Qd Nieuws. Stichting PR land- en KNLC-bestuur gooit roer tuinbouw wijzigt koers bij lease-discussie om Landbouwschap fel over "anti-landbouwcampagnes" Bestuur Landbouwschap niet eens over quotumverhuur Bereidheid verwacht voor grotere bijdrage J Krappe meerderheid voor vrijheid Varekamp herkozen Proefstations zorgenkind W. Meijer op algemene vergadering KNLC KNLC wijzigt statuten "De Stichting Public Relations land en tuinbouw wil een betere dienst verlening leveren aan haar partici panten. Tevens streven we naar een betere samenwerking met die parti cipanten," aldus E. Stoutmeijer, di recteur van de Stichting. Stoutmeijer kwam het bestuur van het KNLC inlichten over de plannen van de Stichting. Het bestuur toon de zich tevreden over het werk van de Stichting. Het bestuur verwacht zelfs bereidheid bij de achterban om meer geld te besteden aan het PR- beleid. Op de vergadering van het bestuur van het KNLC op 3 november 1992 gaf E. Stoutmeijer aan het bestuur aan waar de Stichting Public Relati ons land- en tuinbouw in de nabije toekomst naar toe wil. Stoutmeijer is directeur van de Stichting. Maar eerst vertelde Stoutmeijer het een en ander over de werkwijze van de Stichting. De Stichting verricht haar werk (het promoten van de land- en tuin bouw) hoofdzakelijk langs twee we gen. Ten eerste via een regelmatige benadering van onder andere kriti sche buitenstaanders en scholieren. Deze doelgroepen krijgen respectie velijk de bladen 19NU en Het Kleine Loo toegestuurd. Ten tweede orga niseert de Stichting specifieke pro jecten. Hierbij valt onder andere te denken aan open dagen op agrari sche bedrijven (dit jaar tot nu 60) en medewerking aan televisieprogram ma's (20 tot nu toe in 1992). Verbetering Volgens Stoutmeijer kampte de "De milieubeweging moet eindelijk eens durven erkennen dat de land bouw met de aanpak van het mest probleem al een heel eind is M.J. Varekamp De Algemene Vergadering van het KNLC heeft Marius Varekamp una niem herkozen als voorzitter van het KNLC. De Algemene Vergadering volgde daarmee de voordracht van het bestuur van het KNLC op. Er waren geen tegenkandidaten aan gemeld. Varekamp is per 30 april 1993 aftredend en direct herkies baar voor een periode van vier jaar. Van 1 mei 1993 tot 1 mei 1997 zal Varekamp zijn derde periode als voorzitter van het KNLC vervullen. Varekamp bedankte de Algemene Vergadering voor het vertrouwen. Hij verwacht boeiende en misschien ook moeilijke jaren tegemoet te gaan met de land- en tuinbouw, vooral nu de land- en tuinbouw steeds meer in een ander perspec tief worden geplaatst. Stichting met het probleem dat ze net echt tot 'iemand' behoorde en dat ze geen echte structuur had. Het beleidsplan voor de komende jaren geeft een koerswijziging aan en maakt een eind aan deze proble men. De Stichting streeft naar een betere dienstverlening voor en bete re samenwerking met de Stich tingsparticipanten. Daarnaast probeert de Stichting door middel van specifieke projecten op basis van het profijtbeginsel een extra geldstroom te creëren. Stoutmeijer gaf het bestuur te kennen dat die geldstroom nodig is, omdat de toe name van de financiële bijdragen van de participanten achterblijft bij de kostenstijgingen. Het bestuur liet meerdere keren ho ren grote waardering te hebben voor het werk dat de Stichting ver zet. Toch waren enkele kritische kanttekeningen te horen. Stoutmeij er antwoordde dat PR zowel van de Stichting als van de boeren en tuin ders zelf moet komen. Tevens no digde Stoutmeijer het bedrijfsleven uit om zelf met knelpunten bij de Stichting aan te kloppen. In samen werking met beleidsmedewerkers van de organisaties is de Stichting vervolgens in staat om voor een goede PR te zorgen. Volgens Stout meijer is het belangrijk deze samen werking meer inhoud te geven. Het bestuur liet Stoutmeijer wetem dat de boeren en tuinders waar schijnlijk best bereid zijn om meer geld in Pulic Relations te stekén. Stoutmeijer hoopt dat dit dan ook door de participanten tot uitvoering wordt gebracht. Geert Pinxterhuis gevorderd." Dit zei ir. A.J. Latijnhou wers (KNBTB) woensdag in het bestuur van het Landbouwschap. Hij en verschillende van zijn mede bestuursleden hekelden fel de "anti- landbouwcampagnes" die verschil lende natuur- en milieu-organisaties de afgelopen weken via de media hebben gevoerd. Onder de boeren is daarvoor zoveel wrevel en onrust ontstaan dat de bereidheid om zich in te zetten voor het milieu eerder