in de EG. En dat juist terwijl de sector zich richt op agrificatie. De Afdeling verwacht dat de gevol gen van het landbouwakkoord voor Wie straks kwaliteitsbieten wil leveren, vraagt nu om WINNER. Met het hoogste suikergehalte en de beste winbaarheid is het een eenvoudige rekensom: WINNER levert u de beste kwaliteitAls teler op de mineraalrijke gronden zal dit u zeker aanspreken. Ten opzichte van een doorsnee-ras realiseert WINNER hier een 5% hogere winbaarheid en een 7% hoger suikergehalte. U kunt dus wel degelijk de kwaliteit van uw suikerbieten verbeteren, gewoonweg door voor WINNER te kiezen. Probeer maar, en tel uit uw winst... WNNER KUHN S. Cü. INTERNATIONAL B V. POSTBUS 99 5250 AB VLIJMEN TEL.: 04108-19135 De Afdeling Akkerbouw van het KNLC vindt de Bestuursovereen komst Uitvoering Meerjarenplan- Gewasbescherming een construc tieve basis voor een goed gewasbe- schermingsbeleid, waarmee ze verder wil gaan. 'We zijn ervan over tuigd dat het plan voortgang moet vinden, dus we moeten er in de praktijk mee bezig gaan. Enkele punten in de overeenkomst zullen echter nog wel moeten veranderen', aldus de Afdeling. Om een uitvoerbaar gewasbescher- mingsbeleid te krijgen, heeft het Landbouwschap zich ingezet om in vulling te geven aan de Regerings beslissing Meerjarenplan-Gewasbescherming (MJP-G). Het Landbouwschap stel de een Plan van Aanpak op. Het landbouwbedrijfsleven wil meestu ren aan het gewasbeschermingsbe- leid. Dat komt tot uitdrukking in de Bestuursovereenkomst Uitvoering Meerjarenplan-Gewasbescherming. Behoorlijke inspanning De Afdeling vindt het een goede zaak dat het bedrijfsleven zelf invul ling geeft aan het gewasbescher- mingsbeleid. Het beleid is er op gericht om het gebruik van gewas beschermingsmiddelen sterk terug te dringen. Het zal een behoorlijke inspanning vergen van het be drijfsleven om dit te bereiken. De Afdeling is van mening dat het geen éénrichtingsverkeer mag zijn. Dat wil zeggen dat niet alleen het be drijfsleven sancties opgelegd kan krijgen (indien nodig), maar de over heid ook. Mocht de overheid in ge breke blijven, waardoor de doelstelling van het MJP-G niet wordt gehaald, dan moet daar iets tegenover gesteld kunnen worden. De Afdeling vindt te weinig toezeg gingen en/of garanties van de over heid in de overeenkomst, en dat moet volgens de Afdeling dan ook veranderen. Hoewel de Afdeling nog niet in staat was om voldoende beargumenteerd commentaar te leveren op het con cept van de bestuursovereenkomst, had ze nog enkele punten van kri tiek. Het Plan van Aanpak van het Landbouwschap is bedoeld om er voor te zorgen dat de Staat afziet van een bestemmingsheffing op ge wasbeschermingsmiddelen. Heffin gen zijn daarom voor de Afdeling helemaal niet aan de orde, en dat moet beter in de overeenkomst tot uitdrukking komen. Ook zal de over heid zich in moeten spannen om sneller de harmonisatie van het toe latingsbeleid binnen de EG door te voeren. Het toelatingsbeleid moet zodanig zijn, dat middelen snel kun nen worden toegelaten. Dit werkt ook weer stimulerend richting de in dustrie Ondanks de punten van kritiek, vindt de Afdeling de overeenkomst een constructieve basis voor een goed gewasbeschermingsbeleid. 'Hier moeten we mee verder, voor dat we achter de feiten aanlopen'. Geert Pinxterhuis granen binnen de hervormingen van MacSharry kunnen vallen. Bij de suikerbieten rekent de Afdeling op een daling van de suikerprijs van zes procent en daarmee een daling van de bietenprijs tussen de tien en twaalf procent. De Afdeling consta teert dat op deze manier ook de sui kerbieten een 'MacSharry-prijsdaling' krijgen. Om dat de compensaties te duur zou den worden, waren de suikerbieten bij de hervormingen van het Ge meenschappelijke Landbouw Beleid buiten schot gebleven. Maar via de GATT dreigt het nu toch (zonder compensatie) te gebeuren, wat de Afdeling een groot gevaar noemt. De