•Qt: Akker - en tuinbouw
In Zeeland en West-Brabant veel
animo voor nieuwe groenteteelten
'Vertaling onderzoek naar teler is taak van bedrijfsleven'
Preventie van huidklachten
bij de oogst van bleekselderij
Meer voererwten
in Duitsland
LEI-rapport ziet perspectieven:
Bewaarruimte ROC Westmaas in gebruik
De animo om met nieuwe gewas
sen te beginnen is in Zeeland en
West-Brabant duidelijk groter dan in
de Hollanden. Dat is een van de
conclusies van het LEI-onderzoek
naar de perspectieven voor de volle-
grondsgroenteteelt in West-
Nederland. Het rapport werd vorige
week vrijdag gepresenteerd ter ge
legenheid van de ingebruikneming
van de nieuwe bewaaraccommoda-
tie op het ROC Westmaas.
De relatief grote belangstelling van
Zeeuwse en Brabantse telers voor
nieuwe gewassen is vrij logisch te
verklaren. In het zuidwesten bestaat
nog geen traditie wat betreft volle-
grondsgroenten. In de Hollanden is
dit wel het geval. Daar zitten ge
vestigde teelten.
Het LEI-onderzoek heeft verder aan
getoond dat het ondernemerschap
onder de Zeeuwse en Westbrabant
se telers wat hoger moet worden
aangeslagen dan in de rest van
West-Nederland. De deelname aan
studieclubs bijvoorbeeld is in het
zuidwesten relatief groter dan el
ders. Wat betreft vakmanschap in
de vollegrondsgroenteteelt blijft de
Zeeuwse teler nog achter bij zijn be-
drijfsgenoten in de Hollanden. Dat is
overigens geen wonder gelet op het
feit dat veel telers een akkerbouw-
achtergrond hebben.
Speerpuntgewassen
Een volgende conclusie uit het on
derzoek is dat de vollegrondsgroen-
tesector er verstandig aan doet te
kiezen voor regionale speerpuntge
wassen. Per regio zou men zich op
een aantal produkten moeten speci
aliseren. Daarmee wordt voorkomen
dat er een te kleine aanvoer van te-
De Stichting Gezondheidszorg
Agrarische Sectoren (Stigas) start
een onderzoek naar de oorzaak van
huidklachten bij de oogst van bleek
selderij en naar de mogelijkheden
voor preventie. Aanleiding voor het
onderzoek waren plotselinge huid
klachten tijdens de oogst van bleek
selderij in Noord-Holland. Doel van
de studie is te komen tot praktische
aanbevelingen om de huidklachten
te voorkomen.
Vermoed wordt dat de huidklachten
veroorzaakt worden door de sappen
van bleekselderij, in combinatie met
de UV-straling van zonlicht. Agra
riërs die in de zon werken, bezweet
raken en in contact komen met de
groente, klagen over jeuk, blaren en
pigmentafwijkingen.
Om de problemen in kaart te bren
gen krijgen alle telers en werkne
mers van bleekselderij in
Noord-Holland een vragenlijst toe
gestuurd. Verder brengt Stigas een
bezoek aan de bedrijven en zullen
degenen die huidklachten hebben
worden getest.
Eind november dit jaar zal het on
derzoek worden afgerond. Met de
resultaten van de studie wordt voor
lichtingsmateriaal gemaakt voor on
dernemers en werknemers uit de
bleekselderijteelt.
De produktie van voererwten in
Duitsland bedroeg volgens voorlopi
ge gegevens in 1992 88.355 ton en
die van veldbonen 55.216 ton. De
produktie van erwten steeg met
7.600 ton of 10,2% ten opzichte
van vorig jaar en die van veldbonen
daaide met 33.000 ton of 37%.
In Duitsland West daalde de produk
tie van voererwten van 51.633 ton
tot 49.700 ton en die van veldbo
nen van 75.633 ton tot 45.457 ton.
In de voormalige DDR daalde de
produktie van veldbonen van 12.517
ton tot 9.759 ton terwijl de produk
tie van voererwten steeg van
23.122 ton tot 32.655 ton.
veel produkten op de markt komt.
Volgens het LEI-rapport liggen er in
de markt voor een aantal volle-
grondsgroenten nog wel degelijk
kansen. Genoemd worden broccoli,
ijsbergsla, diverse koolsoorten, gro
ve peen, witlof, schorseneren en
prei. Daartegenover staat een ver
minderde vraag naar bloemkool en
sperziebonen.
