■hli liianrlhriiiftütfiifihtiiai i i
De maand november op het zuidwestelijk veehouderijbedrijf
Meldingen grond/quotumtransacties
naar Produktschap voor Zuivel
Tijdelijke
verhoging
melkquota
Aankoop melkquotum
Sinds de invoering van de superheffing zijn er binnen
de melkveehouderijsector geen mogelijkheden meer
om de produktie uit te breiden. Door produktiestij-
ging en verdere kortingen op het melkquotum is het
aantal koeien op de bedrijven gedaald. Terwijl de bij
het bedrijf behorende landbouwgrond gelijk is geble
ven. Om het geïnvesteerde vermogen in grond, ge
bouwen en inventaris toch zo rendabel mogelijk te
maken is schaalvergroting op bedrijfsniveau ge
wenst. In de praktijk betekent dit aankoop van melk
quotum.
Nieuwe begeleidings
commissie
DLV-team Boxtel
VRIJDAG 30 OKTOBER 1992
Schaalvergroting op bedrijfsniveau in de melkveehouderij betekent in de praktijk aankoop van melk
quotum.
Hoog of laag vetgehalte?
Bij de overweging om melkquotum
aan te kopen, komen dikwijls allerlei
vragen naar boven. Dit zijn meestal
vragen m.b.t. de financiële haalbaar
heid en de juridische consequenties.
Voordat u zich oriënteert op de
markt, hebt u voor uzelf al bepaald
welk bedrag u wilt besteden, welke
hoeveelheid u wenst aan te kopen
en met welk vetgehalte Over met
name het laatste punt is de praktijk
het eens. Hoe hoger het vetgehalte
van het aan te kopen quotum hoe
beter. In de praktijk betekent dit dan
ook dat er voor melkquotum met
een hoger vetgehalte meer belang
stelling is, dan voor melkquotum
met een laag vetgehalte. Of deze
bewering juist is, is nog maar de
vraag. In dit artikel willen we aange
ven hoe de zaken liggen.
Prijsvergelijking
Bij de beoordeling van de vraag
welk vetgehalte het meest interes
sant is om aan te kopen, moeten we
op een aantal punten letten. Zoals,
de grootte van het eigen quotum,
de grootte van het aan te kopen
quotum en het vetgehalte van de
geleverde melk een grote rol. Im
mers met de factor 0,18 moet de
geleverde hoeveelheid melk gecorri
geerd worden naar de vetreferentie.
Aan de hand van een voorbeeld zul
len we aangeven wat de conse
quenties zijn van
melkquotumaankoop met een ver
schillend vetgehalte.
Een voorbeeld
Het voorbeeldbedrijf heeft een
melkquotum van 400.000 kg met
een vetrefentie van 4.32%. Het
werkelijk vetgehalte ligt op 4.57%.
We moeten nu eerst bepalen hoe
veel melk er met het werkelijk vet
gehalte geleverd mag worden. Met
de formule
melkquotum
1 (A - B) 0.18)
kan dit berekend worden. Hierin is A
het werkelijk vetgehalte en B de vet
referentie. Voor het bedrijf in ons
voorbeeld betekent dit dat er
382.775 kg melk met 4.57% vet
heffingvrij geleverd kan worden. Het
bedrijf heeft plannen om 50.000 kg
melkquotum bij te kopen. De vee
houder heeft nu de keuze uit twee
partijen van 50.000 kg met respec
tievelijk 4.02% vet en 4.43% vet.
De aankoopprijs is f 1,— per pro
cent vet.
In tabel 1 geven we aan wat er ge
beurt met de vetreferentie en wat
de hoeveelheid te leveren melk is,
omgerekend naar het werkelijke vet
gehalte. Verder hebbben we de wer
kelijke toename van de te leveren
melk berekend met daarnaast het
Tabel 1.
Overzicht van wijzigingen in vetrefe
rentie en de te leveren hoeveelheid
melk na aankoop van melkquotum.
Als vervolg op de vergroting van de
rundveehouderijteams per 1 juli
1992 is de samenstelling van de be
geleidingscommissie van het DLV-
team rundveehouderij te Boxtel ook
gewijzigd.
