De horizontale belangenbehartiging 16 VRIJDAG 20 NOVEMBER 1992 In deze paragraaf zal de nadruk liggen op de beschrijving van het functioneren. Dus hoe de organisatie in de praktijk werkt. Lidmaatschap Als lid van de vereniging kunnen worden toe gelaten natuurlijke personen en rechtsperso nen, die betrokken zijn of zich betrokken voelen bij de land- en tuinbouw en bij het plat teland. Afdelingen De basis van de vereniging is de afdeling. Ak- tieve afdelingen zijn de ruggegraat van de or ganisatie. De afdelingen hebben een primaire taak bij het regelen en zo nodig behartigen van de plaatselijke en gemeentelijke proble men. Die taak wordt belangrijker omdat ge meenten via decentralisatie steeds meer taken toegeschoven krijgen. Zodoende be moeien zij zich ook steeds meer met proble men die de land- en tuinbouw aangaan of betreffen. Mede met het oog hierop is het goed er (op termijn) naar te streven de gren zen van de afdelingen te laten samenvallen met één of meerdere gemeente(n). Uitzonde ringen hierop zijn uiteraard mogelijk. Een belangrijke taak van de afdeling is het be vorderen van het onderlinge contact tussen de leden van de afdelingen. Daarnaast is het de taak van de afdelingen aandacht te beste den aan de algemene belangen van het platte land en de ontwikkeling van het platteland te bevorderen. Bij akties van de organisatie rond ledenwerving ad. spelen de afdelingen (en de kringen) een belangrijke rol. Kringen De kringen fungeren als cluster van een aantal afdelingen. Hun primaire taak is het signaleren van de regionale problematiek en bij te dragen tot een oplossing. Problemen die de regio overschrijden, worden doorgegeven naar het hoofdbestuur. De kringen functioneren als eenheid boven de afdelingen. De kringen wor den bestuurd door vertegenwoordigers uit de afdelingen. Bij het opstellen van het aktiviteiten- en vergaderprogramma houden zij rekening met hun regionale belangenbehar tiging en kunnen zij naar verhouding een be roep doen op ondersteuning door het secretariaat. Vanuit de kringen worden de af delingen (binnen een bepaalde kring) gestimu leerd. Immers, goed functionerende afdelingen vergroten het draagvlak van de or ganisatie Iedere kring is direct of indirect vertegenwoor digd in het hoofdbestuur. In relatie tot de nieu we organisatie zullen ten aanzien van kringen (en afdelingen) nadere kaders en afspraken gemaakt dienen te worden rond functioneren en werkwijza Er zullen nadere voorstellen gedaan worden om de afdelings- en kringbestuurders regel matig bij het beleid te betrekken (zoals bijv. de rondgang langs de kringen bij de ZLM en de (k)ringbesprekingen bij de GMVL en het ULG). Hoofdbestuur In het hoofdbestuur hebben zitting: a. de voorzitter; b. de algemeen secretaris/penningmeester; Een eigen landbouwblad is voor een organisa tie bij uitstek het middel om te communiceren en de nieuwe organisatie een eigen gezicht te geven. Met het oog daarop zal de nieuwe or ganisatie een eigen krant uitgeven, samen gesteld door een professionele redaktie. Deze krant - die wekelijks verschijnt - zal in principe aansluiten bij Oogst. De redaktie van Oogst en van de eigen krant zullen overleg voeren over de inhoud van beide bladen. De krant zal een omvang van 16 pagina's krijgen, waaronder een aantal advertentiepagina's. De krant zal enerzijds het karakter van een leden blad hebben en anderzijds ook veel regionaal en vaktechnisch agrarische nieuws bevatten. Er zal niet gewerkt worden met wisselkaterns. Zulks onder meer ter bevordering van de inte gratie van de gehele organisatie. Hoewel de optie van een eigen blad in combi natie met Oogst de voorkeur geniet, zal t.z.t. toch nader onderzocht worden wat de moge lijkheden zijn (financieel en redaktioneel) om een eigen blad los van Oogst uit te geven, eventueel in een vorm van samenwerking met een drukkerij/uitgeverij. Als de redaktionele formule van een eigen blad (dat aantrekkelij ker is dan een combinatie met Oogst) te vere nigen is met een commerciële exploitatie (advertenties), dan zal heroverweging dienen plaats te vinden. c. de vertegenwoordigers (voorzitters) van de sectorcommissies; d. de vertegenwoordigers (voorzitters) van de kringen; e. de voorzitters van de oorspronkelijke orga nisaties; f. de voorzitters van de commissies agrari sche vrouwen en jongeren; g. adviseurs. Ad a: De voorzitter De voorzitter is onafhankelijk. De voorzitter kan bij aanvang van de nieuwe organisatie niet tevens fungeren als voorzitter van een der oorspronkelijke organisaties. De procedure voor de verkiezing van de voor zitter van de nieuwe organisatie is als volgt geregeld: de voorzitter wordt door het hoofd bestuur al dan niet uit zijn midden, kandidaat gesteld uit personen, die door de kringbestu- ren en door het DB zijn voorgesteld, met dien verstande, dat zowel ieder kringbestuur als het DB één kandidaat kan stellen. Het HB komt vervolgens met één voordracht. De le denraad benoemt tenslotte. Ad b: De algemeen secretaris/penning meester De algemene secretaris/penningmeester wordt benoemd door het hoofdbestuur. Hij is belast met de algemene leiding van de organi satie. Hij fungeert tevens als secretaris van het hoofdbestuur en dagelijks bestuur. In deze besturen heeft hij een adviserende stem. De algemeen secretaris zal tevens bij de start van de nieuwe organisatie gaan functioneren als secretaris van de oorspronkelijke organisaties. Ad c: De vertegenwoordigers (voorzitters) van de sectorcommissies Het betreft hier de vier vertegenwoordigers van de sectorcommissies. Voor verdere toe lichting over de vertegenwoordigers van de sectorcommissies zie verticale belangenbe hartiging. Ad d: De vertegenwoordigers (voorzitters) van de kringen Op grond van de afspraken in de stuurgroep wordt gekozen voor de volgende sa menstelling: 6 HB leden van GMVL werkgebied; 6 HB leden van ZLM werkgebied; 2 HB leden van ULG werkgebied. Deze HB-leden vertegenwoordigen de ver schillende kringen. Het verdient dus aanbeve ling tot een verdeling in de regio's van de oorspronkelijke organisaties te komen die spoort met de vertegenwoordiging in het HB. De nieuwe kringenindeling zal niet geforceerd tot stand komen. Wel zal deze nieuwe indeling door de organisatie sterk gestimuleerd wor den. Ondermeer door de ondersteuning vanuit het secretariaat op deze verdeling te baseren. Bij de verdeling van de regio's in kringen zal geen grensoverschrijding per provincie plaats vinden. Uiteraard zullen toekomstige ontwik kelingen niet geblokkeerd, maar gevolgd worden. Ad e: De voorzitters van de oorspronkelijke or ganisaties Naast de genoemde samenstelling van de ze tels in het HB is het noodzakelijk na de fusie de voorzitters van de oorspronkelijke organisa ties (die niet opgeheven worden maar blijven bestaan met beperkte taken) een plaats te ge ven in het nieuwe HB en DB. Zij zijn en blijven immers de voorzitters van deze oude organi saties. Ook voor de start en continuïteit van de nieuwe organisatie is hun inbreng on misbaar. Dat geeft dus het volgende beeld van de sa menstelling van het HB: 1. algemeen voorzitter 2. GMVL: 6 HB leden, vertegenwoordigende de kringen 1 HB lid, voorzitter van de GMVL ULG: 2 HB leden, vertegenwoordigende de kringen 1 HB lid, voorzitter van het ULG ZLM: 6 HB leden, vertegenwoordigende de kringen 1 HB lid, voorzitter van de ZLM 3. vertegenwoordigers (4) van de sectorcom missies 4. vertegenwoordigers/sters van de commis sies agrarische vrouwen en jongeren 5. algemeen secretaris/penningmeester (adv) 6. een aantal adviseurs te benoemen door het HB. De zittingsperiode van de voorzitters van de oorspronkelijke organisaties is functioneel vastgesteld op maximaal vier jaar. De voorzit ter van de nieuwe organisatie zal na de termijn van vier jaar, of zoveel eerder als mogelijk is, ook gaan functioneren als voorzitter van de drie oorspronkelijke organisaties (dus perso nele unies). Deze constructie is ook van toepassing in het geval zich nieuwe organisaties mochten aan melden. Ad f: De voorzitters van de agrarische vrou wen en jongeren Zie verticale belangenbehartiging. Dagelijks bestuur Het dagelijks bestuur wordt benoemd door het HB. De samenstelling is als volgt: 1. de voorzitter; 2. 