Gezamenlijk zoeken naar een oplossing 'Een vreemde eend in de bijt' KNLC kommentaar Convenanten Videoproduktie KNLC en NBvP gereed Varkensfonds Commissie fruitteelt VRIJDAG 13 NOVEMBER 1992 De titel van de video geeft het ge voel van veel vrouwen binnen diver se organisaties goed weer. Ze voelen zich vaak de spreekwoorde lijke 'eend in de bijt'. Met het uitge ven van deze videoproduktie hopen KNLC en NBvP een aanzet te geven tot een verdergaande integratie van vrouwen binnen de landbouworga nisaties. Een integratie die ertoe leidt dat de vrouw binnen de organi satie min of meer vanzelfsprekend wordt. Trudy Stemerdink is een agrariër in hart en nieren. Dit valt niet alleen op te maken uit haar zorg voor het be drijf, maar ook uit haar zorg over de toekomst van bedrijf en gezin. Haar man Douwe is door de drukke werk zaamheden niet zo bezig met deze toekomst. Reden dat sommige we zenlijke (toekomstige) problemen aan zijn neus voorbij gaan. Zo ook de wijziging van het streekplan. Een wijziging die hem toegestuurd is en die Trudy toevallig onder ogen krijgt. Ze begint in het plan te lezen en ont dekt een aantal zaken die voor de streek waarin ze woont praktisch een doodsteek betekenen. Wanneer Douwe zegt geen tijd te hebben besluit ze zelf de koe bij de horens te vatten. Realiteit De video 'Een vreemde eend in de bijt' geeft de realiteit van alledag goed weer. Problemen dienen zich aan, maar door de drukke werk zaamheden heeft de direct betrok kene geen tijd zich ermee te bemoeien. Ook bij de familie Ste merdink speelt dit, zoals we reeds zagen. Trudy ziet de bui al hangen en besluit in plaats van haar man naar de commissie-vergadering te gaan. Ze leest het rapport betreffen de het streekplan goed door, omdat ze zich terdege realiseert dat ze goed beslagen ten ijs moet komen. Wanneer ze echter op de vergade ring verschijnt loopt ze tegen een totaal andere 'weerstand' aan. "Vooraf was men al kritisch over een vrouw in de vergadering", ver telt Trudy later tegen haar vriendin. "Je moet als vrouw twee keer zo goed zijn om met de aanwezige mannen te kunnen wedijveren". Ze merkte bovendien dat ze haar als vrouw binnen de vergadering niet op haar eigen bijdrage beoordelen, maar dat men haar als vertegen woordiger van alle vrouwen ziet. Trudy's weerstand groeit, en op een bepaald moment is de maat vol. Nu wordt het tijd spijkers met koppen te slaan en de aanwezige heren te wijzen op de directe gevolgen van het streekplan voor deze en volgen de generaties. Conclusies "Vrouwen moeten twee keer zo goed zijn als mannen". Trudy trekt uit haar ervaring een conclusie die meerdere vrouwen kunnen bevesti gen. Ook merkt ze op dat vrouwen meer drempels moeten overwinnen teneinde te kunnen functioneren in een organisatie. Naast haar eigen omgeving wordt immers ook de bui tenwereld geconfronteerd met een vrouw in plaats van een man. Voor veel mannen een vreemde situatie. Proefondervindelijk komt Trudy er, zoals in de produktie duidelijk zicht baar is, echter ook achter dat vrou wen andere invalshoeken en onderwerpen in de vergadering brengen. Ze brengt een visie naar voren die voor alle deelnemers aan de bespreking waardevol is en stof geeft voor een verdere én diepere uiteenzetting van meningen en fei ten. De slot- en meest belangrijke conclusie is echter dat mannen en vrouwen tesamen een sterk koppel vormen. Samen zijn ze sterk! Een conclusie die aan het eind van de 'voorstelling' door de makers duide lijk en mooi is weergegeven. Integratie De video-produktie 'Een vreemde eend in de bijt' is gemaakt in het ka der van een verdergaande integratie