Besluit over integratie bil meerderheid Definitief besluit valt op 1 december 14 VRIJDAG 20 NOVEMBER 1992 In december 1991 stelden de ledenraden van de GMVL en de ZLM en de algemene verga dering van het ULG vast: - dat de landbouwpolitieke verhoudingen fundamenteel wijzigen op zowel plaatse lijk, regionaal, nationaal als internationaal niveau. De toenemende overheidsbemoei enis op onder meer de terreinen van water, bodem, lucht en ruimte beïnvloeden op in grijpende wijze de bedrijfsvoering op de agrarische bedrijven zowel in economische als in sociale zin; dat de dienstverlening aan agrarische on dernemersgezinnen aan steeds hogere kwaliteitseisen dient te voldoen. Het leve ren van maatwerk vanuit een cliëntgerich te instelling vraagt steeds meer specialisatie op een breed terrein en flexi biliteit in de dienstverlening. Dat bracht de genoemde organen tot het vol gende besluit: "Teneinde de belangenbeharti ging en de dienstverlening efficiënter en effectiever te doen plaatsvinden is een verde re krachtenbundeling van de georganiseerde landbouw noodzakelijk. Derhalve wordt het bestuur opgedragen de mogelijkheden te on derzoeken voor samenvoegingsvormen van ZLM, ULG, GMVL leidend tot een organisatie met eenheid in beleidsaansturing en één ma nagement voor de uitvoering. Daartoe dient een stuurgroep te worden ingesteld, samen gesteld uit verantwoordelijke bestuurders en de secretarissen van elk der deelnemende landbouworganisaties' De stuurgroep diende naar de mening van de genoemde ledenraden als uitgangspunt te ne men dat samenvoeging de volgende voorde len oplevert: - behoud en versterking van provinciale banden; betere ondersteuning van de kringen en van de afdelingen; - grotere invloed op provinciaal, regionaal (denk aan samenwerkingsverbanden, wa terschappen, zuiveringsschappen etc.) en gemeentelijk niveau; - hogere kwaliteit en meer gespecialiseerde dienstverlening. De stuurgroep heeft inmiddels zijn opdracht uitgevoerd. Het rapport is in de hoofdbesturen van de drie organisaties aan de orde geweest. Namens de hoofdbesturen wordt het rapport hierbij aangeboden. De hoofdbesturen stellen voor het eindrapport te aanvaarden en te besluiten tot oprichting van een nieuwe land bouworganisatie met als werkgebied de pro vincies Gelderland, Utrecht, Zeeland en Brabant. Voor of uiterlijk op 1-1-1994 dient de concretisering van het rapport tot stand te zijn gekomen. In dezelfde periode zullen de concept-statuten van de nieuwe organisatie worden voorgelegd aan de ledenraden, c.q. algemene vergadering. Tevens zullen wijzigingsvoorstellen voorgelegd worden ter afstemming van de statuten van de huidige organisaties GMVL, ULG en ZLM op de statuten van de nieuwe organisatie Namens de hoofdbesturen, J.G. van Leeuwen, voorzitter Geldersche Maatschappij van Landbouw J.W. Steengracht van Oostcapelle, voorzitter Utrechts Landbouw Genootschap H.C. van der Maas, voorzitter Zuidelijke Land bouw Maatschappij Jhr. J.W. Steengracht van Oostcapelle, voorzitter ULG. Op de Ledenraad van de ZLM, die op 1 de cember a.s. om 10.00 uur bijeen komt in de Prins van Oranje te Goes, zal besluitvorming plaatsvinden over de voorgestelde integratie met de Geldersche Mij. van Landbouw en het ULG. Voor de stemming over het integratie- voorstel is het volgende van belang. In de vergadering van de Ledenraad van 30 oktober jl. is besloten dat de besluitvorming over de integratie zal plaatsvinden als ware het een besluit over fusie. Dit betekent dat tenminste van de leden ter vergadering aanwezig moet zijn en dat er een meerderheid nodig is van tenminste van de geldig uitge brachte stemmen. Er zijn totaal 115 leden raadsleden, dus moeten er tenminste 87 aanwezig zijn en zijn er minstens 58 stemmen vóór nodig om het voorstel te aanvaarden. Le denraadsleden