DLV
Landbouwvoorlichting
De maand november op het zuidwestelijk akkerbouwbedrijf
Met bedrijfsregistratie halen
akkerbouwers meer uit hun bedrijf
a
De aardappelen zijn grotendeels gerooid. In oktober
is er een begin gemaakt met het afleveren van de
suikerbieten en cichorei. Waar mogelijk zijn een aan
tal akkerbouwers gestart met het zaaien van winter
tarwe. November staat voor het afronden van de
oogstperiode en de start voor het komend seizoen.
Het betekent dat u uw aandacht moet richten op de
tijdelijke opslag en/of bewaring van de gerooide pro-
dukten en op de basis voor het komende groeisei
zoen. Natuurlijk speelt het weer en daardoor het
aantal werkbare dagen hierin een grote rol. Toch kunt
u zelf invloed uitoefenen op het uiteindelijke rende
ment. Hier volgen een aantal tips.
16
VRIJDAG 30 OKTOBER 1992
Consumptieaardappelen
Kieming en reducerende suikers ver
minderen de kwaliteit van het pro-
dukt. Hoe lager de temperatuur hoe
later de knol gaat kiemen, maar hoe
meer reducerende suikers er ont
staan. Deze reducerende suikers ge
ven een sterke bruinverkleuring
tijdens het bakken terwijl ook de
smaak achteruit gaat. De uiteinde
lijk gewenste bewaartemperatuur is
afgestemd op de bestemming van
de aardappelen:
tafelaardappelen 4- 5°C.
aardappelen voor
frites- en
droogindustrie 5- 7°C.
chipsaardappelen 7-10°C.
Als de aardappelen voor half januari
worden afgezet, kunt u een hogere
temperatuur (6-8°C.) voor frites- en
tafelaardappelen aanhouden. Redu
cerende suikers zijn voor fritesaar-
dappelen beslist onaanvaardbaar,
zodat een veilige minimumtempera
tuur 6 graden C. is. Uitgaande van
een gemiddeld temperatuursverloop
betekent dit dat de temperatuur van
de partij half tot eind november op
6 graden C. moet zitten. U dient de
temperatuur geleidelijk terug te
brengen naar deze streeftempe-
ratuur.
Gebruik altijd lucht die minstens 2
graden kouder is dan de produkt-
temperatuur. De buitenlucht wordt
door de ventilatoren reeds een 0,5
graad opgewarmd. Bij een te gering
temperatuurverschil zijn voor het in-
koelen te veel draaiuren nodig. Veel
draaiuren betekent gewichtsverlies.
Is de buitenlucht echter kouder dan
4 graden C. dan stijgt het gehalte
aan reducerende suikers teveel, ter
wijl ook de partij te veel afkoelt.
Wanneer u bij te koude temperatu
ren toch wilt ventileren dan moet u
menglucht gebruiken, of geheel in
tern ventileren.
De kieming wordt in de praktijk te
gengegaan door kiemremmingsmid-
delen te gebruiken. Dit jaar is in veel
gevallen een hele of een halve dose
ring poedervormig middel gebruikt.
Let bij een halve dosering, of bij al
leen gassen, op het tijdig aanvullen
van de dosering. Het gassen van
aardappelen met "witte puntjes"
verhoogt namelijk de kans op in
wendige kieming. Kontroleer de par
tij regelmatig op kieming. Omdat
boven aan de hoop de meeste kans
is op vochtsafzetting (kondensatie)
treedt in het algemeen daar het
eerst kieming op. Naast de eigen er
varing is dit een goede graadmeter
voor een tijdige herhaling.
Na gassen moet u doorgaan met in
tern ventileren totdat de nevel ver
dwenen is. Het middel heeft het
meeste effekt als de aardappelen
droog zijn en de eerste dagen na
gassen weinig of niet geventileerd
wordt met buitenlucht.
