Meerw^anie Rechtspositie personeel Blauwdruk van de nieuwe organisatie Financiën Huisvesting VRIJDAG 20 NOVEMBER 1992 15 De nieuwe organisatie heeft haar werkgebied in vier provincies. Als uitgangspunt voor de werkwijze is gekozen voor efficiency en korte lijnen naar de leden. Vertaald naar huisvesting betekent dit dat er een (nieuw) hoofdkantoor zal komen en in iedere provincie een regio kantoor. De opbouw van het kantorennetwerk dient te geschieden in nauwe samenwerking met de nieuwe organisatie en de dienstverlenende or ganisatie, met name de accountantskantoren. De keuze van het hoofdkantoor zal op zakelij ke gronden gebaseerd zijn, dat wil zeggen dat er een lokatie gekozen zal worden die een zo groot mogelijke combinatie nu en in de toe komst biedt voor huisvesting van hoofdkan toor en regionale kantoren. Daarnaast is van groot belang bij de keuze van al deze kantoren dat er gezamenlijke huisvesting komt van de nieuwe organisatie en de dienstverlenende in stanties (met name de accountantskantoren). Overleg en overeenstemming met deze in stanties is noodzakelijk voor bepaling van de plaats van het hoofdkantoor en (later) van an dere vestigingsplaatsen. Vanuit het hoofdkantoor zal de nieuwe organi satie geleid en bestuurd worden. Vanuit de regiokantoren zal de dienstverlening en de regionale c.q. de lokale belangenbeharti ging plaatsvinden danwel ondersteund wor den. De regiokantoren zullen gevoed en bestuurd worden vanuit het hoofdkantoor met dien verstande dat ze ondergeschikt zijn en onder instructie vallen van het hoofdkantoor. De huidige ontwikkelingen in de land en tuinbouw leiden o.a. tot een steeds verminderend aantal agrarische onder nemers. Dit proces is niet ten einde maar zal de komende jaren in stroom versnelling geraken. De huidige en toekomstige agrarische ondernemers echter zijn steeds beter opgeleid en ontwikkeld. Zij stellen ook steeds hogere eisen aan belangenbe hartiging en dienstverlening. Als apart blijvende organisaties zullen de besturen door het hierboven gesig naleerde in versnelde mate geconfron teerd worden met stijgende kosten en slinkend ledenaantal (dit betekent lage re opbrengsten). Bij krachtenbundeling en schaalvergro ting zullen de kosten ook wel stijgen maar in geringere en tragere mate. Door integratie en fusie kan bovendien meer aandacht worden besteed aan belangenbehartiging en nieuwe vormen van dienstverlening worden ingesteld. De immateriële opbrengsten van de le den zullen dus stijgen. De kostenontwikkelingen in de nieuwe organisatie zullen beheersbaar blijven, veel meer dan in de huidige organisa ties. Door de wisselwerking van een hoofdkantoor (waar het beieid gefor muleerd wordt) en sterke steunpunten in alle provincies zal het draagvlak van de organisatie vergroot worden. Een fusie kan bovendien alleen op alle fronten slagen als de personeelsleden 'achter' alle veranderingen staan en gemotiveerd meewer ken aan de op- en uitbouw van de nieuwe or ganisatie. De stuurgroep heeft vanaf de start van de fu siebesprekingen als uitgangspunt t.a.v. het personeel geformuleerd, dat er weliswaar al lerlei verschuivingen van taken, functies en lo- katies zullen plaatsvinden, maar dat er in principe geen ontslagen nodig zullen zijn. Bo vendien dient in goed overleg met alle betrok ken personeelsleden het fusieproces stap voor stap gestalte te krijgen. Voor dit overleg is een personeelsadviescom- missie ingesteld, gekozen door respektievelijk het personeel van de drie organisaties. Deze commissie, die als officieuze vertegenwoordi ging van het personeel optreedt, heeft een ad viserende en klankbordfunctie. De stuurgroep, die uiteraard de verantwoording draagt voor alle beslissingen in dezen, zal in volle open heid en met inzage in alle relevante informatie met deze commissie overleg plegen bij die si tuaties in het fusieproces, waarbij veranderin gen aan de orde zijn, die van ingrijpende aard zijn voor het personeel. De commissie kan op haar beurt gevraagd en ongevraagd adviezen uitbrengen. Direct na het