van vrouwen in de landbouworgani saties. Verantwoordelijk voor de realisatie zijn het KNLC en de Neder landse Bond van Plattelandsvrou wen (NBvP), die de video aanbieden in combinatie met een brochure en een aantal werkvormen. Dit met na me om een presentatie op thema avonden succesvol te laten verlopen. Vanuit de samenwerking tijdens de ontwikkeling van video en brochure door KNLC en NBvP is het een aan beveling om het materiaal ook op regionaal niveau gezamenlijk te ge bruiken. Dit echter ook vanuit het belang van samenwerking in het ka der van integratie Een rol is hier dan met name weggelegd voor de inte gratiecommissies. Voor wat betreft het huren c.q. gebruiken van de vi deoband kunnen geïnteresseerden terecht bij de secretariaten van de regionale organisaties. Zij sturen dan het hele pakket van video, bro chures en werkvormen toe. Begelei ding bij de vertoning van de video en gebruik van het materiaal kan men aanvragen bij de integratie commissie van de regionale orga nisatie. De officiële presentatie van de vide oproduktie en de brochure was op woensdag 11 november. Harrie Hoitink m De laatste tijd worden er in de land- en tuinbouw steeds meer convenanten afgeslotenalthans er wordt geprobeerd convenan ten af te sluiten. Op zich is dat niets nieuws. Convenanten zijn immers (volgens de dikke Van Daleovereenkomsten of afspra ken. Het lijkt mij dat we in de land- en tuinbouw iedere dag ve le afspraken maken. En naar ik mag aannemen, maken we ze al lemaal met de bedoeling de ge maakte afspraken na te komen. Bijzondere Wat is er dan zo bijzonder aan de pogingen om te komen tot een Meerjarenafspraak Energie of een Bestuursovereenkomst Meerjarenplan Gewasbescher ming MJP-GAllereerst is het niet bijzonder dat het Landbouw schap zo'n afspraak maakt. Zo heeft het schap met bijvoorbeeld de Gasunie een convenant gesloten over de aardgasprijzen voor de glastuinbouw. Ook is het niet bijzonder dat er een convenant wordt gesloten met de overheid. Zo zijn er af spraken met deze overheid over de financiering van het praktij konderzoek, de georganiseerde gezondheidszorg en de land bouwvoorlichting. Volgens mij is het bijzondere aan de convenan ten, waar de laatste tijd aan ge werkt wordt, de opstelling van de overheid. Door het afsluiten van convenanten kunnen be paalde beleidsdoelen worden ge realiseerd of kunnen gewenste processen op gang gebracht worden. Overbodige Zo kunnen er vooruitlopend op wetgeving reeds resultaten wor den geboekt of kan wetgeving overbodig worden gemaakt. Vooral dit laatste spreekt mij aan. Immers, voorkomen moet worden dat er wetgeving komt, die toch niet wordt nageleefd en waarvoor geen draagvlak is. Daarom moet bij iedere over heidsmaatregel zorgvuldig wor den overwogen of hetzelfde resultaat op vrijwillige wijze be reikt kan worden. Kan dat niet, dan moet overwogen worden of de betrokkenen in staat zijn het zelf (beter) te regelen. Bij deze afweging is een belangrijke rol weggelegd voor het bedrijfsle ven. Willen wij voor de overheid een serieuze partner zijn om een convenant af te sluiten, dan moeten wij ook bereid zijn daad werkelijk iets te bieden. Niemand maakt immers afspraken als er geen tegenprestatie tegenover staat. Daarom zal bijvoorbeeld een bestuursovereenkomst MJP-G offers vragen. Maar deze offers zijn het waard a/s de overheid er ook iets tegenover stelt. Bij de beoordeling van convenanten moeten de offers en tegen prestaties tegen elkaar worden afgewogen en moet dus niet al leen gekeken worden naar de te maken offers. Willem Koops plv. Algemeen/secretaris KNLC Telkens als ik de pen