Suikerbieten
Benut de rooibare dagen. In novem
ber groeien de bieten nauwelijks,
maar de kans op struktuurschade
en meer tarra neemt toe. De ver
wachting is dat er dit jaar, door ho
gere opbrengsten, sprake is van een
langere bietencampagne. Houdt er
rekening mee dat er meer bieten
dan normaal moeten worden be
waard. Denk eraan dat u voldoende
goed afdekmateriaal (PE-folie van
0,2 mm dikte en bijv. stro voor aan
de voet van de hoop) voorhanden
heeft. Maak i.v.m. afdekken een re
gelmatige hoop die niet langer is
dan 2 meter. Naast vorst is ook
broei nadelig. Voorkom broei door
na de vorst het afdekmateriaal (ge
deeltelijk) te verwijderen.
Wintertarwe
November-zaai geeft in principe het
grootste risiko op opvriezen in de
maand februari. Het gewas komt
hooguit in het twee-bladstadium de
winter door en heeft dan nog geen
kroonwortels gevormd. Eenmaal in
het drie- vier-bladstadium kan het
gewas zich herstellen van opvrie
zen. Ook een latere zaai geeft min
der risiko op opvriezen.
Als het weer het toelaat dienen
eerst de laat afrijpende rassen (Vi-
vant, Ritmo) te worden gezaaid.
Rassen als Obelisk en zeker ook
Herzog kunnen tegen een latere
zaai. Bij late zaai is de kans op
slechtere omstandigheden groot,
waardoor er meer zaaizaad moet
worden gebruikt. De zaaizaadhoe-
veelheid verschuift dan van 3,5 naar
4x het duizendkorrelgewicht.
Zaait u de eerste week van novem
ber op gronden met een hoge duist-
bezetting dan is het toepassen van
een bodemherbicide direkt na zaai
noodzakelijk. De mogelijkheden zijn:
Javelin 20% slib
en/of <2% humus 2.5 L
Javelin 20-35% slib
en/of 2-5% humus 3.0 L
Javelin 30-40% slib
en/of 5% humus 3.5 L
Javelin 40% slib 4.0 L
Tribunil, afhankelijk van slib 3-5 L
Boxer isoproturon in respektieve-
lijk 4 2 L
Zaaien na half november houdt in
dat een najaarsbespuiting uitgesteld
kan worden tot het vroege voorjaar.
Het onkruid is klein en de duist is
nog niet door de uitstoeling heen.
Ook probleemonkruiden als duist en
kamille kunnen goed in het vroege
voorjaar door o.a. methabenzthiazu-
ron (Tribunil), kombinaties me't iso
proturon, Javelin of Puma vanaf het
twee- drie-bladstadium, bestreden
worden.
Let op de aanwezigheid van slakken.
Ook dit najaar is het risiko op slak-
kenschade groot. Verwacht u ern
stige schade, meng dan 5 kg
Mesurol of Skipper slakkenkorrels
per ha door het zaaizaad.
Zaaiuien
Voor de bewaring van zaaiuien geldt
net als bij consumptieaardappelen
dat de bewaartemperatuur hetzelf
de moet zijn als de gemiddelde et-
maaltemperatuur. Dit betekent in
november een geleidelijke inkoeling
van circa 9 graden C. tot circa 4 gra
den C. eind november. Uien moeten
droog blijven. Door kondensatie ont
staat broei en kleurverlies. Door te
ventileren met buitenlucht die 2 gra
den C. kouder is dan de bewaartem
peratuur gebruikt u altijd drogende
lucht. Blijft de buitentemperatuur
gedurende meerdere dagen hoger
dan de temperatuur in de bewaar
plaats, dan moet gedurende kortere
perioden intern worden geven
tileerd.
Knolselderij
Knolselderij is zeer vorstgevoelig.
Gaat het vriezen en staat het gewas
nog op het land, dan moet u wach
ten met het rooien totdat de vorst er
volledig uit is. Als u afgaat op de ge
middelde weersomstandigheden
dan moet de knolselderij voor half
november worden gerooid. Bij later
rooien loopt de inwendige kwaliteit
en de bewaarbaarheid terug. Partij
en voor langere bewaring moeten
dan ook vroeger gerooid worden.
Let erop dat de knollen zo min mo
gelijk beschadigen. Koel de partij zo
snel mogelijk terug naar circa 1
graad C. De relatieve luchtvochtig
heid dient zeker 90-95% te zijn om
verlies aan vocht en daardoor ge
wichtsverliezen te voorkomen.