De nieuwe commissie bestaat nu
ujt_Jl2 përsonen. De meesten heb
ben—eerder in de commissie van
aankoopbedrag per kilogram gele
verde melk.
Zie tabel 1
Na uitvoering van plan 1 blijkt dat
de vetreferentie gedaald is tot
4.29%. Na correctie voor het vetge
halte mag er ruim 45.000 kg melk
meer geleverd worden dan in de be
staande situatie Delen we deze
hoeveelheid op het aankoopbedrag
van f 201.000 dan blijkt dat het be
drijf f 4.40 per kg werkelijk te leve
ren melk heeft betaald. Voor plan 2
kunnen we hetzelfde doen. Het aan
koopbedrag per kg werkelijk te leve
ren melk is dan f 4.56. Omdat we
gecorrigeerd hebben voor het vet
gehalte mogen we beide bedragen
met elkaar vergelijken. In plan 1 be
taalt de veehouder f 4.40 om één
kg melk meer te mogen leveren. In
plan 2 is dit voor dezelfde kg
f 4.56.
Een duur extraatje
Ondanks deze uitkomst overweegt
de veehouder uit het voorbeeld om
toch maar de partij melk te kopen
met het hoogste vetgehalte. Vol
gens hem is dit toch voordeliger,
omdat zijn vetreferentie stijgt. Hier
door wordt de te leveren hoeveel
heid melk groter. Deze laatste
bewering is zondermeer juist. Uit ta
bel 1 blijkt dat in plan 2 2957 kg
melk meer geleverd mag worden
dan in plan 1. Jammer genoeg be
draagt de prijs van dit extraatje wel
f 20.500,— (dit is het verschil tus
sen de aankoopsom van plan 2 en
plan 1). Oftewel f 6.93 per kg. Dus
het extra stukje quotum dat verwor
ven wordt door aankoop van quo
tum met een hoog vetgehalte wordt
erg duur betaald.
De beste besteding
Ter verduidelijking hebben we nog
een derde plan doorgerekend. Uit
gangspunt is dat de veehouder
max. f 221.500 heeft te besteden.
Het te kopen quotum kost f 1,— per
procent vet. Voor dit bedrag kan hij
50.000 kg quotum, met een vetre
fentie van 4.43% (zie plan 2), of
55.099 kg quotum met een vetrefe
rentie van 4.02% (zie plan 3) kopen.
Kijken we hoeveel melk hij dan wer
kelijk mag leveren, dan zien we dat
in het derde plan 1156 kg melk meer
geleverd kan worden dan in plan 2.
En dat voor hetzelfde aankoop
bedrag.
De conclusies
Uit ons voorbeeld blijkt dat er eerst
gerekend moet worden om tot een
juiste uitspraak te komen over de
vraag: wat mag het vetgehalte
kosten? Uit voorgaande prijsvergelij
king blijkt dat aankoop van melk-
Uden of Boxtel gezeten. Ook zijn
twee nieuwe-Jeden benoemd. De
commissféjs namens alle veehou
ders de spreekbuis voor de DLV en
quotum met een hoog vetgehalte
niet aantrekkelijk is, omdat voor
quotum met een hoog vetgehalte in
verhouding teveel moet worden be
taald. Het argument dat voor deze
meerprijs dan wel meer melk gele
verd mag worden is volkomen juist.
Bedenk wel dat deze extra liters bij
zonder duur zijn. De prijs hiervan ligt
in geen verhouding tot de markt
prijs. Het is dan juist voordeliger om
meer quotum met een lager vetge
halte aan te schaffen tegen eenzelf
de totale aankoopsom.
G. Idaerda
Bedrijfsdeskundige
DLV Rundveehouderij Breda
Het Produktschap voor Zuivel (PZ)
wordt met ingang van 1 november
1992 belast met het afgeven van
beschikkingen met betrekking tot
quotummutaties en de registratie
daarvan. Vanaf 1 november dienen
alle meldingen van grond/quotum
transacties te worden gedaan bij
het PZ.
Op dit moment hebben zowel het
ministerie van Landbouw als het PZ
een taak bij de afhandeling van
grond/quotummutaties. Wanneer
een melkveehouder grond met quo
tum wil overdragen, dienen zowel
de vervreemder en als de verwerver
van de grond en het quotum geza
menlijk de districtsbureauhouder
(DBH) hiervan in kennis te stellen.