opneem om iets te schrijven over de akkerbouw, neem ik mij voor vooral niet te kie zen voor een negatieve benadering, waarin we ons als sector bevinden. Maar met de beste wil van de we reld is er momenteel weinig posi tiefs te melden. Of we nu praten over het Europese beleid, het beleid in wereldverband, of het nationale beleid, steeds weer dezelfde tref woorden dienen zich aan: geen visie op de toekomst, onzekerheid en on betrouwbaarheid. Elementen waar een ondernemer niet mee kan wer ken. Anderzijds worden wij niet ver rast door deze ontwikkeling in de sector. We hebben het op ons af zien komen en hebben er regelmatig voor gewaarschuwd. Gevolgen Het graanbeleid is en blijft de spil van het gehele akkerbouwgebeuren en bij een verwaarlozing van het graanbeleid zullen de gevolgen voor de andere produkten niet uitblijven. In die situatie verkeren we nu en de gevolgen zullen nog vele keren har der aankomen, maar nu in de zoge naamde vrije produkten. De enorme prijsdaling van het graan, eigenlijk bedoeld om tot pro- duktiebeperking te komen, heeft een neerwaartse prijsspiraal in wer king gezet van alle akkerbouwpro- dukten. Dit met als eindresultaat blijvende overschotten, een beleid dat meer geld gaat kosten en het failliet van de akkerbouw is een feit. Hadden we dit niet kunnen voorko men zult u zich afvragen. Ik ben van mening dat we op basis van de hui dige kennis en mogelijkheden nogal wat kansen niet benut hebben. Hoe kan dan zoiets gebeuren, en is er nog een mogelijkheid van her kansing? J Leeuwma Luisteren Om verbetering in deze situatie te krijgen, zullen we beter naar elkaar moeten luisteren binnen de sector. Maar ook de verschillende sectoren zullen veel meer in gezamenlijkheid moeten optrekken. Dat is een eerste voorwaarde om in het overleg met de overheid nog iets te kunnen be reiken. Vandaar dat we de schuld van onze hedendaagse situatie niet zondermeer in Brussel of Den Haag kunnen leggen. Maar laten we wel vaststellen dat op dit moment het EG-gebeuren in zijn voegen kraakt en een aantal doelstellingen niet haalbaar blijken te zijn. Teveel en bij herhaling geven lidstaten een eerste prioriteit aan het eigen belang, dit met verwijten over en weer. In de afgelopen week hebben we dat nog weer eens dui delijk gezien bij het GATT-overleg. Het mandaat is in gezamenlijk over leg tot stand gekomen en heeft de instemming van alle lidstaten. Wan neer dan blijkt dat het mandaat on voldoende inhoud heeft om tot overeenstemming te komen, kun je niet één lidstaat daarvan de schuld geven, zoals nu gebeurde door de zwarte piet naar Frankrijk toe te schuiven. Hebben we de EG niet juist ge vormd om voldoende tegenwicht te kunnen bieden tegenover andere economische grootmachten? Die kracht kun je alleen uitoefenen, door een eensgezind optreden van alle lidstaten en het belang van een be paalde lidstaat óók te zien als een gezamenlijk belang. En als de Ver enigde Staten nu meent door het uitblijven van een accoord Franse wijn extra te kunnen belasten, kan het antwoord simpel en eenvoudig zijn: beperk de invoer van graanver- vangers. Een direct belang voor Frankrijk, maar ook niet slecht voor de gehele EG gezien het produktie- volume van granen. Maar ik vrees dat de verdeeldheid binnen de EG over een dergelijke maatregel zo groot zal zijn dat er wederom niets van terecht komt. Verliezen Is het dan een wonder dat de akker bouwers het vertrouwen in de huidi ge politiek verliezen, als zo overduidelijk blijkt dat de wil ont breekt om de problemen in de ak kerbouw ook daadwerkelijk op te lossen? Dat gevoel wordt nog eens extra versterkt