die niet in de gelegenheid zijn de vergadering bij te wonen worden dringend verzocht tijdig hun plaatsvervanger te waar schuwen. De ledenraadsleden zijn in principe vrij in hun stemgedrag. Niettemin zijn zij in de eerste plaats vertegenwoordigers van de afdelingen. Het hoofdbestuur adviseert daarom de leden raadsleden het eindrapport te bespreken in hun afdeling. Afdelingsvergaderingen dienen bij voorkeur plaats te vinden in de week van 23 t/m 27 november. Ter vergadering is er gelegenheid voor discus sie over het voorstel en het eindrapport. Het is echter niet mogelijk het voorstel en/of het eind rapport ter vergadering te wijzigen. Het voor stel ligt integraal voor ter besluitvorming. De Ledenraad van de GMVL en de algemene ver gadering van het ULG komen op hetzelfde tijdstip bijeen als de ledenraad van de ZLM. Ook zij kunnen uiteraard geen wijzigingen aanbrengen in het voorstel. Op deze pagina's publiceren wij de letterlij ke tekst van het eindrapport van de Stuur groep integratie Geldersche Mij. van Landbouw, Utrechts Landbouw Genoot schap en Zuidelijke Landbouw Maatschap pij. Het rapport is inmiddels aan de Ledenraden van de Geldersche en de ZLM en aan de Algemene Vergadering van het ULG voorgelegd als basis voor het besluit over integratie. Dit besluit zal door de drie organisaties tegelijkertijd worden geno men op dinsdag 1 december a.s. De Ledenraad van de Geldersche verga dert in Hotel Haarhuis, in Arnhem. De Al gemene Vergadering van het ULG vindt plaats in restaurant De Meern in De Meern. De Ledenraad van de ZLM wordt gehouden in de Prins van Oranje te Goes. De vergaderingen beginnen om 10.00 uur. H.C. van der Maas, voorzitter ZLM. Doel van de nieuwe organisatie is naast be houd van wat nu geleverd wordt door krach tenbundeling een meer slagvaardige belangenbehartiging en een verbreding/ver sterking van de dienstverlening tot stand te brengen. De sectorale belangenbehartiging krijgt in de organisatie een belangrijke plaats. Voor de belangenbehartiging en dienstverle ning zijn korte lijnen en herkenbaarheid voor het lid van essentieel belang. De nieuwe orga nisatie krijgt daarom een struktuur met korte lijnen tussen het lid en het bestuur. De aktivi- teiten zullen hun aangrijpingspunt zo laag mo gelijk in de organisatie krijgen. De nieuwe organisatie zal zich presenteren als een belangenorganisatie voor agrarische on dernemers. Daarnaast zal de nodige aandacht geschonken worden aan de ontwikkeling van het platteland. Aan horizontale (sector- doorsnijdende) en verticale belangenbeharti ging zal op gerichte wijze inhoud worden gegeven. Om aan kwaliteitseisen te voldoen is eenheid in beleid en één uitvoerend management noodzakelijk. Praktisch betekent dit dat alle aktiviteiten zullen vallen onder instruktiebe- voegdheid van bestuur en management van de nieuwe organisatie. Vanuit het hoofdkantoor zal de organisatie bestuurd en geleid worden. In iedere provincie zullen sterke en herkenbare steunpunten aan wezig zijn. Goed functionerende kringen en afdelingen zijn de basis van de organisatie. Om dit functioneren te bevorderen zullen van uit het secretariaat ondersteunende aktivitei ten plaatsvinden. Via een eigen landbouwblad zullen alle leden wekelijks geïnformeerd worden over organisa tiezaken, over regionaal en vaktechnisch agra risch nieuws. De leden van de nieuwe organisatie krijgen de beschikking over een breed, samenhangend pakket van dienstverlening. Naast maatwerk zal veel aandacht besteed worden aan de kwaliteit van de dienstverlening in al zijn on derdelen. In principe zal voor dienstverlening het profijt beginsel worden toegepast. J.G. van Leeuwen, voorzitter GMVL. De provincies Gelderland, Utrecht, Noord- Brabant en Zeeland nemen gezamenlijk een belangrijk deel van de Nederlandse