Voor Zeeland voorziet het rapport
mogelijkheden voor groene asper
ges, broccoli, spruitkool en bloem
kool. In West-Brabant liggen
eveneens perspectieven voor spruit
kool en groene asperges, alsmede
voor prei, aldus het rapport.
Het LEI-rapport constateert dat de
bedrijfsgrootte in alle drie westelijke
provincies op dit moment een min
punt is. De bedrijven zijn gemiddeld
genomen te klein. Mogelijkheden
tot vergroting zijn aanwezig door
vrijkomende akkerbouwgrond. De
onderzoekers zijn van mening dat
de mogelijkheden voor grondruil
moeten worden verbeterd. Gepleit
wordt voor de instelling van een
grondbank.
Ten aanzien van het milieu lijken er
in Zeeland nog de minste beperkin
gen te liggen voor uitbreiding van de
vollegrondsgroenteteelt. De vrucht-
wisselingsmogelijkheden zijn hier
groot. Echter, volgens de Baren-
drechtse tuinder W. v.d. Waal, voor
zitter van de studieclub
Zuidwest-Nederland, is vruchtwis
seling niet de enige milieufactor. Hij
wees ook op het risico van schim
mels en insecten, die door de lucht
aan komen waaien.
Van de Waal hield verder een plei
dooi voor de studieclubs. Slechts de
helft van de vollegrondsgroentete-
lers in West-Nederland is lid van een
studieclub. Er zijn nog veel te veel
telers die bijna niets registreren. Hier
ligt een belangrijke taak voor DLV en
de NTS, aldus Van de Waal.
Geschikt teeltgebied
De heer A. Sandee, voorzitter van
de Zeeuwse Groentetelers Organi
satie, gaf eveneens een reactie op
het LEI-rapport. Weliswaar levert
Zeeland met 2.000 ha vollegronds-
groenten in vergelijking met Zuid- en
Noord-Holland een vrij kleine bijdra
ge, toch is het een uiterst geschikt
teeltgebied. Sandee wees onder an
dere op de klimatologisch gunstige
VRIJDAG 20 NOVEMBER 1992
De maatschap Otte in Hoedekenskerke is een van de bedrijven in
Zeeland, waar vollegrondsgroenten geteeld worden. Op de foto Jos
Otte met een winterbloemkool in de hand. Dit jaar heeft mts. Otte
een halve hectare bloemkool staan. Verder teelt men broccoli, ra di-
chio rosso, vroege aardappelen en plantuien. De groenteteelt is een
tweede tak op het bedrijf naast de veehouderij.
factoren van Zeeland (veel licht,
weinig vorstrisico), gezonde grond
met weinig ziektes en voldoende
beschikbaarheid van grond. Hij on
dersteunde de bevordering van de
grondmobiliteit. "De losse verhuur
loopt in Zeeland goed. Dat moeten
we zo houden. Samenwerking met
akkerbouwers is daarbij van groot
belang. Zij leveren de grond, wij het
vakmanschap", aldus Sandee.
Sandee vond het enigszins spijtig
dat de in Zeeland geteelde volle
grondsgroenten - voornamelijk wit
lofwortelen (worden hier niet
geforceerd), winterpeen en knolsel
derij - weinig toegevoegde waarde
hebben. Hij ziet mogelijkheden in
Zeeland voor spruiten en bloemkool.
Vanwege het milde klimaat kunnen
spruiten misschien tot na nieuwjaar
worden geoogst en winterbloem
kool kan wellicht iets eerder op de
markt worden gebracht. Ook groe
ne asperges kunnen in Zeeland pri
ma worden geteeld.
De afzet vormt in Zeeland een min
punt. De veiling in Kapelle is niet in
gericht op het verwerken van grote
partijen vollegrondsgroenten. Baren-
drecht en Breda liggen in feite te ver
weg. Een gewas als spinazie bij
voorbeeld is daarom voor Zeeland
niet of nauwelijks haalbaar, aldus
Sandee die tenslotte nog wees op
het belang van de zoetwateraanvoer
voor de Zeeuwse vollegrondsgroen-
tetelers.
Het Regionaal Onderzoek Centrum
Westmaas 'vierde' vorige week vrij
dag de ingebruikneming van de
nieuwe, modern geoutilleerde be
waarruimte met een aantal lezin
gen. In de middaguren werd op
hetzelfde ROC een toelichting gege
ven op het onlangs gereed gekomen
LEI-onderzoek naar de mogelijkhe
den voor de vollegrondsgroenteteelt
in West-Nederland.