Grondbewerkingen
Houdt uw grond in goede conditie.
Zeker als bij de rooiwerkzaamheden
diepe sporen zijn ontstaan dan moet
u deze zo snel mogelijk met een
woelpoot opbreken zodat het water
weg kan. Ga echter niet dieper dan
noodzakelijk is voor een snelle ont
watering. Wacht ook niet te lang
met ploegen. Zeker voor de zwaar
dere gronden is het noodzakelijk dat
deze tijdig zijn geploegd. Ploeg al
leen onder goede (lees droge) om
standigheden en benut daarom de
mogelijkheden die geboden worden.
Op zwaardere gronden is het niet
eenvoudig om vlak ploegwerk te le
veren. Moet op een dergelijk perceel
het volgend jaar een gewas met fijn
zaad worden gezaaid, dan is het ge
wenst de ploegsnede reeds in het
najaar te egaliseren.
Drainonderhoud
Het onderhoud bestaat als eerste
uit de kontrole van de eindbuizen.
Deze kunnen verstopt zijn of niet
meer in rechte lijn liggen met de
drainbuis. Los deze problemen eerst
op door respektievelijk de buis
schoon te maken en door de buis
d.m.v. graafwerk weer in rechte lijn
te brengen. Het onderhoud kan ver
volgens bestaan uit reiniging van de
drainbuis als deze met ijzer is ver
vuild. Gebruik weinig druk en reinig
alleen als de buizen water afvoeren.
Als de buizen water afvoeren kunt u
ook de waterafvoer meten. De wa
terafvoer is o.a. afhankelijk van de
grondwaterstand. U dient dus ook
te weten bij welke grondwaterstand
de waterafvoer gerealiseerd wordt.
Pas bij een aantal metingen kunt u
nagaan of de ontwateringscapaci
teit verandert. Met een dergelijke
kontrole krijgt u meer inzicht in het
funktioneren van de drainage. Eerst
kontroleren en vervolgens maatre
gelen nemen. Voorkom dat u onno
dig doorspuit en daardoor een groot
risiko loopt op beschadiging,
ing. N.E. van der Bok,
bedrijfsdeskundige team
Akkerbouw Westmaas
A/s bij rooiwerkzaamheden die
pe sporen zijn ontstaan moet u
deze zo snel mogelijk opbreken,
zodat het water weg kan.
Akkerbouwers willen snel en goed
kunnen inspelen op nieuwe ontwik
kelingen. Belangrijk is om die infor
matie te verzamelen die voor de
eigen bedrijfssituatie nodig is. Hierin
moeten keuzes gemaakt worden.
Verantwoorde en onderbouwde
keuzes. Een ondernemer moet in
zicht hebben in hoe het eigen bedrijf
in elkaar zit. Hij moet de sterke en
zwakke kanten van het bedrijf ken
nen. Hij registreert gegevens uit het
bedrijf als hulpmiddel om snel te
kunnen zien wat goed gaat en wat
beter kan.
Inzicht in de bedrijfsvoering is dus
nodig om de keuzes verantwoord te
kunnen maken. Elk bedrijf is anders:
wat goed is voor de een kan voor de
ander helemaal niet goed zijn. Daar
om moeten de gegevens en resulta
ten over het eigen bedrijf bekend
zijn.
Akkerbouwers staan voor de vraag:
- wat is het beste bouwplan voor
mijn bedrijf
- welke gevolgen hebben de
MacSharry maatregelen voor
mijn bedrijf
- moet ik het bedrijf vergroten, in
tensiveren of juist extensiveren
- hoeveel kostenbesparing heb ik
in mijn situatie bij samenwerking
- haal ik echt uit mijn bedrijf wat
er in zit; wat kan eventueel beter
- moet ik me gaan specialiseren
en zo ja, wat is dan de beste
keuze
Registratie als hulpmiddel
Registratie van teelt- en bedrijfsge
gevens geeft inzicht in het hele be
drijf. Het is een zinvol hulpmiddel
voor de ondernemer om te bepalen
waar de kracht van het bedrijf zit.