Naar aanleiding van deze melding
geeft de directeur Landbouw Na
tuur en Openluchtrecreatie (LNO) in
de provincie een beschikking af met
betrekking tot de quotumovergang.
De directeur LNO stuurt deze be
schikking zowel aan de betrokken
veehouder als aan het PZ. Vervol-
bestaat nu uit onderstaande perso
nen: H. Opsteegh Velp, H. Versmis
sen Eersel, P. Boll Doeveren (ZLM),
A. van der Heijden Keidonk, H. van
Ham Luijksgestel, P. Simons Hel-
voirt, R. Matijssen-v.d. Broek
Schaijk, J. van Os Mariaheide, A.
Jennissen Den Dungen, J. van
Roessel Goirle, M. Peijnenburg Oir-
schot, M. Teurlinx Heesch.
gens verwerkt het Produktschap
voor Zuivel de gegevens en infor
meert de melkveehouder hier schrif
telijk over.
Deze werkwijze is vorig jaar doorge
licht door een extern adviesbureau.
Het bureau constateerde dat de hui
dige werkwijze niet efficiënt is en
daardoor tot lange verwerkingstij
den aanleiding geeft. Als gevolg
hiervan is besloten om de beoorde
ling en verwerking van grond/quo
tummutaties te centraliseren bij het
PZ.
Nieuwe situatie
Vanaf 1 november 1992 dienen
veehouders zich voor grond/quo
tummutaties rechtstreeks bij het PZ
te melden. De DBH's en de direc
teuren LNO zullen vanaf deze datum
niet meer betrokken zijn bij
grond/quotummutaties. Binnen het
PZ is de Centrale Organisatie Super
heffing (COS) ingesteld, die is be
last met de uitvoering van de
superheffingsregeling. De COS
wordt aangestuurd door de Com
missie COS, die rapporteert aan het
PZ-bestuur.
Ongewijzigde elementen
De wijziging van de regeling heeft
uitsluitend betrekking op de wijze
van uitvoering. Er heeft geen inhou
delijke wijziging plaats gehad in de
registratie van grond/quotumover
drachten. De criteria waarop muta
ties worden beoordeeld en de
overige regels die bepalen in hoever
re grond met quotum mag worden
overgedragen zullen door het PZ op
dezelfde wijze worden uitgevoerd
als tot nu toe door de directeuren
LNO. De uitgifte van nieuw quotum
blijft de bevoegdheid van de minis
ter van Landbouw. Dit geldt ook
voor het beleid met betrekking tot
grond/quotummutaties en de
vaststelling van de daarmee samen
hangende regelgeving.
Alle melkveehouders worden schrif
telijk van de komende wijziging op
de hoogte gesteld door het Produkt
schap voor Zuivel.
Het ministerie van Landbouw heeft
besloten de referentiehoeveelheid
en heffingvrije hoeveelheden melk
voor de heffingperiode 1992/1993
te verhogen met 1,1 procent.
Het betreft hier een strikt admi
nistratieve aanpassing van de melk
quota. Het heffingjaar is namelijk
begonnen op 29 maart 1992. De
door het ministerie gehanteerde
duur van de heffingperiode is 52
weken, zodat deze periode op 27
maart 1993 afloopt. Echter in de EG
verordening is bepaald, dat de ne
gende heffingperiode loopt tot en
met 31 maart 1993. Om de vier
ontbrekende dagen te overbruggen
worden alle melkquota verhoogd
met 4/363 - 1,1 procent.
situatie quotum vetreferentie gecorrigeerd verschil t.o.v. prijs per
quotum bestaand gecor. kg
bestaand 400.000 4.32 382.775
plan 1 450.000 4.29 428.408 45.633 f 4.40
plan 2 450.000 4.33 431.365 48.590 f4.56
plan 3 455.099 4.28 432.521 49.746 f 4.45
Plan 1: aankoop 50.000 kg quotum, vetreferentie 4.02%, aankoopsom
f 201.000
Plan 2: aankoop 50.000 kg quotum, vetreferentie 4.43%, aankoopsom
f 221.500
Plan 3: aankoop 55.099 kg quotum, vetreferentie 4.02%, aankoopsom
f 221.500