Streven naar landelijke organisatie is noodzakelijk Waar komen alle groenten toch vandaan? Witloftelers hebben goed seizoen nodig Weer grote verschillen in zaadopbrengsten Geld voor strijd tegen schimmel in boomteelt Knolselderijtelersvereniging Zuid-West Nederland: Een nieuw trekseizoen staat weer voor de deur. Op de foto: het in- schuren van witlofwortels. Met rasse schreden heeft de herfst haar intrede gedaan. Ook in de BA RONIE is dit goed te zien. In de vol- legrondsgroenteteelt wordt hard gewerkt om de laatste produkten van het land te halen (natuurlijk niet de spruiten en winterprei). Daaren tegen, in de kassen is er juist weinig werk. In de kassen loopt de oogst van de produkten gestaag terug. Dit is vooral te "danken" aan de donkere periode, die we achter de rug heb ben. In de komkommers bijvoor beeld, wordt maar één of hooguit twee keer per week geoogst. In de tomatenkassen is het beeld onge veer hetzelfde. Toch is het teeltsei zoen nog niet ten einde. De maand november is normaal gesproken een maand waarin nog redelijk geoogst wordt. Aan het einde van november worden de kassen vaak pas leeg geruimd. In de vollegrond zijn de naweeën van het vreselijke weer van begin september nog steeds zichtbaar. En ook de nachtvorst van twee weken geleden heeft lelijk huisgehouden. Bijvoorbeeld kropsla, spinazie en in lichtere mate ijsbergsla, zijn snel in kwaliteit achteruit gegaan. Het slechte weer van september heeft een achterstand in groei opgeleverd van twee tot vier weken. En dan nu die nachtvorst erop! Andijvie daar entegen lijkt weinig last te hebben van het slechte weer. De prijzen van de vollegrondsgroenten zijn heel verschillend. De bladgroenten zijn over het algemeen vrij goed. De prij zen van prei en spruiten willen hele maal niet. Voor de glasgroenten gaat eigenlijk hetzelfde op. Prijzen van met name paprika en aubergine zijn goed, ter wijl tomaten en komkommers maar matig geprijsd zijn. En dan staat bij de witloftelers weer een nieuw trekseizoen voor de deur. Het is te hopen dat dit voor hen een goed seizoen mag worden. Als dit niet het geval is, zie ik het echt som ber in. Overal bij de telers komen de wagens en containers met witlof- pennen weer op het erf. Hoe de kwaliteit dit jaar is, weet ik niet. Waarschijnlijk behoorlijk, want an ders was het allang bekend ge weest. De telers zullen de ontwikkeling van de pennen wel zeer nauwlettend gevolgd hebben. Goed uitgangsmateriaal is altijd al de helft van de teelt, wordt er ge zegd. Laten we voor de witloftelers hopen, dat dit jaar de hele teelt zeer goed zal zijn. We zullen ook op THOLEN geduld op moeten brengen na de vele re gen om de grond op wintervoor te leggen. Echt droog wordt het niet meer, maar omknoeien moet ten al len tijde vermeden worden. Een goed werkende drainage is ook nu op leeg land belangrijk omdat dit pias vorming kan voorkomen want slik blijft om deze tijd slik. Goed ploegwerk wordt als de basis gezien voor een volgend groeisei zoen, dit is zeker ook in ons gebied van groot belang. Een vlakke ligging is immers een vereiste voor de op komst van de veelal fijne bloemza den. Waarbij eigenlijk een gelijkmatige opkomst het belangrijk ste is, want de standdichtheid is bij een goede opkomst dikwijls weer aan de hoge kant. De ziektedruk van schimmels is dan groter en het komt de zaadzetting zeker niet ten goede, namelijk door de vorming van veel kleine bloemen en licht zaad. Het op afstand zaaien bij bijvoor beeld lavatera zou een mogelijkheid kunnen zijn om de collectotrichum- schimmel minder kans te geven. Er zijn ook dit jaar weer diverse perce len hierdoor de mist ingegaan. Te genvallende opbrengsten van ogenschijnlijk mooie percelen bloemzaden, zou zeker het gevolg kunnen zijn van te dichte stand en te welige groei. Dunner zaaien of De balans van veel vollegronds- groentegewassen in WEST BRA BANT is opgemaakt. Tot nu toe heeft geen enkel gewas een accep tabele prijs opgebracht. Kontrakten hebben niet overal zekerheid gege ven. Verschillende percelen