door het optreden van Minister Bukman. Een optreden waarin hij in Brussel prijsverlaging zonder compensatie bepleit en de laatste tijd zelfs zo ver gaat dat hij milieu-eisen koppelt aan de toekom stige hectaretoeslag. Moeten wij diezelfde Minister nog eens vertel len dat die hectaretoeslag érg veel tekort schiet in de werkelijke inko mensachteruitgang bij de akker bouwers? En wat moeten we nu met de uitla ting, dat waardevastheid van de toeslag overbodig is door produkti- viteitsstijging? Ik zei het toch al: al lemaal politieke onwil die alleen maar aanleiding kan zijn tot een ver dere verwijdering tussen overheid en bedrijfsleven. Iets wat zeker te pas komt in de kraam van mensen die het Ministerie van Landbouw overbodig vinden. Een basis van vertrouwen ontbreekt op dit mo ment omdat akkerbouwers steeds weer het gevoel krijgen dat het be leid van vandaag alleen maar ge richt is op liquidatie van de sector. We zijn op basis van gezamenlijke verantwoordelijkheid in de huidige situatie gekomen, en alleen op basis van gezamenlijkheid kunnen we hier weer uitkomen. Marktgericht produ ceren is een mooie kreet, maar kan alleen als er veel minder politiek ge regeld wordt. En dat is géén reali teit; de politiek zal zich er blijvend mee willen bemoeien. Een betere verhouding tussen over heid en bedrijfsleven krijg je niet door het instellen van stuurgroepen, waarvan de ene groep naar links en de andere naar rechts stuurt. Voor een werkelijke verbetering is vooral een wil tot het gezamenlijk zoeken naar een oplossing nodig. En niet sturen op basis van een arrogantie van de macht zoals de overheid nu doet. Als we zo doorgaan, ont breekt ieder draagvlak voor het be leid en dan is het echt onoplosbaar geworden. En een Ministerie dat niet in gesprek is met het bedrijfsle ven heeft bestaansrecht verloren. Laat het zover niet komen, aan de akkerbouw zal het niet liggen. Jans Leeuwma voorzitter afdeling Akkerbouw KNLC Eén van de agendapunten van de onlangs gehouden vergadering van de KNLC-Afdeling Veredelingsland- bouw was de gang van zaken rond de blaasjesziekte. De gedachten van de aanwezigen gingen daarbij naar oplossingen én preventieve maatregelen uit. Voorzitter H. Torsius opperde zo het idee een 'varkensfonds' in het leven te roepen. Deze 'verzekering' zou dan uitkeren bij een calamiteit, zoals die momenteel gaande is. De verga dering zag wel wat in een dergelijke oplossing, maar stelde wel dat er bepaalde regels vastgesteld moeten worden. Men was zich echter ook goed bewust van de eventuele na delen van zo'n systeem. Er zit een behoorlijk kostenplaatje aan en het is niet ondenkbaar dat wanneer het geld bijeen is, de overheid middels de veewet één en ander uit gaat voeren. "Een onwenselijke situatie, er moe ten eerst concrete afspraken ge maakt worden, alvorens een fonds te vormen." In haar laatste vergadering besteed de de KNLC-Commissie Fruitteelt ondermeer aandacht aan de Sector nota Plantaardige Produktie Daarbij kwamen naast de positieve opmer kingen ook de negatieve aan bod. Zo was de Commissie van mening dat de factor arbeid toch een matige en slappe aandacht krijgt. Verder plaatste men ook vraagtekens bij eventuele heffingen op gewasbe schermingsmiddelen. Het instellen daarvan werd als een zeer onjuiste maatregel ervaren. Een verdere op merking betrof het milieu. Men was van mening dat de fruitteeltproduk- ten een goede smaak en een goed uiterlijk dienden te hebben, maar dat er tegenover het milieu een zo positief mogelijke stelling moet wor den ingenomen.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1992 | | pagina 5