land- en tuinbouw voor hun rekening. Alle sectoren van het agrarisch ondernemerschap zijn er na drukkelijk aanwezig. In alle provincies speelt de land- en tuinbouw een belangrijke rol. De problematiek echter op het terrein van de markt (afzet), van ruimtelij ke ordening en van milieu brengen de ontwik kelingsmogelijkheden van de land- en tuinbouw op langere termijn in gevaar. De nieuwe organisatie zal ongeveer 18.600 le den tellen (peildatum mei 1992): GMVL: 9.500, ULG: 1.300, ZLM: 7.800. Leden met bedrijf totaal 13.000. Het aantal hectares bedraagt ruim 230.000: (GMVL: 102.500, ULG: 17.500, ZLM: 110.500). Het aantal SBE's bedraagt 1.880.000: (GMVL: 1.022.000, ULG: 167.000, ZLM: 690.000). In het noordelijke en oostelijke deel van het werkgebied ligt de nadruk op dierlijke produk- tie, in het zuidwestelijk deel op plantaardige produktia Enkele verdere kengetallen, betref fende de verschillende sectoren in de nieuwe organisatie: - akkerbouw een totaal van 100.220 ha (landelijk 595.000 ha excl. mais); - vollegrondstuinbouw een totaal van 5.520 ha (landelijk 46.000 ha); fruitteelt een totaal van 5.400 ha (landelijk 24.000 ha); - tuinbouw onder glas een totaal van 180 ha (landelijk 10.000 ha); - grasland een totaal van 102.470 ha (lan delijk 1.080.000 ha); - dieren: melkkoeien 181.480 (landelijk 1.880.000), mestvee 241.000 (landelijk 720.000), mestkalveren 86.460 (landelijk 602.000), varkens 687.000 (landelijk 13.900.000), pluimvee 7.000.000 (lande- -» r- A/>A( Uitgangspunten 1. De nieuwe organisatie fungeert als een eenheid en krijgt een heldere en doorzichti ge struktuur. 2. De nieuwe organisatie is een middel om tot betere belangenbehartiging te komen. Daarom moet de struktuur zo opgezet worden dat alle voorwaarden aanwezig zijn om resultaatgericht en praktisch te kunnen werken. 3. De vertegenwoordiging vanuit de kringen uit de drie organisaties GMVL, ULG en ZLM (in het hoofdbestuur wordt geregeld op basis van 3, 1 en 3. In de sectoren (ge organiseerd via sectorcommissies) zal re kening gehouden worden met de specifieke regionale en/of sektorale si tuatie. 4. In het belang van de land- en tuinbouw in de vier provincies zal worden gestreefd naar een zo goed mogelijke samenwerking tussen de landbouworganisaties onderling en tussen landbouworganisaties en overi ge instanties, de vaktechnische organisa ties in het bijzonder. De nieuwe organisatie blijft openstaan voor aansluiting bij of van andere landbouworganisaties. 5. In de nieuwe organisatie wordt onder scheid gemaakt tussen horizontale en ver ticale belangenbehartiging. Horizontale belangenbehartiging: De orga nisatie die werkt in de vlakke struktuur van afdelingen, kringen, commissie en bestuur. Verticale belangenbehartiging: De opbouw van onder naar boven in de verschillende sectorcommissies. 6. Aan beide bovengenoemde vormen van belangenbehartiging zal evenveel aandacht geschonken worden. 7. De vereniging vormt de basis van zowel de collectieve belangenbehartiging als de indi viduele belangenbehartiging. Voor beide geldt dat het beleid mede afgestemd moet zijn op de gesignaleerde behoeften van de leden. Voor de dienstverlening betekent het dat de vereniging een specifieke taak heeft in het samenbrengen van de vraag en aan bod van de dienstverlening. 8. Er wordt een nieuwe organisatie opgericht waarvan de leden van de huidige organisa ties allen automatisch lid worden. De leden blijven tevens lid van de oorspronkelijke or ganisaties. De oorspronkelijke organisaties GMVL, ULG en ZLM blijven vooralsnog om vermogensrechtelijke, bestuurlijke en juri dische redenen bestaan. Doelstelling is ju ridische fusie op termijn. Alle aktiviteiten zullen in beginsel in de nieuwe organisatie plaatsvinden.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1992 | | pagina 14