2 HB leden van het werkgebied van de GMVL; 2 HB leden van het werkgebied van de ZLM; 1 HB lid van het werkgebied van de ULG; (waaronder de 1e keer de voorzitters van de oorspronkelijke organisaties); 3. de algemeen secretaris (adviseur). Het is gewenst dat bij de (eerste) aanwij zing/verkiezing van het DB de voorzitters van de oorspronkelijke organisaties als vice- voorzitters worden benoemd. Commissies Naast de sectorcommissies fungeren er in de organisaties commissies die sectordoorsnij- dend zijn. De leden van deze commissies wor den benoemd op basis van deskundigheid en regionale spreiding. Als voorzitters van de gommissies functioneren bij voorkeur leden van het hoofdbestuur (vertegenwoordigers uit de kringen). Voor op te richten commissies kan gedacht worden aan: - commissie grondgebruik (milieu) R.O. - commissie bedrijfsontwikkeling/voorlich ting - commissie sociale aangelegenheden - commissie onderwijs/kadervorming Zittingsperiode De zittingsperiode voor de voorzitter, de leden van hoofdbestuur en dagelijks bestuur, de voorzitters en bestuursleden van de sector commissies, de voorzitters en leden van de commissies is vier jaar. Allen zijn terstond her kiesbaar met een maximum zittingsperiode van twaalf jaar (tweemaal herkiesbaar). Bij het bereiken van de 65-jarige leeftijd treden alle bovengenoemde personen af. De ledenraad De ledenraad vormt de wettelijke algemene vergadering. De ledenraad is samengesteld uit afgevaardigden van de kringen. De ledenraad is gebaseerd op evenredige vertegenwoordi ging per kring. Alle besluiten (behalve die wat betreft personen) in de ledenraad worden ge nomen met een gekwalificeerde meerderheid van tweederde, terwijl drievierde van de leden aanwezig moet zijn. De ledenraadsvergaderin gen worden bijgewoond door de leden van het hoofdbestuur. Aan de ledenraad wordt o.a. de jaarrekening en de begroting voor gelegd. Kaderwerk Als één van de uitgangspunten bij de vereni- gingsopbouw is genoemd te streven naar nog betere belangenbehartiging. Naast een goede struktuur van de organisatie is kadervorming van (bestuurs)leden daarvoor onontbeerlijk. In een samenleving waarin de technische, maatschappelijke, organisatorische en be roepsmatige veranderingen zich in een snel tempo voltrekken, is het van belang ook voor een landbouworganisatie zijn (bestuurs)leden en personeel voortdurend op de hoogte te houden en bij te scholen. De nieuwe organisatie zal via gerichte aktivi teiten bijscholings- en cursusaktiviteiten op zetten voor (potentiële) bestuurders op alle niveaus. Ook voor het personeel is het belang rijk via opleidingen en cursussen bijgeschoold te worden. De cursussen zullen zodanig wor den georganiseerd dat ze in de eerste plaats het functioneren van de organisatie be vorderen. Het Landbouwhuis van de ZLM in Goes. De wijze waarop de nieuwe organisatie gestalte krijgt (implementatie genoemd) is van veel belang voor alle betrokkenen, zowel leden als personeel. De stuurgroep heeft besloten deze implementatie op beheerste en verantwoorde wijze uit te voeren. Direct na het fusiebesluit (op 1-12-1992) zal een begin worden gemaakt met de procedure van integratie en fusie. In principe is het jaar 1993 hiervoor beschikbaar. Op 1 januari 1994 of zoveel eerder als mogelijk is zal de nieuwe organisatie als zodanig gaan functioneren. In de tussenliggende periode zullen alle voorbe reidingen getroffen worden. Deze zijn veelzij dig en gecompliceerd. Om een (niet volledige) opsomming te geven: lokaties van hoofdkantoor en provinciale steunpunten zullen gekozen, gekocht en/of gebouwd moeten worden; de statuten van de nieuwe organisatie en de onderliggende organisaties zullen vast gesteld moeten worden; de nieuwe kringindeling zal gestimuleerd worden; er dienen functie- en taakomschrijvingen te komen voor het personeel op alle kanto ren. De benoemingen die hierna zullen plaatsvinden dienen op zorgvuldige wijze te geschieden; het sociale beleid dient in overleg met het personeel (personeelsadviescommissie) gestalte te krijgen; het nieuwe landbouwblad van de organi satie moet vorm en inhoud krijgen; de nieuwe organisatiestruktuur die in glo bale lijn bekend is, dient verder uitgewerkt te worden.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1992 | | pagina 16