Afdeling is van mening dat de suiker buiten de GATT- onderhandelingen moeten vallen, omdat binnen de GATT slechts een derde van de wereldproduktie valt. De Afdeling heeft haar twijfels over de invulling van de veterinaire en fy tosanitaire eisen binnen een even tueel GATT-akkoord. Het juridisch kader zou hiervoor al vastliggen. Het zou mogelijk moeten zijn om mak kelijker produkten bij andere landen in te kunnen voeren, maar de Afde ling ziet dat nog niet zitten: 'We lo pen het risico dat we straks te maken krijgen met allerlei juridische steekspelletjes. Voor ons is daarbij het grote probleem dat we vaak met bederfelijke produkten hebben te maken. Oponthoud houdt in dat we het verkoopmoment missen, en dat het produkt niet meer te verkopen is', aldus de Afdeling, die de ontwik kelingen nauwlettend zal volgen de komende tijd. H. Bolt commissaris Campina Melkunie De heer H. Bolt (56) uit Castricum is met ingang van 20 december 1992 benoemd tot lid van de raad van commissarissen van de coöperatie ve zuivelonderneming Campina Melkunie. De heer Bolt is sinds 1982 directeur van CSM nv te Die- men. Daarvoor was hij vele jaren werkzaam bij Koninklijke Wessanen nv, waar hij onder meer manage mentfuncties bekleedde in de zui- velgroep in binnen- en buitenland. «SS.» A Ir. C.J. van den Bergh. Direkteur Cebeco Zaden vertrekt Ir. C.J. van den Bergh (58) legt zijn functie als directeur van Cebeco Za den per 1 januari 1993 neer. Hij concentreert zich vanaf die tijd vol ledig op de functie die hij met het directeurschap van Cebeco Zaden combineerde: voorzitter van de di rectie van de Cebeco Landbouw Za den Groep. Van den Bergh is 18 jaar directeur van Cebeco Zaden geweest. Cebe co Zaden, handelsorganisatie voor zaden van landbouwgewassen en op dat terrein ook actief als verede- lingsbedrijf, fuseert per 1 januari 1993 met veredelaar en handelsbe drijf voor grassen Van Engelen Za den en met het Centraal Bewerkingsbedrijf Zaaizaden (scho ning en bewerking), beide gevestigd in Vlijmen. Cebeco Zaden verhuist haar Rotterdamse activiteiten eind december naar Vlijmen. De gefuseerde ondernemingen gaan door onder de naam Cebeco Zaden. Directeur van het nieuwe Cebeco Zaden wordt ir. H.R. Dijkstra, de hui dige directeur van Van Engelen Be heer, waaronder Van Engelen Zaden valt. Nieuwe secretaris Commissie voor Vlas De Commissie voor Vlas van het Hoofdproduktschap voor Akker- bouwprodukten heeft een nieuwe secretaris: mevr. drs. A.J.M. van de Riet. Mevrouw Van de Riet (29) volgt ir. H.O.G. Boerma op die inmid dels een functie elders heeft aan vaard. Ir. Boerma bekleedde de secretarisfunctie in deeltijd naast een functie binnen het Produkt- schap voor Granen, Zaden en Peul vruchten. Mevrouw Van de Riet is sinds december 1989 beleidsmede werkster van de Commissie voor Vlas, terwijl zij daarnaast de functie bekleedt van beleidsmedewerkster van het Produktschap voor Land- bouwzaaizaden. De Commissie voor Vlas heeft be- langenbehartigende taken ten be hoeve van de teelt, verwerking en handel van vlas in Nederland. De Commissie fungeert als overlegor gaan voor alle geledingen van de vlassector, coördineert de interna tionale contacten en houdt zich be zig met onderzoek- en afzetbevordering. Ministerie LNV De heer R. Bol zal per 1 januari 1993 worden benoemd tot direc teur van het Kabinet van het minis terie van Landbouw, als opvolger van de heer J. Pape. De heer Pape wordt Landbouwraad in Parijs. Hij volgt de heer Hegemans op, die Landbouwraad wordt in Brussel. De heer G. de Vent zal per 1 novem ber 1992 worden benoemd tot adjunct-directeur van het kabinet van het ministerie van Landbouw. Nieuwe plv. directeur Industrie en Handel Ir. A.J.A. van Royen wordt met in gang van 1 februari 1993 benoemd tot plv. directeur van de directie In dustrie en Handel van het ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1992 | | pagina 5