kleiner dan groter wordt, zo betoog de CBTB-woordvoerder Ter Beest. Het bestuur veroordeelde het voor nemen van het kabinet om de ge bruiksnormen voor dierlijke mest op mais- en grasland al in 1994 aan te scherpen, een jaar eerder dan is af gesproken. Latijnhouwers hamerde in dit verband op het belang van een duidelijk en eenduidig beleid. Vol gens hem moet de georganiseerde land- en tuinbouw voor het mestbe leid een nieuwe coördinerende stuurgroep instellen met veel autori teit en bevoegdheden. Daarnaast moet in een "plan van aanpak" het mestbeleid tot het jaar 2000 op een rijtje worden gezet en moet de land bouw naar het grote publiek stelsel matiger gaan uitdragen wat er op het gebied van milieu- en mestmaat- regelen gebeurt. Voorzitter Mares beloofde deze suggesties te bespre ken in het dagelijks bestuur. Woordvoerder Depla van de Voe dingsbond FNV pleitte in het bestuur voor een concreet plan voor de fosfaatverzadigde gebieden. Vol gens Mares moet de door het kabi net aangekondigde vervroeging van bemestingsnormen worden vervan gen door gebiedsgericht beleid met schadevergoedingen voor gedu peerde ondernemers. Minister Buk man noemde dat onlangs in de Tweede Kamer een "onbruikbaar al ternatief". k Bert Stoutmeijer. Tijdens haar laatste vergadering besteedde de KIMLC-afdeling Tuin bouw ondermeer aandacht aan de problematiek rond de proefstations. Centraal stond daarbij het zoge naamde 'locatiebeleid'. Dit beleid is voor het bedrijfsleven actueel ge worden, omdat door het Ministerie van Landbouw gevraagd is na te denken over de wenselijke ontwik kelingen ten aanzien van de vesti gingsplaatsen voor proefstations. Achterliggende gedachte is een toe komstige concentratie van proefsta tions en het voordeel dat men kan bereiken ten aanzien van investerin genen de exploitatie. Bij de bespre king van het onderwerp behandelde de Afdeling diverse zaken. Mogelijk heden werden aangedragen voor het verouderde proefstation te Lis- se, dat naar een andere locatie moet uitzien. "Bij de keuze van de nieuwe vestigingsplaats moeten echter ook de proefstations Naaldwijk en Aalsmeer ondergebracht kunnen worden," aldus de Afdeling. Voorts was de vergadering van me ning dat men voor de proefstations Wilhelminadorp, Boskoop en Horst naar een gezamenlijke locatie moet zoeken. "Op deze manier kan men het komende probleem van de om vang van voldoende onderzoeks- kennis opvangen," aldus de vergadering. De openbare Algemene Vergadering van het KNLC van het volgend jaar vindt plaats op maandag 22 maart 1993. Plaats van handeling is het Congresgebouw in Den Haag. W. Meijer, commissaris der Koningin van Drenthe, zal op de Algemene Vergadering als spreker aanwezig zijn. Per 1 januari 1993 is Meijer lid van de Raad van Beheer van de Ra bobank en per juni 1993 zal hij voor zitter zijn van deze Raad. Het bestuur van het KNLC kon niet tot een eendrachtig standpunt ko men inzake de te volgen lijn bij het leasen van melkproduktierechten. Stemming gaf aan dat een krappe meerderheid voorstander is van zo veel mogelijk vrijheid in de lease regeling. Dit is ook de lijn die het KNLC van oudsher volgt. Het bestuur wijkt echter af van het ad vies van de Afdeling Veehouderij. Die zou graag enkele beperkingen in de lease-regeling zien. In de discussie over de toekomst van de regeling voor het leasen van melkproduktierechten blijkt dat de meningen erover zeer verdeeld zijn. De Afdeling Veehouderij van het KNLC koos uiteindelijk bij meerder heid voor een beperking in de tijds duur van verhuur. Met deze beperking wil de Afdeling voorko men dat melkquotum uit de land bouw verdwijnt en wil ze het aanbod van melkquotum op de markt vergroten. Het bestuur van het KNLC bleek op 3 november 1992 tijdens haar ver gadering ook verdeeld. Diverse voor- en nadelen van het wel of niet beperken van de tijdsduur van ver huur kwamen naar voren. Nadat er was gestemd, bleek een krappe meerderheid voor zoveel mogelijk vrijheid te zijn en dus tegen een be perking van de tijdsduur. Het bestuur van het Landbouw schap is woensdag niet tot een eensluidende conclusie kunnen ko men over de vraag hoe het verhuren van melkquota het beste kan wor den afgeremd. Een voorstel van de afdeling Melkveehouderij om de ver huur aan een tijdslimiet van drie jaar te binden kreeg geen unanimiteit. Na een korte schorsing kreeg het dagelijks bestuur opdracht om de komende maand een voor alle orga nisaties acceptabele oplossing te