tuin- bouwgewassen, die zijn blijven staan, wachten op beter weer zodat zij ondergewerkt kunnen worden. Plantuien, sperziebonen, waspeen, erwten, aardappelen, B-peen en prei zijn de belangrijkste teelten in West Brabant die op menig bedrijf alleen aan bemestingswaarde nog iets op brengen. Van prei dachten velen dat het niet kapot kon. Nu is deze teelt moeilijk verkoopbaar. De kontrakten zitten vol. Op de veiling is prei in middels onder de kostprijs terecht gekomen. De vroege prei is te snel gegroeid en daardoor te dik gewor den. Er zijn verschillende exempla ren die op de weegschaal meer dan een kilo aangeven. Veel prei die ernstig door trips was aangetast is bladloos weggegaan. Alleen het wit was nog af te zetten. Afnemers waren over deze manier van afleveren erg te spreken. Voor volgend jaar denken telers dat de in dustrie alleen nog maar belangstel ling zal hebben voor prei die van hun mantel is ontdaan. Daar zal op kon- trakt wel een hogere prijs tegenover staan maar het zal de tuinder een hoop extra werk bezorgen. Rode kool is in een vrije val geraakt en brengt nog amper 4 cent op. Vol gens de eerste berichten zullen per celen knolselderij niet worden afgenomen. Waar dit jaar alle groen ten vandaan zijn gekomen snapt niemand. Ook de handel niet. Er zit over de gehele linie wel een uitbrei ding in maar niet in die mate dat er dumping zou moeten plaatsvinden. Of is het buitenland een gedeelte van het Nederlandse vakmanschap aan het overnemen? In het Rabo- bank/LEI-rapport wordt roemend gesproken over de inzet en kennis van de Nederlandse tuinder. Tegen de opkomende concurrentie heeft de tuinder tot nu toe het hoofd we ten te bieden door nog betere kwali teit te bieden. Of het vakmanschap voor de toekomst toereikend zal zijn is de vraag. Tot nu toe spraken rapporten als het Rabo/LEI-rapport altijd over de perspectieven die voor de Neder landse land- en tuinbouwer voor het oprapen lagen. Nu bevat het over zicht van de bank tussen de regels door een duidelijke ondertoon. Wil de tuinbouw overleven dan moeten er nog betere prestaties komen. Nog betere kwaliteit. In de praktijk is dat echter niet meer te realiseren. Uit het rapport is op te maken dat ons omringende landen sterk in op komst zijn en hard op weg zijn zelf voorzienend te worden. Geen gunstig voorteken van onze eigen kredietverstrekker. Van stimulering op grote schaal, om nog meer nieu we, moderne bedrijven op te zetten, is geen sprake meer. Ook de banken zien de toekomst van de Nederland se tuinbouw wat zorgelijk tege moet. Zij gaan nu meer internationaal denken. Het Produktschap voor Siergewas sen reserveert ruim zeven ton voor een onderzoek dat de boomkwekerij moet verlossen van de bodem- schimmel Verticillium. Het Centrum voor plantenveredelings- en re- sistentieonderzoek (CPRO) gaat op zoek naar planterassen die resistent zijn tegen de schimmel. Verticillium geeft problemen bij de teelt en export van laanbomen. Een goede bestrijdingsmethode is er niet. Het onderzoek duurt vier jaar. Voor elk jaar heeft het produktschap 180 duizend gulden uitgetrokken. Na twee jaar wordt besloten of de bij drage voor de resterende periode wordt verstrekt. Het produktschap dekt de helft van de kosten van het onderzoek, terwijl het CPRO de an dere helft voor zijn rekening neemt. eventueel mechanisch dunnen zou den zeker nog kunnen bijdragen tot hogere opbrengsten, minder risico en betere zaadkwaliteit. Hier liggen zeker nog mogelijkheden tot verbetering van de teeltresulta ten. De hoge uitschieters in op brengst zijn beslist geen toeval, maar terug te voeren op een aantal bekende en dikwijls onbekende groeifaktoren. Waarbij alleen het weer een faktor is, waar we geen in vloed op hebben. Maar dat is voor iedereen hetzelfde, zodat ook hier de grote verschillen die er in zaad opbrengsten altijd zijn, niet door te verklaren zijn. Er is ook in deze sektor nog veel te leren. Dit lukt alleen, wanneer alle telers dit samen doen en hun kennis zo breed mogelijk uitgewisseld wordt via studieclubs en