Met de opening van bewaaraccom-
modatie. op het ROC Westmaas is
een al enkele jaren levende wens in
vervulling gegaan. De gelden die
vrijkwamen in het kader van de her
structurering akkerbouw maakten
de bouw van deze kostbare voorzie
ning f 1,1 miljoen) mogelijk. De ac
commodatie bestaat uit zes cellen
voor losgestort produkt, acht cellen
voor opslag in kisten/fust en twee'
cellen voor onderzoek naar uitstalle
ven. De nieuwe onderzoeksruimte
werd officieel in gebruik gesteld
door ir. A. Grijns, directeur LNO in
Zuid-Holland.
Goede afspraken
Een van de sprekers op het sympo
sium t.g.v. de officiële ingebruikna
me was de directeur van Cebeco
Zuidwest en Aardappel B.V., de heer
A.W. Bierens. Hij maakte van de ge
legenheid gebruik om te pleiten voor
goede afspraken over voorlichting
en onderzoek. 'Als coöperatief be
drijfsleven vinden wij dat het nood
zakelijk is dat er afspraken worden
gemaakt over wie wat doet. Dubbel
werk is kosten verspillen en leidt tot
verzwakking van mogelijkheden', al
dus Bierens.
Volgens hem moet specialistisch
onderzoekswerk centraal en onaf
hankelijk gebeuren. Maar de verta
ling naar de telers is een taak voor
de commercie. Het bedrijfsleven is
verantwoordelijk voor de eerstelijns
voorlichting.
Bierens: 'Laten we ons zelf niets
wijs maken. Van een voorsprong in
Nederland is nog maar nauwelijks
sprake. Daarom moeten we niet te
lang wachten met het maken van
afspraken. Anders zullen ze over en
kele jaren moeten constateren dat
er niets is overgebleven van wat
eerst zo hoog in ons vaandel stond:
onderwijs, voorlichting, onderzoek'.
De heer J. Smits van het Centraal
A.W. Bierens,
directeur Cebeco Zuidwest
Bureau Tuinbouwveilingen gaf enige
achtergronden bij de marktperspec
tieven van na-oogstbewaring van
vollegrondsgroenten. Hij constateer
de dat er meer onderzoek nodig is
naar de bewaring van vollegronds
groenten. Ook de teeltkant zou hier
in betrokken moeten zijn. Het fruit is
met vruchtanalyses in het veld op
dit gebied al verder.
Seizoensverlenging is voor sommi
ge groentegewassen een aantrekke
lijk perspectief. Smits noemde als
voorbeeld de suikermais. Uit onder
zoek is gebleken dat dit gewas te
kort op de markt is. Het zou tot
Kerst in voldoende mate geleverd
moeten kunnen worden.
Van een aantal vollegrondsgroenten
had Smits de importprijzen over de
periode november/december afge
zet tegen de prijzen, die deze ge
wassen zouden opbrengen als ze
konden worden bewaard. De vol
gende groenten zouden bij bewaring
financieel interessant kunnen zijn:
andijvie, knolvenkel, ijsbergsla,
bleekselderij, Chinese kool en
spitskool.
Bewaarkosten
Als bedrijfsdeskundige van DLV liet
voorlichter K. Bosma zijn licht vooral
schijnen op de kosten van bewa
ring. Er moet rekening worden ge
houden met een investering van
f 800,— tot f 1.000,— per vier
kante meter, aldus Bosma. De be
waarkosten bedragen 14% van de
investeringskosten per jaar. Daar
staan een flink aefntal baten tegen
over. Bosma noemde onder andere:
mogelijkheid tot seizoensverlenging
met dito hogere opbrengstprijzen,
beperking van het vorstrisico, een
betere arbeidsspreiding op het be
drijf (je kunt op een zelf te kiezen
moment oogsten). Bovendien staat
de teler wat onafhankelijker tegen
over zijn afnemer omdat hij over een
langere periode kan leveren.
De teler zal uiteindelijk zelf de
kosten en baten moeten afwegen.
Feit blijft dat bewaring op het bedrijf
een tamelijk kostbare aangelegen
heid is. De nieuwe bewaaraccom-
modatie op Westmaas is mede
bedoeld om te onderzoeken hoe de
bewaarkosten op bedrijfsniveau
naar een zo laag mogelijk niveau
kunnen worden gebracht. Daar kan
de teler te zijner tijd zijn voordeel
mee doen.