Om te weten of het bedrijf voldoen
de salderende gewassen heeft moe
ten bouwplan en saldo's bekend
zijn. Saldo's geven inzicht in de kg-
opbrengst, kwaliteit en prijs van de
produkten. Een belangrijk kengetal
is ook de bruto geldopbrengst per
gewas en per ha. Ook geven saldo's
inzicht in kosten van zaaizaad en
pootgoed, meststoffen, gewasbe
schermingsmiddelen, kosten van
drogen en afzet, maar ook in loon-
werkkosten. Saldo's zijn deels ook
maatgevend voor de bodemvrucht
baarheid.
Een bouwplan-overzicht is handig
om te kunnen zien of het bouwplan
"gezond" in elkaar zit. Zowel qua
ziekten als opbrengstmogelijkhe
den. Een gezond bouwplan kan hel
pen om ziekten te beperken en
daarmee de kosten van gewasbe
schermingsmiddelen te drukken.
Denk hierbij aan aaltjes, Verticillium
en Rhizomanie, maar ook aan bij
voorbeeld wortelonkruiden.
Hoe het zit met de bewerkbaarheid
van de grond, zowel in het voorjaar
als in de herfst. Ontwatering, struc
tuur van de grond en be
mestingstoestand hebben invloed
op het opbrengstniveau, maar ook
op het kostenniveau van het bedrijf.
Benutting van kwaliteiten
Kosten van grond, gebouwen en
machines worden ook wel vaste
kosten genoemd. Ze zijn moeilijk te
beïnvloeden. Creatieve onderne
mers hebben er toch wat op gevon
den. Ze hebben ontdekt en ervaren
dat door samenwerking met colle
ga's de kosten van machines (en
soms ook van gebouwen) belangrijk
minder kunnen. Ze hebben ook ont
dekt dat samenwerking meer voor
delen heeft, zoals een betere
benutting van ieders arbeid, kennis
en ervaring.
Ondernemers die langere tijd sa
menwerken hebben zich vaak ook
gespecialiseerd. Dat kan zijn in bij
voorbeeld de pootgoedteelt of volle-
grondsgroenteteelt. Ook komen
specialisaties voor op gebied van
gewasbescherming, techniek, eco
nomie, en/of afzet en contracten.
Iedere ondernemer heeft immers
zijn (of haar) specifieke kwaliteiten.
In een samenwerking kunnen deze
kwaliteiten maximaal worden
benut.
Ook hier geldt dat het meeste voor
deel wordt behaald als er een goed
inzicht in het bedrijf is. Als precies
bekend is waar de mogelijkheden
liggen en waar de beperkingen. Een
goede bedrijfsregistratie is daarom
de basis voor maximaal profijt.
Nog meer voordelen
Door goed te registreren kan op het
eind van het teeltseizoen een over
zicht worden gemaakt van de be
haalde resultaten. Inzicht in deze
resultaten is nodig voor de keuzes
die worden gemaakt voor het vol
gende teeltseizoen. Wat ging er
goed, wat kan er beter. De resulta
ten kunnen worden gebruikt ter ver
gelijking en bespreking in
studiegroepen. Zowel
teelttechnische- als bedrijfsecono
mische groepen zijn voor een onder
nemer bijzonder leerzaam. Door
samen te vergelijken en te bespre
ken haalt de akkerbouwer nog meer
bruikbare informatie op het bedrijf.
Samen vergelijken en bespreken
werkt vaak erg stimulerend en moti
verend. DLV kan u ook behulpzaam
zijn bij bespreking in studiegroepen.
Mogelijk kunt u dit idee nog meene
men bij de opstelling van het winter-
programma van uw
akkerbouwstudiegroep of Vereni
ging voor Bedrijfsvoorlichting.
De DLV komt binnenkort ook met
andere interessante mogelijkheden
op dit gebied, zoals studiegroepen
bedrijfseconomische boekhouding,
een project toekomstgericht onder
nemen, het project 'akkerbouw naar
2000', en individuele teelt- en be-
drijfsbegeleiding. Wilt u meer weten
over de mogelijkheden van bedrijfs
registratie op uw bedrijf of wilt u in
formatie over bovengenoemde
projecten, neem dan contact op
met het DLV-teamkantoor Akker
bouw in uw regio.
DLV-team Akkerbouw Goes
Ing. J. Libregts