voor lichters. Afgezien van plaatselijk een minder perceel staat de oogst van knolsel derij er veelbelovend op. Zowel op de kilogramopbrengst als op de kwaliteit is weinig aan te merken. Zeer veel loof kan een stevige nachtvorst weren. Toch lopen een aantal zaken niet gesmeerd vinden voorzitter Jaap Burgers en penning meester Jan Kavelaars van knolsel derijtelersvereniging Zuid-West Nederland. Het schort nog aan de contractprijzen, gezond uit gangsmateriaal, promotie van het produkt en een optimale belangen behartiging. "Wij zijn gebaat bij gezond uit gangsmateriaal", zegt voorzitter Burgers. "Jaarlijks zijn er problemen. Vooral vorig jaar was dat het geval. Als vereniging verzoeken wij plan- tenkwekers hun grond in de kas vooraf te ontsmetten. Ook het zaai zaad moet voorzover dat bij de zaadleverancier niet gebeurd is, ont smet zijn. Een belangrijk punt is ver der dat de planten voordat ze het kweekbedrijf verlaten voorzien zijn van een eerste behandeling tegen o.a. bladvlekkenziekte. Besmette planten beter maken lukt niet meer". Contractprijs De contractprijs vormt jaarlijks een discussiepunt met de handel. Steeds meer tussenpersonen gaan de boer op en dat maakt het niet gemakkelijker. Met onderlinge con currentie tussen de handelaren is de teler niet gebaat. Dat het rendement veel is ingeboet toont de curve van de contractprijs aan: in 1986 nog 24 cent, nu 18 cent inclusief reini ging. Jaarlijks een cent eraf laat dui delijk zien dat tarwe een spilfunctie vervult. Van het areaal knollen dat gemiddeld tussen de 1400 en 1800 ha uitkomt, gaat 35% weg onder contractvoorwaarden. Volgens Jan Kavelaars is het telen van knolselderij voor 18 cent een a- sociale teelt geworden. "De con tractprijs is bepalend voor een eer ste prijszetting. Telers die voor 18 Voorzitter Jaap Burgers en secretaris Jan Kavelaars van de knolselde rijtelersvereniging Zuid-West Nederland. cent een contract afsluiten hebben een opbrengst van 50 ton in hun achterhoofd zitten terwijl 40 ton ge bruikelijk is. Wij adviseren leden zich niet voor 18 cent vast te leggen. Het enige voordeel is dat er een bo dem in de prijs zit". Als de knollen in de exportlanden Duitsland, België en Frankrijk goed groeien is het voor de Nederlandse teler slecht. Voor buitenlandse fabri kanten is het dan interessanter het kwalitatief betere Nederlandse pro dukt links te laten liggen. Het blijft overigens moeilijk om aan sluitende gegevens te komen omtrent buiten landse arealen exl. Promotie Op bescheiden schaal is knolselde rijtelersvereniging Zuid-West Neder land bezig met promotie. Dit op advies van een marktonderzoek. "Een nadeel van knolselderij is dat het na snijden snel verkleurt", mer ken Burgers en Kavelaars op. "Met toevoegingen is dat te verhelpen maar dat is verboden. De Neder landse consument is terughoudend om deze groenten in knolvorm te kopen. Bij de Duitse huisvrouw ligt dat anders. Knolselderij kent vele bereidingsmogelijkheden. Als rauwe groenten, in de soep, gebakken en zelfs gefrituurd. Knollen moeten concurreren met o.a. koolsoorten die gemakkelijker te verwerken zijn en bovendien ook een witte kleur hebben. Kunnen we een rode knol telen dan biedt dat meer variatie op de schotel. Meer promotie zal de teelt ten goede komen maar dat kost geld". Om deze reden ziet het bestuur graag dat meer telers zich aanmel den bij de 100 leden tellende vereni ging. Nu opereren er landelijk kleine telersverenigingen die zich uitslui tend met de technische kant bezig houden. Bewezen is dat beleidmati- ge belangenbehartiging onmisbaar is voor de betrekkelijk kleine knol- selderijteelt. Voorwaarden worden niet altijd netjes nageleefd zodat de vereniging regelmatig geconfron teerd wordt met juridische aangele genheden. Voor de contributie hoeven de telers het niet te laten. f 12,50 basiscontributie en f 7,50 per hectare. Geïnteresseerden kun nen zich aanmelden bij penning meester Jan Kavelaars, tel. 01685-2428. J.v.T.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1992 | | pagina 19