vinden. Die zal vervolgens in de vorm van een advies aan landbouw minister Bukman worden voor gelegd. Het bestuur was het er in zijn alge meenheid wel over eens dat het ver huren van melkrechten enigszins moet worden ontmoedigd. Het aan tal "quotumhouders" is nu al tien procent hoger dan het aantal boe ren dat daadwerkelijk melk produ ceert en als er niets verandert zal dat verschil alleen maar groter worden. Volgens de woordvoerders van KNLC en CBTB moet het veehou ders boven de 65 jaar onmogelijk worden gemaakt nog langer quo tum te verhuren. Zij zullen het defi nitief moeten verkopen. De overige in het Landbouwschap samenwer kende organisaties zagen niets in Een dag later mocht het bestuur van het Landbouwschap zich over de kwestie buigen. Ook daar waren de meningen niet eensluidend. Het bestuur kwam dan ook niet met een beslissing. Het bestuur van het Landbouwschap wil eerst kijken naar de uitvoerbaarheid en contro leerbaarheid van mogelijke beper kingen. Het Dagelijks Bestuur van het Landbouwschap moet tenslotte met een eensluidend standpunt ko men, eventueel in afstemming met het Produktschap voor Zuivel. B.J. Warmelink, voorzitter van de Afdeling Veehouderij, toonde zich teleurgesteld over het feit dat het bestuur van het KNLC de richting van de Afdeling niet volgde. Hij is beter gestemd over de gang van za ken bij het Landbouwschap. "Ik ben hier niet ongelukkig mee, omdat de beperkingen die de Afdeling voor staat in het belang van de sector zijn. Er ligt een eensgezind stand punt Yan de Afdeling Veehouderij van het Landbouwschap. Het Dage lijks Bestuur moet met goede argu menten komen om het advies om de tijdsduur van verhuur te beper ken niet te volgen. In de hele discus sie heb ik nog geen goede tegenargumenten gehoord," aldus Warmelink. Geert Pinxterhuis deze variant. Zij wensten vast te houden aan het compromis van de afdeling Melkveehouderij: spreek met ingang van volgend jaar af dat veehouders hun melkrechten alleen nog tijdelijk mogen verhuren. Onder tijdelijk verstaat de afdeling maxi maal drie jaar. Alle woordvoerders legden er de na druk op dat hun voorkeur was geba seerd op zorgvuldige en moeilijke afwegingen binnen de eigen organi satie. Voorzitter Mares zei echter in zijn conclusie dat hij er weinig voor voelt met een verdeeld standpunt naar minister Bukman te gaan. Het bestuur was het daarmee eens. Door een wijziging in de statuten van het KNLC bekrachtigde de Al gemene Vergadering van het KNLC de toelating van de Noordelijke Land- en Tuinbouw Organisatie (NLTO) als lid van het KNLC. De NLTO komt in de plaats van het Drents en Veenkoloniaal Landbouw- genootschap en de Groninger Maat schappij van Landbouw, die door hun fusie tot de NLTO op 1 januari 1993 van rechtswege zijn ont bonden. Het bestuur van het KNLC had de toelating van de NLTO al goedge keurd. De wijziging betreft artikel 30 lid 1, dat het aantal uit te brengen stemmen regelt. De NLTO mag in de Algemene Vergadering van het KNLC drie stemmen uitbrengen. Hiermee krijgt de NLTO evenveel stemmen als de Friese Maatschap pij van Landbouw, de Geldersche Maatschappij van Landbouw (GMvL), de Hollandsche Maat schappij van Landbouw en de Zui delijke Landbouw Maatschappij (ZLM). De Overijsselsche Landbouw Maatschappij heeft twee stemmen, de overige leden elk een stem. Als meer duidelijkheid bestaat over de fusieplannen tussen de GMvL, het Utrechts Landbouw Genootschap en de ZLM wordt bekeken of het nodig is het aantal stemmen per or ganisatie aan te passen. "Bij voortzetting van het hoge bestrijdingsmiddeiengebruik kan binnenkort voor delen van de akkerbouw de uitdrukking "op zijn dooie akkertje" letter lijk worden genomen." Stelling bij Proefschrift Hans Hetsen, Universiteit Twente (NRC-Handelsblad, 25 september 1992). "Ik zou onder verwijzing naar de bedroevende wetgevingskwaliteit willen stellen, dat het zo langzamerhand tijd is dat er tenminste een competente minister van landbouw komt." Mr. P.A. de Hoogh, voorzitter vereniging van Agrarisch Recht en adviseur Bond van Landpachters (Agrarisch Recht, oktober 1992). "Als de prijs die de boer voor zijn produkt krijgt met 20 procent daalt levert dat voor de consument maximaal 3,5 procent voordeel op. In het verleden hebben we steeds kunnen zien dat de tussenhandel de marges inpikt." Prof. dr. ir. L.C. Zachariasse, direkteur LEI (De Telegraaf 2 no vember 1992).

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1992 | | pagina 5