fusiebesluit zal ook een geschil lencommissie worden ingesteld. De leden daarvan bestaan deels uit (een) vertegen woordigers) van het personeel, deels van de bestuurlijke kant, terwijl een onafhankelijk voorzitter gekozen zal worden. De leden van deze commissie dienen het vertrouwen te ge nieten van alle partijen. Bij geschillen zal de commissie desgewenst bindende uitspraken doen. Vóór de datum van de fusie zal de stuurgroep overleg plegen met de personeelsadviescom- missie over de opstelling van een sociaal plan, over eenvoudige en globale functieprofielen van het personeel in de nieuwe organisatie en over de globale organisatiestruktuur. Voor het personeel betekent fusie van de drie onderliggende organisaties een uiterst ingrij pende gebeurtenis met voor velen grote per soonlijke veranderingen in het arbeidsproces. Het kantoor van het ULG in De Bilt. Bij de start op 1 januari 1994 van de organisa tie wordt gekozen voor verregaande samen werking, het zogenaamde samenwerkingsmodel. De bedoeling is echter, te komen tot volledige integratie. De keuze voor zulk een samenwerkingsmodel betekent het kiezen voor een betrekkelijk kleine bezet ting van het hoofdkantoor en voor de optie van sterke regionale steunpunten/kantoren. Uitgangspunt voor de werkwijze en inrichting van kantoren zal de optimalisering van de rela tie van de organisatie met de leden zijn. Hoofdkantoor Beleidssecretariaat 1 (1 a 3) Naast de algemeen secretaris/pen ningmeester zal, afhankelijk van* de werkorganisatie, eventueel een uitbreiding plaatsvinden met 1 a 3 beleidsmedewerkers voor de dier lijke en plantaardige sectoren en het beleidsveld grondgebruik en milieu. Ondersteunend secretariaat en administratie 7 Hieronder vallen algemene secretari aatswerkzaamheden en de diverse ad ministraties. Redactie 2 (3) Het aantal redactieleden is afhankelijk van de werkorganisatie en inzet van free-lance redacteuren. SEV 2 Betreft hoofd SEV en begeleider pilot- project. Schoonmaak en repro/beheer/post/kantine PM Vooralsnog PM. Invulling is afhankelijk van de mogelijke gezamenlijke huis vesting met het dienstencentrum. De overige benodigde secretariaten zoals so ciale zaken, bedrijfsontwikkeling, etc. zijn vooralsnog combi-functies. Formatie provinciale kantoren Algemene opmerkingen daarbij: - waar mogelijk zou daarbij een combinatie gezocht moeten worden tussen diensten centra en provinciale kantoren. Daarbij dient rekening gehouden te worden met uitstralingseffecten. - de huisvesting van de SEV zal moeten worden bekeken in samenhang met de proefprojecten; daar waar de projecten worden uitgevoerd, wordt de SEV op een full-service-centrum geplaatst. Gelderland Beleidssecretariaat 3 Provinciaal secretaris en 1 assistent secretaris voor belangenbehartiging op provinciaal- en kringniveau en een se cretaris voor vaktechnische organi saties. Ondersteunend secretariaat en administratie 4 Voor algemene werkzaamheden en ad ministratie voor vaktechnische organi saties in Gelderland. Repro/beheer/post/bediening I Formatieplaats. SEV II Formatieplaatsen. Utrecht Beleidssecretariaat 1 Provinciaal secretaris Ondersteunend secretariaat en administratie 1 Voor algemene werkzaamheden even eens werkzaamheden voor afdelingen verzekeringen en grond- en pachtzaken. Verzekeringen 4 Voor werkzaamheden voor afdeling verzekeringen. Grond- en pachtzaken 1 Voor werkzaamheden voor grond- en pachtzaken in de ruimste zin in de pro vincie Utrecht. SEV 2 Formatieplaatsen. Schoonmaak 0,25 Formatieplaats. Repro/beheer/bediening 0,1 Formatieplaats. Noord-Brabant Beleidssecretariaat 1 Provinciaal secretaris. Ondersteunend secretariaat 1 Formatieplaats. Schoonmaak 0,1 Formatieplaats. SEV 2 Formatieplaatsen. Zeeland Beleidssecretariaat 3 Naast de provinciaal secretaris een assistent-secretaris voor belangenbe hartiging op provinciaal- en kringni veau, een secretariaatsmedewerker voor derden (vaktechnische organi saties). Ondersteunend secretariaat 3 Formatieplaatsen. Mede omdat hier ook werkzaamheden voor het kantoor (huurders) dienen te worden uit gevoerd. Redactie 1 Op basis van de excentrische ligging een redacteur. Repro/beheer/bediening/post 1 Formatieplaats (zie ondersteunend se cretariaat en administratie). Schoonmaak 0,5 Formatieplaats. SEV 5,8 Formatieplaatsen. Geldstromen De inkomsten van de organisatie bestaan uit contributie, donaties, interest van vermogen en andere baten. De contributie bestaat uit: - de basiscontributie - de bedrijfscontributie Vaste lidmaatschapscontributie - leden met bedrijf: basiscontributie be drijfscontributie - leden zonder bedrijf (geen aanslag Land bouwschap): basiscontributie - mede-vennoten, zelfstandig wonend aparte - mede-vennoten, in wonend contri- - mede- ondernemers(sters) butie- - huisgenoten regeling - sympathiserende leden (oud-leden): basis contributie - bijzondere leden (geïnteresseerden): basis contributie In bijzondere gevallen, bijvoorbeeld, bij rechtspersonen zullen nadere afspraken over de hoogte van de contributie gemaakt worden. Voor leden, waarbij Oogst onderdeel vormt van het lidmaatschap, worden kostenstijgin gen als gevolg van stijgende abonnementsprij zen doorberekend in de basiscontributie. De inning van alle contributiegelden, dus ook van de afdelingen en kringen zal centraal op het hoofdkantoor gebeuren. Als afdelingen en kringen zulks verzoeken, kunnen ze zelf de hoogte van hun afdelings- en kringcontributie vaststellen. Dit uiteraard binnen de door de organisatie te stellen kaders. Er zal een loskoppeling plaatsvinden van de al gemene te heffen contributie en de afdelings- en kringcontributie (situatie GMVL). De huidige bedragen die bij de GMVL afgedra gen worden, zullen dus van een procentueel op een nominaal bedrag gesteld worden zodat de afdelingen zelf kunnen beslissen welke be dragen ze in de toekomst nodig heeft. In de nieuwe organisatie zal gewerkt worden met budgetfinanciering, leder onderdeel (bv. een commissie) krijgt per jaar een bepaald budget toegewezen. De contributiesystemen tussen de drie organi saties verschillen aanmerkelijk. De GMVL hanteert het SBE-systeem, de ZLM en het ULG baseren hun contributie voornamelijk op hectares. De nieuwe organisatie zal het SBE- systeem invoeren. Dat is het meest rechtvaar dig naar alle sectoren. Het is ook het systeem dat gehanteerd wordt door het Landbouw schap en steeds meer gewestelijke organisa ties. Na de start van de nieuwe organisatie zal de eerste periode (bijvoorbeeld drie jaar) ge bruikt worden om de systemen van contribu1 tie te harmoniseren. Dat betekent dat de ZLM en het ULG geleide lijk naar het SBE-systeem gaan dat de GMVL al toepast. Om al te grote verschillen op te vangen zal enige bijsturing met behulp van vermogen wellicht nodig zijn. Dat laatste is ook noodzakelijk om de verschillen in contri butiehoogte tussen de organisaties binnen en kele jaren te overbruggen. Bij dit gehele financiële gebeuren is het uit gangspunt dat alle organisaties hun vermo gensrechtelijke rechten en plichten overdragen op de nieuwe organisatie. Wat betreft eventuele fiscale gevolgen van de fusie: er zijn geen bijzondere problemen te verwachten op dit gebied. Zulks is gebleken na deskundig advies te hebben ingewonnen op dit terrein. Zekerheid kan echter pas ver schaft worden nadat de inspecteur c.q. staats secretaris op concrete vragen een beslissing heeft genomen. De vermogens blijven dus vooralsnog bij de onderliggende organisaties totdat fiscaal volstrekte duidelijkheid bestaat. De intentie is echter overdracht van vermo gens via juridische fusie. De nieuwe organisa tie heeft vanaf 1 januari 1994 de instructiebevoegdheid over de diverse vermo gens maar zal deze bevoegdheid delegeren aan de oorspronkelijke organisaties totdat alle beletselen voor de juridische fusie zijn wegge nomen. In de tussentijd zullen de organisaties ervoor garant staan dat ze hun financiële ver plichtingen in de lijn van de opgestelde begro tingen van de nieuwe organisaties zullen nakomen.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1992 | | pagina 15